Het gedroomde Bali

Na een maand uitgestrekte landschappen, eindeloze wegen en Engels sprekende mensen komen we op 30 december 2014 aan op ons eerste stukje Azië, namelijk Bali. Op de een of andere manier is dit eiland altijd al een soort droombestemming geweest. Het is dan ook een beetje surrealistisch om hier eindelijk te zijn.

Zo’n dag reizen, het is toch niet niks! ’s Ochtends vroeg worden we door Ellen en Peter op de luchthaven van Sydney afgezet, ruim op tijd. Gelukkig maar, want al bij het inchecken blijkt dat we een ticket moeten voorleggen met een vlucht uit Indonesië, als voorwaarde om het land binnen te mogen. We beslissen in sneltempo dat we op 4 februari vanuit Indonesië zullen doorreizen naar Thailand (preview ;-) ). Een vlucht van Sydney naar Perth, van Perth naar Bali en een tijdsverschil van drie uur later, zetten we weer voet op vaste grond. Vol nieuwsgierigheid stappen we het vliegtuig uit en gaan onze ogen op zoek naar de paradijselijke natuur, cultuur en religie.

Om onszelf zo op het einde van het jaar wat te verwennen, boekten we vooraf een

resort in het zuiden van Bali voor enkele nachten. Aangekomen bij het hotel blijkt echter geen van onze credit- of bankkaarten te werken, noch in het hotel, noch in de rondom liggende geldautomaten. Gelukkig zijn onze euro’s ook welkom en ploffen we na een lange dag neer in onze luxueuze kamer. Een dagje later is ook het financiële probleem opgelost en voelen we ons plots miljonairs (in Rupiahs, welteverstaan ;-) ).

Het resort kan ons wel bekoren met zijn azuurblauwe zwembad, decadente ontbijt en gratis massages. Ook is het de ideale uitvalbasis om het zuidelijke, toeristische deel van Bali te ontdekken. Gezien de feestelijkheden voor oudjaar is het overal gezellig druk; de straten zijn goed gevuld met de vele Australische toeristen, verkopers allerhande en locals. Iedereen lijkt in dezelfde vrolijke stemming te zijn. Zoals in het vorige hoofdstuk beschreven maakte dit alles de overgang van 2014 naar 2015 voor ons uniek en memorabel.

Na de drukte van het zuidelijke deel van het eiland trekken we met een lokaal busje naar het binnenland. Hier, verder weg van de toeristen, vinden we de prachtige schoonheid van de natuur, de mensen en hun geloof. We verblijven steeds bij mensen thuis in “homestays” en worden verwend met plaatselijk eten (echt héérlijk) en leren wat van de cultuur en gewoontes kennen. Om zo veel mogelijk te kunnen zien huren we enkele dagen een scootertje (hét vervoersmiddel van de Balinezen) en sjezen we over de hobbelige wegen en aan de linkerkant van de weg van dorpje tot dorpje. Ongelooflijk hoe mooi het landschap is: bergen wisselen zich af met regenwoud, rijstvelden en plantages, huisjes staan tussen tempels, marktjes en overal liggen Hindoeïstische offerbloemen en ruikt het lekker naar wierook.

Tussen de regenbuien door, genieten we van het warme zonnetje. De temperatuur blijft hier rond de 30 à 35 graden schommelen en het voelt continu vochtig aan. Omdat wij wel voor een uitdaging te vinden zijn, overhalen we onszelf om een trekking te doen naar een van de actieve vulkanen van het eiland. Samen met twee Australiërs worden we ’s nachts opgepikt door een erg gehaaste chauffeur die ons naar de voet van de berg brengt. Onderweg toetert hij als een bezetene op de straathonden die in allerijl moeten wegspringen om te overleven. Halverwege rijden we aan een enorme snelheid over een grote plastic zak, althans dat leek het te zijn. Voor we het goed en wel beseffen raken we een massief stuk rots en zweven we even met alle wielen van de grond. Na de eerste schok is iedereen ongedeerd, behalve de wagen. Zowel de versnellingsbak, als het stuur en de motor blijken kapot te zijn en gelukkig kunnen we snel overstappen in een andere auto. Zo zijn we toch nog op tijd aan de start van de trekking en in het donker beginnen we aan de lange klim naar boven. Door de regenwolken heen komt de top stilaan in zicht en net op tijd voor de eerste zonnestralen staan we boven van het uitzicht te genieten.

Genieten doen we hier dus op allerlei verschillende manieren: een stevige trekking, vergezichten, zonsopkomst en –ondergang, cultuur en tradities, religie, natuur, lekker eten, … Het afdingen lukt ons al steeds beter, waardoor de vrije ruimte in de rugzakken (die er al niet was) nóg beter opgevuld raakt.

Ondertussen is de tijd gekomen dat we -voorlopig- afscheid nemen van het prachtige Bali. Onze tocht gaat per slow boat verder naar Lombok, een eiland ten oosten van Bali.