Hola muchachos! Bienvenido en Peru! Wij zijn opeens al twee maanden op stap, seg. En ons besef van dagen en maanden is compleet kwijt. Elke dag is gewoon een nieuwe dag. Luxe, he!
Ongepland vliegen we Peru binnen. Van Quito naar Lima. Normaal gezien gingen we de noordkust nog bezoeken en even in Huaraz verblijven voordat we afzakten naar Lima. Maar kleine change of plans met dank aan de Ecuadoraanse president. En Lima ligt al halverwege het lange Peru dus opnieuw noordwaarts gaan voor de noordkust is te ver. Maar we hebben nog een aantal dagen voor Eva en Simon toekomen dus we plannen toch Huaraz nog in. Anders zouden we zeven dagen in Lima verblijven en zo’n prachtstad is het niet. Als je de foto’s van Huaraz ziet dan zal je begrijpen dat we hier nog tijd voor gemaakt hebben!
sarahdeleest
12 chapters
16 Apr 2020
November 10, 2019
Hola muchachos! Bienvenido en Peru! Wij zijn opeens al twee maanden op stap, seg. En ons besef van dagen en maanden is compleet kwijt. Elke dag is gewoon een nieuwe dag. Luxe, he!
Ongepland vliegen we Peru binnen. Van Quito naar Lima. Normaal gezien gingen we de noordkust nog bezoeken en even in Huaraz verblijven voordat we afzakten naar Lima. Maar kleine change of plans met dank aan de Ecuadoraanse president. En Lima ligt al halverwege het lange Peru dus opnieuw noordwaarts gaan voor de noordkust is te ver. Maar we hebben nog een aantal dagen voor Eva en Simon toekomen dus we plannen toch Huaraz nog in. Anders zouden we zeven dagen in Lima verblijven en zo’n prachtstad is het niet. Als je de foto’s van Huaraz ziet dan zal je begrijpen dat we hier nog tijd voor gemaakt hebben!
Ongeveer tegen de middag komen we toe in Lima en die avond nemen we meteen een nachtbus naar Huaraz. Ritje van 8u. Mega luxueuze nachtbus! In Colombia was een nachtbus … een bus die ’s nachts reed. In Peru heb je bussen met luxe zetels die je helemaal plat kan leggen tot een bedje. Met voetsteunen en dekentjes en al! Dat maakt dat je iets minder verdwaasd uit de bus stapt de volgende ochtend. Huaraz is een stadje dat bezocht wordt om de vele trekkings naar azuurblauwe meren tussen de besneeuwde bergen in de omgeving. Er zijn tientallen wandelingen en trektochten van 3 tot 10 dagen. Wij hebben 3 dagen de tijd dus beslissen de eerste dag na de nachtbus een beetje te acclimatiseren aan de hoogte. 3050 m hoog, dat pakt op onze adem. De volgende twee dagen doen we twee dagwandelingen. Puffen en zuchten, maar we worden steeds beloond met een mooi uitzicht. En we hebben weer een beetje getraind voor Machu Picchu.
In Peru zijn ze trouwens hard aan het trainen om het wereldrecord aantal mensen in een auto te verbreken. Voor de dichtstbijzijnde wandelingen neem je gewoon een lokaal busje. Ik denk dat we met z’n 30 in een bestelwagentje voor 15 personen zaten. Op z’n minst gezellig te noemen. En wanneer je denkt dat er nu wel echt niemand meer bij kan omdat je staat te hijgen in de nek van de persoon onder u en uw poep in het gezicht van iemand anders steekt, dan stopt dat busje toch nog om zwaar geladen vrouwtjes mee te nemen. Maar kijk die foto’s!
En dan is het moment aangebroken. Op naar Eva en Simon! We bussen terug naar Lima en zullen de komende weken hun reisplanning grotendeels volgen. Na een lange vlucht zijn zij toch nog monter genoeg om eerst stevig te knuffelen en daarna Lima met ons te gaan verkennen. En en en … ze hebben mini Leo’tjes voor ons mee. Mmm.
Zoals gezegd is Lima geen erg aantrekkelijke stad. Ze is bovendien gigantisch (zo’n 10 miljoen inwoners). Máár je vind er een aantal topchefs van de wereld en het ligt aan de kust. We wandelen de kustlijn een beetje af, zoeken goede lunch- en dinerplekjes (met succes!) en bezoeken het oude centrum. En het belangrijkste: de eerste pisco sours worden gedronken. Vanuit Lima reizen we door naar het zuiden, naar Paracas. Ik zal hier nog eens ergens een kaartje tussen plakken zodat jullie ons niet kwijt geraken.
Paracas is een schiereiland dichtbij Pisco. We verbleven in een klein dorpje waar meer dan de helft van de huizen uit restaurants of ho(s)tels bestond. Het dorpje is zo toeristisch geworden omdat het aan het schiereiland ligt waarop archeologische vondsten zijn gedaan, zoals o.a. een ‘tekening’ zoals in Nazca. Maar nog meer toeristen komen er voor de Islas Balestas. Ze liggen dichtbij het schiereiland en worden de poor man’s Galapagoseilanden van Peru genoemd. De eilanden zitten vol vogels, pinguïns, zeehonden… Je kan er niet op wandelen, maar er vertrekken elke dag tientallen bootjes naartoe voor een rondvaart. Heel leuk om zeehonden in het wild te zien! Je ziet ze op de rotsen chillen in de gekste posities. Zoek op de foto’s de mama die haar jong aan het zogen is. En zoek de ene pinguïn die we konden spotten! En dan moest het beste nog komen. Op de terugweg zagen we zeker vijf dolfijnen rond de boot zwemmen. We were very lucky, zei de gids. Ook very lucky dat we geen vogelkak op ons gekregen hebben tijdens de rondrit rond de eilandjes. Er zitten echt duizenden vogels denk ik en die kakken wat af. Om de vijf jaar wordt de vogelkak, oftewel guano, van de eilanden geschraapt en gebruikt als meststof. Een begeerd goedje dus! Dat tevens maakt dat de gidsen de hele tijd met vochtige doekjes heen en weer op het bootje lopen. Na de boottocht boeken we nog een tour door het natuurreservaat van Paracas. We dachten dat we gewoon een bus geboekt hadden die ons daar zou afzetten en we zelf konden rondwandelen, maar het blijkt een toeristenbus te zijn met een gids die af en toe stopt en ons 10 minuutjes laat verkennen. Achteraf gezien misschien niet zo slecht want het reservaat is gigantisch. Het is eigenlijk een mega grote woestijn aan de kust met indrukwekkende kliffen en lagunes. En toch konden we Eva en Simon spotten die met een eigen gids rondwandelden!
’s Avonds genieten we samen van de zonsondergang, lekkere vis en… pisco sours. Eva en Simon leren ons dobbel- en kaartspelletjes. Ik kan u zeggen, dat is een prachtige combinatie!
Niet veel later reizen we opnieuw door, naar Nazca deze keer. Dé Nazca-lijnen moeten we toch eens met onze eigen ogen gezien hebben. Want hoe zit dat nu met die ‘tekeningetjes’? Na ons bezoek hebben we nog altijd geen idee eigenlijk. De avond voor het bezoek aan de lijnen zelf, bezoeken we een planetariummetje (het was maar een kleintje). Wel eentje met een super trotse en enthousiaste man als gids. Daar kregen we het verhaal van de ontdekking en de theorieën rond het ontstaan al mee. En eigenlijk was dat het meest interessante van ons bezoek. De connectie die ze ontdekten met de astrologie is straf. Maar evengoed is er een link met ondergrondse waterwegen en de seizoenen. De vraag blijft dus: Waarom werden deze lijnen en tekeningen precies gemaakt? Wie heeft ze gemaakt en hoe hebben ze het in godsnaam voor elkaar gekregen? Die laatste vraag wordt bij het effectieve bezoek aan een stuk van de lijnen en tekeningen nog de grootste. We boeken geen vliegtuigtocht
over de lijnen, dat kan ons budget en vooral mijn maag niet aan. Er zijn wel een aantal uitkijktorens die een zicht bieden op een paar lijnen en tekeningen. Vanop de grond zie je ze niet of zie je alleszins niet dat de lijnen kilometerslang kaarsrecht rechtdoor lopen, laat staan dat je tekeningen kan herkennen. Hoe hebben pre-incabeschavingen het dan in godsnaam geflikt? Die vraag gaan we ons hier wel bij meerdere creaties stellen. Frustrerend!
Zonder antwoorden vertrekken we met de nachtbus naar Arequipa. Waar ons een mega verrassing van Eva en Simon wacht. Ze hebben voor ons twee nachten geboekt in de suite van het hotel waar zij ook verblijven!! De kamer is een kasteel op zich. Met een gigantisch bed, de heerlijkste kussens ooit, plaats genoeg om 20 man te ontvangen, een fruitmandje, nachtlampjes, een haardroger én een ontbijtbuffet. OMG. We love you guys <3. Arequipa is zonder twijfel de mooiste stad van Peru. Ook de rijkste stad, dat maakt het iets gemakkelijker natuurlijk. Het wordt de witte stad genoemd omwille van de vele statige witte koloniale gebouwen en de prachtige witte kathedraal. In hoofdzaak eten en drinken we hier tot we niet meer kunnen. Maar we bezoeken ook de binnenstad, de kathedraal bij zonsondergang, mundo alpaca waar we het verschil ontdekken tussen lama’s, alpaca’s en vicuna’s en het proces van beest tot trui wordt uitgelegd. Verder krijgen we ook nog een rondleiding in een prachtig
klooster. In het klooster verblijven nog altijd een paar nonnen, maar het is hoofdzakelijk een toeristentrekpleister. De gebouwen zijn prachtig bewaard en in de mooiste kleuren geschilderd. Ooit was het wit, maar dat weerkaatste het zonlicht te veel dus daarom is het nu hoofdzakelijk blauw en terracottakleurig. Hier woonden niet alleen nonnen, maar ook studentes en vrouwen die opvang nodig hadden. Het lijkt alsof de vrouwen hun zaakjes goed voor elkaar hadden. En nu nog altijd. De nonnen baten er zelfs een koffietentje uit. De vrouwenemancipatie is hier (volgens een van de gidsen van Eva en Simon) nog maar een dertigtal jaar in opgang. Er is nog altijd veel sprake van huiselijk geweld. Regelmatig met de dood tot gevolg. Dankzij het opkomen voor vrouwenrechten kunnen meer vrouwen hieraan ontsnappen, maar alleen rondkomen is niet vanzelfsprekend. De vakbond heeft hier nog niet hard genoeg gewerkt. Of is even corrupt als de politiek en de bedrijfswereld, dat kan ook. Goede
contracten en bescherming van de werknemer zijn dus quasi onbestaande. Je ziet dan ook veel vrouwen op straat met een klein eetkraampje of souvenirstandje. Ondernemerschapsvaardigheden zijn hier een pure noodzaak om te overleven..
Vanuit Arequipa nemen we even afscheid van Eba y Simón. Zij blijven nog een nachtje in Arequipa, gaan de Colca Canyon en Puno (aan het Titicacameer) bezoeken en wij gaan de Colca Canyon te voet doorkruisen. Machu Picchu opgeraken, weet ge nog?
We kiezen voor een driedaagse trek door de canyon. Pretty easy: een dag naar beneden wandelen, een dag door de canyon wandelen en een dag, rara, terug uit de canyon klauteren. Ze raden aan om zo vroeg mogelijk te vertrekken want in de canyon kan het tussen de 25 en 35 graden worden en er is geen plaats om te schuilen voor de zon. En ze hebben gelijk. De eerste dag vertrekken we al iets te laat (want nog drankjes en snacks nodig) en de afdaling in de brandende zon lijkt eeuwig te duren. Voor het eerst heb ik van die wandelstokken gehuurd (ja, van die bommastokken) en ze zijn een groot verschil voor knieën en tempo. Je hebt opeens twee benen meer! Onderweg hebben we zicht op de ruwe kloof. We laten de foto’s voor zich spreken. Ze is de diepste kloof van de wereld. Twee keer zo diep als de grand canyon. En die noemen ze al grand. De Amerikanen zijn pussy’s! We zakken van 3287m naar 2020m. Op het kaartje lijkt het alsof je in een dorpje overnacht, maar we wandelen door een stuk of 5 huisjes om dan het water over te steken en daar twee hostels aan te treffen. In België zou dat niet eens een aparte naam waard zijn. We zijn oververhit en duiken zo snel mogelijk de ijskoude rivier even in. Van de twee hostels kiezen we de hostel die uitgebaat wordt door een kleine familie. Heel huiselijk. Een jongen van onze leeftijd doet de ontvangst en ik denk dat zijn mama kookt en zijn papa mee ondersteunt. Ze hebben verschillende kamertjes
gebouwd, een prachtige tuin aangelegd met bloemen en groenten en een fake hot spring gemaakt. Een zwembadje met water dat warm gestookt is door een kachel. Fake of niet, het zicht vanuit het badje ’s avonds op de sterrenhemel is prachtig. Vroeg bed in en de volgende ochtend om 6u30 zijn we al weer op pad. Het eerste stuk van de wandeling gaat bergop en door ons vroeg vertrek kunnen we gelukkig het grootste deel daarvan in de schaduw lopen. In tegenstelling tot gisteren passeren we vandaag wel een aantal grotere dorpjes van toch een huis of 50. Na 5u wandelen steekt er een hongertje op en we stappen een koertje op waar trots het bordje ‘restaurant’ uithangt. We zijn wellicht iets vroeger dan verwacht voor de lunch, maar een energiek vrouwtje verzekert ons dat ze ons binnen een half uurtje eten kan voorschotelen. We zetten ons op haar overdekt terrasje, zien de cavia’s drogen aan de draad en laten onze benen even rusten. Het vrouwtje blijkt een echte ondernemer te zijn. We moeten even wachten omdat ze een zak vol eten op de bus naar het volgend dorp moet zetten en die bus kan er elk moment aankomen. In ruil voor een fles inca kola (niet aan te raden) maakt de buschauffeur plaats voor de zak. Manier 1 om geld te verdienen. Daarna kan ze ons een heerlijke groentesoep aanbieden en een bord rijst met groenten en halloumi-achtige kaas. Jummie! En manier 2 om geld te verdienen. Ze blijkt ook nog een winkeltje te hebben en boven zijn er kamers voor wandelaars. Manier 3 en 4! Ondertussen sprint ze weg met haar schop en wanneer er even
later een werkman binnenkomt, komt ze weer aangelopen met een zakje aardappelen. Die is ze nog snel gaan uitdoen op haar veld. De werkman komt een doos lunchpakketjes voor hem en zijn collega’s ophalen. Manier 5! Maar de pakketjes zijn nog niet klaar. In de doos zitten de vuile tupperwaredoosjes van de vorige dag nog. Ze zet de werkman dus aan het afwassen en kruipt zelf haar keukentje in om verder te koken. Elke werkman krijgt een potje soep en een potje rijst met vis. Ze heeft haar zaakjes hier goed voor elkaar. Van vrouwenemancipatie gesproken! Prachtig om te zien. Er wandelen nog twee andere werkmannen binnen voor een lunch ter plaatse en na een praatje is het voor ons echt tijd om verder te wandelen. We hebben nog twee uur voor de boeg. Onze volgende slaapplaats lijkt op het eerste zicht vrij basic. We hebben van bovenaan enkel zicht op golfplatendakjes. Maar de uitbaters, opnieuw een familieonderneming, hebben sinds een jaar een gloednieuw gebouw neergezet. Magnifiek! Met een bed van wel 2,5m breed en een
badkamer chiquer dan thuis. Zo onverwacht! We duiken meteen de douche in en zetten ons in de comfortabele stoelen op het terras met een vers sapje/pintje. Die uren afzien, maakt dat de voldoening en het genot nu extra groot zijn.
Net zoals in Ecuador moet het leven hier verdorie hard zijn. Tot aan de meeste huizen is er geen vervoer met auto of bus mogelijk. En pas sinds een jaar of vier is er een weg gemaakt door de canyon waarover eens per dag een bus rijdt. Alle materialen om de huizen/hostels te bouwen zijn op hun plaats geraakt met ezels. Gemiddeld 6u heen en terug naar het eerste dorp bovenaan de canyon. Bedden, matrassen, panelen voor het dak… De bouw van het nieuwe gebouw heeft 3 jaar geduurd. De stenen voor de gebouwen kappen ze uit de rotsen in de canyon, dat is dan weer een gemak. Maar voel je je niet goed en heb je een dokter nodig, kruip
dan maar op je ezel of die van je buur voor een tocht van een paar uur naar boven. Prima voor een verkoudheid (behalve voor sommige exemplaren van het mannelijke geslacht misschien), maar indien het ernstig is dan kan je je de moeite besparen. De weg is dus een enorme verbetering voor de levensstandaard hier.
Onze slaapkamer kijkt uit op de klepper die we morgen moeten beklimmen. Een beetje sadistisch eigenlijk. Maar we laten er onze slaap niet voor. Er is een prachtige zonsondergang. In de keuken wordt op een houtvuur een heerlijke maaltijd klaargemaakt en we liggen opnieuw vroeg onder de wol. De laatste dag starten we zoals gewoonlijk om 6u30 om de laatste 8km af te leggen. We overbruggen daarmee een hoogte van 1200m. Lang leve wandelstokken, koekjes en de gedachte aan pizza pesto/alpacasteak boven aan de berg. Het was hard en vermoeiend, maar we zijn er geraakt en hebben die pisco sours verdiend!
Vanuit Cabanaconde, het dorpje bovenaan de canyon, vertrekken we de volgende ochtend opnieuw vroeg naar Puno, een stad aan het Titicacameer. Eva en Simon hebben daar voor een reservatie in een goed restaurantje gezorgd. Zij hebben het Titicacameer al bezocht en omdat ze de volgende dag al doorreizen naar Cusco (jaja, vertrekplaats voor Machu Picchu, het is bijna zo ver!) gaan wij mee. We gaan nadien toch naar Bolivia en zullen dan Titicaca verkennen. Onderweg naar Puno laten we ons nog afzetten aan een condoruitzichtspunt. Een plaats waar je ’s ochtends condors van dichtbij zou kunnen spotten op het moment dat ze de thermiek proberen te pakken. We hebben er welgeteld drie gezien. Geen massa’s zoals beloofd dus. Maar moesten er elke dag zoveel pottenkijkers staan te wachten wanneer ik mijn bed uitkwam dan zou ik ook verhuizen. We nemen het ze dus niet kwalijk.
Lekker gegeten en bijgebabbeld in Puno met onze reismaatjes en opnieuw op weg. We krijgen af en toe de vraag of het hier niet allemaal wat te snel gaat of dat ons programma niet wat te vol zit. Maar natuurlijk zijn de avonden in ons bed voor Netflix of de namiddagjes hangen en lezen niet wat we vertellen in de blog. Dus no worries, het is hier nog altijd veel chiller dan het werkleven thuis!
En dan komen we aan in Cusco. We hebben nog twee avonden samen met E&S. Daarna zijn onze plannen verschillend. Zij bezoeken nog de Sacred Valley, bussen naar Machu Picchu en gaan dan op spinnentocht in de jungle. Wij doen ondertussen de Salkantay trek dus we zullen elkaar niet meer kruisen. We halen het maximum uit de laatste dagen. Samen gaan eten, één keer een goedkopere menu met voldoende pisco sour en vooral veel huisgebrouwen shotjes, ons aangeboden door de ober, én shithead all night long (of pak tot middernacht, we zijn tenslotte allemaal 30+)
en één keer in een fancy restaurant. Zo overheerlijk dat E&S er op hun laatste avond nog eens geweest zijn. En terecht! We sneaken ook nog mee op een gegidste wandeling van E&S door een aantal Inca ruïnes dichtbij Cusco. Dat blijven toch straffe mannen/vrouwen, die Inca’s. Hun constructies van waterwegen en gebouwen en inzichten. Wat is er sindsdien toch misgelopen met de mensheid?
En dan is het tijd voor afscheid. Het zijn superleuke weken samen geweest. E&S beloven dat ze ons in het najaar nog eens komen bezoeken in Azië. Hehe, dat staat dan nu zwart op wit. We zien jullie dan! <3 Nog eens bedankt voor ALLES. Beste reisbuddy’s ooit. xoxo
Er is nu geen uitstellen meer aan. De tocht naar Machu Picchu begint bijna. We maken nog eens véél spaghettisaus en bakken pannenkoeken. Betere voorbereidingen kunnen we niet treffen, denk
ik? Oh jawel, we kopen nog een waterdichte broek. Want het regenseizoen begint hier in november. En we vertrekken op 2 november, na een hele dag regen op 1 november.
Er zijn een aantal verschillende trektochten naar Machu Picchu. Naast de traditionele Inca trail, die effectief oude incapaden volgt, heb je ook een aantal alternatieven. De Inca trail is wellicht de meest impressionante, maar omdat we al gehoord hebben dat dat ook de populairste is en je veel groepen tegenkomt onderweg kozen wij een van de alternatieve routes. De Salkantay trek is ondertussen ook al best toeristisch, maar we hebben geluk dat het laagseizoen is en we maar een paar groepen kruisen onderweg. We kozen voor de vijfdaagse tocht. Goed voor een 85tal kilometer door het Andesgebergte. Toch best zenuwachtig over hoe zwaar het zal worden zetten we de wekker om 3u30. Om 4u vertrekken we met een busje dat ons afzet aan het beginpunt van de trekking. De eerste dag valt best mee. We stappen een aantal uren in een licht glooiend gebied en komen tegen lunchtijd aan in het eerste kamp. De Salkantay trek biedt overnachtingsplaatsen die meer als glamping te omschrijven zijn. Geen slaapzakken op matjes in kleine tentjes voor ons, maar slaapzakken op echte bedden in sky domes of hutjes. In de namiddag wil de gids onze conditie testen en wandelen we nog
een ‘heuveltje’ op om 400m hoger een prachtig blauw meer te aanschouwen. Dit kunnen we aan!
De gids brieft ons na het avondeten nog over de volgende dag. Die zal starten met een klim van drie uur. We moeten 750m stijgen. Daarna zakken we opnieuw 1700 m gespreid over zes uur wandelen. Kruip dus maar snel in jullie bed is de boodschap. En dat kunnen we ook aan :). Vanuit onze dome kunnen we nog even de sterrenhemel bewonderen en vallen we snel in slaap. We slapen allebei als een blok tot we om 5u gewekt worden met een tas cocathee. Het regent op dat moment hard en volgens de lichte slapers van de groep blijkt dat al sinds 1u het geval te zijn. Leve Daan om te denken aan het kopen van een waterdichte broek want we mogen onze beste kleding al meteen uithalen. ‘Remember, there is no bad weather, only bad clothing.’ Hehe, om 5u ’s ochtends in de kou en regen denkt ge toch eerder ‘wat een irritant k*t weer’. De koks verwennen ons met een uitgebreid ontbijt en om 6u gaan we op pad. Door de wind, door de regen, dwars door alles heen. Thanks, Ingeborg!
De regen duurt al bij al maar een dik uur. De klim duurt iets langer en
is uitputtend! De regen die vannacht gevallen is, is op deze hoogte als sneeuw uit de lucht gekomen. We stappen dus opeens door een sneeuwlandschap! En de wandelpaden zijn hoofdzakelijk kleine watervalletjes geworden. Maar onze uitrusting houdt stand, geen natte voeten en geen natte lijven. Ondertussen blijft die klim maar duren. Daan is het type dat geen pijn voelt en het als een fijne uitdaging ziet. Ik ben het type dat alles vervloekt en tegelijk niet wil onderdoen. Echt de gezelligheid zelve. Sorry, baby! Maar goed, op een of andere manier geraken we boven. Op 4638m! De koks die na ons ontbijt alles hebben opgeruimd en al het eten voor de komende dagen (inclusief gasbussen) op de paarden hebben geladen zijn ons halverwege de klim al voorbijgestoken op hun basketsloefkes. On-ge-lofelijk! Alle respect voor deze mannen. Ze volgen hetzelfde pad als ons, maar dan aan dubbele snelheid zonder geschikte kledij. Op de Inca trail kunnen geen paarden of ezels lopen dus daar werken ze met sherpa’s, dragers die al het eten en kookmateriaal meesleuren op hun rug. En daar helaas ook zwaar voor onderbetaald worden. Op de Salkantay trek kunnen paarden wel ingezet worden. Iets mensvriendelijker. Over de diervriendelijkheid kunnen we ons niet goed uitspreken. De paden zijn best ruw. Maar de paarden sjeezen er toch aan volle snelheid over. Dus tegen dat we boven aan de berg komen worden we al ontvangen met een tas thee en een
boterhammetje. De opluchting bij de hele groep is groot. Vanaf nu alleen nog maar bergaf! Na 2,5u halen we de lunchplaats al. Het landschap is ondertussen al iets groener geworden. Er hangt nog veel mist, maar er is geen sneeuw meer te bespeuren. De koks hebben opnieuw een vier gangen lunch klaargemaakt tegen dat wij daar aankomen. Voorgerecht, soep, hoofgerecht én dessert. Blijkbaar waren we altijd te hongerig, want we hebben geen foto’s van het eten. Het was alleszins overheerlijk elke keer! Schotels met rijst, pasta, aardappelen, groenten, salades, vlees, vis. Minstens zes schotels élke lunch en avondmaal. It keeps you going. Na de lunch is het nog maar 3u afdalen naar het volgende kamp. Dat kan er nog wel bij denken we! Maar 3u relatief steil afdalen is verdorie zwaar voor de knieën. Zelfs met de bommawandelstokken. Hoe lager we komen, hoe meer het landschap op de jungle begint te lijken. We zitten aan de rand van het Amazonewoud. Prachtig uitzicht! En ook
de temperatuur begint te stijgen. Waar we ’s ochtends vertrokken met thermisch ondergoed, dubbele t-shirts, fleecetruien en regenjassen, vliegen de laagjes nu uit. En dan halen we ein-de-lijk het kamp. Na ongeveer 10u stappen. Er is een warme douche ter beschikking en de koks verwennen ons weer met een heerlijke maaltijd. De sfeer in de groep wordt ook steeds losser en dat is erg gezellig. We stappen in een groep van acht personen, drie Portugezen, wij en nog drie Belgen. Het is een enthousiaste groep, allemaal ongeveer rond de 30. En ook de gids is nog jong en houdt van grapjes. We kruipen weer vroeg ons bed in want de wekker staat opnieuw om 5u. Maar deze bomma’s zijn eerlijk gezegd ook uitgeput. Dag drie is iets minder vermoeiend in die zin dat we maar zes uur stappen en na de middag kunnen uitrusten, ziplinen of in hotsprings gaan hangen. De hele groep kiest voor ziplinen én hotsprings. Die ontspanning maakt de tocht zeker dragelijker! En de ziplines zijn gespannen in een prachtig decor. We mogen hangen in alle mogelijke posities. Daan riskeert zelfs eens upside down. Monkey boy. Van onze condor positie zijn helaas geen foto’s beschikbaar, maar dat was de coolste van allemaal. Fly like a bird!
Back to reality daarna. Dag vier staat voor de deur. Even zwaar als dag twee, maar de gids had ons al gewaarschuwd dat de moeheid en spierpijn het eigenlijk de zwaarste dag maakt. We klimmen voor de verandering drie uur. Wel door een prachtig groene omgeving. En dan dalen we nog eens twee uur. Die lijken een eeuwigheid te duren. Twee uur zigzaggend over een pad met losse stenen. Arme teentjes worden zonder medelijden elke keer tegen de tip van uw schoenen geschuurd. Natte sokken zijn geen teken van zweet, maar van tranen!
De wandeldag wordt afgesloten met drie uur over de spoorweg tot aan het dorp aan de voet van Machu Picchu. Het idee dat het einde dichterbij komt, versnelt ons tempo aanzienlijk. Hoe sneller we gaan, hoe sneller we die wandelschoenen uit kunnen doen. Wandelen over de spoorweg? hoor ik sommigen nog denken. Dat is levensgevaarlijk! Maar geen nood, ook hier staan waarschuwingsborden: let op wanneer je op het spoort loopt, loop er liever een beetje naast. Maar de treinen die passeren tuten ook zo hard wanneer ze aankomen dat het echt onmogelijk is om overreden te worden. Geen risico’s genomen, mamaatjes!
En dan zijn we in Aguas Calientes. Eigenlijk is de euforie hier al het grootst. We zijn aan de voet van Machu Picchu geraakt! De volgende dag moeten we daar alleen nog
rondlopen en nog een bergske beklimmen voor een uitzichtspunt. Maar dat is nu bijzaak. We gaan uit eten met de groep en klinken met pisco sours op onze overwinning. De heerlijkheid van een dubbel bed met echte dekens en zachte kussens (zonder de geur van de vorige trekker die er al dan niet gedoucht zijn hoofd op liet rusten) duurt opnieuw maar even. In het hoogseizoen zijn er dagelijks 9000 bezoekers op de site van Machu Picchu. In het laagseizoen zal dat iets minder zijn, maar de gids wil geen risico lopen en ons als eerste boven krijgen. Dat betekent opstaan om 4u om de eerste bus naar boven te nemen. Ja, je kan ook naar boven stappen. Nee, wij hebben dat niet gedaan want 1000 trappen en laat ons gerust.
Boven worden we beloond voor onze inspanning want we kunnen even quasi alleen rondwandelen. En hoewel velen zeiden dat het behalen van Machu Picchu iets teleurstellend was (omwille van het
massa volk en de vele foto’s die je al zag) zijn we toch onder de indruk. Het domein is gigantisch en prachtig bewaard. Archeologisch wellicht een pareltje om te onderzoeken. En het uitzicht tussen de bergtoppen een beetje onwezenlijk. Na een korte rondleiding blijkt het tijd te zijn om nog een van de twee bergen te beklimmen die een uitzicht bieden op de site. We deden duidelijk te weinig research over deze extra optie die we geboekt bleken te hebben want we hebben nog een klim van anderhalf uur voor de boeg. Ik zou hier nooit bij mijn volle verstand voor gekozen hebben. Maar goed, we hebben de tickets nu, we zullen dan maar eens gaan zien. Anderhalf uur trappen op. Weet je wat nog erger is dan bergop lopen? Trappen oplopen. En weet je wat nog erger is dan trappen oplopen? Inca trappen oplopen. Die gasten konden veel, maar gelijke trappen maken was duidelijk hun sterkste kant niet. Bovendien begint het tien minuten na ons vertrek te regenen en zie je de mist optrekken. Neem mijn humeur bij het bergop wandelen, doe daar nog eens trappen,
regen en de waarschijnlijkheid dat je boven juist geen hol van de site zal zien bij en hou u gedeisd. Net zoals Daan (tevergeefs) moest doen. Ik maak het ooit allemaal goed! Op de foto bovenop de top kunnen we toch alweer lachen. Eens terug beneden (Ja, ook anderhalf uur! Mijn knieën gaan quasi in staking) wandelen we nog een beetje rond tussen de ruïnes en nemen we de bus terug naar beneden. Tijd voor lunch en stilaan voor de trein om terug te gaan naar Cusco voor een paar dagen platte rust.
We hebben hier maanden naartoe geleefd en de overwinning geeft veel voldoening. De appreciatie voor een heerlijk bed, een warme douche en slippers aan de voeten is groot. Of we het iedereen zouden aanraden is iets anders. Hoe mooi de tocht en Machu Pichu zelf ook was, toch wil ik een kleine kritische noot toevoegen. Al de eerste dag kreeg ik door de uitleg van de gids wat mixed feelings.
We wandelen door een vallei op een van de twee bergwanden. Voor een groot stuk lopen we langs een soort aquaduct. Het vervoert het water uit de bergen naar de bewoners op de bergwanden die het gebruiken om hun gewassen te irrigeren. Door de stijgende populariteit van de Salkantay trek die hier doorloopt en de toeristenkampen die verschillende aanbieders hier hebben opgezet, wordt dat water vervuild. Door de toilet- en afwasafvoer. De lokale bevolking is dit beu en is gestart met een protest tegen de toeristenkampen. Er zou momenteel onderhandeld worden en in december zou er een beslissing vallen. We zijn dus een serieuze last voor de lokale bevolking. Hoewel ze ook geld aan ons kunnen verdienen zijn de kosten toch hoger dan de baten. En het ergste is misschien dat de aanbieders van de trek niet van plan zijn zomaar te vertrekken. Wanneer het verdict valt dat ze hun pad moeten aanpassen dan zullen ze gewoon de andere bergwand van de vallei bewandelen. De lokale bevolking daar is nog armer en zal niet protesteren tegen de toevloed van toeristen waaraan ze hun waren kunnen verkopen. Op lange termijn leidt dit natuurlijk tot eenzelfde situatie…
Ook de derde dag begint met een triest verhaal. We brachten de nacht door op een plateau in de bergen waar een familie verschillende toeristenaccomodaties uitbaat. Zij hebben het groeiende toerisme benut en kunnen hier vandaag goed van leven. De aanbieders van de Salkantay trek huren nu accomodaties van de lokale bevolking, maar ze willen nog meer geld verdienen dan ze al doen en de toeristenaccomodaties overkopen van de lokale mensen. De familie waarbij we verbleven houdt gelukkig stand, maar een beetje verder zijn al stukken grond verkocht aan grotere firma’s. binnen onafzienbare tijd zal alles hier opgekocht zijn en zal de lokale bevolking verdreven zijn. Van een authentieke ervaring zal je dan niet meer kunnen spreken. Tegen het einde van de dag zien we zelfs al een hostel met verschillende verdiepingen in aanbouw. Het past totaal niet in de omgeving, maar dat is wel waar de dorpjes hier naartoe gaan. Is het nog verantwoord om deze tochten te ondernemen? De tijd valt al niet meer terug te draaien. Geldzucht is baas. Het is een beetje naïef dat we hier op voorhand niet bij stilgestaan hebben. Een beetje research had ons dat vast wel kunnen vertellen. In België bestaat er een studierichting op masterniveau: toerisme. Ik heb mij altijd afgevraagd wat de inhoud van zo’n studie zou zijn. Maar het evenwicht tussen enerzijds de voordelen voor de lokale bevolking van toerisme en de geldzucht van de grote toeristenbureaus anderzijds is alleszins een interessant thema.
En voor onszelf: bewust reizen!
We gaan nu voor een paar dagen onbewust slapen en liggen en zitten. Alles behalve wandelen. We hebben een paar maanden gereisd met de deadline van de komst van Eva en Simon en de start van de Salkantay trek. Nu zijn er voor lange tijd geen deadlines meer. Freedom! En ook spanningen in Bolivia die het momenteel een beetje onduidelijk maken hoe we onze reis zullen verder zetten. Dus wel leggen ons nog even en zien manana wel!
Hasta luego!
1.
1. Nog 5 keer slapen
2.
2. Colombia - bumpy start
3.
3. Colombia - up north
4.
4. Colombia - down south
5.
5. Ecuador - deel 1
6.
6. Ecuador - part 2 (the escape)
7.
7. Peru
8.
8. Peru - Bolivië - Peru - Chili
9.
9. Roadtripping Chili & Argentinië - part 1
10.
10. Roadtripping Chili & Argentinië - part 2
11.
11. Nieuw-Zeeland
12.
12. Ibisland
Create your own travel blog in one step
Share with friends and family to follow your journey
Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!