Wat begon als een wereldreis

Ik ben intussen aangekomen in Colombia, maar eerst even terug naar Panama. Want ik heb het echt gedaan, ik heb een 3300 meter hoge vulkaan beklommen, en wel op mijn roze sneakers!
7 Juli regende het de hele avond, dus kon ik niet gaan, of in ieder geval, ik wilde niet. Maar de volgende dag was het weer stuk beter.
Om 23:30 vertrokken we met een groep van tien mensen met een busje naar de ingang van het ‘Parque Nacional Volcan Baru’ om vervolgens met zijn allen te starten aan het veertien kilometer lange tocht naar de top van de vulkaan.
Er waren vier meiden en vier jongens uit Amerika, daarnaast een meisje uit Duitsland en een jongen uit Zwitserland. Het stel uit Colorado is al snel vooruit gaan lopen en bleven we met zijn achten.
De eerste kilometers waren voor mij aardig pittig. Het was een breed pad, maar lag vol met stenen van verschillende grootten. En het ging alleen maar stijl omhoog.
Ik en een meisje uit New York liepen in het begin achteraan. Ik wilde niet al te gehaast naar boven lopen en zij voelde zich niet al te lekker omdat ze te veel gegeten had die avond.
Om de paar meter stopte ze, omdat ze dacht dat ze moest overgeven. Tot ze op gegeven moment ook echt moest overgeven. Op dat moment liep ik al verder vooraan, omdat ik eigenlijk meer energie had als aan het begin. Ik denk dat we na vijf kilometer de twee meiden, die zussen bleken te zijn, hebben achter gelaten, omdat we steeds op ze moesten wachten. En het was niet al te warm daar boven, om steeds stil te staan.
Ik heb nog nooit in mijn leven zo’n lange wandeltocht gemaakt, uitzondering van de Tafelberg in Zuid-Afrika. Maar dat was minder dan duizend meter stijging. Nu liepen we ’s nachts en moesten iets van 1600 meter klimmen.
Dat we ’s nachts liepen had wel weer voordelen, aangezien we geen last hadden van de zon, en je kon heel mooie de sterren zien, inclusief de melkweg.
Ondertussen werd de kwaliteit van het pad niet beter en alleen maar steiler sommige stukken.
Wel moet ik zeggen dat ik tot de laatste kilometer erg gemotiveerd was, en verbaasde ik me erover hoe goed mijn lichaam het volhield.
De groep was verder heel stil, iedereen was geconcentreerd bezig met het afleggen van elke nieuwe kilometer. En ik zelf werd geplaagd door het liedje “One night stand’ in mijn hoofd, omdat ik die die middag nog had geluisterd.
Langzaam maar zeker verstreek de tijd en zo ook de kilometers en na bijna vijf uur lopen, waren we nog maar 1,5 kilometer verwijderd van de top.
Daar zijn we met zijn allen midden op het pad gaan liggen, omdat we nog langer als een uur hadden tot de zonsopkomst en het op de top ijskoud moest zijn.
Een van de jongens had een nooddeken bij zich en zijn we met zijn vijven daaronder gaan liggen. Het scheelde iets met warmte, maar het was nog steeds koud.
Om 5:30 zijn we aan het laatste stuk begonnen, en voor mij was het ook het zwaarste stuk. Misschien kwam het door de pauze, of misschien was mijn lichaam nu echt moe, maar elke stap voelde nu echt loodzwaar aan.
Nog voordat we aankwamen op de top werden we ingehaald door drie jeeps, daarin bleken later ook de twee Amerikaanse meiden in te zitten, omdat ze na acht kilometer niet meer vooruit kwamen vanwege dat ze beiden zo ziek waren.
Op de top aangekomen, werden we allen zeer teleurgesteld, aangezien we midden in de wolken stonden en het zag er niet naar uit dat het snel weg zou trekken. En omdat het zo koud was daarboven zijn we met een groep van zes mensen na half uurtje weer begonnen aan de terugtocht.
Iedereen was kapot, en we wilden allen zo snel mogelijk beneden zijn, maar het was niet zo eenvoudig. Doordat onze benen moe waren, was elke steen een nieuwe struikelblok of gleden we zo nu en dan uit over het gladde klei. Na drie en half uur waren we dan toch eindelijk beneden en kwam er ook al meteen een bus aan, die ons terugbracht naar het hostel.
Aangekomen in het hostel, ging ik nog even wat eten, douchen en slapen.
Ondanks dat we geen uitzicht hadden gehad over de Pacifische oceaan en de Caribische zee, was ik toch blij dat ik dit had gedaan, en had ik voor mezelf bewezen dat ik meer aan kan als ik dacht.

Die dag zelf heb ik niks meer gedaan, behalve geslapen en gegeten. Voor elf uur wilde ik gaan slapen, maar moest nog wel even de herrie van de bar naast het hostel aanhoren. Uiteindelijk was ik toch vermoeid genoeg, en ben vrij snel in slaap gevallen.

De volgende dag heb ik alsnog tot tien uur geslapen en ’s middags heb ik nog een tour gedaan naar de hotsprings. Eerst zijn we naar een canyon geweest, daar regende het en dus ging ik het water niet in, zoals vele andere wel deden door vanaf een hoogte in de rivier te springen.
Maar later bij de hotsprings heb ik genoten van het warme water (tot 40?C) en daarna zelfs nog een stromende rivier in gegaan.

Nadat ik terugkwam van de tour, heb ik me snel omgekleed, heb ik wat eten klaar gemaakt en ’s avonds de bus gepakt naar David, om vervolgens met de nachtbus naar Panama-City te reizen.
De nachtbus was een grote hel, aangezien de Panamezen houden van de airconditioning, ook al is die ingesteld op max. 18 graden. Voor mij niet echt een lekkere temperatuur om in te slapen, ondanks mijn dikke fleece trui en handdoek als deken. Dus heb ik niet veel geslapen de afgelopen nacht.

a.kucharska

9 chapters

16 Apr 2020

Vulkaan Baru

July 11, 2016

|

Medellin, Colombia

Ik ben intussen aangekomen in Colombia, maar eerst even terug naar Panama. Want ik heb het echt gedaan, ik heb een 3300 meter hoge vulkaan beklommen, en wel op mijn roze sneakers!
7 Juli regende het de hele avond, dus kon ik niet gaan, of in ieder geval, ik wilde niet. Maar de volgende dag was het weer stuk beter.
Om 23:30 vertrokken we met een groep van tien mensen met een busje naar de ingang van het ‘Parque Nacional Volcan Baru’ om vervolgens met zijn allen te starten aan het veertien kilometer lange tocht naar de top van de vulkaan.
Er waren vier meiden en vier jongens uit Amerika, daarnaast een meisje uit Duitsland en een jongen uit Zwitserland. Het stel uit Colorado is al snel vooruit gaan lopen en bleven we met zijn achten.
De eerste kilometers waren voor mij aardig pittig. Het was een breed pad, maar lag vol met stenen van verschillende grootten. En het ging alleen maar stijl omhoog.
Ik en een meisje uit New York liepen in het begin achteraan. Ik wilde niet al te gehaast naar boven lopen en zij voelde zich niet al te lekker omdat ze te veel gegeten had die avond.
Om de paar meter stopte ze, omdat ze dacht dat ze moest overgeven. Tot ze op gegeven moment ook echt moest overgeven. Op dat moment liep ik al verder vooraan, omdat ik eigenlijk meer energie had als aan het begin. Ik denk dat we na vijf kilometer de twee meiden, die zussen bleken te zijn, hebben achter gelaten, omdat we steeds op ze moesten wachten. En het was niet al te warm daar boven, om steeds stil te staan.
Ik heb nog nooit in mijn leven zo’n lange wandeltocht gemaakt, uitzondering van de Tafelberg in Zuid-Afrika. Maar dat was minder dan duizend meter stijging. Nu liepen we ’s nachts en moesten iets van 1600 meter klimmen.
Dat we ’s nachts liepen had wel weer voordelen, aangezien we geen last hadden van de zon, en je kon heel mooie de sterren zien, inclusief de melkweg.
Ondertussen werd de kwaliteit van het pad niet beter en alleen maar steiler sommige stukken.
Wel moet ik zeggen dat ik tot de laatste kilometer erg gemotiveerd was, en verbaasde ik me erover hoe goed mijn lichaam het volhield.
De groep was verder heel stil, iedereen was geconcentreerd bezig met het afleggen van elke nieuwe kilometer. En ik zelf werd geplaagd door het liedje “One night stand’ in mijn hoofd, omdat ik die die middag nog had geluisterd.
Langzaam maar zeker verstreek de tijd en zo ook de kilometers en na bijna vijf uur lopen, waren we nog maar 1,5 kilometer verwijderd van de top.
Daar zijn we met zijn allen midden op het pad gaan liggen, omdat we nog langer als een uur hadden tot de zonsopkomst en het op de top ijskoud moest zijn.
Een van de jongens had een nooddeken bij zich en zijn we met zijn vijven daaronder gaan liggen. Het scheelde iets met warmte, maar het was nog steeds koud.
Om 5:30 zijn we aan het laatste stuk begonnen, en voor mij was het ook het zwaarste stuk. Misschien kwam het door de pauze, of misschien was mijn lichaam nu echt moe, maar elke stap voelde nu echt loodzwaar aan.
Nog voordat we aankwamen op de top werden we ingehaald door drie jeeps, daarin bleken later ook de twee Amerikaanse meiden in te zitten, omdat ze na acht kilometer niet meer vooruit kwamen vanwege dat ze beiden zo ziek waren.
Op de top aangekomen, werden we allen zeer teleurgesteld, aangezien we midden in de wolken stonden en het zag er niet naar uit dat het snel weg zou trekken. En omdat het zo koud was daarboven zijn we met een groep van zes mensen na half uurtje weer begonnen aan de terugtocht.
Iedereen was kapot, en we wilden allen zo snel mogelijk beneden zijn, maar het was niet zo eenvoudig. Doordat onze benen moe waren, was elke steen een nieuwe struikelblok of gleden we zo nu en dan uit over het gladde klei. Na drie en half uur waren we dan toch eindelijk beneden en kwam er ook al meteen een bus aan, die ons terugbracht naar het hostel.
Aangekomen in het hostel, ging ik nog even wat eten, douchen en slapen.
Ondanks dat we geen uitzicht hadden gehad over de Pacifische oceaan en de Caribische zee, was ik toch blij dat ik dit had gedaan, en had ik voor mezelf bewezen dat ik meer aan kan als ik dacht.

Die dag zelf heb ik niks meer gedaan, behalve geslapen en gegeten. Voor elf uur wilde ik gaan slapen, maar moest nog wel even de herrie van de bar naast het hostel aanhoren. Uiteindelijk was ik toch vermoeid genoeg, en ben vrij snel in slaap gevallen.

De volgende dag heb ik alsnog tot tien uur geslapen en ’s middags heb ik nog een tour gedaan naar de hotsprings. Eerst zijn we naar een canyon geweest, daar regende het en dus ging ik het water niet in, zoals vele andere wel deden door vanaf een hoogte in de rivier te springen.
Maar later bij de hotsprings heb ik genoten van het warme water (tot 40?C) en daarna zelfs nog een stromende rivier in gegaan.

Nadat ik terugkwam van de tour, heb ik me snel omgekleed, heb ik wat eten klaar gemaakt en ’s avonds de bus gepakt naar David, om vervolgens met de nachtbus naar Panama-City te reizen.
De nachtbus was een grote hel, aangezien de Panamezen houden van de airconditioning, ook al is die ingesteld op max. 18 graden. Voor mij niet echt een lekkere temperatuur om in te slapen, ondanks mijn dikke fleece trui en handdoek als deken. Dus heb ik niet veel geslapen de afgelopen nacht.

Share your travel adventures like this!

Create your own travel blog in one step

Share with friends and family to follow your journey

Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2025 Travel Diaries. All rights reserved.