M&D on the road!

Dorinde en ik zitten in de trein van Sidareja naar Yogyakarta, beide in het zuiden van Java. Deze treinrit duurt bijna vier uren, dus dat geeft mij de tijd voor een nieuw verslag. Bij het laatste verslag ben ik geëindigd met de aankomst in Jakarta. We verbleven in Jakarta in een minder toeristisch gedeelte waardoor we er snel achterkwamen dat de taal Engels in Indonesië bij veel mensen niet of nauwelijks verstaan en gesproken wordt. Een goed voorbeeld is het bestellen van een Grab (de Aziatische variant van Über). Veel chauffeurs bellen je om je locatie en uiterlijk te achterhalen. Als je opneemt en ze erachter komen dat je geen Indonesisch spreekt, dan hangen ze op en annuleren ze de rit. Als je het gesprek wegdrukt en laat weten waar je bent door bijvoorbeeld "Stasiun Gambir" te sturen, dan heb je wel een grote kans van slagen.

We zijn de dag na aankomst met de trein naar het winkelcentrum gegaan om een aantal zaken te regelen. We hebben o.a. boodschappen gedaan en ik heb voor 6 Euro een Simkaart van 36 GB gekocht. Ik weet niet of er een optie was met minder data, maar om het geld hoefde ik het niet te laten. Inmiddels, halverwege de 30 dagen looptijd, heb ik nog 32,6 GB over. Dat wordt nog een klus om het op te krijgen! De treinen rijden hier niet altijd op dezelfde tijd als op het treinschema staat, wat ervoor gezorgd heeft dat we twee keer een trein misgelopen zijn. De treinen stoppen op de heenweg daarnaast niet op dezelfde stations als op de terugweg. Hierdoor moesten we op de terugweg eerst de verkeerde kant opgaan, om na over te stappen weer de goede kant op te kunnen gaan. We dachten eerst dat we zelf fout zaten, maar kwamen er later achter dat dit juist de bedoeling was.

De volgende dag zijn we in Jakarta naar wat toeristische plekjes geweest. De trein bracht ons naar "Old Town" waar we het bekende café Batavia (de oude naam van Jakarta in de periode dat Nederland Indonesië bezette) bezochten. Binnen werd (erg luide) livemuziek gespeeld en er hingen veel foto's aan de muur van feesten die hier vroeger gehouden zijn en van bekende mensen (koning Willem-Alexander en prinses Beatrix zaten er ook tussen). Op het aanliggende plein werden we constant aangestaard en aangesproken door de lokale bevolking. Sommigen wilden met ons op de foto, anderen hadden als schoolopdracht om westerlingen te interviewen om hun Engels te oefenen (soms kleinere kinderen met een juf en soms wat oudere kinderen). Later deze dag zijn we naar Monas National Memorial geweest. De top van deze obelisk was helaas gesloten, maar beneden hebben we veel geleerd over de geschiedenis van Indonesië. Bijvoorbeeld hoe Nederland Indonesië beheerste en hoe Japan probeerde de Nederlanders te verslaan. Over vijf weken gaan Dorinde en ik Japan bezetten. We hebben zakmessen mee.

Daarna brachten we een bezoek aan de grootste moskee van Azië, die in de buurt van het memorial stond. We kregen daar een rondleiding speciaal voor toeristen. Maar niet voordat we enorme gewaden aan hadden getrokken om onze knieën en schouders te bedekken. We hebben het één en ander geleerd over de Islamitische tradities en zagen hoe mensen aan het bidden waren. De rondleiding was gratis, maar een fooi was wel netjes om te geven, dus dat deden we.

We hadden niet veel positieve dingen gehoord over Jakarta, maar het viel ons best mee. Toch vonden we het na een paar dagen wel genoeg en zijn we de dag erna met de trein naar Bandung gegaan. Omdat we op de namiddag nog wat tijd hadden, hebben we het centrum al een beetje verkend. Bij een groot plein kwam iemand van de lokale beveiliging naar ons toe en was het niet precies duidelijk wat hij van ons wou. Mochten we hier niet lopen? Deden we iets verkeerd? Nee, hij wilde met het hele beveiligingsteam samen met ons op de foto. Dorinde begon al een beetje genoeg te krijgen van het poseren, maar vooruit dan maar.

De dag erna zijn we naar een snoepwinkel gegaan. Maar in dit geval was "Snoepwinkel" de naam van de winkel. Ze verkopen daar typisch Nederlandse snoep/koeken. Spijskoeken, (neger)zoenen, krentenbollen, bokkenpootjes, (vruchten)hagelslag en kokindjes zijn een paar voorbeelden. Het was best lekker, maar niet helemaal hetzelfde als "normaal".

Een Grab bracht ons naar het ereveld in Pandu waar de slachtoffers van de eerdergenoemde oorlog tussen Nederland en Japan lagen. Aan het graf kon je zien of het ging om een kind of volwassene (te herkennen aan de grootte van het graf) en welk geloof deze persoon had (christen, islam, jood of boeddhist). Sommige kinderen hadden dezelfde geboortedatum als sterfdatum, erg indrukwekkend allemaal.

Op de namiddag zijn we naar een show gegaan bij Saung Angklung Udjo. Deze bestond uit poppenspel, muziek, dans en vaak werd dit met elkaar gecombineerd. Soms stonden er meer mensen op het podium dan er in het publiek zaten. Erg leuk was dat we een cursus Angklung spelen kregen, het publiek maakte zo samen een paar (bekende) liedjes onder begeleiding van een ervaren Angklung speler. Op het einde van de show werd het publiek gevraagd om met de dansers en muzikanten mee te dansen. De hele show duurde 1,5 uur. Als het op traditionele manier wordt gedaan, dan zou het 9 uur duren. Wat een feest is dat!

We hebben de dag erna een rustdagje genomen om de dag daarna naar Kawah Putih te gaan. Dit was een lange rit met verschillende "Angkot's" (goedkoop lokaal vervoer). We reden via een omweg door de theevelden, deze zijn wat zeldzamer dan de rijstvelden. De Kawah Putih is een witte krater, een beetje mysterieus door de mist die komt en gaat. Beter kan ik dus zeggen "misterieus". Het deed ons denken aan sommige delen van het Noordereiland van Nieuw-Zeeland, er waren (naast de krater zelf) namelijk ook een paar geisers.

De volgende dag moesten we vroeg op omdat we een shuttle geregeld hadden naar Batukaras. Terwijl we om 5.45 uur ons ontbijt aan het smeren waren zegt de vrouw van het hostel tegen ons dat de chauffeur nog in Pangandaran (vlakbij Batukaras) zit vanwege ramadan (dit was 3 dagen geleden, op 15 mei, van start gegaan). Hij zou daarom pas om 13.00 uur vertrekken! Dus wij maar weer naar bed. De rit zou ongeveer zeven uur duren. De chauffeur was mooi op (de nieuwe vertrek)tijd bij ons, maar moest aan de andere kant van de stad twee mensen oppikken. Helaas moesten we in de warme auto op beide een tijd wachten. Vervolgens reed hij weer door de stad heen om meer dan 1,5 uur later vlakbij ons hostel langs te rijden (#frustratie). Door de drukte in en om de stad verliepen de eerste twee uren tergend langzaam en hierdoor kwamen we pas rond 22.30 uur aan in Batukaras.

We verbleven daar bij Ingrid en Dadang. Ingrid komt uit Zweden en Dadang is opgegroeid in Batukaras. We hadden hier vijf nachten geboekt. Later hebben we nog drie dagen bijgeboekt om er vervolgens nog twee nachten aan vast te plakken (zoals bij wel meer mensen, hadden ook wij het "blijfvirus van Batukaras" te pakken). We kwamen hier om eens wat langer op een rustige plek te zijn en om te leren surfen. Dorinde heeft het een paar keer "golven" genoemd waardoor ik nu ook in de war ben. Na vijf dagen surfen gaat het bij ons beide steeds wat beter. Na de eerste twee dagen leek het er niet op dat we een golf te pakken zouden krijgen, maar daarna ging het een stuk beter. Helaas heeft Dorinde (die op haar eerste dag les heeft gekregen van een lifeguard die reddingskampioen en surfkampioen is) op de vierde dag haar enkel verstuikt, dus die heeft daarna niet meer gesurfd (dezelfde dag verloor ik op het einde van de middag beide lenzen door een "nosedive"). Tijdens de rit op de fiets terug was het daardoor deze keer helaas niet zo genieten van de natuur op afstand.

Verder hebben we tijdens deze periode ook nog andere dingen gedaan, zoals een gevecht aanschouwen tussen de huiskat en een kameleon (de kat won). Verder hebben we gezien hoe een man kokosnoten uit een bijna 10 meter hoge palmboom aan het kappen was (van onderen!). Zo kwamen we erachter dat de stam van palmbomen vaak inkepingen heeft om het klimmen makkelijker te maken. We zijn naar Cijulang gefietst waar ik onderweg naar de kapper ben gegaan (ik dacht dat de 9 Euro in Nieuw-Zeeland goedkoop was, maar het kan ook voor 60 cent!) en waar we na zo'n vijf verschillende pinautomaten toch nog aan contant geld konden komen (lijkt Nepal wel).

Ook zijn we gaan bodyraften in de Green Canyon. Met de auto zijn we naar het beginpunt gebracht om door de rivier te zwemmen/drijven. Soms waren er stroomversnellingen en soms moest je een stukje langs de zijkant lopen omdat de rivier moeilijk begaanbaar is. Het was vooral een leuke ervaring omdat je in een soort vallei bevond en sprongen van 6/7 meter vanaf de kant kon maken. Iemand van de begeleiding liet zien dat het zelfs van 20 meter kon! Dorinde pakte opeens een kikker vast toen ze op de kant aan het klimmen was. Deze bleef lekker op zijn plek zitten en schrok minder van Dorinde dan andersom. Verder waren er op sommige plekken duizenden kleine krabben. Je kon er een handvol van vastpakken en dan kriebelde je hele hand. Bij het eindpunt gingen we een stukje met de boot verder waar een lunch werd verzorgd. Vervolgens gingen we terug per boot en daarna werden we achterop een scooter weer thuisgebracht. We zagen tijdens de boottocht een paar leguanen van ongeveer een meter groot (er zwom ook één tussen ons door tijdens het bodyraften, maar omdat we ons toen achterin de groep bevonden hebben we deze helaas (/gelukkig?) niet gezien. Als laatst hebben we, via een aantal kweekvijvers, de mangroves gezien, deze waren vlakbij ons verblijf "Sadati Homestay". Op de terugweg zagen we hoe de vers gevangen vis op een veiling verkocht werd. We gokten erop dat het op afbod ging, omdat bijna niemand iets zei.

Inmiddels is het dus tijd om weer verder te reizen en zijn we onderweg naar Yogyakarta waar onder andere de Hindoeïstische tempel Prambanan en het heiligdom Borobudur op het programma staan. De mensen zijn tot nu toe alleen maar enorm vriendelijk en behulpzaam geweest. Zowel het lokale als het westerse eten is daarnaast echt heerlijk, hopelijk is dat in de rest van Indonesië ook zo. Het is hier elke dag iets boven de 30 graden en we hoorden dat het in Nederland ongeveer dezelfde temperatuur is. Ook op zoek naar waterpret dus! We hebben al een ticket naar huis geboekt, we zijn op 22 augustus weer terug. Ok, dat duurt nog even, maar we zijn wel over de helft van onze reis.

markusdeboer16

13 chapters

Hoofdstuk 9: Warmte en waterpret

May 27, 2018

|

Yogyakarta

Dorinde en ik zitten in de trein van Sidareja naar Yogyakarta, beide in het zuiden van Java. Deze treinrit duurt bijna vier uren, dus dat geeft mij de tijd voor een nieuw verslag. Bij het laatste verslag ben ik geëindigd met de aankomst in Jakarta. We verbleven in Jakarta in een minder toeristisch gedeelte waardoor we er snel achterkwamen dat de taal Engels in Indonesië bij veel mensen niet of nauwelijks verstaan en gesproken wordt. Een goed voorbeeld is het bestellen van een Grab (de Aziatische variant van Über). Veel chauffeurs bellen je om je locatie en uiterlijk te achterhalen. Als je opneemt en ze erachter komen dat je geen Indonesisch spreekt, dan hangen ze op en annuleren ze de rit. Als je het gesprek wegdrukt en laat weten waar je bent door bijvoorbeeld "Stasiun Gambir" te sturen, dan heb je wel een grote kans van slagen.

We zijn de dag na aankomst met de trein naar het winkelcentrum gegaan om een aantal zaken te regelen. We hebben o.a. boodschappen gedaan en ik heb voor 6 Euro een Simkaart van 36 GB gekocht. Ik weet niet of er een optie was met minder data, maar om het geld hoefde ik het niet te laten. Inmiddels, halverwege de 30 dagen looptijd, heb ik nog 32,6 GB over. Dat wordt nog een klus om het op te krijgen! De treinen rijden hier niet altijd op dezelfde tijd als op het treinschema staat, wat ervoor gezorgd heeft dat we twee keer een trein misgelopen zijn. De treinen stoppen op de heenweg daarnaast niet op dezelfde stations als op de terugweg. Hierdoor moesten we op de terugweg eerst de verkeerde kant opgaan, om na over te stappen weer de goede kant op te kunnen gaan. We dachten eerst dat we zelf fout zaten, maar kwamen er later achter dat dit juist de bedoeling was.

De volgende dag zijn we in Jakarta naar wat toeristische plekjes geweest. De trein bracht ons naar "Old Town" waar we het bekende café Batavia (de oude naam van Jakarta in de periode dat Nederland Indonesië bezette) bezochten. Binnen werd (erg luide) livemuziek gespeeld en er hingen veel foto's aan de muur van feesten die hier vroeger gehouden zijn en van bekende mensen (koning Willem-Alexander en prinses Beatrix zaten er ook tussen). Op het aanliggende plein werden we constant aangestaard en aangesproken door de lokale bevolking. Sommigen wilden met ons op de foto, anderen hadden als schoolopdracht om westerlingen te interviewen om hun Engels te oefenen (soms kleinere kinderen met een juf en soms wat oudere kinderen). Later deze dag zijn we naar Monas National Memorial geweest. De top van deze obelisk was helaas gesloten, maar beneden hebben we veel geleerd over de geschiedenis van Indonesië. Bijvoorbeeld hoe Nederland Indonesië beheerste en hoe Japan probeerde de Nederlanders te verslaan. Over vijf weken gaan Dorinde en ik Japan bezetten. We hebben zakmessen mee.

Daarna brachten we een bezoek aan de grootste moskee van Azië, die in de buurt van het memorial stond. We kregen daar een rondleiding speciaal voor toeristen. Maar niet voordat we enorme gewaden aan hadden getrokken om onze knieën en schouders te bedekken. We hebben het één en ander geleerd over de Islamitische tradities en zagen hoe mensen aan het bidden waren. De rondleiding was gratis, maar een fooi was wel netjes om te geven, dus dat deden we.

We hadden niet veel positieve dingen gehoord over Jakarta, maar het viel ons best mee. Toch vonden we het na een paar dagen wel genoeg en zijn we de dag erna met de trein naar Bandung gegaan. Omdat we op de namiddag nog wat tijd hadden, hebben we het centrum al een beetje verkend. Bij een groot plein kwam iemand van de lokale beveiliging naar ons toe en was het niet precies duidelijk wat hij van ons wou. Mochten we hier niet lopen? Deden we iets verkeerd? Nee, hij wilde met het hele beveiligingsteam samen met ons op de foto. Dorinde begon al een beetje genoeg te krijgen van het poseren, maar vooruit dan maar.

De dag erna zijn we naar een snoepwinkel gegaan. Maar in dit geval was "Snoepwinkel" de naam van de winkel. Ze verkopen daar typisch Nederlandse snoep/koeken. Spijskoeken, (neger)zoenen, krentenbollen, bokkenpootjes, (vruchten)hagelslag en kokindjes zijn een paar voorbeelden. Het was best lekker, maar niet helemaal hetzelfde als "normaal".

Een Grab bracht ons naar het ereveld in Pandu waar de slachtoffers van de eerdergenoemde oorlog tussen Nederland en Japan lagen. Aan het graf kon je zien of het ging om een kind of volwassene (te herkennen aan de grootte van het graf) en welk geloof deze persoon had (christen, islam, jood of boeddhist). Sommige kinderen hadden dezelfde geboortedatum als sterfdatum, erg indrukwekkend allemaal.

Op de namiddag zijn we naar een show gegaan bij Saung Angklung Udjo. Deze bestond uit poppenspel, muziek, dans en vaak werd dit met elkaar gecombineerd. Soms stonden er meer mensen op het podium dan er in het publiek zaten. Erg leuk was dat we een cursus Angklung spelen kregen, het publiek maakte zo samen een paar (bekende) liedjes onder begeleiding van een ervaren Angklung speler. Op het einde van de show werd het publiek gevraagd om met de dansers en muzikanten mee te dansen. De hele show duurde 1,5 uur. Als het op traditionele manier wordt gedaan, dan zou het 9 uur duren. Wat een feest is dat!

We hebben de dag erna een rustdagje genomen om de dag daarna naar Kawah Putih te gaan. Dit was een lange rit met verschillende "Angkot's" (goedkoop lokaal vervoer). We reden via een omweg door de theevelden, deze zijn wat zeldzamer dan de rijstvelden. De Kawah Putih is een witte krater, een beetje mysterieus door de mist die komt en gaat. Beter kan ik dus zeggen "misterieus". Het deed ons denken aan sommige delen van het Noordereiland van Nieuw-Zeeland, er waren (naast de krater zelf) namelijk ook een paar geisers.

De volgende dag moesten we vroeg op omdat we een shuttle geregeld hadden naar Batukaras. Terwijl we om 5.45 uur ons ontbijt aan het smeren waren zegt de vrouw van het hostel tegen ons dat de chauffeur nog in Pangandaran (vlakbij Batukaras) zit vanwege ramadan (dit was 3 dagen geleden, op 15 mei, van start gegaan). Hij zou daarom pas om 13.00 uur vertrekken! Dus wij maar weer naar bed. De rit zou ongeveer zeven uur duren. De chauffeur was mooi op (de nieuwe vertrek)tijd bij ons, maar moest aan de andere kant van de stad twee mensen oppikken. Helaas moesten we in de warme auto op beide een tijd wachten. Vervolgens reed hij weer door de stad heen om meer dan 1,5 uur later vlakbij ons hostel langs te rijden (#frustratie). Door de drukte in en om de stad verliepen de eerste twee uren tergend langzaam en hierdoor kwamen we pas rond 22.30 uur aan in Batukaras.

We verbleven daar bij Ingrid en Dadang. Ingrid komt uit Zweden en Dadang is opgegroeid in Batukaras. We hadden hier vijf nachten geboekt. Later hebben we nog drie dagen bijgeboekt om er vervolgens nog twee nachten aan vast te plakken (zoals bij wel meer mensen, hadden ook wij het "blijfvirus van Batukaras" te pakken). We kwamen hier om eens wat langer op een rustige plek te zijn en om te leren surfen. Dorinde heeft het een paar keer "golven" genoemd waardoor ik nu ook in de war ben. Na vijf dagen surfen gaat het bij ons beide steeds wat beter. Na de eerste twee dagen leek het er niet op dat we een golf te pakken zouden krijgen, maar daarna ging het een stuk beter. Helaas heeft Dorinde (die op haar eerste dag les heeft gekregen van een lifeguard die reddingskampioen en surfkampioen is) op de vierde dag haar enkel verstuikt, dus die heeft daarna niet meer gesurfd (dezelfde dag verloor ik op het einde van de middag beide lenzen door een "nosedive"). Tijdens de rit op de fiets terug was het daardoor deze keer helaas niet zo genieten van de natuur op afstand.

Verder hebben we tijdens deze periode ook nog andere dingen gedaan, zoals een gevecht aanschouwen tussen de huiskat en een kameleon (de kat won). Verder hebben we gezien hoe een man kokosnoten uit een bijna 10 meter hoge palmboom aan het kappen was (van onderen!). Zo kwamen we erachter dat de stam van palmbomen vaak inkepingen heeft om het klimmen makkelijker te maken. We zijn naar Cijulang gefietst waar ik onderweg naar de kapper ben gegaan (ik dacht dat de 9 Euro in Nieuw-Zeeland goedkoop was, maar het kan ook voor 60 cent!) en waar we na zo'n vijf verschillende pinautomaten toch nog aan contant geld konden komen (lijkt Nepal wel).

Ook zijn we gaan bodyraften in de Green Canyon. Met de auto zijn we naar het beginpunt gebracht om door de rivier te zwemmen/drijven. Soms waren er stroomversnellingen en soms moest je een stukje langs de zijkant lopen omdat de rivier moeilijk begaanbaar is. Het was vooral een leuke ervaring omdat je in een soort vallei bevond en sprongen van 6/7 meter vanaf de kant kon maken. Iemand van de begeleiding liet zien dat het zelfs van 20 meter kon! Dorinde pakte opeens een kikker vast toen ze op de kant aan het klimmen was. Deze bleef lekker op zijn plek zitten en schrok minder van Dorinde dan andersom. Verder waren er op sommige plekken duizenden kleine krabben. Je kon er een handvol van vastpakken en dan kriebelde je hele hand. Bij het eindpunt gingen we een stukje met de boot verder waar een lunch werd verzorgd. Vervolgens gingen we terug per boot en daarna werden we achterop een scooter weer thuisgebracht. We zagen tijdens de boottocht een paar leguanen van ongeveer een meter groot (er zwom ook één tussen ons door tijdens het bodyraften, maar omdat we ons toen achterin de groep bevonden hebben we deze helaas (/gelukkig?) niet gezien. Als laatst hebben we, via een aantal kweekvijvers, de mangroves gezien, deze waren vlakbij ons verblijf "Sadati Homestay". Op de terugweg zagen we hoe de vers gevangen vis op een veiling verkocht werd. We gokten erop dat het op afbod ging, omdat bijna niemand iets zei.

Inmiddels is het dus tijd om weer verder te reizen en zijn we onderweg naar Yogyakarta waar onder andere de Hindoeïstische tempel Prambanan en het heiligdom Borobudur op het programma staan. De mensen zijn tot nu toe alleen maar enorm vriendelijk en behulpzaam geweest. Zowel het lokale als het westerse eten is daarnaast echt heerlijk, hopelijk is dat in de rest van Indonesië ook zo. Het is hier elke dag iets boven de 30 graden en we hoorden dat het in Nederland ongeveer dezelfde temperatuur is. Ook op zoek naar waterpret dus! We hebben al een ticket naar huis geboekt, we zijn op 22 augustus weer terug. Ok, dat duurt nog even, maar we zijn wel over de helft van onze reis.

Tot het volgende verslag!

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2025 Travel Diaries. All rights reserved.