Iris naar Tanzania

Weeshuis
Op 24 maart hebben we een weeshuis genaamd Mikumi kids bezocht, ons vervoersmiddel: de pikiki (motor), het was een prachtige tocht en de vaart zat er in. De eigenaresse is een Tanzaniaanse vrouw die getrouwd is met een Belgische man en samen hebben zij vier kinderen. Om de drie maanden woont Tausie in België en Tanzania. Ze spreekt Belgisch met een Afrikaans accent, klinkt grappig en het is ook wel weer bijzonder om met iemand anders dan Noor en Nina Nederlands te kunnen praten. Het weeshuis is 12 jaar geleden opgericht. Ik vroeg haar hoe ze op het idee kwam om een weeshuis op te richten. Tausie was met haar man en kinderen naar Tanzania gereisd om haar geboorteland aan haar kinderen te laten zien. Het plan was om in Mikumi op safari te gaan totdat haar dochter een bedelend kind zag bij een tankstation. Tausie sprak Swahili met het kind en kwam erachter dat hij geen ouders meer had. Omdat Tausie zelf met haar gezin weer terug moest naar Nederland heeft ze het jongetje bij haar moeder, die in Tanzania woont, ondergebracht. Steeds meer mensen kwamen erachter dat er kinderen werden opgevangen en al snel breidde het aantal kinderen zich uit. In het weeshuis zitten nu ongeveer 45 kinderen van alle leeftijden. We kregen een rondleiding en alle kinderen stelden zich persoonlijk aan ons voor, zo schattig! De verhalen hoe de kinderen in het weeshuis terecht zijn gekomen waren erg heftig: zo was er een gehandicapt jongetje dat door andere weeskinderen in het bos was gevonden. Hij was er erg slecht aan toe en is naar het ziekenhuis gebracht, omdat niemand wist hoe de jongen heette hebben ze hem

iriskoot

14 chapters

16 Apr 2020

Altijd nat

March 30, 2018

|

Mikumi

Weeshuis
Op 24 maart hebben we een weeshuis genaamd Mikumi kids bezocht, ons vervoersmiddel: de pikiki (motor), het was een prachtige tocht en de vaart zat er in. De eigenaresse is een Tanzaniaanse vrouw die getrouwd is met een Belgische man en samen hebben zij vier kinderen. Om de drie maanden woont Tausie in België en Tanzania. Ze spreekt Belgisch met een Afrikaans accent, klinkt grappig en het is ook wel weer bijzonder om met iemand anders dan Noor en Nina Nederlands te kunnen praten. Het weeshuis is 12 jaar geleden opgericht. Ik vroeg haar hoe ze op het idee kwam om een weeshuis op te richten. Tausie was met haar man en kinderen naar Tanzania gereisd om haar geboorteland aan haar kinderen te laten zien. Het plan was om in Mikumi op safari te gaan totdat haar dochter een bedelend kind zag bij een tankstation. Tausie sprak Swahili met het kind en kwam erachter dat hij geen ouders meer had. Omdat Tausie zelf met haar gezin weer terug moest naar Nederland heeft ze het jongetje bij haar moeder, die in Tanzania woont, ondergebracht. Steeds meer mensen kwamen erachter dat er kinderen werden opgevangen en al snel breidde het aantal kinderen zich uit. In het weeshuis zitten nu ongeveer 45 kinderen van alle leeftijden. We kregen een rondleiding en alle kinderen stelden zich persoonlijk aan ons voor, zo schattig! De verhalen hoe de kinderen in het weeshuis terecht zijn gekomen waren erg heftig: zo was er een gehandicapt jongetje dat door andere weeskinderen in het bos was gevonden. Hij was er erg slecht aan toe en is naar het ziekenhuis gebracht, omdat niemand wist hoe de jongen heette hebben ze hem

vanwege het ziekenhuisbezoek de bijnaam ‘’dokter’’ gegeven. Ook was er een baby in een plastic tas bij het afval gezet. Ik vond het fijn om te bedenken dat deze kinderen gelukkig gered zijn en dat er nu voor ze gezorgd wordt. Tegelijkertijd besef je je dan ook dat er waarschijnlijk ook kinderen zijn die niet gevonden worden en dat de redenen waarom een ouder zijn of haar kind ergens achterlaat hartverscheurend zijn. Het weeshuis werd door sommige ouders als gratis opvang gezien met als gevolg dat er ook kinderen naar het weeshuis werden gebracht die eigenlijk geen wees waren. Om die reden zoekt Tausie de gezinnen nu altijd op in hun woonomgeving om uit te zoeken of zij echt in aanmerking komen voor het weeshuis. Veel kinderen zijn besmet met HIV door hun moeder, veel van de HIV geïnfecteerde moeders overlijdt door o.a. kennistekort. De kinderen in het weeshuis kunnen naar de basisschool en middelbare school. Het adopteren van kinderen is in Tanzania niet gebruikelijk, de meeste kinderen blijven in het weeshuis wonen totdat ze oud genoeg zijn om te werken of te studeren. We hadden wat ballen en ballonnen voor de kinderen meegenomen, hier waren ze erg dankbaar voor. Tijdens het voetballen en twister spelen (wereldwijd bekend) merkte ik hoe lief de kinderen voor elkaar zijn. Het gehandicapte jongetje kan vanwege spasmes niet lopen en werd door andere kinderen en gedragen en betrokken in het spel, ik vond dit heel mooi om te zien.


Moeilijke dag
Deze week werkten Noor en ik weer op de kraamafdeling. Aan het begin van de afdeling is een plank aan de muur bevestigd waar baby’s op worden gelegd die pasgeboren zijn of die extra in de gaten worden gehouden. Noor en ik gaan altijd als we hier langs lopen even baby’s bewonderen en denken dan: kon ik er maar een meenemen, zo ook op maandag. Na een tijdje naar de baby gekeken te hebben viel het ons op dat de baby wel heel rustig lag en twijfelden we er aan of ze nog ademende. De verpleeg- en verloskundigen waren bezig met de overdracht, maar we vonden dit dringend genoeg om ze te storen. De moeder van de baby zat op een afstandje te kijken en te wachten totdat ze naar haar kind kon gaan. Een van de verpleegkundigen ging naar de baby toe en constateerde dat ze overleden was. Toen gebeurde er iets waar ik echt met mijn hoofd niet bij kan: ze ging weer verder met de overdracht! Een broeder die later binnenkwam meende nog een hartslag te voelen en deed een poging tot beademen maar dit mocht niet baten. Gelukkig zag de broeder wel in dat de moeder geïnformeerd moest worden (ze wist nog niet dat haar baby was overleden terwijl de verpleegkundige weer verder was gegaan met de overdracht). De moeder barstte in tranen uit, niemand van het personeel ging naar het toe om haar te troosten. Toen Noor en ik naar het toe gingen was echt helemaal van slag en klampte ze zich aan me vast. De moeder was twee dagen geleden bevallen in een huisartsenpraktijk vlak bij haar huis. Ze was vannacht naar het ziekenhuis gekomen omdat ze het niet vertrouwde. Ze voelde zich erg schuldig over de dood van haar kind en verweet zichzelf dat ze niet naar het ziekenhuis was gegaan om te bevallen. De overleden baby werd in een khanga gewikkeld en op een brancard uit het zicht gelegd, op de brandcard lag nog een overleden baby. Op de khanga zat een stikker geplakt met de tekst: ‘’baby of…’’. De meeste overleden baby’s worden meegenomen naar huis en liggen tijdelijk op deze brancard. Dit was de eerste keer dat ik een overleden baby heb gezien, dat is natuurlijk al best heftig. Toch vond ik dit niet het naarste deze dag. Ik vond het vooral erg dat de verpleegkundige het informeren van de moeder dat haar kind is overleden als een lagere prioriteit behandelede als het verdergaan met de overdracht. Verder was ik verbaasd dat er niemand van het personeel naar moeder ging om haar te troosten. Ik was blij dat ik dit op dit moment kon doen maar het maakt je soms wel verdrietig om te bedenken dat dit soort dingen hier dus altijd gebeuren, ook al jij er niet bent om dit soort taken op te vangen.
Op dinsdag mochten we bij twee keizersnedes aanwezig zijn, het blijft bijzonder om te zien. Helaas waren we te laat voor de vaginale bevalling die dag maar er worden hier veel baby’s geboren dus dat komt wel goed. Aan het eind van de dag was er een busongeluk gebeurd waarbij er 25 gewonden waren gevallen, gelukkig waren er geen doden. De meeste mensen hadden (schaaf) wonden en botbreuken. Helaas komen verkeersongelukken veel voor in Tanzania, het is zelfs doodsoorzaak nummer 2 (op 1 staat infectieziekten)

Nachtdienst
Op de nacht van 28 op 29 maart was het moment daar: mijn eerste nachtdienst was een feit. Op de mannenafdeling werkt een broeder (Michael) die al jaren in het vak zit en waar we het erg goed mee kunnen vinden. Hij is zo aardig voor de patiënten en zijn collega’s dat we ons hebben afgevraagd of hij buiten dat hij zijn hart op de goede plek heeft niet twee harten heeft XD. Een nachtdienst is in het St. Kizito hospital van 20:00 tot 08:00. Voordat we naar de mannenafdeling liepen om de dienst te beginnen, hebben we ons telefoonnummer achtergelaten op de kraamafdeling met de vraag of we gebeld konden worden als er vannacht een bevalling zou zijn, helaas lieten de baby’s zich niet horen tijdens onze dienst. Voordat we aan de slag gingen hadden we het met Michael over van alles en nog wat. Ik vroeg hem hoeveel nachtdiensten hij achterelkaar moest werken en wat de taken zijn tijdens een nachtdienst. Op de eerste vraag kwam een antwoord dat je liever niet aan het begin van je nachtdienst hoort: verpleegkundigen mogen geen 7 nachten meer achter elkaar werken omdat toen dit wel gebeurde bijna elke verpleegkundige malaria kreeg… Om 22:00, 00:00 en 06:00 was het tijd voor de medicatie. Dit kostte nog best wat tijd omdat de meeste medicatie uit ampullen bestaat en dus nog vermengd moet worden. Tijdens onze dienst hadden we 2 opnames: een jongen die met zijn motor een aanrijding had gehad met een bajaji en daar zich niks meer van kon herinneren. En een jongen met een alcoholintoxicatie. Tussen de medicatierondes en de opnames in hield Michael het voor gezien en ging lekker slapen, hij snurkte het hardst van de hele afdeling. Noor en ik vermaakten ons met woordzoekers, potjes kaarten en af en toe wat rek en strek oefeningen. Het wakker blijven ging eigenlijk erg goed: ik was nog in staat om om 05:00 een venflon te prikken bij de opgenomen patiënt. Voor familieleden van patiënten is er op het ziekenhuisterrein een guesthouse beschikbaar, het is

eigenlijk niet de bedoeling dat familie op de afdeling blijft slapen. Sommige familieleden lappen dit aan hun laars. Zo sliepen er wat mensen op de grond naast het bed van hun familielid. Ik vond het een leuke ervaring om ook eens een nachtdienst mee te maken al is een 12 uur shift best lang.

Altijd nat
Als je je afvroeg wat ik met de titel van deze blog ‘’altijd nat’’ bedoel, hier komt de uitleg: of het is hier zo warm dat je nat bent van het zweet, of je wordt natgeregend door de pittige buien die hier kunnen vallen. Het toeval wil dat precies toen het hard regende en we aan het wachten waren op een bajaji, er een bajaji zonder dak aankwam, we zijn niet van suiker toch zijn we maar gewoon ingestapt.
Na het invlechten van mijn haren een paar weken geleden werd het weer tijd voor iets nieuws: een jurk op maat. Aan de overkant van de straat zit een kleermaker die khanga’s weet om te toveren tot jurken.

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2025 Travel Diaries. All rights reserved.