Al voordat ik aan mijn opleiding begon leek het me leuk om op buitenlandstage te gaan. Om o.a. die reden heb ik me ingeschreven bij de Haagse Hogeschool in plaats van Hogeschool Rotterdam. Toen het bericht van het inschrijven van de buitenland stages begin was ik meteen van de partij. Er waren veel landen waar je uit kon kiezen: Curaçao, Suriname, Malawi, Zuid Afrika en natuurlijk Tanzania. Ik wilde altijd al een keer naar Afrika en Zuid-Afrika was mijn eerste keus, de plekken waren al vergeven dus koos ik voor Tanzania. Achteraf ben ik heel blij dat ik voor Tanzania heb gekozen. De stage naar Zuid-Afrika vindt plaats in Kaapstad, het lijkt me ook mooi maar het is een grote stad en ik wilde liever naar een kleiner dorpje voor het echte ‘’Afrika gevoel’’. Na het schrijven van een motivatiebrief en goedkeuring van de examencommissie van mijn praktijkleerplan konden de voorzorgsmaatregelen getroffen worden. Lees: vaccinaties halen (en veel ook), een visum regelen, spullen kopen enz. Op school kreeg ik voorbereidend onderwijs met lessen over hoe je je het beste kon voor kon bereiden op de stage. Ook hebben Noor en ik Swahililessen gevolgd. Na lang aftellen viel ik na mijn stage in het Reinier de Graaf ziekenhuis (deze duurde tot 1 feb) in het Afrika avontuur: vertrek 5 feb.
Bijna elke week schreef ik een blog om mijn ervaringen te delen met familie en vrienden en om een leuke herinnering voor later te hebben. In dit verslag zal ik schrijven of mijn verwachtingen die ik van tevoren had een beetje klopte en wat me op viel.
Aankomst
Toen we na een lange reis eindelijk in het ziekenhuis waren aangekomen dacht ik vooral: wat is het hier warm en wat ben ik moe. Maar vooral: ik voel me net die jongen uit kruistocht in spijkerbroek: het is hier zo’n andere wereld.
St. Kitzito hospital
Toen ik voor het eerst in het ziekenhuis aankwam vond ik het eigenlijk luxer dan ik dacht: er was een x ray en een lab bijvoorbeeld. Het grootste verschil is de werkwijze. De taken van een verpleegkundige zijn: schoonmaken, bedden opmaken, ward round, opnames en ontslagen. In de tussentijd wordt er heel veel niks gedaan en gewacht. Hier wat verschillen met een ziekenhuis in Nederland:
-Patiënten worden niet tot weinig voorgelicht over een behandeling.
-Om te zorgen dat er genoeg bloeddonoren zijn moet je je eigen donor meenemen.
-Patiënten klagen nooit om pijn en verdovingen worden vaak niet gegeven.
-Hygiene is erg slecht: katten in de ward, overal beesten.
-Niemand heeft echt haast, dus als mensen gehaast zijn is er echt iets aan de hand.
Malariapillen
in het kort zijn er twee soorten malariapillen: Malarone en Lariam. De Malarone pil moet elke dag in worden genomen, Lariam een keer per week. Lariam staat bekend om zijn heftige bijwerkingen zoals hallucinaties en nachtmerries. Om die reden heb ik gekozen om elke dag een pil als toetje te nemen. De eerste dagen dat ik de pillen nam droomde ik heel veel en hele rare dingen. Noor dacht zelfs een keer dat het dropje gegijzeld werd, gelukkig was het de moskee maar. De gekke dromen trokken na een paar weken weer weg en heb ik niks meer van de pillen gemerkt.
Maatje Noor
Ik ken Noor al van de basisschool, al gingen we toen niet veel met elkaar om dus kenden we elkaar wel maar niet heel goed. Ik denk dat ook al ken je iemand wel heel goed of ben je al jaren vriendinnen het blijft toch een beetje spannend hoe het op reis zal gaan. Wat doe je als je ruzie krijgt? Ik ben heel blij dat Noor mijn reismaatje was. We hebben geen ruzie gehad en heb zelf na 13 weken ‘’op elkaars lip’’ nog kunnen lachen met Noor. We dachten over veel dingen hetzelfde en deden veel samen dat we wel een getrouwd snel leken.
Het eten
We sliepen in een van de twee guesthouses op het ziekenhuisterrein. Qua eten hadden we het heel lux: elke dag werd er door mama Rama gekookt. Op het menu stond: rijst met rode saus, chipsie met tomaten en kip of spaghetti met dunne saus. Als de pannetjes door een van de vrouwen die kookt uit het guesthouse werden opgehaald raadde we aan de hoeveelheid pannetjes welk gerecht we kregen. Het eten was lekker maar het was niet heel afwisselend. Om de sleur te doorbreken aten we af en toe bij Tan Swiss, hier hadden ze een gevarieerde kaart met westerse gerechten. Omdat je natuurlijk niet naar huis kan gaan zonder de typisch Afrikaanse gerechten te hebben geproefd hebben we ons gewaagd aan: Ughali (soort rijst van maismeel), Mandazi’s (soort oliebollen) en samboza’s (soort loempia’s die een vrouw aan de deur kwam verkopen). De eetgewoontes verschillen hier erg van de Nederlandse. Ik weet niet hoe ze het uithouden maar de meeste Afrikanen eten hier 2 keer per dag: ontbijt en avondeten. Als we met de verpleeg- en verloskundige op outreach gingen en wij ons geroosterde witte boterhammetje net achter de kiezen hadden,, begonnen zijn aan chipsie (mix van gebakken aardappels en patat) met cola (flesjes worden hier opengemaakt met de mond).
Het vervoer
De lange afstanden deden we per bus. De bussen zitten hier echt overvol, als je denkt dat er niemand meer bij kan, kan er altijd nog iemand bij. Verder duurt de rit altijd langer dan er wordt verteld en weet je nooit waar je bent en hoe lang de rit nog duurt. De kleine afstanden deden we met de bajaji. Aan het begin werden we nog afgezet maar na een tijdje wist iedereen dat we ons niet meer lieten kisten. Soms namen we de pikipiki (motor), dit vond ik echt heel gaaf ondanks dat mijn leven soms wel even aan m’n voorbij flitste als de chauffeur besloot om een vrachtwagen in te halen als er tegenligger aankwamen.
Gewenning
Het leven is hier heerlijk simpel: maandag tot donderdag werken in het ziekenhuis en vrijdag aan school werken (om de week skypen met school). S avonds deden we vaak spelletjes, vooral Rumikub was favoriet. Verder heb ik bijna alle E books gelezen die er bestaan(bij wijze van spreken dan). Ondanks dat het heel ontspannend was en heerlijk omdat ik thuis bijna nooit tijd heb voor dit soort dingen was ik blij dat ik na 10 weken lekker kon reizen. De eerste keer dat we merken dat we huisdieren hadden: apen in de boom, geiten in de voortuin, salamander in de slaapkamer en kikkers in het doucheputje keken we even op maar je went er snel aan. Ook het bruine water of geen water uit de kraan en het uitvallen van de stroom behoorden na een paar weken tot de vaste onderdelen van het leven. Waar we echter nooit aan konden wennen waar de stekende mieren, au! Op een ochtend zat er een hele kolonie in onze slaapkamer (waren uit een gatje in het plafond gekropen) en op onze kleren. Het was zo erg dat we veel hebben moeten weggooien. Gelukkig verkopen ze op de lokale markt ook onderbroeken..
Vrienden maken
Het maken van vrienden gaat hier erg makkelijk. De mensen hier zijn heel erg aardig en gastvrij. Het ontvangen van gasten is hier een eer en dat was te merken. Wel is het hebben van een vriendschap een stuk moeilijker. Na één ontmoeting wilden onze ‘’vrienden’’: of gelijk nog een keer afspreken, of mee naar Nederland of met ons trouwen… Verder zit het ziekenhuis met financiële problemen en is er verschillende keren om geld gevraagd. Het is natuurlijk erg dat deze problemen er zijn maar je voelt je dan toch een beetje een geldkraan.
Tijd?
Tijd wordt hier helemaal niet strikt genomen: iedereen komt te laat op afspraken en de bus vertrekt standaard minimaal een uur te laat. Ik was hier op voorbereid maar in de eerste week kijk je er toch van op omdat in Nederland geldt: tijd is geld. Ook zijn inschattingen hier vaak niet betrouwbaar. Zo zou de busrit van Mikumi naar Iringa 2 uur duren, we hebben hier 5 uur over gedaan… Ook hier wen je aan.
Het weer
In februari was het erg warm, gelukkig hadden we het zwembad bij Tan Swiss om af te koelen. Op 1 maart begon het regenseizoen en heb ik regen- en onweersbuien gezien zoals nooit te voren. De overkapping van het guesthouse is van golfplaten gemaakt dus tijdens de buien was het rummikubben in stilte omdat je elkaar gewoon niet verstaat. Over het algemeen vond ik de regen meevallen want vaak waren de buien heftig maar kort waardoor je er weinig last van had.
De taal
Ondanks de Swahili cursus was de taalbarrière groot. Sommige leden van het ziekenhuispersoneel spraken Engels dus dat was nog te doen. Alleen de patiënten spraken dit niet dus bleef het bij een paar standaard zinnen, wat het soms wel lastig en vervelend maakte om iemand te helpen. Wel heb ik gemerkt dat je zonder woorden iemand ook kan steunen(iemand troosten bijvoorbeeld).
Uitstapjes
In het weekend was het tijd om de toerist uit te hangen. Een weekend met een uitstapje wisseleden we af met een rustig weekend. Tan Swiss was ons tweede huis: gemiddeld kwamen we hier 3 keer per week.
Weekend 1: bijkomen+ Tan Swiss ontdekken
Weekend 2: Udzungwa mountains
Weekend 3: markt+ kerk (nonnen)
Weekend 4: Ruaha Nationaal park+ Iringa
Weekend 5: buurt verkennen (wandelingetje)+ kerk (vroege mis)
Weekend 6: Morogoro+ Morogoro mountains
Weekend 7: bezoek weeshuis
Weekend 8: stappen
Weekend 9: Mikumi National park+ bezoek Masai dorp
Weekend 10: inpakken en wegwezen
iriskoot
14 chapters
16 Apr 2020
May 14, 2018
Al voordat ik aan mijn opleiding begon leek het me leuk om op buitenlandstage te gaan. Om o.a. die reden heb ik me ingeschreven bij de Haagse Hogeschool in plaats van Hogeschool Rotterdam. Toen het bericht van het inschrijven van de buitenland stages begin was ik meteen van de partij. Er waren veel landen waar je uit kon kiezen: Curaçao, Suriname, Malawi, Zuid Afrika en natuurlijk Tanzania. Ik wilde altijd al een keer naar Afrika en Zuid-Afrika was mijn eerste keus, de plekken waren al vergeven dus koos ik voor Tanzania. Achteraf ben ik heel blij dat ik voor Tanzania heb gekozen. De stage naar Zuid-Afrika vindt plaats in Kaapstad, het lijkt me ook mooi maar het is een grote stad en ik wilde liever naar een kleiner dorpje voor het echte ‘’Afrika gevoel’’. Na het schrijven van een motivatiebrief en goedkeuring van de examencommissie van mijn praktijkleerplan konden de voorzorgsmaatregelen getroffen worden. Lees: vaccinaties halen (en veel ook), een visum regelen, spullen kopen enz. Op school kreeg ik voorbereidend onderwijs met lessen over hoe je je het beste kon voor kon bereiden op de stage. Ook hebben Noor en ik Swahililessen gevolgd. Na lang aftellen viel ik na mijn stage in het Reinier de Graaf ziekenhuis (deze duurde tot 1 feb) in het Afrika avontuur: vertrek 5 feb.
Bijna elke week schreef ik een blog om mijn ervaringen te delen met familie en vrienden en om een leuke herinnering voor later te hebben. In dit verslag zal ik schrijven of mijn verwachtingen die ik van tevoren had een beetje klopte en wat me op viel.
Aankomst
Toen we na een lange reis eindelijk in het ziekenhuis waren aangekomen dacht ik vooral: wat is het hier warm en wat ben ik moe. Maar vooral: ik voel me net die jongen uit kruistocht in spijkerbroek: het is hier zo’n andere wereld.
St. Kitzito hospital
Toen ik voor het eerst in het ziekenhuis aankwam vond ik het eigenlijk luxer dan ik dacht: er was een x ray en een lab bijvoorbeeld. Het grootste verschil is de werkwijze. De taken van een verpleegkundige zijn: schoonmaken, bedden opmaken, ward round, opnames en ontslagen. In de tussentijd wordt er heel veel niks gedaan en gewacht. Hier wat verschillen met een ziekenhuis in Nederland:
-Patiënten worden niet tot weinig voorgelicht over een behandeling.
-Om te zorgen dat er genoeg bloeddonoren zijn moet je je eigen donor meenemen.
-Patiënten klagen nooit om pijn en verdovingen worden vaak niet gegeven.
-Hygiene is erg slecht: katten in de ward, overal beesten.
-Niemand heeft echt haast, dus als mensen gehaast zijn is er echt iets aan de hand.
Malariapillen
in het kort zijn er twee soorten malariapillen: Malarone en Lariam. De Malarone pil moet elke dag in worden genomen, Lariam een keer per week. Lariam staat bekend om zijn heftige bijwerkingen zoals hallucinaties en nachtmerries. Om die reden heb ik gekozen om elke dag een pil als toetje te nemen. De eerste dagen dat ik de pillen nam droomde ik heel veel en hele rare dingen. Noor dacht zelfs een keer dat het dropje gegijzeld werd, gelukkig was het de moskee maar. De gekke dromen trokken na een paar weken weer weg en heb ik niks meer van de pillen gemerkt.
Maatje Noor
Ik ken Noor al van de basisschool, al gingen we toen niet veel met elkaar om dus kenden we elkaar wel maar niet heel goed. Ik denk dat ook al ken je iemand wel heel goed of ben je al jaren vriendinnen het blijft toch een beetje spannend hoe het op reis zal gaan. Wat doe je als je ruzie krijgt? Ik ben heel blij dat Noor mijn reismaatje was. We hebben geen ruzie gehad en heb zelf na 13 weken ‘’op elkaars lip’’ nog kunnen lachen met Noor. We dachten over veel dingen hetzelfde en deden veel samen dat we wel een getrouwd snel leken.
Het eten
We sliepen in een van de twee guesthouses op het ziekenhuisterrein. Qua eten hadden we het heel lux: elke dag werd er door mama Rama gekookt. Op het menu stond: rijst met rode saus, chipsie met tomaten en kip of spaghetti met dunne saus. Als de pannetjes door een van de vrouwen die kookt uit het guesthouse werden opgehaald raadde we aan de hoeveelheid pannetjes welk gerecht we kregen. Het eten was lekker maar het was niet heel afwisselend. Om de sleur te doorbreken aten we af en toe bij Tan Swiss, hier hadden ze een gevarieerde kaart met westerse gerechten. Omdat je natuurlijk niet naar huis kan gaan zonder de typisch Afrikaanse gerechten te hebben geproefd hebben we ons gewaagd aan: Ughali (soort rijst van maismeel), Mandazi’s (soort oliebollen) en samboza’s (soort loempia’s die een vrouw aan de deur kwam verkopen). De eetgewoontes verschillen hier erg van de Nederlandse. Ik weet niet hoe ze het uithouden maar de meeste Afrikanen eten hier 2 keer per dag: ontbijt en avondeten. Als we met de verpleeg- en verloskundige op outreach gingen en wij ons geroosterde witte boterhammetje net achter de kiezen hadden,, begonnen zijn aan chipsie (mix van gebakken aardappels en patat) met cola (flesjes worden hier opengemaakt met de mond).
Het vervoer
De lange afstanden deden we per bus. De bussen zitten hier echt overvol, als je denkt dat er niemand meer bij kan, kan er altijd nog iemand bij. Verder duurt de rit altijd langer dan er wordt verteld en weet je nooit waar je bent en hoe lang de rit nog duurt. De kleine afstanden deden we met de bajaji. Aan het begin werden we nog afgezet maar na een tijdje wist iedereen dat we ons niet meer lieten kisten. Soms namen we de pikipiki (motor), dit vond ik echt heel gaaf ondanks dat mijn leven soms wel even aan m’n voorbij flitste als de chauffeur besloot om een vrachtwagen in te halen als er tegenligger aankwamen.
Gewenning
Het leven is hier heerlijk simpel: maandag tot donderdag werken in het ziekenhuis en vrijdag aan school werken (om de week skypen met school). S avonds deden we vaak spelletjes, vooral Rumikub was favoriet. Verder heb ik bijna alle E books gelezen die er bestaan(bij wijze van spreken dan). Ondanks dat het heel ontspannend was en heerlijk omdat ik thuis bijna nooit tijd heb voor dit soort dingen was ik blij dat ik na 10 weken lekker kon reizen. De eerste keer dat we merken dat we huisdieren hadden: apen in de boom, geiten in de voortuin, salamander in de slaapkamer en kikkers in het doucheputje keken we even op maar je went er snel aan. Ook het bruine water of geen water uit de kraan en het uitvallen van de stroom behoorden na een paar weken tot de vaste onderdelen van het leven. Waar we echter nooit aan konden wennen waar de stekende mieren, au! Op een ochtend zat er een hele kolonie in onze slaapkamer (waren uit een gatje in het plafond gekropen) en op onze kleren. Het was zo erg dat we veel hebben moeten weggooien. Gelukkig verkopen ze op de lokale markt ook onderbroeken..
Vrienden maken
Het maken van vrienden gaat hier erg makkelijk. De mensen hier zijn heel erg aardig en gastvrij. Het ontvangen van gasten is hier een eer en dat was te merken. Wel is het hebben van een vriendschap een stuk moeilijker. Na één ontmoeting wilden onze ‘’vrienden’’: of gelijk nog een keer afspreken, of mee naar Nederland of met ons trouwen… Verder zit het ziekenhuis met financiële problemen en is er verschillende keren om geld gevraagd. Het is natuurlijk erg dat deze problemen er zijn maar je voelt je dan toch een beetje een geldkraan.
Tijd?
Tijd wordt hier helemaal niet strikt genomen: iedereen komt te laat op afspraken en de bus vertrekt standaard minimaal een uur te laat. Ik was hier op voorbereid maar in de eerste week kijk je er toch van op omdat in Nederland geldt: tijd is geld. Ook zijn inschattingen hier vaak niet betrouwbaar. Zo zou de busrit van Mikumi naar Iringa 2 uur duren, we hebben hier 5 uur over gedaan… Ook hier wen je aan.
Het weer
In februari was het erg warm, gelukkig hadden we het zwembad bij Tan Swiss om af te koelen. Op 1 maart begon het regenseizoen en heb ik regen- en onweersbuien gezien zoals nooit te voren. De overkapping van het guesthouse is van golfplaten gemaakt dus tijdens de buien was het rummikubben in stilte omdat je elkaar gewoon niet verstaat. Over het algemeen vond ik de regen meevallen want vaak waren de buien heftig maar kort waardoor je er weinig last van had.
De taal
Ondanks de Swahili cursus was de taalbarrière groot. Sommige leden van het ziekenhuispersoneel spraken Engels dus dat was nog te doen. Alleen de patiënten spraken dit niet dus bleef het bij een paar standaard zinnen, wat het soms wel lastig en vervelend maakte om iemand te helpen. Wel heb ik gemerkt dat je zonder woorden iemand ook kan steunen(iemand troosten bijvoorbeeld).
Uitstapjes
In het weekend was het tijd om de toerist uit te hangen. Een weekend met een uitstapje wisseleden we af met een rustig weekend. Tan Swiss was ons tweede huis: gemiddeld kwamen we hier 3 keer per week.
Weekend 1: bijkomen+ Tan Swiss ontdekken
Weekend 2: Udzungwa mountains
Weekend 3: markt+ kerk (nonnen)
Weekend 4: Ruaha Nationaal park+ Iringa
Weekend 5: buurt verkennen (wandelingetje)+ kerk (vroege mis)
Weekend 6: Morogoro+ Morogoro mountains
Weekend 7: bezoek weeshuis
Weekend 8: stappen
Weekend 9: Mikumi National park+ bezoek Masai dorp
Weekend 10: inpakken en wegwezen
1.
Het avontuur
2.
De voorbereidingen
3.
Voorbereidend onderwijs
4.
Voorbereidingen vervolg
5.
Habari? Nzuri!
6.
Moja, mbilli, tatu...
7.
Haraka haraka, haina baraka
8.
Mannenafdeling, jarig en safari
9.
Veel te vertellen
10.
Altijd nat
11.
Afscheid nemen bestaat niet
12.
Dar es Salaam en Stone Town
13.
Nungwi en Kenia
14.
Terugblik 10 weken Mikumi
Create your own travel blog in one step
Share with friends and family to follow your journey
Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!