Retourtje 180 graden de wereld over

Serieus hoe vet is reizen?! Lekker op het gemakje zonder iets te moeten de wereld zien, dingen doen waar je normaal niet eens aan zou denken en kijken waar het uiteindelijk allemaal toe leidt... met jezelf en met elkaar. Al ging ik niet direct op zoek naar "mezelf", je komt jezelf toch tegen. Helemaal als je 10 dagen een stilte meditatie gaat volgen. Goed dat zou later pas

eva_tenvelden

9 chapters

15 Apr 2020

Recept voor iets nieuws: Een open ticket, een open mind... en een ontvangst met open armen

May 26, 2017

|

Java, Indonesië

Serieus hoe vet is reizen?! Lekker op het gemakje zonder iets te moeten de wereld zien, dingen doen waar je normaal niet eens aan zou denken en kijken waar het uiteindelijk allemaal toe leidt... met jezelf en met elkaar. Al ging ik niet direct op zoek naar "mezelf", je komt jezelf toch tegen. Helemaal als je 10 dagen een stilte meditatie gaat volgen. Goed dat zou later pas

plaatsvinden, voor nu ging de ontdekking nog over andere culturen, geweldige natuur, hectische steden, prachtige mensen en tropische temperaturen. Ja zeer heet was het, dat kun je wel zeggen... Het moment dat ik in Jakarta uit mijn vliegtuig stapte, scheelde het weinig of men had mij met een dweil op moeten vegen en dat terwijl de zon inmiddels al lang onder was. Na vier maanden reizen in midden winter, begin lente en einde herfst was ik eindelijk bij het vierde seizoen aangekomen en dat betekent spullen dumpen! Eindelijk zou mijn grote vriend een paar kilo afvallen... Gek genoeg was hij in de tussentijd helaas ook een aantal kilo aangekomen en hoe vaak ik de rest van mijn reis spullen weggaf hij bleef een solid 20 kilo... tot verbazing van menig taxichauffeur. HOE DAN? Ja die vraag kreeg ik geregeld naar mijn hoofd geslingerd en kan ik nog steeds niet beantwoorden. (Nee ik heb niet achterlijk veel kleding mee... Waarom denk je dat ik op alle foto's steeds hetzelfde aan heb?)

Ik ben bij het hoofdstuk reizen zonder plan aangekomen, ik had niet eens een geldig vliegticket naar mijn volgende bestemming en ik zou de komende weken met een veel rustiger tempo van plaats naar plaats hoppen dan wat ik gedaan had in de afgelopen maanden. Vaak wist ik niet eens wanneer ik naar de volgende plek zou reizen om nog maar te zwijgen over welke plek dat zou zijn. Oké nu moet ik niet overdrijven... Ik had een kleine inschatting welke plekken ik wilde zien, wanneer ik richting het meditatiecentrum moest verplaatsen en wanneer ik waar mijn visum zou moeten verlengen.
('Ik' blijf 'ik' zal ik maar zeggen en 'ik' ben 'ik' niet zonder een beetje plan)

Voor nu had ik echter slechts mijn eerste twee nachtjes in Jakarta geregeld en wist ik dat ik daarna per trein naar Yogyakarta wilde. Iedereen is altijd super enthousiast over die treinrit dus dat was wel een mooi begin na de hectische overvolle hoofdstad van het land. Nouja overvol en hectisch... Ik vond het belachelijk rustig en kon me niet voorstellen dat mensen deze stad als gevaarlijk druk zien. Ik zou later uitvinden waarom dit niet nu ook het geval was, tegelijk met nog wat administratieve probleempjes.

In de broeierige warmte van de late avond zocht ik mijn weg naar buiten richting een taxi die mij naar mijn hostel kon brengen. Ik dumpte mijn spullen op de achterbank en kroop zelf voorin om nog enigszins beenruimte te hebben. De auto was in tegenstelling tot buiten een koelkast en dus precies wat ik nodig had. Luisterend naar de radio en een vriendelijk woord van de chauffeur scheurden we langs alle lichtjes van de buitenwijken. Het is niet zo vreemd als China omdat je om de haverklap een Nederlands woord tegen komt en van Jakarta kan niet gezegd worden dat het zo mooi en magisch is als Kathmandu, maar wat is het heerlijk om weer in Azië te zijn! Na een lange vlucht, een paar uur tijdsverschil en een drie verdiepingen hoge trap (vergeet niet dat ik erbij liep als een pakezel) stond ik bovenaan mijn hostel en deed het meisje van de receptie de kamer open. Een koel aircobriesje stroomde langs me heen.
"This is your bed and there is the wifipassword." zei het meisje wijzend op één van de bedden die in een muur van capsules was verwerkt. Ik bedankte haar vriendelijk en ze sloot de deur achter zich dicht.... Hèhè ik was er, wat een rit, wat een klimaat, wat een overgang en wat was het voor mijn gevoel ondertussen al laat. Met een diepe zucht zette ik mijn grote vriend op de grond, voerde het wifiwachtwoord al hardop voorlezend in (ja ik was in de zone te-moe-om-in-mezelf-na-te-denken beland... geen idee wat ik nog meer allemaal hardop gezegd heb) en ik verbaasde me over een tikkend geluid. Het klonk alsof iemand heel verwoed aan t schrijven was... toen pas realiseerde ik me dat ik waarschijnlijk niet alleen in de kamer was. Heel leuk die capsule bedden met verduisterende gordijnen, slaapt heerlijk en je hebt me een partij privacy, maar ze zorgen blijkbaar ook voor situaties waarin je dus niet door hebt dat je niet alleen bent. Eén van de gordijntjes was voor de helft open en er scheen een straal licht langs. Ik besefte maar al te goed dat deze persoon wel iets vreemds moest denken van die chick die al zuchtend en puffend tegen zichzelf aan het praten was... Maarjaa nooit gezegd dat ik normaal was, dus zo veel moeite had ik er niet mee. In plaats daarvan stak ik mijn hoofd om de hoek van het gordijn (in de zin van ik liep langs, niet ik ging naar binnen... ff rustug) en groette de jongen die daar uitgebreid aan het typen was.
"Hallo" zei deze terug op een vrij Hollandse manier.
"Ah Dutch?"
"No, from Belgium."
"Ook gezellig! Hoe lang ben je hier?"
"Sinds een paar uur."
"Ah chill, lekker rustig aan. Ga ik ook doen."
"Ja ik dacht al die zeit precies zo blij om hier te zijn."
De jongen heette Jules en hoewel ik natuurlijk niet het hele gesprek onthouden heb, kwam het begin wel hier ergens op neer en we konden er beide wel om lachen. Het klikte super goed. Voor ik het wist, was ik er maar bij op de grond gaan zitten en zaten we samen mijn noten-trekking-mix te eten die ik nog over had van Australië (wat heerlijk die soepele invoerwetten hier). Net als met Catherine in China hadden Jules en ik voor de komende tijd hetzelfde programma: een paar dagen Jakarta, een dagtrein en een paar dagen Yogyakarta. En terwijl Cat zich ooit aan mijn schema aanpaste, paste ik me dit keer aan aan het schema van Jules.

"Ow ik ben trouwens ook benieuwd hoe het morgen zal zijn wanneer de Ramadan van start gaat." zei Jules nog vlak voor het slapen gaan... aha daar was mijn antwoord op de vraag waarom Jakarta zo rustig was (serieus straten waren vrijwel leeg). Lekkere timing Eef.

De volgende dag boekte ik dus maar een nachtje bij en gingen we op jacht naar een treintaartje... Nádat ik Jules kennis had laten maken met de bananen-chocopasta-tosti natuurlijk (jaa echte cacao hebben we hier ooit wel eens goed geïntroduceerd als Nederlanders, net als hagelslag dat in alle winkels te koop is). We liepen rond in een park waar we vervolgens bijna niet meer uit kwamen (omdat Indonesiërs blijkbaar

zeer goed zijn in het plaatsen van hekken en daarbij alle uitgangen graag dichtlassen), kochten een heerlijk mangosapje voor zo'n vijftig cent (wat een verschil met Nieuw Zeeland en Australië) en wandelden richting het "moderne" deel van de stad opzoek naar een Chinees theehuisje waar oude Hollandse reclame aan de muur hing en echte Belanda Kroketten werden geserveerd. Nomnomnom die had ik lang niet meer gehad. Ze waren een tikje gezoet, zoals alles in dit land... Zeer interessante combi wel, maar na vier maanden buitenland kan ik hier natuurlijk geen nee tegen zeggen.

Jules en ik hadden wel vaker wat interessants met eten. Dat bleek uit de volgende dag waarin we eerst het oude Batavia bezochten (vrij apart om een klein stukje Nederland binnen te stappen), een kampung ontdekten (in het begin kregen we het idee te zijn beland op een vuilnisbelt en ik verbaasde me dan ook over de armoede van deze gemeenschap zo dichtbij het toeristisch hart van de stad), de oude haven verkende (waar we de vissermannen vriendelijk bedankten voor een privétocht in hun niet al te betrouwbare bootjes) en vervolgens geheel te voet naar een kunstmarkt zouden gaan. Dat was toch zeker wel een uurtje lopen geweest en onze buiken begonnen al een tijdje te protesteren (althans die van mij, ik kan natuurlijk niet over Jules praten). De markt bleek in een themapark te liggen en aangezien we er helemaal naartoe waren gelopen, gingen we maar naar binnen. Tja misschien niet onze slimste keus die dag, want ook in Indonesië hangt er een prijskaartje aan een themapark, maar ook zeker niet de domste... Nadat we het park inliepen was de Ramadan direct merkbaar. Eettentjes waren dicht, er was vrijwel geen bezoeker te vinden en de kunstmarkt bestond uit kleine studio's met

schilderijen waar je wel degelijk kunst kon bekijken, maar de kunstenaars zelf spoorloos verdwenen waren. Voor zover de "Everything is open" die de kaartverkoopdame ons had beloofd. Van alle eetkraampjes was er één restaurantje open, met een te dure Indonesische menukaart en een non-Engelssprekende ober. Jaja je voelt hem aankomen zeker... de domste keuze van de dag: lekker als echte Nederlanders (ja ook de Belgen waren gewoon nog Nederlanders in de tijd van de VOC, dus we blijven even in deze context) het goedkoopste van de kaart bestellen en hopen op iets leuks. Nou leuk was het zeker... achteraf... nadat we later met een ijsje terug liepen naar het hostel en van alle suikers opeens weer energie kregen. Die middag hadden we namelijk witte rijst (die hadden we wel verwacht) met welgeteld zes vreemd ogende iets wat uit de kluiten gewassen groene bonen (die zagen we dus niet aankomen) gegeten. Geen wonder dat we pas bij het eten van het ijsje later die middag voldoende energie kregen om de grap van de situatie in te zien. Niet getreurd! Die avond bestelde ik een Foe yong hai (ja de Chinees in Nederland liegt... das dus gewoon Indonesisch hè) en smulden we van een heerlijk diner. Een goede afsluiter voordat we de trein,

een top rit waar ik me verder vrij weinig van kan herinneren aangezien ik steeds in slaap viel, zouden nemen naar de culturele hoofdstad van het land.

Yogyakarta... dat is waar alle mensen tijdens de Ramadan blijkbaar heen gaan, want wat was het hier gezellig druk, wat een bruisende pracht plek en wat een top hostel. In Laura's backpackers wordt er namelijk niet alleen ontbijt maar ook avond eten geserveerd. Dit zorgt ervoor dat je gelijk met mensen in contact komt en elkaar over je plannen van de volgende dag verteld. Super leuk want zo is er altijd wel iemand die aan wilt schuiven bij jouw plan of waar juist jij je bij kan voegen. Ondergrondse moskeeën, kunstscholen, markten en river-village-walking-tours kwamen voorbij. In deze stad kun je je na twee weken nog steeds niet vervelen. Zo werd er op een avond voorgesteld om naar een authentieke Indonesische poppenshow te gaan, je weet wel met van die platte schaduw poppen die met stokjes worden bewogen. Ik was wel bij, maar Laura (de eigenaresse van het hostel) vond het een veel beter plan als we naar Alun-Alun zouden gaan. De poppenshow zou namelijk twee uur duren waarin alleen maar gepraat zou worden in het Indonesisch en de poppen aan het einde een halfuurtje zouden vechten... "Don't go! It's super boring!" zo gezegd. Alun-Alun daarentegen was een magische plek waar je erachter kon komen of je wel een zuiver hart had... ojee daar begon dan misschien toch de zoektocht naar mezelf. Met een groep van zo'n vijftien man liepen we richting een groot grasveld voorbij het koninklijk paleis. Rond het grasveld was een rondweg gemaakt waarover tientallen met neonlampjes versierde auto's rondreden en mannetjes met megafoons van alles omriepen. Het gaf een soort vervreemd kermisachtig gevoel... Only in Asia.

Op het grasveld stonden twee enorme bomen naast elkaar en we namen op zo'n honderd meter afstand in het midden van de bomen plaats. De opdracht luidde: loop geblinddoekt vanaf deze plek tussen de bomen door. Als het je lukt heb je een zuiver hart en mag je een wens doen. Nou van al die vijftien man had geen enkel persoon een zuiver hart, iedereen dwaalde namelijk naar alle richtingen behalve de goede, waarbij alle mannen op één na naar links liepen en alle vrouwen op één na naar rechts... toch vreemd.

Na een aantal dagen Yogyakarta was het tijd om weer terug richting Jakarta te reizen om op tijd te zijn bij mijn meditatie cursus. Deze zou ik namelijk volgen in het plaatsje Bogor, nog geen uur rijden van de hoofdstad. Naderhand zou ik dan weer terug gaan naar Yogyakarta om mijn visum te verlengen. Lekker op en neer reizen joh, niets mis mee en wie weet val ik de volgende keer wel niet in slaap tijdens de treinrit. Voor nu stond er een busrit op het programma waarbij ik onderweg naar Bogor een vierdaagse tussenstop zou maken in Pangandaran. Na een scherp brandend ontbijt (ja ik en m'n Vlaamse vriend probeerden ook eens de vers gemaakte chilisaus... slimmerts) en afscheid van Jules werd ik opgepikt door een gammel busje waarin de Indonesische muziek om je oren vloog en waarvan de motor twee keer uit viel voor we goed en wel bij het hoofdbusstation aankwamen. Daar wisselden we, gelukkig, van bus en begon ik met een aantal locals aan de rit.
De busrit was zowaar nog mooier dan de treinrit, oftewel ik viel dit keer niet in slaap. Alle hectiek van de stad was verdwenen en het rammelende busje reed onder de bescherming van hoge palm- en bananenbomen langs rustieke boeren dorpen met aangrenzende rijstvelden. Hier en daar lag een koe met lange rechte horens in de schaduw van de bomen, waren vrolijk spelende kinderen in de weer met stokken en zat een man aan zijn motor te sleutelen. De huizen tussen de bomen zagen eruit alsof ze zo uit een tropisch sprookje afkomstig waren. Sommigen hadden een leuk rood bakstenen patroontje, anderen waren mooi afgewerkt met een felgekleurde pleisterlaag en weer anderen waren gewoon van cementblokken. Enkele huizen waren compleet vervallen en aan hun lot overgelaten terwijl er ook een aantal nog in aanbouw waren, maar één ding hadden alle gebouwtjes gemeen: een puntdak van rode dakpannen met een golfplaten veranda aan de voorzijde van het huis. Wat een geweldig gezicht.
Het busje stopte vlak bij mijn hostel. Het zag er gezellig uit met leuke versieringen, enorme hoeveelheden hangplanten en schilderingen. De eigenaresse Tika was vriendelijk en behulpzaam en haar dochter Nita wees me de weg naar mijn eigen privékamer. Oelala wat een luxe... Ja het hostel had namelijk geen dormrooms en dat was eigenlijk ook wel een keertje lekker. Het enige vreemde was dat er verder niemand in het gebouw te bekennen viel. Al snel bleek ook dat er niet vreselijk veel mensen in het hostel verbleven en dat de mensen die er waren allemaal aan het surfen waren. Deze mensen waren wel allemaal erg sociaal en aangezien mijn kamer zich direct bovenaan de trap bevond, had ik met mijn deur open gelijk een gezellig praatje toen ze "thuis" kwamen.
Eigenlijk best grappig hoe snel je je tijdelijke slaapplekken toch altijd weer omdoopt tot thuis. Dit hostel had daarbij een extra hoog gehalte huiselijkheid, omdat de mensen die er waren allemaal samen uit eten gingen en Tika voor ons afscheid een heerlijke Indische rijsttafel maakte die werd afgesloten door een gezellige jamsessie met Dindin, de lokale tourguide van het plaatsje. Voor het zo ver was stonden er echter eerst een aantal heerlijke relaxte dagen voor de boeg. Ik sliep uit, wandelde door de straatjes van het stadje, over het strand, bezocht een avondmarkt, een oude vervallen kermis en sloot me aan bij één van Dindin zijn tours. De vriendelijke actieve Indonesische man sprak uitstekend Nederlands! Hij besteedt zijn dagen aan het rondleiden van toeristen door de Green Valley en Green Canyon waarbij je tijdens de heen en terugweg op de

motor nog langs prachtige rijstvelden rijdt. Ik heb me prima vermaakt die dag. Samen met een vrij grote groep sprongen we van rotsen af, slingerden we aan lianen, zwommen we tegen gigantische stromingen in en lieten we ons meenemen door watervallen. Verder verbaasden we ons over de grote hoeveelheden zoetwaterkrabben en werden onze dode huidcellen opgegeten door knabbelvisjes. Eenmaal terug genoot ik van een overheerlijk Gado Gado en kroop ik moe maar voldaan mijn bedje in.

Dan werd het nu eens tijd om op zoek te gaan naar een hostel in Bogor... Nou dan kun je lang zoeken, want die zijn er dus niet. Aangezien het een voorstad van Jakarta is, zijn er vrijwel alleen dure hotels en vond ik met moeite een hotel dat wat meer binnen mijn prijsklasse lag. De foto's en reviews beloofden niet veel goeds en er was ook nergens een site waar je dit hotel kon reserveren. Toch deed ik een poging onder het mom 'ik hoef er alleen maar te slapen' en belde met de telefoon van Tika het nummer dat ik gevonden had. Een nauwelijks Engels sprekende man nam op.
"Hallo?"
"Hello, this is Eva. I was wondering if I can make a reservation for two nights."
"Yes yes yes!" en de man hing op...
Ik belde opnieuw: "So I want to come tomorrow..."
"Yes yes yes!" en de man hing opnieuw op...
Derde poging: "So that would be from the 5th till the 7th. Do you need a name?"
"Yes yes yes! No no no!"
Oké dan... ik liep terug naar Tika en vertelde haar het vreemde verhaal. Zij was van mening dat ik ook nog wel langer hier kon blijven, want het was toch zo gezellig?! Helemaal waar natuurlijk, maar ik wilde in Bogor de beroemde Botanische tuin bezoeken voor ik me tien dagen zou overgeven aan Vipassana meditatie. Dat laatste ving een gast op die toevallig die dag was aangekomen.
"Ow you're gonna join the meditation in Bogor?"
"Yes I am!"
"Ah see you there then!"
Wat een toeval. Ik vroeg hem of hij al een hostel had, maar deze jongen was niet van plan om nog in Bogor te slapen en als hij dat deed dan zou hij bij Robbi crashen. Een vriendelijke couch surf host waar hij al eerder te gast was.
"Even better!" riep ik uit en zo was mijn slaapplaats dan toch geregeld.

In de vroege ochtend nam Nita mij en al mijn bagage (ik kan me niet voorstellen dat ze ooit meer achterop heeft gehad) mee op haar scooter richting het busstation waar de bus me vervolgens mee zou nemen richting Bogor. In Azië toetert men in het verkeer bij de minste reden, maar vooral om te laten weten dat je eraan komt. Soms is dit zelfs verplicht en wordt er aan de kant van de weg aangegeven dat je moet toeteren wanneer je bijvoorbeeld een scherpe bocht nadert. Deze buschauffeur toeterde naar mijn mening echter gewoon om te toeteren. Een schel geluid vulde de bus elke dertig seconde op drukke slingerwegen en misschien nog wel vaker op lege rechte wegen. Tja jammer, maar je went er wel aan als je vijf

uur in de bus moet zitten. Aan het einde van de rit werd me de weg gewezen naar het treinstation en nam ik de trein naar het centrum van Bogor waar Robbi me zou komen ophalen. De bus had blijkbaar lekker hard gereden want ik was veel vroeger dan verwacht en ging op zoek naar een handige plek om te wachten op mijn couch surf host. Aan de overkant was een KFC. Perfect: eten, toiletten en misschien zelfs wifi en anders zijn er vast mensen die voor mij Robbi even willen bellen om te zeggen waar hij me kan vinden.
Tja dan is alleen de vraag hoe je daar moet zien te komen, want zoals eerder benoemt... in Indonesië plaatsen ze mensen misschien minder vaak in hokjes dan wij in Nederland doen, maar ze plaatsen mensen wel graag tussen hekken. Manmanman wat een omweg moest je nemen om de straat over te steken en terwijl ik met mijn beste vriend op de rug liep, kon ik alleen maar naar die zwarte wolk kijken die recht boven de KFC hing. Zou ik het halen of niet... wie weet barstte de hel wel los zo'n tien seconden voor ik binnen was, maar aan de kleur te zien zou tien seconden al drie keer genoeg tijd zijn geweest om tot op je ondergoed nat te worden. Ik beende over de met auto's bezaaide straat en net op tijd dook ik het gebouw in. Het scheelde niet veel, want toen ik op de bovenverdieping een tafel zocht, barstte het noodweer los. Er zat een meisje alleen aan tafel en ik vroeg haar of ik naast haar mocht zitten. Dat mocht en ze wilde ook Robbi wel even voor me contacten. Ik keek naar buiten. Een gordijn van regen viel over de stad compleet met donder, bliksem en de hele rambam. De komende uren zou ik me niet verplaatsen en aan mijn blog werken totdat ik om acht uur zou worden opgehaald. Ik was na een tijdje alleen zo verdiept in mijn verhalen dat ik niet door had dat het ondertussen al negen uur was. De bovenverdieping van de KFC ging sluiten, het was donker buiten en Robbi was nergens te bekennen. Het meisje naast me was ondertussen al lang verdwenen en aangezien er geen wifi was moest ik op zoek naar een nieuw persoon wiens telefoon ik zou kunnen gebruiken. Gelukkig zat er beneden nog een jongen die zo vriendelijk was zijn mobiel uit te lenen. Ik belde Robbi opnieuw, deze bleek al onderweg te zijn, en niet veel later liep er inderdaad een enigszins natgeregende maar vriendelijke, goed Engels sprekende, jongen naar binnen.
We kletsten even met goede hoop dat de regen zou stoppen, maar zagen al gauw in dat dit waarschijnlijk niet meer zou gebeuren.
"City of rain..." grijnsde Robbi en hij knikte naar de dikke regendruppels die nog steeds tegen de ruiten tikten "...every day is a rainy day here."
Robbi's huis bestond uit een enkele kamer van een aantal aaneengeschakelde kamers rondom een binnenpleintje. Een gedeelde keuken, bucketshower en parkeerplaats. Voor de deur stonden drie auto's, een stuk of tien motors en rondom de voertuigen lagen her en der een aantal katten te spinnen. Indonesische vorm van gedeeld wonen zal ik maar zeggen. De kamer was vrij groot en werd halverwege opgesplitst door een muur. Robbi sliep aan de ene kant en ik aan de andere kant.
"In Indonesia it is illegal for a boy and girl to sleep in the same room." zei Robbi vrij serieus
"Ah I see, so what happens when someone finds out?"
"We get married!" en hij schoot in de lach.
Het dak kon de enorme stortbui niet aan en er liep een straal water langs de muur, het plafond stond vol schimmel en mijn hele lijf kriebelde van ondefinieerbare beten. Het rook muf en om te voorkomen dat er meer water binnen kwam bleven de ramen dicht. Het was zeker geen

paleisje, maar Robbi deed zijn best om het me naar de zin te maken. Samen aten we nog wat watermeloen en hij gaf me een telefoon waarop we de volgende dag contact zouden kunnen houden.
"Tomorrow after work, I'll go to friends in the mountains. Do you want to come?"
"Yeah sure! I love the mountains."
"Ok, I'll text you when I go, so you can go with me after you visit the botanic garden."
"Sounds like a plan!" en met die woorden viel ik in slaap.
De geweldige beroemde Botanische tuin was waarschijnlijk onbeschrijfelijk mooi geweest als de bijzondere planten en orchideeën hadden gebloeid. Nu was het een zeer grote tuin met wel duizend kleuren groen, maar dat maakte niets uit. Die dag zou ik namelijk genoeg planten zien. Robbi gaf aan dat hij rond drie uur die middag richting de bergen zou gaan. Hij kweekte namelijk allerlei soorten kruiden en medische planten die hij dan uitwisselde met een gezin dat in de bergen leefde. Nadat hij zijn planten met zorg en liefde had ingepakt en vastgebonden, bestelde hij een GoJack (motortaxi) voor

mij en begonnen we aan onze uur lange rit naar de berg. Geweldig om achterop te zitten en alle kleuren, geuren, geluiden en indrukken op je af te laten komen en aan je voorbij te laten ruisen. Boven aan de berg troffen we een gezin met open armen aan: Ali, zijn vrouw en zoontje. Ze konden geen Engels maar vonden het geweldig om mij hun tuin en uitzicht te laten zien. Het was werkelijk prachtig en had iets weg van het magische Kathmandu. Vlak voordat het vasten van die dag afgelopen was, namen Ali en Robbi me mee met de motor nog een stukje verder de berg op. Daar was het uitzicht zowaar nog mooier en zodra de mannen weer mochten eten rende Ali naar een klein akkertje en kwam terug met twee vers geplukte ananassen. We smulden van het zoete fruit en toen we daarna naar beneden crosten had Ali's vrouw het eten klaar en genoot ik, op de grond van de authentieke bamboehut, van een heerlijke maaltijd. Wat zijn de mensen in Indonesië toch geweldig gastvrij. Die avond sloten Robbi en ik af op een kussen en een kleedje in de stad met een pittig gekruide verse gingerthee in de hand en een voldane glimlach op ons gezicht. Wat kan het leven toch mooi zijn als je je open stelt voor het onbekende en alles maar gewoon op je af laat komen.

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2025 Travel Diaries. All rights reserved.