Hasta luego!

Weet ge nog dat ik eind vorige blogpost klaagde over de koude? (Intermezzo - Klinkt klaagde voor u ook raar? Kloeg klinkt beter, he? Maar dat keurt autocorrect niet goed en is blijkbaar geen standaardtaal. Einde intermezzo) Wel, ik wil niet vloeken, maar nondepie het is heet in Argentinië. Overdag halen we gemakkelijk 40 graden en ’s nachts blijft het zo’n 20 graden. Ik hoor jullie wel. “de Leest, uw mond, het vriest hier.”. Maar ieder zijn ongemakken, oké?

Dan zal ik nu verder gaan waar we vorige keer geëindigd waren. Bij kerstmis op Chiloé. We hielden een ‘kerstvakantie’ van vier dagen in een huisje verhuurd door een Vlaming. Jeroen is gesetteld in Chili, heeft een prachtig huis en vakantiehuis gebouwd en zet zich in om de oorspronkelijke omgeving op Chiloé, een eiland bij Chili, te herstellen. Hij heeft een groot stuk grond opgekocht dat door boskap en veehouderij verschraald is doorheen de jaren en plantte al massa’s

sarahdeleest

12 chapters

16 Apr 2020

9. Roadtripping Chili & Argentinië - part 1

January 29, 2020

Weet ge nog dat ik eind vorige blogpost klaagde over de koude? (Intermezzo - Klinkt klaagde voor u ook raar? Kloeg klinkt beter, he? Maar dat keurt autocorrect niet goed en is blijkbaar geen standaardtaal. Einde intermezzo) Wel, ik wil niet vloeken, maar nondepie het is heet in Argentinië. Overdag halen we gemakkelijk 40 graden en ’s nachts blijft het zo’n 20 graden. Ik hoor jullie wel. “de Leest, uw mond, het vriest hier.”. Maar ieder zijn ongemakken, oké?

Dan zal ik nu verder gaan waar we vorige keer geëindigd waren. Bij kerstmis op Chiloé. We hielden een ‘kerstvakantie’ van vier dagen in een huisje verhuurd door een Vlaming. Jeroen is gesetteld in Chili, heeft een prachtig huis en vakantiehuis gebouwd en zet zich in om de oorspronkelijke omgeving op Chiloé, een eiland bij Chili, te herstellen. Hij heeft een groot stuk grond opgekocht dat door boskap en veehouderij verschraald is doorheen de jaren en plantte al massa’s

bomen. Heel bewonderenswaardig! Wij hebben in zijn huisje geschuild voor de regenachtige kerstdagen. Chiloé staat bekend als een groene, maar dus ook regenachtige plaats. We deden korte wandelingen en lazen bij de kachel. Een beetje zoals jullie kerstvakantie, nee? Een klassieke Belgische kerst met regen en zonder sneeuw. Wel zonder kroketten voor ons! Gebakken patatjes zijn toch niet hetzelfde. Ieder zijn ongemakken, he.

Chiloé lijkt verder wel een apart landje. Er is een aparte bouwstijl. Veel van de woningen staan op palen omdat het er zo vochtig is. Veel huisjes zijn van hout of uit metalen golfplaten gebouwd. En ze zijn meestal in felle kleuren geschilderd. Maar door de regenachtige dagen en door het gebrek aan onderhoud, wellicht door een gebrek aan geld, straalt het eerder een bepaalde triestheid uit. Veel mensen leven er van de visvangst. En het toerisme is ook een belangrijke

inkomstenbron vermoeden we. Het eiland staat vol houten kerkjes die door UNESCO erkend zijn als werelderfgoed. Er zijn pinguïneilanden! En er is een groot nationaal park waar ook Darwin ooit was om het leven op aarde te bestuderen. Op zijn 25ste was hij hier al onbekende kikkersoorten aan het observeren. De grondslag voor zijn revolutionaire evolutietheorie aan het leggen. Wij wandelen, iets minder revolutionair in zijn voetsporen. Het is een erg uniek landschap. Door de vochtigheid groeien er veel mossen en vetplantjes. In een stuk van het park hebben ze wandelpaden op poten gemaakt omdat het er te drassig is. Zo leek het wel een beetje op de Hoge Venen. Dat Darwin daar nooit is geweest!

Na ons dagje in het park installeren we ons op een camping. Veel volk is er niet, we zijn de enige op het kampeerterrein. Een omaatje van 84 woont hier alleen in een huisje op poten en baat de camping uit. Carmen heet ze en ze voldoet niet aan het standaard oma-beeld. Het is best een pittige dame. Ze heeft een wollen hoofdband in haar spierwitte haar, draagt paarse nylonkousen, een bloemetjesjurk met een gebreide gilet over en wandelt rond in bergschoenen. Ze jaagt de koeien streng terug naar hun wei, trekt het onkruid uit de kant en heeft de poort die toegang geeft tot haar domein goed in het oog. Wanneer we ’s avonds een vuurtje stoken om ons te verwarmen komt ze aanzetten met een stapel droog hout. Duidelijk niet het eerste vuurtje

dat ze in haar leven stookt! Haar man is al 20 jaar geleden overleden en ze houdt de zaakjes hier sindsdien alleen recht. Wanneer we vertrekken wil ze nog met ons op de foto met haar campingbanner waar ze heel fier op is. En ze drukt ons op het hart dat we altijd welkom zijn. <3

Vanuit Castro op Chiloé nemen we de ferry naar Chaitén, het begin van Patagonië in Chili. De boot vertrekt rond half vijf. We zitten nog op het zonnige dek wanneer we wegvaren tussen een aantal eilandjes en tegen dat de zon onder gaat komen de besneeuwde bergen in zicht. We slapen twee nachten in Chaitén op het strand. Wakker worden met het geluid van de golven en tegen de ontbijtafwas de dolfijnen zien passeren. Niet slecht! Chaitén is in 2008 compleet weggevaagd door een vulkaanuitbarsting. De overheid moedigde de geëvacueerde bevolking aan om zich in een

nabijgelegen dorp te vestigen aangezien de vulkaan nog steeds actief is. Maar daar wilden ze blijkbaar niets van weten. Survival of the fittest is niet gelijk aan survival of the smartest zeker? Ze zijn de stad terug aan het opbouwen op de lava. De vloer is letterlijk lava! Leven met een constante vulkaanuitbarstingsdreiging (wat een woord voor galgje!), dan kuis je je huis toch nooit meer? Het kan elk moment weer verdwijnen. Je kan de vulkaan van dichtbij gaan bekijken. Tussen de verkoolde bomen en het nieuwe groen klim je naar wat oorspronkelijk de krater was. Door de laatste uitbarsting zou de vulkaan 200m gegroeid zijn en uit de nieuwe krater dampt de rook onheilspellend verder. Indrukwekkend!

En dan is het tijd om te beginnen aan de beroemde Carretera Austral, de weg door Chileens Patagonië. Chaitén leek een van de grotere steden in de omgeving, maar de enige supermarkt heeft weinig verswaren. We slaan een voorraad in om een viertaldagen uit blik en potjes te eten en rijden naar de eerste halte: Puyuhuapi. Het is 31 december. We hopen een restaurant of klein event te vinden, maar nieuwjaar is hier blijkbaar geen groot feest. Alle restaurants zijn gesloten en alleen aan een camping vinden we nog een hamburger en frietjeskraampje. Om middernacht juichen er een aantal toeristen en grootser wordt het nieuwe decennium hier niet gevierd. We skypen met het thuisfront en beginnen dan voor echt aan de weg naar het zuiden. Door nationale parken, gletsjeruitzichtspunten en de meest prachtige landschappen. De route is niet voor niets een van de mooiste ter wereld. Droom gerust even weg bij de foto’s ;).

Het meest westelijke deel van Patagonië bestaat uit kleine eilandjes, fjorden eigenlijk. Het is quasi onmogelijk om daar met de auto door te rijden, maar we zijn toch benieuwd hoe het er van dichtbij uitziet. Volgens de Lonely Planet kan je vanuit Puerto Río Tranquilo budgetvriendelijke tours boeken door de fjorden naar een nabijgelegen gletsjer. Budgetvriendelijk blijkt relatief te zijn, het is ons dagbudget x vier, maar door het zien van de foto’s ben ik helemaal enthousiast. En Daan is nooit moeilijk te overtuigen om te veel geld uit te geven. We doen dus gewoon snel even onze ogen toe en boeken een dagtrip. De gletsjer is aan het smelten. Volgens voorspellingen is hij tegen 2030 verdwenen. We hebben geen keuze!
Puerto Río Tranquilo staat verder bekend om zijn marmeren grotten. Het helderblauwe water heeft doorheen de eeuwen grotten gecreëerd in het marmergesteente. Met een bootje varen we er naartoe. Prachtige constructies!


We brengen de nacht door aan een idyllisch meer en de volgende dag is het tijd voor onze tour. We zijn vol verwachtingen! Vanuit Puerto Río Tranquilo moet je twee uur westwaarts rijden tot het begin van het fjordengebied, daar stap je een luxe bootje op. Er wordt ontbijt, thee en lunch voorzien. Mag wel voor die prijs ;). We varen tussen de fjorden en de dolfijnen en komen tegen de middag aan bij Laguna San Rafael en de gletsjer. Noem ons vanaf nu gerust ramptoeristen. Wereldwijd smelten er gletsjers en ijskappen en we hebben als mens op z’n minst een rol in de snelheid wanneer dat gebeurt en daar gaan wij (met een vervuilend bootje) naar gapen. De desbetreffende gletsjer is zich aan het terugtrekken. Hij kwam uit in een groot meer en het uiteinde brokkelt af met 500 à 600 meter per jaar! In ons opzoekingswerk zagen we filmpjes van mensen die de gletsjer bezochten en hard juichten wanneer er een groot brokstuk van de gletsjer valt. Een beetje bevreemdend. Maar als we er zelf staan merken we dat we ook, wel stil in ons hoofd, wensen dat er een brokstuk afvalt zodat we dat met eigen ogen kunnen zien. Ramptoeristen! Je hoort de gletsjer kraken terwijl hij beweegt. En wanneer er een brokstuk afvalt, zelfs het kleinste brokje, maakt dat een enorm geluid. De gids vist een blok ijs uit het water, vult glazen en biedt ons een lokaal drankje aan. We zakken bijna door de grond van decadentie en durven geen selfie met de huilende gletsjer te nemen. We zijn danig

onder de indruk en zullen het bezoek alleszins niet snel vergeten. Ons geweten wordt iets gesust door andere bronnen die zeggen dat het normaal is dat gletsjers terugtrekken of smelten tijdens een ‘interglaciaal’ (periode tussen twee ijstijden). Veel gletsjers zouden onveranderd blijven of zelfs groeien. Zo’n groeiende gletsjer bezoeken we later in Argentinië nog. Ook daar brokkelt het gletsjeruiteinde af, maar dat is helemaal normaal en heeft niets met de opwarming van de aarde te maken. Al blijft het niet ideaal dat het aantal gletsjers verminderen. Ze zijn duizenden tot miljoenen jaren oud en bevatten misschien bacteriën die we liever niet zien bovenkomen? Daarnaast leerden we dat gletsjers de temperatuur op aarde mee reguleren door het zonlicht dat ze terugkaatsen. Enfin, complex proces. Als iemand het ons kan uitleggen, bel eens!

Vanuit zuid Chili steken we de grens over naar Argentinië. Patagonië loopt nog verder in Chili, maar de weg stopt en je moet via Argentinië

verder naar het zuiden. De grensovergang is een lachertje. Op voorhand werden we gewaarschuwd want er zou niets van verse eetwaren de grens over mogen omwille van de ongewenste beestjes en mogelijke plagen. We eten dus onze hele voorraad op en ruimen de auto op zodat ze niet door vuile sokken moeten woelen als ze onze auto willen doorzoeken. Er doen verhalen de ronde van auto’s die compleet binnenste buiten worden gekeerd. En dan kom je aan de grens. Een huisje met één militair in die de papieren van de auto wil zien en wil weten of je getrouwd bent. En verder niets! Dan kom je aan de Argentijnse kant in een zo mogelijk nog kleiner huisje waarrond de kippen waggelen en honden slapen. Al onze gegevens worden in een dik boek geschreven en onze auto wordt niet eens bekeken! Amateurs! Maar het landschap is opnieuw prachtig. Heel anders dan de voorbije groene landschappen. Opeens komen we in een droog gebergte terecht waar de guanaco’s en struisvogels ongestoord de weg oversteken. De route gaat door het Nationaal Park Patagonië. The North Face heeft dit domein opgekocht en voorzien van prachtige picknickplaatsen en campings. De volgende keer wanneer je dus een veel te dure jas koopt, denk dan aan het stukje Patagonië dat je mee beschermt. Want dat is de grootste reden dat ze het stuk land opgekocht hebben. Door de vele dieren die er grazen en het gebrek aan natuurbeheer dreigt het fragiele ecosysteem anders kapot te gaan.

De weg die de grens oversteekt is bijna 200 km onverharde weg. Alles rammelt 5u aan een stuk. We zouden bijna het asfalt kussen wanneer we de ruta 40 oprijden. De weg valt hier over het algemeen heel goed mee, maar soms zijn er stukken die nog onverhard zijn. Er zijn diepe sporen ingereden, losse stenen zorgen voor weinig grip en om de zoveel tijd lijk je over een wasbord van ribbeltjes te rijden. In het eerste ‘dorpje’ over de grens maken we kennis met twee Franse fietsers. Ze fietsen dezelfde weg die wij rijden. We zijn al massaal veel fietsers gepasseerd onderweg. Het zijn echt zotten. De dorpen liggen hier ver uit elkaar, minstens twee dagen fietsen. Wanneer je op een onverhard stuk rijdt dan krijg je telkens een stofwolk in je gezicht geblazen wanneer er een auto passeert. Het is cray-zay. En plaatst meteen onze stof- en schodderellende in perspectief. Dat ‘dorpje’ waarin we de fietsers en een Argentijnse schapenboer ontmoeten is 6 straten groot, heeft een tankstation, een hotel en een restaurant. Ze blijken alle drie van dezelfde eigenaar te zijn en benzine is geen garantie. Wanneer het op is, is het op. Goed gezien van de man om ernaast een hotel te openen. Verdient hij ofwel aan de benzine ofwel aan het hotel. Wij sponseren in het restaurant. Daar is de Argentijnse schapenboer danig onder de indruk van het feit dat wij in België een koning hebben. Dat maakt in zijn hoofd de zaken veel gemakkelijker. Wanneer de regering zich misdraagt of ruzie maakt of bijvoorbeeld niet tot een regering komt, ik zeg maar wat, dan lost zo’n koning toch alle problemen op! We weten niet of we hem in zijn waan moeten laten. We geven stilletjes aan dat het vooral een publieke figuur is met niet bijzonder veel zeggenschap, maar duwen niet te hard door wanneer hij verder droomt van een koning in Argentinië. Hij nodigt ons uit op zijn schapenboerderij, maar wanneer we een week later passeren is hij helaas aan het werk op een andere boerderij. Fijne eerste ontmoeting met Argentinië alleszins!

Het Argentijnse landschap verschilt in deze regio enorm van de Chileense kant. We rijden door een woestijn. Geen bergen en meren, laat staan gletsjers, meer te bespeuren. Er is een sterke wind die het fietsers en motorrijders niet gemakkelijk maakt. Ook hier lopen de guanaco’s, struisvogels, paarden, gordeldieren langs de kant van de weg of over de weg nét wanneer je eraan komt. De beide kanten van de weg zijn nochtans afgezet met draad. Daan vraagt zich af wie in godsnaam die duizenden kilometers draad gespannen heeft en voelt met de plaatsers mee. Zijn langste draadfeit is nog geen vier kilometer en was al frustrerend repetitief. Maar om de zoveel tijd is er een gat in de draad of ligt ze plat. De dieren geraken dus op de weg terecht en met hun te klein brein vinden ze het gat in de draad niet meer terug. Het levert ons mooie beelden op, maar meer dan eens zien we een karkas van een guanaco of schaap in de prikkeldraad hangen. Triest!


We zakken tot het nationaal park Los Glaciares en bezoeken daar El Chalten en El Calafate. Twee steden die compleet uit de toon vallen vergeleken met de andere kleine dorpjes of stadjes. Heel modern, goed onderhouden en een groot aanbod voor toeristen (bars, restaurants, hotels, hikes…). Het een hangt samen met het ander natuurlijk. De prijzen zijn er ook Europees. El Chalten is druk bezocht omwille van de berg Fitz Roy. Misschien bij velen bekend? Het ligt aan de Argentijnse kant van Torres del Paine, een groot nationaal park in Patagonië dat zich uitstrekt over Chili en Argentinië. De Chileense kant trekt de meeste toeristen aan want daar vind je de bekende W en O trek. Ooit was het ons plan om daar ook te geraken, maar je moet het blijkbaar maanden op voorhand boeken en toen wij twee maanden geleden keken was alles al compleet volboekt. Een paar maanden is dus acht of zo. Maar het verblijf is

ook erg duur, zelfs wanneer je gewoon kampeert, dus veel spijt hebben we niet. Zeker niet omdat de Argentijnse kant gratis is en hetzelfde landschap heeft. Wijzelf kiezen niet voor de Fitz Roy hike, maar voor zijn broertje Torro. Het is een heel afwisselende wandeling, maar wanneer we toekomen bij de Torre is alles compleet verstopt achter de wolken. Onze karma is niet zuiver beseffen we. De laatste dagen hebben we nagedacht over hoe diep we nog zouden zakken in Patagonië. Veel reizigers zakken tot in Ushuaïa, het meest zuidelijke dorp van de wereld. Maar wij hadden vooral gehoord dat het er erg koud is en dat het vanaf nu, wanneer we opnieuw de grens met Chili zouden oversteken, heel winderig is en veel regent. Dat klinkt toch niet als vakantie? Bovendien hebben we de zin uitgesproken: we hebben de blauwe meren en besneeuwde bergtoppen nu wel gezien. Ons karma straft onze verwaandheid af met een dikke wolkenlaag voor de Torre. Fair enough.


Maar serieus, je durft het bijna niet uit te spreken, maar op een bepaald punt ben je verzadigd. Mooi landschap na mooi landschap en indruk na indruk geraakt ons emmertje vol. Ik voel na tien dagen elke dag doorreizen dat ik scheel zie van de indrukken. We moeten af en toe een dag uitrekken om te beseffen en om plaats te maken voor nieuwe ervaringen. En op dit punt hebben we het gevoel dat nog doorreizen naar het zuiden ons geen geweldig nieuwe indrukken meer zou opleveren. Dus El Calafate is het meest zuidelijke dat we rijden. Daar bevindt zich de gigantische gletsjer Perito Moreno. Een van de gletsjers die nog groeit. Hij groeit uit een ijsvlakte die de derde grootste is van de wereld. 2m per dag zou hij groeien. En wist je dat een gletsjer beweegt! Het is echt een bijzonder fenomeen. Het bijeengeprakte ijs onderaan smelt in een stroperige vloeistof en daardoor glijdt de gletsjer voor- en achteruit. Perito Moreno verliest ook grote brokstukken aan zijn uiteinde en dat is adembenemend.

Maar het wil dus niet zeggen dat hij verdwijnt. We voelen ons al iets minder ramptoerist.

En dan besluiten we de ruta 40 terug omhoog te klimmen. We zullen quasi helemaal tot in het noorden gaan, bijna 4500 km verder. De nachten zijn ondertussen om te bevriezen. Maar daar hebben we iets op gevonden! We maken een ‘pulle’! Niet begrepen? Zoek een West Vlaamse vriend voor de vertaling. Een lege plastic fles (van dik plastic) vullen we met heet water en nemen we mee onder de dekens. Warmte gegarandeerd tot 5u ’s ochtends :). Mijn koude voeten kijken uit naar de zon in het noorden. Eens buiten het nationaal park Los Glaciares belanden we opnieuw in de woestijn. Beeld je gerust cowboys met paarden in en stoffige dorpjes die compleet verlaten zijn tussen 13u en 17u. In het begin snappen we dat nog niet. Zo’n lange siësta! Maar hoe hoger we komen hoe beter

we het begrijpen. Om 9u ’s ochtends is het aangenaam buiten, begin 20°. Tegen 12u is het 30° en tegen 15u halen we de 40°. Dat is geen weer om te werken. Om 17u komt iedereen weer buiten en wordt er opnieuw gewerkt tot 21u.

De omgeving is extreem droog. Op maps.me (Mega handige app! Wijst je de weg ook offline) zie je soms rivieren of meren aangeduid, maar wanneer we er voorbij rijden zien we enkel uitgedroogde rivierbeddingen.

Terwijl we gefascineerd rondkijken, worden we ruw wakker geschud. Ons zonnepaneel dat ons toelaat om wild te kamperen (elektriciteit voor frigo, gsm opladen…) wordt abrupt van ons dak gerukt. We rijden met een stevige tegenwind door de droge, lage vlakten. Een van de spanriemen waarmee het paneel boven op ons dak vastzat, vertoonde al een beetje sleet door de scherpe randen van het paneel en begeeft het door de kracht van de wind helemaal. Het paneel plooit dubbel rond de andere spanriem en verdwijnt vervolgens compleet. Met een klein beetje hoop dat het paneel het heeft overleeft rijden we terug, maar vinden helaas duizend glasscherfjes terug. We hadden de dag voordien onze auto te koop aangeboden op een aantal facebookpagina’s voor reizigers. Super trots prijsden we het zonnepaneel aan als extra troef. En nu kwakt dat spel gewoon knalhard tegen de asfalt. Goed, we kunnen vloeken (dat hebben we ook gedaan hoor) of we kunnen denken: hoeveel chance

dat er niemand achter ons reed? Ik heb Daan maar twee nachten stilletjes horen huilen in bed. Ondertussen is het verwerkt en is er een nieuw zonnepaneel besteld.

Verder doet ons huis op wielen het geweldig. Op dag drie hadden we een platte band. Konden we al meteen in de Spaanse handleiding opzoeken hoe we het reservewiel loskregen. Een keer hadden we platte batterij omdat we niet voldoende zonlicht hadden verzameld en we de frigo nog ‘even’ wilden koel houden met het contact van de auto aan. Gelukkig hebben we een tweede batterij mee plus kabels mee. Want in de verste verte was er geen kabel, laat staan een andere batterij of auto te bespeuren toen. En de tentstokken zijn we ook al eens vergeten, ik geloof dag vier. Niets rampzalig, maar we hebben er toch nieuwe besteld. Ze houden de venstertjes van de tent open en zeker in de warmere regio’s is een beetje frisse lucht welkom. Dat valt echt kei hard mee. Zeker als je weet dat ik al mijn Belgische identiteitskaart, sim-kaart, bankkaart, visakaart, pet, ring en oorbellen (waarvoor ik wel de schuld op Daan steek), twee washandjes en een paar sokken ben verloren onderweg. Daan doet het iets beter. Die is alleen al bijna zijn geduld verloren :D.

Stilaan komen we opnieuw in de merenregio terecht waar we ook in Chili doorgereden zijn. Onze dagen verlopen een tijdje als rijden – tanken – slapen – repeat. Maar deze regio is zó mooi. We vinden een prachtige camping in El Bolsón, een hippiedorpje aan het begin van de regio en blijven er drie dagen plakken. Ze hebben het mooiste sanitair dat we hier in Zuid Amerika al gezien hebben. Zeker op campings. Wij zijn nu op een punt dat we enthousiast worden van wc-brillen, warme douches en douches waar je op blote voeten durft binnen stappen. Toeristen die klagen dat er geen wc-papier of zeep is, dat de deurtjes niet op slot gaan (of dat er geen deurtjes zijn aan de douches), daar lachen wij mee! Op het terrein lopen een stuk of 5 pauwen met pauwenkuikentjes rond. Heel intrigerend. Zo’n mannetjespauw doet niet alleen zijn veren open om een vrouwtje te versieren of een indringer bang te maken. Daar hoort een heel dansje bij! Tik in youtube maar eens peacock mating dance in. Doen, he!

Ciao!

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2025 Travel Diaries. All rights reserved.