De reisdag die Niels en ik donderdag hebben gehad, had alle elementen die het reizen zowel ontzettend leuk als ontzettend frustrerend maken. Verwondering, verbazing, humor, irritatie, onbegrip, álles heeft de revue gepasseerd. Het was zo’n gekke, lange dag!
Voor de beeldvorming: Niels en ik zaten in Thakhek, Laos, waarvandaan we de Thakhek loop hebben gedaan. Vier dagen brommeren door het oosten van Laos, echt een fantastische rit. In totaal hebben we zo’n 500 kilometer afgelegd. Na Thakhek moesten we naar Vietnam omdat ons visum op 11 mei in ging. Dat er vanuit Thakhek rechtstreeks bussen naar Vietnam gaan, wisten we, maar toen we op het busstation aankwamen, kon niemand ons vertellen hoe, wanneer, met welk bedrijf, voor welke prijs. Tsja, lekker geregeld daar… Enigszins verward dropen we dus af en besloten we naar een hostel in de buurt te gaan om te kijken of ze daar meer informatie hadden. De eigenaar van ons hostel wist namelijk helaas ook van niks. Van het andere hostel kregen we een nummer dat we konden appen en ja hoor, deze man had meer informatie! Hij raadde ons aan om met de lokale bus naar Lak Sao, een dorpje zo’n vijfendertig kilometer voor de Vietnamese grens, te gaan en daar vervolgens bij een restaurant te wachten op de bus vanuit Vientiane richting Vinh en Hanoi. Die rijdt daar elke dag langs, tussen één en half vier ’s middags. Dat was duidelijk genoeg, met name ook omdat Niels in de reviews van het busstation in Lak Sao had gezien dat er ook vanaf daar bussen naar Vinh zouden gaan. (Ja, mensen nemen écht de moeite om dat soort plekken te reviewen en dat is soms hartstikke handig.)
De ‘hoe-waar-hoe duur’-vraag was hiermee dus beantwoord. Volgende probleem: de Rabobank is compleet incapabel om diensten te verlenen in het buitenland, en ABN Amro ook. Al vanaf de eerste seconde dat Niels en ik voet aan land zetten in Laos werden ál onze passen (we hebben er vijf tussen ons beide) geweigerd door zo’n beetje álle pinautomaten. Heel erg frustrerend! Vooral omdat de klantenservice van de Rabobank zich van de domme houdt terwijl het probleem al lang bekend is. Goed, met hen heb ik nog een appeltje te schillen, maar ze kunnen er zeker van zijn dat ik iemand over de toonbank ga trekken voor de stress die ik door hen heb gehad in Laos. Genoeg geld op de bankrekening maar geen kans om het ergens af te halen. Uiteindelijk hebben we één bank gevonden bij welke het lukte om te pinnen, met mijn creditcard, tegen exorbitante kosten. Zo hadden we in ieder geval geld, maar we leefden dus van die bepaalde bank naar die bepaalde bank.
Op de laatste dag van de loop kwamen we door het niet kunnen pinnen in de problemen. Ik had in het dorp waar we verbleven een pinautomaat gezien waarvan ik meteen dacht: “Dat is die ene waar we altijd kunnen pinnen!” maar helaas… Het bleek de LDB te zijn, in plaats van de JDB. Ik had me echt vergist… Dus we stonden daar, met lege benzinetanks en nog 120 kilometer te rijden, terug naar de enige pinautomaat waar we wél geld konden afhalen, in Thakhek. Bij beide banken in het dorp zijn we naar binnen gelopen en hebben we gevraagd of we wellicht binnen geld konden afhalen, maar helaas. Een behulpzame, Engelssprekende medewerker van de tweede bank schoot ons te hulp door de pinautomaat in ieder geval helemaal bij te vullen. Hij zei dat het wel vaker voorkwam dat er niet genoeg geld in de pinautomaat zat en dat mensen daarom dachten dat hun pas niet werkte.
Maar helaas, ook na het bijvullen van de automaat kwam er geen geld. Hij vroeg waar we heen moesten, en wat we van plan waren. Niels zei hem dat we nog wat Vietnamese dong op zak hadden en dat we op zoek gingen naar een wisselkantoor zodat we die dong konden omwisselen voor Laotiaanse kip. Zolang we 100.000 kip hadden, konden we in ieder geval allebei onze brommers voltanken en naar Thakhek om te pinnen. Hij vroeg ons te wachten en kwam, tot onze grote verbazing, terug met 100.000 kip – uit eigen zak! – en zei dat hij dat met ons wilde ruilen voor de 85.000 dong die we nog hadden. Zijn kip was meer waard dan de dong die we hem hebben gegeven maar dat maakte hem niks uit. Het was zo’n ontzettend lief, onverwacht gebaar! Ik zal het nooit vergeten. Ondertussen groeide mijn afkeer tegen de Rabobank...
En toen kwam dus de dag dat we moesten vertrekken. We hadden precies uitgekiend hoeveel geld we nodig hadden voor de beide bussen en wat we nodig hadden om de corrupte immigratiemedewerkers bij de grens om te kopen. Als alles goed zou gaan, zouden we nog genoeg geld over houden om wat kip te laten wisselen naar dong om daarmee een zachte landing in Vietnam te hebben en niet metéén naar een pinautomaat te hoeven rennen. Er volledig op vertrouwend dat er vanuit Lak Sao meerdere bussen zouden gaan, zijn we met ons laatste geld in de lokale bus naar daar vertrokken. Een verschrikkelijk saaie rit op een harde bank in de achterbak van een pick-up die uiteindelijk vijfenhalf uur duurde en helaas ook duurder was dan we hadden verwacht. Toen we eenmaal in Lak Sao aankwamen, rende ik meteen naar de balie voor informatie over bussen naar Vinh. Maar helaas, de laatste bus naar Vinh was al vertrokken, de volgende dag zou er pas weer eentje zijn, in de ochtend. En met dat bericht begon de intense frustratie. Mijn eerste reactie was namelijk: “Niels, er gaat geen bus, we moeten hier een nachtje blijven." Niels zei meteen: “Dat is leuk bedacht, maar van welk geld? We kunnen hier niet pinnen.” Fuck. Dan maar door naar het restaurant waarvan de hosteleigenaar had gezegd dat er bussen langs reden.
Dat restaurant zat op dertig minuten lopen van het busstation, maar ik geloof dat we het in twintig hebben gedaan. Niels nog sneller dan ik. Toen ik eenmaal achter hem aan bij het restaurant aan kwam, zag ik al vanaf een afstandje dat het geen goed nieuws was. En inderdaad: bij het restaurant zeiden ze dat er geen bus naar Vinh langs zou komen. Toen Niels vertelde op welke manier ze dat tegen hem zeiden, raakte ik zo boos en gefrustreerd dat ik het echt even niet meer had. Blijkbaar vroeg hij of er een bus naar Vinh zou gaan aan een vrouw en zei zij “No.” terwijl ze nauwelijks opkeek van haar telefoon. Het spijt me Laos, voor het schoppen van een scène midden op straat, maar het moest er echt even uit. Geen bus betekende dat we daar moesten blijven, maar aangezien we niet konden pinnen, betekende dat ook dat we de volgende dag weer terug moesten naar Thakhek om geld te halen. Om vervolgens de volgende dag pas weer terug te kunnen naar Lak Sao om daar, hopelijk dezelfde dag, maar waarschijnlijk de vólgende dag, een bus naar Vinh te kunnen pakken. Enorm zonde van onze tijd, en ook van ons geld. En dat alleen maar omdat onze pinpassen niet werken…
Enigszins verslagen hebben we nog een tijdje in de buurt van het restaurant gezeten om te bedenken wat nu de meest logische volgende stap zou zijn. Ondertussen was er een vrouw naar buiten gekomen met een vertaling op haar telefoon: de bus naar Vinh zou toch nog langsrijden! Ze hadden mijn frustratie binnen natuurlijk ook gehoord. Niels hield dus met een scheef oog de weg in de gaten en zei ineens: “Er komt een bus aan!” Dus wij zwaaien en ja hoor, het bleek de bus naar Vinh! Tóch nog geluk, we konden het bijna niet geloven. Eenmaal in de bus konden we eindelijk een beetje ontspannen, het was duidelijk dat we Vinh in ieder geval zouden halen. In Lak Sao regende het al, maar hoe verder we naar het oosten reden, hoe harder het ging regenen. Toen we eenmaal bij de grenspost aankwamen, wat sowieso al nooit de meest inspirerende plekken zijn, kwam het echt met bakken uit de lucht. Omdat het humeur van de immigratiemedewerkers altijd net zo grijs en grauw is, paste het weer perfect bij de situatie. Na een grondige inspectie van onze paspoorten, visa en tassen (waarbij ze met name de nicotinepleisters érg interessant en verdacht vonden), aan zowel de Laotiaanse kant en de Vietnamese kant, konden we eindelijk juichen. VIVA VIETNAM! We hebben het gehaald!
Die vreugde werd toch een beetje gedempt door het busbedrijf. De bus moest nog helemaal naar Hanoi, en wij waren de enige die in Vinh wilden uitstappen. Dus op een gegeven moment werden Niels en ik er in the middle of nowhere zonder pardon uitgezet. De busmedewerker wees een grote straat in en zei: “Six kilometers. Vinh.” en toen gingen de deuren dicht. Tsja, dat werd lopen! Aangezien we geen tijd hadden gehad om kip voor dong te wisselen, en ook niet genoeg kip over hadden om dat te doen, was het eerste doel een pinautomaat. Die zijn er gelukkig genoeg in Vietnam én onze passen werken gewoon. Door naar die pinautomaat te lopen, waren we alweer zo’n twee van de zes kilometer verder. Ondertussen liepen we met onze tassen langs de kant van een hoofdweg naar Vinh en voelden we ons bijna beroemdheden. Zo ontzettend veel mensen die groetten en zelfs sommigen die een gesprekje met ons aanknoopten. Op een gegeven moment kwamen er twee jongeren op een scooter naar ons toe die meteen onze aandacht vroegen. Bleek dat ze ons hadden zien lopen met onze tassen en dat ze ons heel graag een sapje wilden geven voor het 'harde werk'. Zomaar, uit het niks! Precies wat we nodig hadden, en zo ontzettend lief! Daarna waren we weer zo’n twee kilometer verder, en weer twee kilometer… en besloten we door te lopen naar het station. Zo’n acht kilometer verder hebben we uiteindelijk, naast het station, omdat we de volgende dag naar Hanoi wilden, een hotel geboekt.
Het was een hele, hele lange dag. Nu ik het zo nalees, begrijp ik dat het misschien niet lijkt op een rollercoaster, maar zo voelde het zeker wel. Zoals ik al zei, het was zo’n wilde greep uit allerlei emoties en ervaringen dat je je soms afvraagt waarom je reist, om daar vervolgens antwoord op te krijgen door middel van alle positieve ervaringen. Ondertussen zijn Niels en ik in Hanoi en is de laatste maand van het reizen ingegaan. Nog één laatste maand waarin we nog even kunnen genieten van het reizen (en het heel soms ook een beetje vervloeken).
Gaatje Nixaan
18 chapters
4 Nov 2022
May 14, 2023
|
Hanoi (Vietnam)
De reisdag die Niels en ik donderdag hebben gehad, had alle elementen die het reizen zowel ontzettend leuk als ontzettend frustrerend maken. Verwondering, verbazing, humor, irritatie, onbegrip, álles heeft de revue gepasseerd. Het was zo’n gekke, lange dag!
Voor de beeldvorming: Niels en ik zaten in Thakhek, Laos, waarvandaan we de Thakhek loop hebben gedaan. Vier dagen brommeren door het oosten van Laos, echt een fantastische rit. In totaal hebben we zo’n 500 kilometer afgelegd. Na Thakhek moesten we naar Vietnam omdat ons visum op 11 mei in ging. Dat er vanuit Thakhek rechtstreeks bussen naar Vietnam gaan, wisten we, maar toen we op het busstation aankwamen, kon niemand ons vertellen hoe, wanneer, met welk bedrijf, voor welke prijs. Tsja, lekker geregeld daar… Enigszins verward dropen we dus af en besloten we naar een hostel in de buurt te gaan om te kijken of ze daar meer informatie hadden. De eigenaar van ons hostel wist namelijk helaas ook van niks. Van het andere hostel kregen we een nummer dat we konden appen en ja hoor, deze man had meer informatie! Hij raadde ons aan om met de lokale bus naar Lak Sao, een dorpje zo’n vijfendertig kilometer voor de Vietnamese grens, te gaan en daar vervolgens bij een restaurant te wachten op de bus vanuit Vientiane richting Vinh en Hanoi. Die rijdt daar elke dag langs, tussen één en half vier ’s middags. Dat was duidelijk genoeg, met name ook omdat Niels in de reviews van het busstation in Lak Sao had gezien dat er ook vanaf daar bussen naar Vinh zouden gaan. (Ja, mensen nemen écht de moeite om dat soort plekken te reviewen en dat is soms hartstikke handig.)
De ‘hoe-waar-hoe duur’-vraag was hiermee dus beantwoord. Volgende probleem: de Rabobank is compleet incapabel om diensten te verlenen in het buitenland, en ABN Amro ook. Al vanaf de eerste seconde dat Niels en ik voet aan land zetten in Laos werden ál onze passen (we hebben er vijf tussen ons beide) geweigerd door zo’n beetje álle pinautomaten. Heel erg frustrerend! Vooral omdat de klantenservice van de Rabobank zich van de domme houdt terwijl het probleem al lang bekend is. Goed, met hen heb ik nog een appeltje te schillen, maar ze kunnen er zeker van zijn dat ik iemand over de toonbank ga trekken voor de stress die ik door hen heb gehad in Laos. Genoeg geld op de bankrekening maar geen kans om het ergens af te halen. Uiteindelijk hebben we één bank gevonden bij welke het lukte om te pinnen, met mijn creditcard, tegen exorbitante kosten. Zo hadden we in ieder geval geld, maar we leefden dus van die bepaalde bank naar die bepaalde bank.
Op de laatste dag van de loop kwamen we door het niet kunnen pinnen in de problemen. Ik had in het dorp waar we verbleven een pinautomaat gezien waarvan ik meteen dacht: “Dat is die ene waar we altijd kunnen pinnen!” maar helaas… Het bleek de LDB te zijn, in plaats van de JDB. Ik had me echt vergist… Dus we stonden daar, met lege benzinetanks en nog 120 kilometer te rijden, terug naar de enige pinautomaat waar we wél geld konden afhalen, in Thakhek. Bij beide banken in het dorp zijn we naar binnen gelopen en hebben we gevraagd of we wellicht binnen geld konden afhalen, maar helaas. Een behulpzame, Engelssprekende medewerker van de tweede bank schoot ons te hulp door de pinautomaat in ieder geval helemaal bij te vullen. Hij zei dat het wel vaker voorkwam dat er niet genoeg geld in de pinautomaat zat en dat mensen daarom dachten dat hun pas niet werkte.
Maar helaas, ook na het bijvullen van de automaat kwam er geen geld. Hij vroeg waar we heen moesten, en wat we van plan waren. Niels zei hem dat we nog wat Vietnamese dong op zak hadden en dat we op zoek gingen naar een wisselkantoor zodat we die dong konden omwisselen voor Laotiaanse kip. Zolang we 100.000 kip hadden, konden we in ieder geval allebei onze brommers voltanken en naar Thakhek om te pinnen. Hij vroeg ons te wachten en kwam, tot onze grote verbazing, terug met 100.000 kip – uit eigen zak! – en zei dat hij dat met ons wilde ruilen voor de 85.000 dong die we nog hadden. Zijn kip was meer waard dan de dong die we hem hebben gegeven maar dat maakte hem niks uit. Het was zo’n ontzettend lief, onverwacht gebaar! Ik zal het nooit vergeten. Ondertussen groeide mijn afkeer tegen de Rabobank...
En toen kwam dus de dag dat we moesten vertrekken. We hadden precies uitgekiend hoeveel geld we nodig hadden voor de beide bussen en wat we nodig hadden om de corrupte immigratiemedewerkers bij de grens om te kopen. Als alles goed zou gaan, zouden we nog genoeg geld over houden om wat kip te laten wisselen naar dong om daarmee een zachte landing in Vietnam te hebben en niet metéén naar een pinautomaat te hoeven rennen. Er volledig op vertrouwend dat er vanuit Lak Sao meerdere bussen zouden gaan, zijn we met ons laatste geld in de lokale bus naar daar vertrokken. Een verschrikkelijk saaie rit op een harde bank in de achterbak van een pick-up die uiteindelijk vijfenhalf uur duurde en helaas ook duurder was dan we hadden verwacht. Toen we eenmaal in Lak Sao aankwamen, rende ik meteen naar de balie voor informatie over bussen naar Vinh. Maar helaas, de laatste bus naar Vinh was al vertrokken, de volgende dag zou er pas weer eentje zijn, in de ochtend. En met dat bericht begon de intense frustratie. Mijn eerste reactie was namelijk: “Niels, er gaat geen bus, we moeten hier een nachtje blijven." Niels zei meteen: “Dat is leuk bedacht, maar van welk geld? We kunnen hier niet pinnen.” Fuck. Dan maar door naar het restaurant waarvan de hosteleigenaar had gezegd dat er bussen langs reden.
Dat restaurant zat op dertig minuten lopen van het busstation, maar ik geloof dat we het in twintig hebben gedaan. Niels nog sneller dan ik. Toen ik eenmaal achter hem aan bij het restaurant aan kwam, zag ik al vanaf een afstandje dat het geen goed nieuws was. En inderdaad: bij het restaurant zeiden ze dat er geen bus naar Vinh langs zou komen. Toen Niels vertelde op welke manier ze dat tegen hem zeiden, raakte ik zo boos en gefrustreerd dat ik het echt even niet meer had. Blijkbaar vroeg hij of er een bus naar Vinh zou gaan aan een vrouw en zei zij “No.” terwijl ze nauwelijks opkeek van haar telefoon. Het spijt me Laos, voor het schoppen van een scène midden op straat, maar het moest er echt even uit. Geen bus betekende dat we daar moesten blijven, maar aangezien we niet konden pinnen, betekende dat ook dat we de volgende dag weer terug moesten naar Thakhek om geld te halen. Om vervolgens de volgende dag pas weer terug te kunnen naar Lak Sao om daar, hopelijk dezelfde dag, maar waarschijnlijk de vólgende dag, een bus naar Vinh te kunnen pakken. Enorm zonde van onze tijd, en ook van ons geld. En dat alleen maar omdat onze pinpassen niet werken…
Enigszins verslagen hebben we nog een tijdje in de buurt van het restaurant gezeten om te bedenken wat nu de meest logische volgende stap zou zijn. Ondertussen was er een vrouw naar buiten gekomen met een vertaling op haar telefoon: de bus naar Vinh zou toch nog langsrijden! Ze hadden mijn frustratie binnen natuurlijk ook gehoord. Niels hield dus met een scheef oog de weg in de gaten en zei ineens: “Er komt een bus aan!” Dus wij zwaaien en ja hoor, het bleek de bus naar Vinh! Tóch nog geluk, we konden het bijna niet geloven. Eenmaal in de bus konden we eindelijk een beetje ontspannen, het was duidelijk dat we Vinh in ieder geval zouden halen. In Lak Sao regende het al, maar hoe verder we naar het oosten reden, hoe harder het ging regenen. Toen we eenmaal bij de grenspost aankwamen, wat sowieso al nooit de meest inspirerende plekken zijn, kwam het echt met bakken uit de lucht. Omdat het humeur van de immigratiemedewerkers altijd net zo grijs en grauw is, paste het weer perfect bij de situatie. Na een grondige inspectie van onze paspoorten, visa en tassen (waarbij ze met name de nicotinepleisters érg interessant en verdacht vonden), aan zowel de Laotiaanse kant en de Vietnamese kant, konden we eindelijk juichen. VIVA VIETNAM! We hebben het gehaald!
Die vreugde werd toch een beetje gedempt door het busbedrijf. De bus moest nog helemaal naar Hanoi, en wij waren de enige die in Vinh wilden uitstappen. Dus op een gegeven moment werden Niels en ik er in the middle of nowhere zonder pardon uitgezet. De busmedewerker wees een grote straat in en zei: “Six kilometers. Vinh.” en toen gingen de deuren dicht. Tsja, dat werd lopen! Aangezien we geen tijd hadden gehad om kip voor dong te wisselen, en ook niet genoeg kip over hadden om dat te doen, was het eerste doel een pinautomaat. Die zijn er gelukkig genoeg in Vietnam én onze passen werken gewoon. Door naar die pinautomaat te lopen, waren we alweer zo’n twee van de zes kilometer verder. Ondertussen liepen we met onze tassen langs de kant van een hoofdweg naar Vinh en voelden we ons bijna beroemdheden. Zo ontzettend veel mensen die groetten en zelfs sommigen die een gesprekje met ons aanknoopten. Op een gegeven moment kwamen er twee jongeren op een scooter naar ons toe die meteen onze aandacht vroegen. Bleek dat ze ons hadden zien lopen met onze tassen en dat ze ons heel graag een sapje wilden geven voor het 'harde werk'. Zomaar, uit het niks! Precies wat we nodig hadden, en zo ontzettend lief! Daarna waren we weer zo’n twee kilometer verder, en weer twee kilometer… en besloten we door te lopen naar het station. Zo’n acht kilometer verder hebben we uiteindelijk, naast het station, omdat we de volgende dag naar Hanoi wilden, een hotel geboekt.
Het was een hele, hele lange dag. Nu ik het zo nalees, begrijp ik dat het misschien niet lijkt op een rollercoaster, maar zo voelde het zeker wel. Zoals ik al zei, het was zo’n wilde greep uit allerlei emoties en ervaringen dat je je soms afvraagt waarom je reist, om daar vervolgens antwoord op te krijgen door middel van alle positieve ervaringen. Ondertussen zijn Niels en ik in Hanoi en is de laatste maand van het reizen ingegaan. Nog één laatste maand waarin we nog even kunnen genieten van het reizen (en het heel soms ook een beetje vervloeken).
1.
Hello Malaysia!
2.
Foutjes, bedankt!
3.
Fotodump #1
4.
Een dozijn eilandmomentjes
5.
Back online...
6.
Eerste vulkaan!
7.
Bosmensen
8.
Even bijschrijven...
9.
Bromo and Ijen: A Kind of Sad Story
10.
Fotodump #2: Bromo & Ijen
11.
Plakjes paradijs
12.
Philippines, baby!
13.
Fotodump #3: Cebu, Bohol & Siquijor
14.
From Palawan with love
15.
Sawadee kaaa!
16.
HAPPY NEW YEAR
17.
Wat een dag
18.
Parting is such a sweet sorrow
Create your own travel blog in one step
Share with friends and family to follow your journey
Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!