Hasta luego!

Zo indrukwekkend Bogotá was, zo ontspannend is Villa de Leyva. Op vier uur rijden van de hoofdstad ligt dit klein, wit, koloniaal dorpje. We hebben een hostel geboekt op 1 km buiten het centrum, volledig in het groen. Een hele verademing om hier toe te komen. Er hangen overal hangmatten, er zijn fonteintjes, de kamers zijn groot, er is warm water in de douche en het zicht is fenomenaal. De eerste dag hier besluiten we het zekere voor het onzekere te nemen en beklimmen we een uitzichtpunt waar Jésus op de stad neerkijkt. Je weet maar nooit. Nog niet te zelfzeker zijn over dat teruggekeerde geluk. Het is een pittige klim. We kunnen best ook wat beginnen oefenen, willen we (oké, wil ik) Macchu Pichu opgeraken. Een paar weesgegroetjes boven en klaar om weer af te dalen. Villa de Leyva bestaat uit alleen maar witte huisjes, geplaveide straatjes en een gigantische groot middenplein. Een van de grootste in Zuid Amerika. Het is zondag tegen de late namiddag dus veel mensen struinen wat rond op het plein. Augustus is blijkbaar ook vliegermaand (er zijn dan vliegerfestivals en -wedstrijden). Dat zie je nog wat nazinderen. Her en der laten families hun vlieger op. Voorzichtig zodat ze niet met hun draad in elkaar verwikkeld raken. Een tip: loop niet diagonaal het plein over, je ziet die nylondraden niet. Heel gezellig om hier gewoon een beetje te zitten. Het kan niet anders dan dat we hier opvallen als blanke-bergschoenen-JackWolfskinfleece-toeristen. Het lijkt ook laagseizoen, we zijn hier nog niet veel andere toeristen tegen gekomen. Maar niemand kijkt raar op, probeert iets te verkopen of houdt ons in de gaten met dollartekens in de ogen. Heel relax na Bogotá.

Mijn Spaans heeft ons al heel wat verder geholpen, maar het blijft toch maar een beperkte basis. Ik ben altijd zo blij wanneer ik onze vragen geformuleerd krijg. Maar dan komt het antwoord! Ze lijken te denken dat omdat ik kan vragen waar de bushalte is, ik vloeiend Spaans spreek. Er rolt dan ook altijd opeens een hele monoloog uit die Colombiaanse monden. In hoeveel zinnen kan je in godsnaam beantwoorden waar het toilet is? We lachen en knikken dus veel. Daan begint ondertussen ook wat Spaans op te pikken. Best vlot eigenlijk. Hij heeft nu (helaas) de verkleinwoordjes ontdekt. Die worden hier veelvuldig gebruikt blijkbaar. Je leest en hoort het alleszins vaak. Elke hond die we nu tegenkomen is: oooh, perrito! Weet je hoeveel (straat)honden er hier rondlopen?! Dringend tijd voor de volgende grammaticales.

Op maandag, onze laatste dag in Villa de Leyva, maken we nog een wandeling naar een paar ‘pozos azules’, blauwe ‘putten’. Een aantal artificiële meertjes waar je kan zwemmen. Tegen dat we daar aankomen is de lucht overtrokken dus we springen er dan toch maar niet in. Dat weer hier is echt iets anders dan in België. Het verandert hier vijf keer per dag. Van koud naar warm, van regen naar droog en alles daartussen. Ik denk niet dat ‘weerman/vrouw’ hier een bestaande functie is. Die zou hier gewoon elke dag moeten zeggen: succes, he jongens! Maar waar wij in België veelvuldig het weer en de weersvoorspellingen bestuderen en ter sprake brengen is dat hier compleet niet het geval. Ze kijken zelfs een beetje raar wanneer we zeggen dat het morgen weer zonniger zal zijn. Rare gringo’s!

Na Villa de Leyva reizen we door naar San Gil, meer naar het noorden. De bedoeling is dat we tot in Cartagena reizen en dan opnieuw beginnen zakken via Medellín om uiteindelijk Ecuador binnen te geraken. San Gil is hét adventure stadje van Colombia. Of zo wordt het toch in de markt gezet. Je kan hier rapellen, raften, grottentochten ondernemen, noem maar op! Ons budget laat niet toe dat we hier té zot doen dus we maken allebei een top drie van raften, ziplinen en parapente. Sorry mama’s, parapente won. Maar jullie zijn deze blog aan het lezen dus we hebben het overleefd. Ik vreesde vooraf een klein beetje voor mijn maag. De verhalen over verloren maaginhouden boven de bergen zijn talrijk. En ook bij skydiven werd ik zo misselijk dat ik drie uur niet meer kon bewegen. Ik hoop dat parapente eerder gewoon rustig zweven is en neem pilletjes tegen wagenziekte voor alle zekerheid. Er is niet veel tijd om verder na te denken. We komen toe, krijgen een korte briefing en voor je het weer zit je in zo’n harnas en roepen ze: Run! Opstijgen is prachtig, je zweeft over een immens groen gebergte waar de rivier tussendoor kronkelt. De vogels vliegen naast jou, op zoek naar dezelfde thermiek. De piloten voelen de warme lucht en met een vogelinstinct vliegen ze ons binnen kortste keren 1000m boven de berg. Ik kan u

sarahdeleest

12 chapters

16 Apr 2020

3. Colombia - up north

September 14, 2019

Zo indrukwekkend Bogotá was, zo ontspannend is Villa de Leyva. Op vier uur rijden van de hoofdstad ligt dit klein, wit, koloniaal dorpje. We hebben een hostel geboekt op 1 km buiten het centrum, volledig in het groen. Een hele verademing om hier toe te komen. Er hangen overal hangmatten, er zijn fonteintjes, de kamers zijn groot, er is warm water in de douche en het zicht is fenomenaal. De eerste dag hier besluiten we het zekere voor het onzekere te nemen en beklimmen we een uitzichtpunt waar Jésus op de stad neerkijkt. Je weet maar nooit. Nog niet te zelfzeker zijn over dat teruggekeerde geluk. Het is een pittige klim. We kunnen best ook wat beginnen oefenen, willen we (oké, wil ik) Macchu Pichu opgeraken. Een paar weesgegroetjes boven en klaar om weer af te dalen. Villa de Leyva bestaat uit alleen maar witte huisjes, geplaveide straatjes en een gigantische groot middenplein. Een van de grootste in Zuid Amerika. Het is zondag tegen de late namiddag dus veel mensen struinen wat rond op het plein. Augustus is blijkbaar ook vliegermaand (er zijn dan vliegerfestivals en -wedstrijden). Dat zie je nog wat nazinderen. Her en der laten families hun vlieger op. Voorzichtig zodat ze niet met hun draad in elkaar verwikkeld raken. Een tip: loop niet diagonaal het plein over, je ziet die nylondraden niet. Heel gezellig om hier gewoon een beetje te zitten. Het kan niet anders dan dat we hier opvallen als blanke-bergschoenen-JackWolfskinfleece-toeristen. Het lijkt ook laagseizoen, we zijn hier nog niet veel andere toeristen tegen gekomen. Maar niemand kijkt raar op, probeert iets te verkopen of houdt ons in de gaten met dollartekens in de ogen. Heel relax na Bogotá.

Mijn Spaans heeft ons al heel wat verder geholpen, maar het blijft toch maar een beperkte basis. Ik ben altijd zo blij wanneer ik onze vragen geformuleerd krijg. Maar dan komt het antwoord! Ze lijken te denken dat omdat ik kan vragen waar de bushalte is, ik vloeiend Spaans spreek. Er rolt dan ook altijd opeens een hele monoloog uit die Colombiaanse monden. In hoeveel zinnen kan je in godsnaam beantwoorden waar het toilet is? We lachen en knikken dus veel. Daan begint ondertussen ook wat Spaans op te pikken. Best vlot eigenlijk. Hij heeft nu (helaas) de verkleinwoordjes ontdekt. Die worden hier veelvuldig gebruikt blijkbaar. Je leest en hoort het alleszins vaak. Elke hond die we nu tegenkomen is: oooh, perrito! Weet je hoeveel (straat)honden er hier rondlopen?! Dringend tijd voor de volgende grammaticales.

Op maandag, onze laatste dag in Villa de Leyva, maken we nog een wandeling naar een paar ‘pozos azules’, blauwe ‘putten’. Een aantal artificiële meertjes waar je kan zwemmen. Tegen dat we daar aankomen is de lucht overtrokken dus we springen er dan toch maar niet in. Dat weer hier is echt iets anders dan in België. Het verandert hier vijf keer per dag. Van koud naar warm, van regen naar droog en alles daartussen. Ik denk niet dat ‘weerman/vrouw’ hier een bestaande functie is. Die zou hier gewoon elke dag moeten zeggen: succes, he jongens! Maar waar wij in België veelvuldig het weer en de weersvoorspellingen bestuderen en ter sprake brengen is dat hier compleet niet het geval. Ze kijken zelfs een beetje raar wanneer we zeggen dat het morgen weer zonniger zal zijn. Rare gringo’s!

Na Villa de Leyva reizen we door naar San Gil, meer naar het noorden. De bedoeling is dat we tot in Cartagena reizen en dan opnieuw beginnen zakken via Medellín om uiteindelijk Ecuador binnen te geraken. San Gil is hét adventure stadje van Colombia. Of zo wordt het toch in de markt gezet. Je kan hier rapellen, raften, grottentochten ondernemen, noem maar op! Ons budget laat niet toe dat we hier té zot doen dus we maken allebei een top drie van raften, ziplinen en parapente. Sorry mama’s, parapente won. Maar jullie zijn deze blog aan het lezen dus we hebben het overleefd. Ik vreesde vooraf een klein beetje voor mijn maag. De verhalen over verloren maaginhouden boven de bergen zijn talrijk. En ook bij skydiven werd ik zo misselijk dat ik drie uur niet meer kon bewegen. Ik hoop dat parapente eerder gewoon rustig zweven is en neem pilletjes tegen wagenziekte voor alle zekerheid. Er is niet veel tijd om verder na te denken. We komen toe, krijgen een korte briefing en voor je het weer zit je in zo’n harnas en roepen ze: Run! Opstijgen is prachtig, je zweeft over een immens groen gebergte waar de rivier tussendoor kronkelt. De vogels vliegen naast jou, op zoek naar dezelfde thermiek. De piloten voelen de warme lucht en met een vogelinstinct vliegen ze ons binnen kortste keren 1000m boven de berg. Ik kan u

officieel melden dat je niet gewoon rustig zweeft. Je stijgt en zakt, je draait en keert. Mijn ontbijt overleeft het niet. Ik ben blij dat ik geen vogel ben. En als ik dan toch moest kiezen dan koos ik voor een parkietje in een kooitje. Ondertussen is onze skydiver de tijd van zijn leven aan het beleven. Hij had meer veiligheidstwijfels, maar zijn piloot hangt al snel de acrobaat uit en samen leggen ze een rollercoasterparcours in de lucht af. Eens beneden vond hij het best relax in vergelijking met skydiven! Het zal nooit iets worden dat we kunnen delen :).
In San Gil houden we het voor de rest rustig en blijven met onze voeten op de grond. We zoeken vooral verkoeling want in vergelijking met Bogotá is het hier al een stuk warmer. We vinden zwembadjes en watervalletjes en plannen de volgende stappen van de reis al een beetje.

Next stop: Santa Marta. We willen eigenlijk zo snel mogelijk door naar Bonda waar een mega relaxe finca zou zijn tussen de bossen. Een goeie tip die we hier in België kregen, waarvoor veel dank!! Maar er is niet meteen plaats dus we boeken een nachtje Santa Marta. In reisgidsen wordt het afgeschilderd als een goede basis om door te reizen naar andere plaatsen, maar het stadje zelf wordt niet hoog aangeschreven. Door onze lage verwachtingen zijn we eigenlijk verrast met het best mooie centrum. Maar de hitte overvalt ons hier enorm. Dit is de Caraïbische kust en het is hier warm en vochtig. Buiten komen betekent zweten. Niet gewoon een beetje okselvijvers, maar doorweekt zijn als een pas uitgewrongen waske. We glibberen een beetje door de straten, maar hangen vooral in het zwembad. En dan kunnen we eindelijk vertrekken naar finca Carpe Diem. Daar kijken we erg naar uit! Een busritje later wachten twee motorijders ons op om ons vanuit Bonda omhoog te rijden de bossen in. Echte jungle is het nog niet, het is meer het groene gebergte in. De motorrit over de onverharde wegen alleen al is een avontuur! Hoe hoger we komen, hoe mooier het uitzicht. De finca is een deel van een ecologische boerderij opgebouwd door twee Belgen. Ze bouwden op het domein ook een aantal toeristenhutten en zwembadjes en organiseren bezoeken en wandelingen in de buurt. Het is er erg idylisch. We laten de foto’s voor zich spreken!

Van hieruit maken we een wandeling door de bossen naar verschillende watervallen. Om stil van te worden! In de omgeving zijn nog een aantal kleinere wandelingen te ondernemen. Zoals de mini ciudad perdida trek. Ciudad perdida is een trekking van een paar dagen niet zo ver hier vandaan. Je ontdekt ruïnes van een oude bergstad opgericht door Tairona Indianen. Maar in september sluiten ze de site om ze wat tijd te geven om te herstellen van de vele voeten die er rondgelopen hebben. We konden deze trekking niet doen dus! Maar ondertussen hebben we de mini ciudad perdida gezien :).


Verder genieten we volop van de rust in het klein paradijsje. En van de keuken! De Belgische eigenaars hebben de koks hier duidelijk beïnvloed. Als ontbijt zijn er pannenkoeken te verkrijgen zoals je ze alleen thuis kan eten. En ze bakken zelf brood. Echte bokes!! Nog maar twee weken op pad, maar dat smaakt toch enorm :).
Op een bepaald moment blijkt er een toestroom aan Nederlandse gasten in de finca. Alle liefde voor onze noorderburen, maar zet er te veel samen in dezelfde ontbijtruimte en er wordt over de tafeltjes heen geroepen over de grootte van de kakkerlakken in hun hutje die nacht. Een beetje te enthousiast voor ons ’s ochtends vroeg. We beginnen stilletjes in het Frans te praten om niet in de conversatie te worden betrokken. En beslissen dat het stilaan tijd wordt om verder te reizen ;).

We reizen door naar Cartagena. Een van de kleurrijkste steden van Colombia. Er zijn veel kleurrijke huizen, de bloemen bloeien weelderig tegen de gevels en graffitikunstenaars hebben de resterende plekjes opgevuld. Zo kleurrijk de stad, zo donker de geschiedenis. Dit is de plaats waar de door de Spanjaarden gerekruteerde (of eerder ontvoerde) slaven toekwamen. Zij werden ingezet om de stad op te bouwen, huishoudens te dienen, enz. Dat het er niet vredelievend aan toe ging, zal wel duidelijk zijn. De oude binnenstad is nu een toeristische trekpleister. We hebben hier nog nooit zo veel toeristen samen gezien. In Bogotá zag je geen toerist in het straatbeeld. Alleen wanneer je naar de startplaats van een free tour gaat dan zie je de witte benen in sandalen opeens opduiken alsof ze de rest van de tijd ergens verstopt zaten. Hier zijn ze talrijk en zichtbaar aanwezig. En dat is positief voor de stad en de bevolking zal je maar denken. Maar het heeft de lokale bevolking ook verder de buitenwijken ingeduwd. Het centrum is onbetaalbaar. Er

hebben nu sterren zoals Shakira een buitenverblijf. Ze spreken op de huizenmarkt niet in pesos, maar in dollars. In pesos zouden er te veel nulletjes staan. Veel van de kleurrijke huizen zijn bars en ho(s)tels geworden. Het is eigenlijk een beetje een Bokrijk geworden. En blijkbaar ook in handen van veel buitenlandse investeerders. De lokale bevolking pikt dus maar een klein graantje mee. Zij proberen dan maar water, sombrero’s en bier aan de man te brengen op straat. We zeggen dan ook 48 keer per dag: no, gracias! Tot het vervelend wordt. Je kan het ze niet kwalijk nemen natuurlijk, maar serieus, moesten we hier langer dan een paar dagen verblijven dan zetten we allebei een sombrero op, hielden we constant een flesje water/bier vast, deden we lelijke armbandjes rond en zouden we rondlopen met een selfiestick zodat ze geen reden meer zagen om ons nog staande te houden. We hebben alles al!

Om een dag aan de stad te ontsnappen doen we een dagtripje naar een eilandje in de buurt. Ons budget kan de parelwitte luxestranden niet aan, maar er is een waardige vervanger: isla Barú. We ontsnappen niet aan de water/bier/empanada/massage/cocaïne-verkopers, maar hebben er nu alvast een strandstoel en seaview bij. Niet slecht!

Ondertussen plannen we onze tocht naar het zuiden. Vanavond nemen we een nachtbus naar Medellín. De stad van Pablo Escobar en van de eeuwige lente. Ondertussen zijn we de serie Narcos op Netflix aan het kijken. Eens zien wat we daar herkennen!

Voor wie de weg ondertussen kwijt is: een kaartje hieronder.

Hasta luego!

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2025 Travel Diaries. All rights reserved.