Voor de afwisseling moet ik weer vroeg op. Na m'n ontbijt laat ik me door een taxi bij het sumo kantoortje afzetten. Om 9 uur in de ochtend zal hij vertrekken. Dat wordt 9.15 uur, ik ben blij verrast! Dat slaat al snel om als hij 10 minuten later al weer ergens stopt in de stad om nog een flinke lading vracht op het dak en achterin de sumo te laden. Daar gaat al snel een klein uurtje voorbij. Dan eindelijk op pad. Ik heb 2 tickets gekocht en zit voorin naast de chauffeur, zodat ik me een beetje kan bewegen. Dit keer zijn er 2 chauffeurs, die elkaar aflossen achter het stuur. Een van hen zit achter mij en ratelt aan een stuk door, Varta batterijen leggen het af bij de zijne! Om de have klap, wordt er een stop gemaakt en moeten de chauffeurs weer roken. Mij was verteld dat het ritje een uurtje of 8 zou gaan duren. Ik heb er al snel een hard hoofd in. Prachtige natuur onderweg, maar het mag van mij wel wat sneller. Die 8 uur gaat dus niet gehaald worden en als het donker begint te worden, vindt de chauffeur eindelijk z'n gaspedaal. Lekker op dit soort smalle, kronkelige bergpaadjes! Uiteindelijk duurt de rit een kleine 11 uur en kom ik om een uur of 8 's avonds aan. De sumo stopt op een donkere plek in Champhai om z' n vrachtje af te leveren. Die ene chauffeur wil weer een sjekkie van me hebben, in plaats van dat ie een beetje opschiet met die lading. Ik heb 't helemaal gehad en wil een taxi pakken naar m'n vanuit Aizawl geboekte hotel. Maar dat hoeft niet, want ze zijn zo klaar beweren de chauffeurs. Daarna brengen ze mij erheen. Blijkt het 200 meter om de hoek te zijn, weer een half uur extra reistijd erbij gekregen! Wat een dodo's! Ik check snel in en kan nog wat te eten krijgen op m'n kamer. Daarna ga ik pitten en val al snel in een diepe slaap.
Als ik opsta om een uur of 8 en uit m'n raam kijk is het flink bewolkt en regenachtig. Gisteren was het ook al de hele dag bewolkt. Na het ontbijt, besluit ik om het aanbod van de hotelmanager, ik wil naar de grensplaats met Birma(Myanmar), Zokawthar genaamd, aan te nemen. Ik kan met een taxi, Suzuki Alto ( deze kleine bakkies rijden hier overal rond als taxi in de bergen), voor 2000 roepies, een kleine €30,- heen en weer. De chauffeur wacht terplekke tot ik uitgekeken ben om weer terug te rijden. De chauffeur is een jong pikkie van begin 20 en we gaan op pad. Een ritje van 2 uur over nog geen 30 kilometer. De wegen zijn dan ook weer van typisch Indiase bergkwaliteit en door de regen nogal aan de modderige kant. Van de natuur en de uitzichten onderweg krijg ik geen genoeg. Dat vergoed alles weer. Dan vervolgt de weg zich langzaam naar beneden en zie je verderop Zokawthar liggen. Het ligt aan een grensrivier verbonden door een brug met het Birmese stadje Rihkhawdar. Er wordt hier volop handel gedreven. Als toerist zijnde, mag je de grens oversteken, aan de andere kant rondkijken, maar niet verder Birma in. M'n chauffeur zet me af voor de brug en ik laat m'n paspoort aan de Indiase kant controleren. Ik mag al snel doorlopen en steek de brug over. Aan de Birmese kant moet ik m'n paspoort achterlaten, die ik bij terugkomst weer terug krijg. Dan loopt de weg over een modderig weggetje omhoog. Er volgt een t-splitsing en op de hoek ga ik een theetje doen. Ik schuif aan bij de lokalen en aanschouw de taferelen die zich buiten voor m'n neus afspelen. Er worden hier houten karren, een soort lange skelters, volgestouwd met grote vrachtpakketen tot wel 2 meter hoog. Voorop zit een bestuurder en achteraan wordt door een mannetje of 6 de kar de heuvel op geduwd, soms door een auto. Bovenop de heuvel gaat het weer naar beneden richting de brug en India. De chauffeur moet volop in de remmen en de duwers begeleiden hem om te voorkomen dat er pakketten afvallen. En dat op die modderige weg! Wat een schouwspel! Er lopen hier de nodige vrouwen rond
Menno van der Wurf
10 chapters
15 Apr 2020
Aizawl
Voor de afwisseling moet ik weer vroeg op. Na m'n ontbijt laat ik me door een taxi bij het sumo kantoortje afzetten. Om 9 uur in de ochtend zal hij vertrekken. Dat wordt 9.15 uur, ik ben blij verrast! Dat slaat al snel om als hij 10 minuten later al weer ergens stopt in de stad om nog een flinke lading vracht op het dak en achterin de sumo te laden. Daar gaat al snel een klein uurtje voorbij. Dan eindelijk op pad. Ik heb 2 tickets gekocht en zit voorin naast de chauffeur, zodat ik me een beetje kan bewegen. Dit keer zijn er 2 chauffeurs, die elkaar aflossen achter het stuur. Een van hen zit achter mij en ratelt aan een stuk door, Varta batterijen leggen het af bij de zijne! Om de have klap, wordt er een stop gemaakt en moeten de chauffeurs weer roken. Mij was verteld dat het ritje een uurtje of 8 zou gaan duren. Ik heb er al snel een hard hoofd in. Prachtige natuur onderweg, maar het mag van mij wel wat sneller. Die 8 uur gaat dus niet gehaald worden en als het donker begint te worden, vindt de chauffeur eindelijk z'n gaspedaal. Lekker op dit soort smalle, kronkelige bergpaadjes! Uiteindelijk duurt de rit een kleine 11 uur en kom ik om een uur of 8 's avonds aan. De sumo stopt op een donkere plek in Champhai om z' n vrachtje af te leveren. Die ene chauffeur wil weer een sjekkie van me hebben, in plaats van dat ie een beetje opschiet met die lading. Ik heb 't helemaal gehad en wil een taxi pakken naar m'n vanuit Aizawl geboekte hotel. Maar dat hoeft niet, want ze zijn zo klaar beweren de chauffeurs. Daarna brengen ze mij erheen. Blijkt het 200 meter om de hoek te zijn, weer een half uur extra reistijd erbij gekregen! Wat een dodo's! Ik check snel in en kan nog wat te eten krijgen op m'n kamer. Daarna ga ik pitten en val al snel in een diepe slaap.
Als ik opsta om een uur of 8 en uit m'n raam kijk is het flink bewolkt en regenachtig. Gisteren was het ook al de hele dag bewolkt. Na het ontbijt, besluit ik om het aanbod van de hotelmanager, ik wil naar de grensplaats met Birma(Myanmar), Zokawthar genaamd, aan te nemen. Ik kan met een taxi, Suzuki Alto ( deze kleine bakkies rijden hier overal rond als taxi in de bergen), voor 2000 roepies, een kleine €30,- heen en weer. De chauffeur wacht terplekke tot ik uitgekeken ben om weer terug te rijden. De chauffeur is een jong pikkie van begin 20 en we gaan op pad. Een ritje van 2 uur over nog geen 30 kilometer. De wegen zijn dan ook weer van typisch Indiase bergkwaliteit en door de regen nogal aan de modderige kant. Van de natuur en de uitzichten onderweg krijg ik geen genoeg. Dat vergoed alles weer. Dan vervolgt de weg zich langzaam naar beneden en zie je verderop Zokawthar liggen. Het ligt aan een grensrivier verbonden door een brug met het Birmese stadje Rihkhawdar. Er wordt hier volop handel gedreven. Als toerist zijnde, mag je de grens oversteken, aan de andere kant rondkijken, maar niet verder Birma in. M'n chauffeur zet me af voor de brug en ik laat m'n paspoort aan de Indiase kant controleren. Ik mag al snel doorlopen en steek de brug over. Aan de Birmese kant moet ik m'n paspoort achterlaten, die ik bij terugkomst weer terug krijg. Dan loopt de weg over een modderig weggetje omhoog. Er volgt een t-splitsing en op de hoek ga ik een theetje doen. Ik schuif aan bij de lokalen en aanschouw de taferelen die zich buiten voor m'n neus afspelen. Er worden hier houten karren, een soort lange skelters, volgestouwd met grote vrachtpakketen tot wel 2 meter hoog. Voorop zit een bestuurder en achteraan wordt door een mannetje of 6 de kar de heuvel op geduwd, soms door een auto. Bovenop de heuvel gaat het weer naar beneden richting de brug en India. De chauffeur moet volop in de remmen en de duwers begeleiden hem om te voorkomen dat er pakketten afvallen. En dat op die modderige weg! Wat een schouwspel! Er lopen hier de nodige vrouwen rond













die thanaka op hun gezicht dragen. Dat is een smeersel van de bast van een bepaalde boom vermengd met water. Het wordt gedragen als bescherming tegen de zon en is een schoonheidsideaal. Ik voel me weer helemaal thuis, alsof ik niet weg geweest ben uit dit land. Ik ga het stadje nog wat verder verkennen. Wat je aan de Indiase kant niet ziet, is hier in overvloed, wineshops, oftewel slijterijen. De Mizo's van de Indiase kant komen hier dan ook graag heen voor een slokje! Na een paar uurtjes rondgestruind te hebben, lust ik ook wel een slok en vind een mooi barretje met terras aan de grensrivier met uitzicht op Mizoram, India. Daarna pik ik m'n paspoort weer op en spreek af met de douanier dat ik de volgende keer als ik hier kom met een Birmees visum, ik wel door mag reizen het land in. Ik wandel de brug weer over naar India en m'n chauffeur staat al te trappelen om z'n Suzuki Alto de berg op te rossen. Eind van de middag zijn we weer terug in Champhai. Als het tegen half 5 donker begint te worden, moet ik snel gaan dineren. Om een uur of half 6 gaat het restaurant dicht en kan je nergens anders meer wat krijgen. Zo rond half 7 gaat het laatste winkeltje wel dicht en sterft het op straat snel uit. Dat betekent dus lekker op tijd naar bed!
Om een uur of half 9 ga ik ontbijten. Via het hotel wordt er een auto met chauffeur geregeld om de volgende dagtrip uit te voeren. Het is een Suzuki busje, '4wheel drive' zegt de hotelmanager er nog bij. Dat heb je nodig, want de weg is erg slecht. Echt niet, dat dit busje 4wheel drive heeft, maar goed, ze zullen het wel vaker hebben gedaan. De chauffeur laat nog even op zich wachten, het is hetzelfde jonge pikkie van gisteren. De prijs van dit uitje, kan ik niet veel laten zakken. De manager houdt voet bij stuk. Hij is een echte geldwolf. We vertrekken dan eindelijk en we reiden in noordelijke richting

evenwijdig aan de Birmese grens. Voorlopig is de weg behoorlijk goed! We gaan naar Murlen National Park. Ik wil de hoolock gibbon zien. Dit is een met uitsterven bedreigde aap, Indiaas enige aapsoort, alle andere wat wij apen noemen zijn primaten. Het een grote aap met lange armen, waarmee hij in de top van de jungle van boom tot boom slingert. Hij heeft een prachtig getekend gezicht. Na 2 uurtjes rijden, moeten we een zijweggetje in. Het lijkt meer op een ezelpad en is enorm smal. Er lopen 2 diepe geulen doorheen, dus moet de chauffeur de wagen er behendig doorheen sturen. Net met z'n wielen op de verhoging naast beide geulen. Gelukkig is het na de regen van gisteren wel opgedroogd, op enkele plekken na. Die zijn behoorlijk modderig en glad. Daar komen we een paar keer bijna vast te zitten. Hier en daar kijk je aardig de diepte in. Het pad loopt al snel door de jungle. Uiteindelijk lukt het ons om het dorp Murlen na een uur stunten te bereiken. De locatie is prachtig, aan alle kanten omgeven door de jungle. We rijden het dorpje in en stappen uit. Al snel komt er iemand op ons afgelopen, het is het schoolhoofd van het basisschooltje dat ze hier hebben. Wonderbaarlijk spreekt hij Engels. Ik vertel hem dat ik het park in wil. Er is helaas geen gids en alleen ga ik dat natuurlijk niet doen. Er zitten ook katachtigen in het woud. Hij nodigt me daarop uit om in zijn huis de nacht door te brengen en dan leidt hij me morgen wel door het woud. Helaas moet ik dan terug naar Aizawl. Dan wil hij zijn schooltje laten zien en ik mag wat in het gastenboek schrijven. De laatste buitenlander was hier een jaar of 20 terug. Je zit hier dan ook echt afgelegen. Het ezelpad is de enige toegangsweg. Het schoolhoofd nodigt ons daarna uit voor de thee, krijg ook nog een maaltijd voorgeschoteld. Die sla ik maar even over, anders heb ik zo weer last van Delhi-Belly (schijterij). Ik deel nog wat ballonnetjes uit aan de schoolkinderen en dan is het tijd om aan de terugreis te beginnen. Weer 3 uurtjes sturen en dan kunnen we net voor donker terug zijn. Na het eerste uurtje verlaten we het ezelpad veilig, ik ben blij dat we het overleefd hebben en niet vast zijn komen te zitten. Ondanks dat het parkbezoek niet gelukt is, vond ik het toch zeer de moeite waard. Net voor het donker zijn we terug. Ik ga maar direct eten en vervolgens naar m'n kamer. Buiten sterft het snel uit en een biertje zit er hier toch niet in.
De volgende ochtend is het vroeg op, 6 uur. Vandaag reis ik terug naar Aizawl en ik krijg een ontbijtje op de kamer geserveerd over een half uur. Het restaurant gaat pas later open. Als het ontbijt erin zit, ga ik nog even op het dak kijken voor het uitzicht. De zon is al even op, het uitzicht is werkelijk verbluffend! Er hangen wolkenflarden beneden boven de rijstvelden, tussen de omliggende heuvels. Het is kraakhelder. Wat een plaatje!!! Dan loop ik met de manager naar de sumo counter en koop wederop 2 tickets om voorin te zitten. Het is zoals gewoonlijk weer wachten en de sumo vertrekt om







7.40 uur, 40 minuten te laat. Na een stuk gedaald te hebben, moet ik in een andere sumo, die aan de kant van de weg staat te wachten met al wat passagiers aan boord, overstappen. Dan om 8 uur ben ik echt op weg. Deze sumochauffeur is gelukkig wat serieuzer dan die 2 van m'n vorige rit en rijdt lekker door. Na een paar uurtjes wordt er een stop gemaakt om wat te eten. Dan weer verder en tegen zonsondergang, een uur of half 5, kom ik aan in Aizawl. Vlak bij hetzelfde hotel als de vorige keer, ik heb m'n kamer besproken, is het eindpunt. Een paar minuutjes lopen en ik ben er. Inchecken, even wat opfrissen en snel een koud biertje in het restaurant. Die had ik al een paar dagen niet gehad. James, de jonge ober uit de buur deelstaat Manipur, is blij dat ik er weer ben en regelt snel een Red Indian van een halve liter. Als die erin zit ga ik douchen en daarna eten. Nog even het dagboek bijwerken op de kamer en dan is het tijd om te gaan snurken.
1.
Hoofdstuk 1 Van Guwahati naar Shillong
2.
Hoofdstuk 2 Shillong en verder richting Silchar
3.
Hoofdstuk 3 Mizoram ontdekken
4.
Hoofdstuk 4 Op weg naar de Birmese grens
5.
Hoofdstuk 5 Terug op het platteland van Assam
6.
Hoofdstuk 6 Op weg naar de Naga's
7.
Hoofdstuk 7 Een ouderwetse nachtrit met de bus
8.
Hoofdstuk 8 Het Air India avontuur
9.
Hoofdstuk 9 Goa, het voormalig paradijs op aarde
10.
Hoofdstuk 10 De afsluiting in Bombay