Maleisië.

Salamat Datang,
Mijn een na laatste blog!

Na een kort nachtje vliegen kom ik aan op Kota Kinabalu. Ik bekijk in een dagje de stad. Welke niet heel groot is dus ik ben er zo doorheen. De rest van de tijd ga ik lekker relaxen. De dag erna staat Kinabalu national park op de planning. Hier kan je de mount kinabalu beklimmen, helaas moet je er een permit voor hebben en die je 6 maanden van te voren moet aanvragen. Die heb is dus niet, dat wordt gewoon hiken. S’ochtends vroeg ontmoet ik Jane, een chinees meisje, die daar ook naar opweg is. We besluiten de langste trail te doen en genieten van het bos, of de jungle. We verwachten heel veel dieren te zien maar op een eenzame vlinder na zien we niks. Dat maakt de hike niet minder leuk hoor! Wel ben ik blij dat ik geen permit heb gekregen, jesus ik ben al kapot na deze hike. En deze bracht ons alleen maar naar het start punt van de bergbeklim route! De volgende dag pak ik s’ochtends vroeg een minibus naar het bus station, waar ik om 8.45 de bus van 8.30 pak. Haastig wordt mijn ticket geschreven en mijn tas in de bus gedropt en we kunnen gaan. Alleen maar om 7uur later bij Uncle Tan guesthouse in Sepilok aan te komen. Hier zie ik gelijk makaken, hoorn vogels en prachtige vlinders. Jaja mensen, ik ben vlakbij de jungle! Wat betekend dat er ook insecten zijn, ik deel mijn bed met een sprinkhaan en ik denk dat hij meer slaapt dan ik. Bij uncle Tan ontmoet ik Renee, Nederlandse en Lizie, Engelse. Samen met hen ga ik een jungle tour van 3 dagen doen. We hebben het in het guesthouse al reuze gezellig dus dat gaan 3 super dagen worden!
S’ochtends ga ik eerst met Lizie naar het Oerang Utan recovery centre waar we 4 apen zien. Ze leren hier om wild te leven en hebben de keuze om terug te komen voor voertijd. Ook zijn er baby aapjes die bijvoorbeeld nog leren klimmen. Super lief! Maar het natuurlijk niet echt in het wild! Enthousiast maken we ons op voor de tour. In 1,5 uur worden we naar de kinabatangan rivier gereden. Vanaf hier worden we op een bootje geladen. Dit gaat ons vervoer worden voor de komende dagen. Op de heen weg zien we mega grote krokodillen en een paar hoornvogels. Jammer genoeg geen primaten. In het kamp aangekomen zien we onze slaapplek. Simpelweg een open hutje met matrassen op de grond en klamboes. De wc en douche is met rivierwater, bruin dus. Dat wordt niet douchen! Na het avondeten gaan we weer oppad met de boot. Met een mega zoeklicht gaan we opzoek naar oplichtende ogen. We zien vooral weer krokodillen en een paar uilen. Weer zien we niet de highlight, katachtige, maar we houden de lol erin! En zo houden we het hele weekend vol. We zijn samen met onze gids super enthousiast om dieren te spotten maar de dieren willen gewoon weg niet. Echter hebben we de grootste pret en vertellen iedereen dat we giraffen, leeuwen en beren hebben gezien. We zien uiteindelijk wel één oerang utan, monitor varanen, krokodillen, hoornvogels, ijsvogels, makaken, silverleaf monkeys, lantaarnbug, huntsman spinnen (facking grote spinnen, die in iemands klamboe waren gekropen. Eens werd ik wakker en merkte dat me klamboe open stond. Ik heb geen oog dicht gedaan en toen we gewekt werden sprong ik zo ongeveer uit bed, om te ontdekken dat het geen spin was die me klamboe had open gemaakt). We had simpel weg gewoon pech, de groep voor ons zag 5 oerang utans, de groep na ons zag op weg naar het kamp al 6 oerang utans. We doen een paar rivier safaries, een hike tour waarbij onze gids vanalles vertelt over de plaatselijke bomen en planten en een nachtwandeling. Tussendoor hebben we de beste gesprekken en eten ons tonnetje rond. Een geslaagd weekend dus!
Na 3 dagen jungle vlieg ik naar Kuala Lumpur. Hier neem ik een mega lange douche, eindelijk. En ga ik samen met Renee de stad verkennen. We bekijken little india, china town en lopen gewoon wat rond. S’avonds ga ik naar de petronas towers. Na een dagje is het alweer tijd om KL te verlaten. Ik pak de bus naar Melakka. Een stadje met Nederlandse invloeden. In de bus ontmoet ik Dominique en samen bekijken we Melakka. Melakka is een grote grap, alles is of een replica of een slap aftreksel van een goede attractie ergens anders. Het is vooral een tourisen oord voor de Aziaten zelf.

S’ochtends vroeg willen we de bus pakken naar het busstation maar vinden geen bus dus lopen maar. 2,5km later stappen we flink bezweet in de bus richting Singapore! Weer 5uur en 2 stempels later stap ik uit in Singapore. Het verbaasd me hoe goed alles is geregeld en hoe schoon, modern en ruim het is. Het is een heerlijke stad om te

zijn. Helaas is het mega duur! De eerste avond gaan we naar de gardens by de bay. Hier hebben ze grote ijzeren bomen die begroeid zijn met planten en nachts prachtig worden belicht. Het doet me denken aan Avatar. De volgende dag bezoek ik de botanical gardens, prachtige tuinen die je doen vergeten dat je in een mega stad bent. Daarna slenter is door de mega shoppingmalls en later op de dag ontmoet ik Dominique en de Filipijnse Ivy voor eten en biertjes in China town. Een grote stad bezoeken is natuurlijk niet compleet zonder een skydeck. Dus ik ga op weg naar de 55ste verdieping van het Ion gebouw en heb een top uitzicht over Singapore.

S’avonds stap ik in mijn nachtbus naar Cameron Highlands. Ik word de volgende dag, als jarige job 8km van mijn hostel gedropt. Shit! Er is maar een weg en dus ik besluit te liften. 5minuten later zit ik met een familie van 5 in een auto’tje gepropt maar kom wel op bestemming! Ik doe een hike van ongeveer 2 uur en daarna ontmoet ik Andy en Sherry. Andy ken ik van Laos. We eten taart op mijn verjaardag en gaan naar de enige bar in het dorp voor een biertje. We spreken de volgende dag af om te gaan liften naar trail 1 en daarna naar de thee plantages te gaan. Trail 1 blijkt mega stijl omhoog te gaan, voor de eerste 2 uur. Onderweg joinen we een groep van 6 en samen hiken we verder. Boven aangekomen is het uitzicht bagger. Het is haze season in Maleisië, rook van branden in indonesië en smog komt allemaal over Maleisie hangen. Daarnaast is het bewolkt en zitten we tussen de wolken. Op weg naar beneden gaan we door de

thee plantages waar Cameron bekend om staat. Sherry en ik nemen een plaspauze in de plantage, thee uit Maleisië kan dus een apart bijsmaakje hebben! Als we nog zo’n 1 km tot de grote weg moeten lopen barst de hemel open, met dikke druppels klettert de regen op ons neer. Binnen 2 minuten zijn we doorweekt! Bij de grote weg aangekomen neemt de helft de taxi, gaan er 2 lopen (idioten haha) en wij gaan liften. Onze eerste lift is een pickup met een kap over de laadruimte, als we de kap optillen worden we aangestaard door 3 net zo doorweekte touristen en 1 local die keihard moet lachen. Met zijn 7e achterin gepropt schuilend onder de kap maken we onze weg naar huis. We gaan met ze alle indiaans eten en daarna borrelen bij het hostel van de andere. Een zeer geslaagde dag dus! Die dag erna zit iedereen brak aan het ontbijt en nemen we even later afscheid. Ik maak mijn weg naar Penang. In Penang ga ik de streetart bekijken, ooit is dit begonnen als een kunst project en nu is het een grote touristische trekpleisten. Gewapend met een stadsplattegrond doe ik een spoort speurtocht naar de soms verstopte kunstwerken. S’avond ga ik met het hele hostel naar de bios en daarna uit bij een lokale bar. Dit is meer een winkel met stoelen buiten waar ze goedkoop bier verkopen, maar even goed is het reuze gezellig! Een rede om de volgende dag niks te doen en films te kijken. Mijn laatste dagje in Penang ga ik naar het strand en s’avonds stap ik in de nachtbus richting Kuala Besut.

Om 4.30 komen we daar aan en krijgen een bootticket met de mededeling dat hij om 8uur gaat. Pff! De boot is een speedboot en gaat super snel. Kletst keihard op de golven en is dood eng! Maargoed, half 9 sta ik op mijn einddoel, de perhentian islands. Hier ga ik de eerste dag strang hangen met wat meisjes uit mijn dorm. We lopen heel nonchalant naar de bedjes van een duur resort en gaan liggen alsof we er thuis horen. En het werkt, niemand stuurt ons weg. Jeej! Na een dagje luieren gaan we lekker eten en kijken naar een vuurshow. De volgende dag beginnen we de dag met een snorkeltrip, dit doet iedereen op het eiland dus het is super druk in het water. Maar ik zie een zeeschildpad, heel veel vissen en een paar blackrip reef sharks, dat laatste vind ik wel een beetje eng maar ik hoop maar dat ze geen honger hebben! De rest van de dag ga ik weer lekker zonnen.
Na twee dagen paradijsje ga ik s’ochtends vroeg opweg voor 2 dagen reizen. Eerst de boot naar Kuala Basut, daarna lift ik naar Kota Bharu, zo’n 40km verder op. Daar zet de vrouw die me een lift gaf me op de bus naar de thaise grens, deze loop ik over. Daarna pak ik de trein naar Hat Yai, een grote plaats in zuid Thailand. Hier slaap ik een nachtje om de mini van te pakken naar Surathani om vanuit hier een jetti te pakken naar Koh Samui, op Koh Samui pak ik een tuktuk busje naar mijn hostel. En daar ben ik nu! Nog maar 11 daagjes en dan zal ik vanaf Bangkok naar huis vliegen. Maar nu eerst zon, zee, strand en party!