Noord Oost India

Op een schappelijke tijd sta ik op en krijg in de keuken mijn ontbijtje geserveerd. Als ik daarna mijn spullen gepakt heb, moet ik naar de taxistandplaats om mijn taxi naar Dimapur te regelen. Daarvandaan neem ik de nachtbus om 4 uur vanmiddag terug naar Silchar in zuid Assam. Amongla trommelt de chauffeur op en gezamenlijk rijden we naar de taxistandplaats. We komen er om een uur of 11 aan en gaan op zoek naar een taxi, waar ik niet te lang hoef te wachten voor hij vertrekt. Bij een aantal van 4 passagiers is hij klaar om te gaan. Al snel lopen we iemand tegen het lijf, die nogal haast heeft. Hij moet een trein halen, die om 5 uur vanmiddag naar Guwahati vertrekt. We sluiten een deal met een taxichauffeur en voor 750 roepies (ongeveer een tientje) elk kunnen we vertrekken. Ik neem afscheid van Amongla en rijden maar. Ik heb nu de luxe wat ruimer te zitten en neem plaats op de achterbank. De andere persoon is een Mizo en woont en werkt in Guwahati. Onderweg maken we enkele stops. Hij wil wat lokale groenten en fruit, wat je overal langs de weg bij marktstalletjes vind, kopen voor z'n zus.
Ruim op tijd kom ik aan in Dimapur, 14.30 uur. Ik word bij Network Travels, de busmaatschappij waar ik m'n ticket geboekt heb, afgezet. Op de hoek zit een chaishop en daar ga ik eerst maar eens wat thee lurken. Een uurtje later loop ik naar de wachtruimte op het busstationnetje. Daar achter is een soort van braakliggend terrein, waar enkele bussen staan en marktkooplieden hun waar aan de passagiers proberen te slijten. Enkele bussen worden op het dak beladen met goederen. Een bus kan hier nauwelijks draaien, maar toch krijgen ze het voor elkaar. Mijn bus is er nog niet. Die komt om 16 uur, leeg aanrijden. Dit is de tijd van vertrek, maar dat kan ik wel vergeten. Met veel precisie, weet de chauffeur zijn bus op de kleine binnenplaats te draaien. Zo, dat ie met z'n neus in de goede rijrichting staat voor vertrek. Ik sta in de hoek van het terrein te wachten. Er hangt hier een fijne penetrante lucht. De geuren en kleuren van India, maar dan anders. Een paar simpele hokjes, waar je je behoefte kan doen, bevinden zich op een paar meter afstand. Men begint het dak van de bus te beladen. Dat gaat nog wel even duren. Ik ga maar vast in de bus zitten. De bagage moet mee de bus in, omdat andere ruimtes voor goederen bestemd zijn. Ik had een bus verwacht met 1 enkele en 1 dubbele rij stoelen. Ik zou een ticket voor een enkele rij hebben, helemaal voor in de bus achter de bestuurderscabine, niet achter de chauffeur. Een misvatting! Het zijn 2 dubbele rijen en ik zit aan het raam voorin achter de chauffeur. De bestuurderscabine is een afgesloten ruimte, dus ik zit met m'n benen tegen een schot aan. Ik zie de bui al hangen voor vannacht. Het begint al donker te worden en nog geen teken van vertrek. Even over half 6 is het dan eindelijk zover. Ook moet er nog getankt worden. Tegen 18 uur is de bus echt op weg.
Na een uur of 2, wordt de eerste stop gemaakt, een theestop. Als de bus verder rijdt, wissel ik met mijn buurman, die gelukkig een tenger postuur heeft, van plek. Kan ik in ieder geval mijn benen nog een beetje kwijt in het gangpad. Tegen 23 uur stopt de bus en kan er wat gegeten worden. We zijn nog niet halverwege en ik weet niet hoe ik moet zitten. Er volgt nog een stop midden in de nacht in de Cachar hills, het heuvelachtige gebied van zuid Assam. Hier moet wat vracht van het dak afgehaald worden.

Het is al licht, als de bus om 6 uur Silchar binnen komt rijden. Ondanks alles, heb ik toch nog wat hazenslaapjes gedaan. Ik ben gebroken! Op het eindpunt van de bus, stap ik uit en heb al snel een riksja te pakken. Ik had vanuit Kohima, het hotel met wifi, dat ik eerder gevonden had tijdens mijn vorige bezoek, geboekt en laat me erheen rijden. Het zit op nog geen 5 minuten rijden en ik moet de riksja chauffeur weer eens teveel betalen. Tsja, je komt aan op een plek die je niet kent en weet dus niet hoever het hotel hier vandaan is. Het hotel is nog in alle rust. De receptionist kruipt vanonder z'n klamboe en ontvangt mij. Ik moet nog even wachten, voordat ik naar m'n kamer kan. Als dat maar niet te lang duurt, ik val om van de slaap. Het duurt slechts een kwartiertje. Op de kamer, duik ik meteen m'n bed in en val in een diepe slaap.
Enkele uren later, word ik wakker. Ik heb de rest van de dag om in deze stad wat rond te kijken. Morgenochtend vroeg heb ik weer een vlucht. Ik kan nog een ontbijtje op de kamer krijgen. Als ik beneden bij de receptie kom vertel ik dat ik graag naar Khaspur wil. Er wordt een taxi voor me geregeld en een prijs afgesproken. De chauffeur breng me erheen, wacht een uurtje en dan weer terug naar de stad. Al snel komt de taxi aangereden, het is een mooie oude klassieke Ambassador, een icoon uit het Engelse koloniale verleden. Helaas verdwijnen ze steeds meer uit het straatbeeld, maar hier in Silchar rijden er nog genoeg als taxi rond. In stijl word ik naar Khaspur gereden. Het ligt op zo'n half uur rijden buiten de stad, tussen de rijstvelden en kleine dorpjes. Khaspur is de hoofdstad van het oude Cachari koninkrijk. Er zijn nog ruïnes van het fort over. Als ik aankom, ga ik wat rondkijken. Het is goed heet. Er is niet veel meer over van het fort. Slechts wat delen van muren en een enkele

Menno van der Wurf

10 chapters

15 Apr 2020

Hoofdstuk 7 Een ouderwetse nachtrit met de bus

Silchar

Op een schappelijke tijd sta ik op en krijg in de keuken mijn ontbijtje geserveerd. Als ik daarna mijn spullen gepakt heb, moet ik naar de taxistandplaats om mijn taxi naar Dimapur te regelen. Daarvandaan neem ik de nachtbus om 4 uur vanmiddag terug naar Silchar in zuid Assam. Amongla trommelt de chauffeur op en gezamenlijk rijden we naar de taxistandplaats. We komen er om een uur of 11 aan en gaan op zoek naar een taxi, waar ik niet te lang hoef te wachten voor hij vertrekt. Bij een aantal van 4 passagiers is hij klaar om te gaan. Al snel lopen we iemand tegen het lijf, die nogal haast heeft. Hij moet een trein halen, die om 5 uur vanmiddag naar Guwahati vertrekt. We sluiten een deal met een taxichauffeur en voor 750 roepies (ongeveer een tientje) elk kunnen we vertrekken. Ik neem afscheid van Amongla en rijden maar. Ik heb nu de luxe wat ruimer te zitten en neem plaats op de achterbank. De andere persoon is een Mizo en woont en werkt in Guwahati. Onderweg maken we enkele stops. Hij wil wat lokale groenten en fruit, wat je overal langs de weg bij marktstalletjes vind, kopen voor z'n zus.
Ruim op tijd kom ik aan in Dimapur, 14.30 uur. Ik word bij Network Travels, de busmaatschappij waar ik m'n ticket geboekt heb, afgezet. Op de hoek zit een chaishop en daar ga ik eerst maar eens wat thee lurken. Een uurtje later loop ik naar de wachtruimte op het busstationnetje. Daar achter is een soort van braakliggend terrein, waar enkele bussen staan en marktkooplieden hun waar aan de passagiers proberen te slijten. Enkele bussen worden op het dak beladen met goederen. Een bus kan hier nauwelijks draaien, maar toch krijgen ze het voor elkaar. Mijn bus is er nog niet. Die komt om 16 uur, leeg aanrijden. Dit is de tijd van vertrek, maar dat kan ik wel vergeten. Met veel precisie, weet de chauffeur zijn bus op de kleine binnenplaats te draaien. Zo, dat ie met z'n neus in de goede rijrichting staat voor vertrek. Ik sta in de hoek van het terrein te wachten. Er hangt hier een fijne penetrante lucht. De geuren en kleuren van India, maar dan anders. Een paar simpele hokjes, waar je je behoefte kan doen, bevinden zich op een paar meter afstand. Men begint het dak van de bus te beladen. Dat gaat nog wel even duren. Ik ga maar vast in de bus zitten. De bagage moet mee de bus in, omdat andere ruimtes voor goederen bestemd zijn. Ik had een bus verwacht met 1 enkele en 1 dubbele rij stoelen. Ik zou een ticket voor een enkele rij hebben, helemaal voor in de bus achter de bestuurderscabine, niet achter de chauffeur. Een misvatting! Het zijn 2 dubbele rijen en ik zit aan het raam voorin achter de chauffeur. De bestuurderscabine is een afgesloten ruimte, dus ik zit met m'n benen tegen een schot aan. Ik zie de bui al hangen voor vannacht. Het begint al donker te worden en nog geen teken van vertrek. Even over half 6 is het dan eindelijk zover. Ook moet er nog getankt worden. Tegen 18 uur is de bus echt op weg.
Na een uur of 2, wordt de eerste stop gemaakt, een theestop. Als de bus verder rijdt, wissel ik met mijn buurman, die gelukkig een tenger postuur heeft, van plek. Kan ik in ieder geval mijn benen nog een beetje kwijt in het gangpad. Tegen 23 uur stopt de bus en kan er wat gegeten worden. We zijn nog niet halverwege en ik weet niet hoe ik moet zitten. Er volgt nog een stop midden in de nacht in de Cachar hills, het heuvelachtige gebied van zuid Assam. Hier moet wat vracht van het dak afgehaald worden.

Het is al licht, als de bus om 6 uur Silchar binnen komt rijden. Ondanks alles, heb ik toch nog wat hazenslaapjes gedaan. Ik ben gebroken! Op het eindpunt van de bus, stap ik uit en heb al snel een riksja te pakken. Ik had vanuit Kohima, het hotel met wifi, dat ik eerder gevonden had tijdens mijn vorige bezoek, geboekt en laat me erheen rijden. Het zit op nog geen 5 minuten rijden en ik moet de riksja chauffeur weer eens teveel betalen. Tsja, je komt aan op een plek die je niet kent en weet dus niet hoever het hotel hier vandaan is. Het hotel is nog in alle rust. De receptionist kruipt vanonder z'n klamboe en ontvangt mij. Ik moet nog even wachten, voordat ik naar m'n kamer kan. Als dat maar niet te lang duurt, ik val om van de slaap. Het duurt slechts een kwartiertje. Op de kamer, duik ik meteen m'n bed in en val in een diepe slaap.
Enkele uren later, word ik wakker. Ik heb de rest van de dag om in deze stad wat rond te kijken. Morgenochtend vroeg heb ik weer een vlucht. Ik kan nog een ontbijtje op de kamer krijgen. Als ik beneden bij de receptie kom vertel ik dat ik graag naar Khaspur wil. Er wordt een taxi voor me geregeld en een prijs afgesproken. De chauffeur breng me erheen, wacht een uurtje en dan weer terug naar de stad. Al snel komt de taxi aangereden, het is een mooie oude klassieke Ambassador, een icoon uit het Engelse koloniale verleden. Helaas verdwijnen ze steeds meer uit het straatbeeld, maar hier in Silchar rijden er nog genoeg als taxi rond. In stijl word ik naar Khaspur gereden. Het ligt op zo'n half uur rijden buiten de stad, tussen de rijstvelden en kleine dorpjes. Khaspur is de hoofdstad van het oude Cachari koninkrijk. Er zijn nog ruïnes van het fort over. Als ik aankom, ga ik wat rondkijken. Het is goed heet. Er is niet veel meer over van het fort. Slechts wat delen van muren en een enkele

tempel is alles wat over is gebleven. Verderop, bij een poeltje, zijn wat vissers bezig. Daar blijf ik even kijken hoe vernuftig die mannen hun net uitwerpen. Weer terug bij de taxi, laat ik me terug naar de stad rijden. Bij de brug over de Barak rivier laat ik me afzetten en ga eerst een bakkie chai drinken.
Als ik doorloop naar de rivieroever, waarlangs de sloppenwijk is opgetrokken, ontdek ik een kleurrijk gebeuren. Kinderen zijn cricket aan het spelen, overal hangen wasjes te drogen, mensen nemen een bad in de rivier, mannen zijn aan het graven enz. Ik heb behoorlijk wat bijkijks, geen wonder! In deze contreien van India komt al bijna geen toerist, laat staan dat er één hier langs de rivieroever komt kijken. Als ik wat ballonnen aan de kinderen uitdeel, kan ik ze niet meer van me afschudden.
Tegen zonsondergang loop ik over de brug terug naar m'n hotel. Ik fris me wat op en ga om de hoek bij de Cachar Club een biertje drinken. Dit is een koloniale tent, geopend in 1897 door de Britten die in de theehandel zaten. Enkele jaren geleden is het compleet gerenoveerd en het ziet er dan ook prachtig uit. Ik ben goed dorstig, het biertje smaakt prima.
Nog even douchen als ik terug ben in het hotel en daarna wat eten in het restaurant. Als dat erin zit pak ik m'n tas weer in en ga pitten. Morgen vroeg dag.

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2025 Travel Diaries. All rights reserved.