Japan & Nieuw-Zeeland

Queenstown. Daar zijn we dan. Eindelijk. Thomas had zo uitgekeken naar deze stad. De stad midden tussen de bergen, aan een meer. Van de weg ernaartoe valt je mond al open. Langzaam komen de bergtoppen in zicht en als je dan ineens het meer ziet met de bergen op de achtergrond.. wauw… Ja, dat is alles wat we gehoopt hadden. Deze stad gaan wij verkennen. Nouja, stad. Weer waren wij een beetje verbaasd over de grootte van deze stad. Het was natuurlijk weer dorpsformaat. Hadden we inmiddels wel kunnen weten natuurlijk.
Queenstown is DE stad van het zuidereiland. Iedereen wilt hier zijn. Adrenaline sporten, berg wandelingen, eten, drinken, bruisend nachtleven. Het was voor de lockdown dan ook de meest welvarende stad van Nieuw-Zeeland. Na de lockdown is het

j b

11 chapters

16 Apr 2020

Wandelen, wandelen en nog eens wandelen

November 17, 2020

|

Wanaka

Queenstown. Daar zijn we dan. Eindelijk. Thomas had zo uitgekeken naar deze stad. De stad midden tussen de bergen, aan een meer. Van de weg ernaartoe valt je mond al open. Langzaam komen de bergtoppen in zicht en als je dan ineens het meer ziet met de bergen op de achtergrond.. wauw… Ja, dat is alles wat we gehoopt hadden. Deze stad gaan wij verkennen. Nouja, stad. Weer waren wij een beetje verbaasd over de grootte van deze stad. Het was natuurlijk weer dorpsformaat. Hadden we inmiddels wel kunnen weten natuurlijk.
Queenstown is DE stad van het zuidereiland. Iedereen wilt hier zijn. Adrenaline sporten, berg wandelingen, eten, drinken, bruisend nachtleven. Het was voor de lockdown dan ook de meest welvarende stad van Nieuw-Zeeland. Na de lockdown is het

veranderd in de minst welvarende stad. Deze plek draait namelijk 100% op toeristen.
Ik kan wel stellen dat deze stad een tegenvaller was voor ons. Wat we eigenlijk wel hadden kunnen verwachten, aangezien we wisten dat het volledig draait op toeristen. Het krioelt er van informatie kiosken, winkels waar je allerlei tours kan reserveren, alsof we in een ander land terecht zijn gekomen. Nu zijn er weinig toeristen, dus er zijn pijnlijk weinig mensen in de winkels. Maar deze mooie stad in hoogseizoen, het lijkt mij vreselijk. Wanneer het ongeveer 7 à 8 uur ’s avonds is loopt de stad vol met mensen die zich klaar maken om te feesten. Meiden met meer make-up dan kleding en schreeuwende halfdronken mensen door de straat. Niet per se waar wij naar opzoek zijn op dit moment. Gelukkig is de stad maar klein en de omgeving echt heel mooi, dus wij vluchten dus lekker naar het meer. Vooral ’s avonds is het hier heerlijk. Geen jetski’s die over het water scheuren

en de watertaxi’s van het Hilton Hotel houden zich ook koest. Alleen het uitzicht op het meer, de bomen en de bergen. We zitten nog maar eventjes aan het water en we worden omringt door een groep met zandvliegjes. Ahhh nee, niet hier al… de westkust van Nieuw-Zeeland heeft te maken met een enorme zandvliegjes plaag. Ik kan je vertellen ze zijn erger dan muggen. Minuscule kleine geluidloze duivels zijn het. Ze vallen je aan in groepen en prikken je helemaal lek. Oh man en de jeuk.. Laten we daar maar niet over beginnen. We moeten er maar aan gaan wennen, want het gaat nog veel erger worden aan de westkust. Het voordeel is dat ze mega traag zijn. Zolang je aan het lopen bent kunnen ze je niet bijhouden. We zetten het dus maar op een lopen.
De volgende dag zijn we naar een kleine markt gegaan. Hier hebben we meteen wat lekker stokbrood gescoord. Eindelijk iets met een harde korst. Het brood wat we hier kunnen kopen ziet er hetzelfde uit als het brood dat we in Nederland hebben. Het enige verschil.. Ze houden niet van harde korstjes hier. Je hoeft dus bijna niet te kauwen om je brood te eten. Zelfs de stokbroden die ze hier verkopen hebben vaak een zachte korst. Wij kunnen eindelijk genieten van een echt stokbrood en een echte croissant en lekkere Nieuw-Zeelandse koffie. Wij zijn blij.

Volgens het weerbericht zou het de komende paar dagen mooi weer worden in Milford Sounds. Dat hoef je geen twee keer te zeggen, dus wij rijden snel die kant op. Milford Sounds is een van de meest bezochte plekken in Nieuw-Zeeland. Hoe lang je rondreis ook is, Milford Sounds pak je mee (tenzij je het zuidereiland skipt natuurlijk). Het ligt in het zuidwesten van het eiland. De Fiordland, het grootste natuurpark van Nieuw-Zeeland. Bergen, rotsen, sneeuw, zee, wilde dieren. Alles wat je wilt is hier. Wat er ook is, is heel veel regen. Heel veel. Maar ik bedoel echt heel veel. Hier valt gemiddeld zeven meter (!!!!) water per jaar. De helft van het jaar regent het hier gewoon. Het

is zelfs zo erg, dat de bovenste laag van de zee geen zout water is. Ik moest natuurlijk even mijn hand in het water steken (en dan proeven) om dat te checken. Yep, gewoon regenwater hoor. Heel bizar. Voordeel van al dat regenwater. Watervallen. Heel veel watervallen. Maar echt heel veel. Honderden naast elkaar. Wel alleen op die regenachtige dagen dan hè.
Oke, wacht, laat ik beginnen bij de weg ernaartoe. Het gebied valt in de categorie “je mond valt ervan open”. Kijk, daarom komt het dus zo goed uit dat Thomas zo graag wilt rijden. Kan ik lekker uit het raampje staren. Je moet een tunnel door. Het is maar een éénbaansweg, dus we moeten wachten voor het stoplicht. Normaal kan het zeker wel een half uur duren voor je langs het stoplicht bent. Gelukkig zijn er geen toeristen, we zijn zelfs de enige die voor het stoplicht staan zelfs. Wij kunnen na twee minuten wachten direct de tunnel in. De hele weg naar Milford Sounds toe zie je overal om je heen meters hoge rotsen, sneeuw op de toppen, watervallen het kan niet op. Wij kunnen alles zien want er is geen wolkje aan de lucht. Het is zelfs bloedje heet. Hebben wij even mazzel.
Wij nemen in de ochtend de eerste en kleinste boot het water op. Dat is namelijk wat je doet als je naar Milford Sounds gaat. Je neemt een boottour. De meningen zijn verdeeld of de boottour nou het beste is met regen of met zonneschijn. Ik heb niet beide gezien, dus ik kan niet een eerlijk oordeel geven. Wel kan ik zeggen dat de boottour erg mooi is. Je vaart dus tussen alle rotsen heen. Je ziet heel veel watervallen, zeker geen honderden. Daar heb je dus regen voor nodig. Ik kan mij voorstellen dat het met regen nog veel indrukwekkender is. Maarja dan ben je dus wel zeiknat en kan je lang niet zo veel zien als wij hebben gezien. Ik ben blij met ons besluit om even te wachten tot het mooi weer is. Trouwens, niet dat ik niet nat was na de boottour. Ze varen natuurlijk altijd nèt te dicht langs de waterval. Deze grap was zo voorspelbaar dat ik dacht dat hij het niet zou doen… Tegen de golven in varen blijkt ook een nat pak op te leveren.
Na de boottour willen wij heel graag een mooie wandeling maken. Helaas is dat niet echt mogelijk. Ofja, niet degene die ik juist zo graag wilde. In februari is er een overstroming geweest. Dit gebeurt blijkbaar eens in de honderd jaar. Door de lockdown en de winter heeft het reparatieteam wat vertraging opgelopen. Jammer de bammer. Gelukkig is alles al indrukwekkend genoeg vanaf de weg, dus klagen mogen we zeker niet. Ik hoopte alleen nog heel erg om Kea’s te zien. Dit zijn berg papegaaien. De enige soort papegaai die in de bergen leeft. We hebben een grote kans om ze te spotten bij de tunnel. Blijkbaar zijn ze wel nieuwsgierig naar alle wachtende auto’s. We zien ze al zitten als we aankomen bij het stoplicht voor de tunnel. Shit, weinig auto’s. Waar zijn die toeristen als je ze nodig hebt!! Wij willen wachten voor de tunnel, zodat we wat foto’s kunnen maken en de Kea’s kunnen bekijken. Ze zaten precies naast onze auto. Stoplichten doen altijd precies het tegenovergestelde als dat wat je

van ze zou willen. Dus binnen een minuut springt hij op groen en moeten wij wel gaan rijden. Jammer… Niet genoeg tijd gehad om de auto uit te gaan voor een foto. Gelukkig hebben we ze wel met onze ogen kunnen bewonderen. Ze zijn echt heel erg mooi. Wie weet zien we ze later nog een keer. Het zijn erg fotogenieke beestjes, aangezien ze heel dichtbij komen en niet zo veel en snel bewegen als “normale” vogels.

Eenmaal terug in Queenstown willen wij heel erg graag de Ben Lomond wandeling maken. Een zeven uur durende wandeling (+/- vier uur heen en drie uur terug) naar de top van de Ben Lomond berg. Ik had al gehoord van mensen dat die best pittig is. Hij is namelijk, naast dat ‘ie lang is ook best wel steil omhoog. Gelukkig ga je een groot gedeelte door het bos, dan heb je tenminste nog wat bescherming tegen de zon.
Wij waren van plan vroeg te vertrekken. Nou is onze ochtendroutine niet per se de snelste, dus wij vertrekken eigenlijk veel te laat. Het was geloof ik half twaalf. Gelukkig gaat de zon pas rond 9 uur onder. Wij hebben dus genoeg tijd. Hier in Nieuw-Zeeland kan je letterlijk vier seizoenen in één dag tegen komen, dus de tas is gevuld met verschillende soorten kleding, water en eten. Off we go!
De eerste echte echte wandeling (of “tramping” zoals ze hier in Nieuw-Zeeland zeggen) die we maken. Wij hebben er helemaal zin in. Na een uur of twee/drie beginnen de kuitjes toch wat te klagen. Het is wel even anders dan lekker lui vanuit de auto… het uitzicht veranderd helaas alleen niet zoveel. Ik zie niet per se meer bergen dan vanaf beneden, ik had toch wel wat meer verwacht van deze “tramp”. Ik zeg tegen Thomas dat ik niet zeker weet of ik dit zeven uur ploeteren waard vind… Hopelijk is de top het waard. Nog geen twee honderd meter verder komen we eindelijk (!!) boven de bergen uit. Waaaauw…. Oké, ik neem het terug! Dit is zeker weer categorie “je mond valt ervan open”! Het is nog een stukje verder naar de top

en het werd alleen maar mooier. De foto’s spreken voor zich geloof ik. De volgende dag hadden we wel wat spierpijn kan ik je vertellen. Hier moeten de beentjes wel even van bijkomen zeg… Gelukkig staan we op de mooiste kampeerplek ever, hier kunnen we lekker uitrusten.
Een vriend van Thomas (die hij ooit tijdens een van zijn vele reizen heeft leren kennen) woont in Queenstown. Hij wilde ons met liefde zijn kano’s uitlenen. Nou, dat laat je je natuurlijk geen twee keer zeggen. Huppa, wij gaan lekker het water op. Naast spierpijn in de beentjes dus ook spierpijn in de armen. Wel een klein beetje spannend, ondanks dat het vrij rustig is op het water omdat er weinig toeristen zijn. Gaan er wel wat speedboten en watertaxi’s. Wie heeft er voorrang? Ik gok dat zij dat hebben. Beetje opletten moeten we wel dus.

Bungeejumpen en andere adrenaline activiteiten staan niet echt op ons verlanglijstje. Wij maken snel dat we wegkomen uit deze stad. Wij gaan lekker door naar Wanaka. Het kleine zusje van Queenstown.
Wanaka heeft mijn hart gestolen. Het is net als Queentown gelegen aan een meer en omringd door bergen. Er zijn geen zandvliegjes (YAAY) en het is er zo lekker rustig. Geen heftige wateractiviteiten, af en toe wat windsurfers, zeilers, zwemmers, gewoon zoals het hoort op een mooi meer (in mijn ogen dan hè).
Deze stad heeft een paar “must do’s”. Waar onder het bekijken van de meest beroemde boom van Nieuw-Zeeland. De “Wanaka tree”. Een boom die groeit in het meer. Het ziet er echt uit als het perfecte plaatje. Rustig water, besneeuwde bergtoppen op de achtergrond. Wauw! Wij hadden het geluk dat er een hele mooie zonsondergang was inclusief volle maan. Dan te bedenken dat wij de boom bijna niet meer konden zien. Een half jaar geleden is de boom aangevallen door een mens met een kettingzaag. Deze persoon heeft de onderste tak, die horizontaal op het water lag, afgezaagd. Dit was echt groot nieuws hier. “Gelukkig” is alleen de onderste tak aangevallen en niet de volledige boom. Zou toch jammer zijn dat dit mooie boompje verloren zou gaan.
Naast deze boom doet ook bijna iedereen de wandeling naar de “Roys Peak”. Een heuuule steile wandeling met adembenemende uitzichten. Helaas is deze route één maand per jaar gesloten. Laat het nou precies deze maand zijn. Helaas kunnen wij deze tocht niet maken. Wij gaan voor het alternatief de “Isthmus peak”. Niet getreurd ook deze is behoorlijk pittig. Wij kozen een vrij winderige dag, dus we konden niet echt genieten op de top. We waaide bijna weg. Deze wandeling was wel weer een stukje pittiger dan de Ben Lomond. Gelukkig was deze geen zeven uur. Ik geloof dat we er een uur of vijf over gedaan hebben. Korter en krachtiger kunnen we dus wel zeggen. Deze berg is vrij steil en blote/naakte/niet beboste, hoe je

het ook wilt noemen, om te beklimmen. Lekker zweten in de zon dus!! Gelukkig zagen we het tweede meer al snel verschijnen, dus hier heb ik mij geen seconde afgevraagd of het het waard was. Het was zweten en puffen, maar o zo mooi. Men zegt dat de Roys Peak nog steiler is, man, ik weet niet of dat überhaupt wel te doen is dan.
Er zijn nog veeeeel meer mooie wandelingen die we kunnen doen, maar de volgende dag kunnen de beentjes wel een beetje rust gebruiken. We blijven nog een extra dagje extra genieten van de zon hier, aangezien het op onze volgende bestemming (Lake Pukaki en Lake Tekapo) regent als een malle.

Weetje, eigenlijk valt alles in dit gebied in de categorie “je mond valt ervan open”. Deze meren, Lake Pukaki & Tekapo zijn beide turquoise kleurig met op de achtergrond Mount Cook. De hoogste berg van Nieuw-Zeeland. De top is meestal in de wolken, je moet dus een beetje geluk hebben om de volledige berg te kunnen zien. Het water is puur gletsjer water. De kleur van het water komt door zogenaamd “rotsmeel”. Fijngemalen deeltjes rots die vanaf de gletsjer in het water terecht komen. Het pas gesmolten water direct onder de gletsjers is hierdoor grijs van kleur. Als dat rotsmeel eenmaal lekker gesetteld is in het water krijg je dus die geweldig mooie kleur turquoise.
Het lupin seizoen is ook net begonnen. Er zijn dus blijkbaar veel mensen die speciaal voor het lupin seizoen naar dit gebied komen. Ik snap het wel! Het zijn een soort vingerhoedskruid achtige planten, die overal groeien hier. Kilometers langs de kant van de weg en rond het meer. Het is nog het begin van het seizoen, dus wij zien nog maar de helft van wat je hier kàn zien.
Dit gebied is een van de donkerste plekken op aarde (in de nacht). Er is vrijwel geen lichtvervuiling van steden of dorpen. Het is dus een van de beste plekken om sterren te kijken. Er zit ook een universiteit of een onderzoekscentrum, weet niet precies wat het is, op het

puntje van een van de bergen. Als je rond middennacht een heldere avond hebt, zoals wij hadden, val je met je neus in de boter. De hoeveelheid sterren, geweldig! We hebben al genoeg plekken gezien hier in Nieuw-Zeeland met heeeel veel sterren. Op zich is de hoeveelheid sterren niet per se meer. Tenminste met het blote oog. Maar de helderheid. Wauw, ik heb nog nooit sterren zo hard zien shinen! Dit krijg je echt niet op de foto met een normale camera, maar wij hebben het gelukkig wel gezien!

We hebben vanaf het meer al een klein voorproefje gehad op Mount Cook. Wij kunnen niet meer wachten om langs het meer op te rijden en echt naar Mount Cook toe te gaan!!! Het is een ongelooflijke route naar Mount Cook toe. Ik heb de hele tijd het gevoel alsof we door google afbeeldingen heen bladeren. Helaas hangt er behoorlijk wat bewolking rond de bergen en dus kunnen we niet zo heel veel zien. We besluiten toch de wandeling naar de voet van de Mount Cook gletsjer te maken. Wolken of geen wolken, mooi is het toch wel. Vier uur heen en terug is deze wandeling. Twee vingers in de neus ook, want het is niet eens steil!! Onze beentjes zijn inmiddels wel wat anders gewend. Deze plek. Ik weet eigenlijk niet eens wat ik erover moet zeggen. Ik heb er gewoon geen woorden voor. Het is zó mooi hier. Nogmaals, de foto’s spreken voor zich geloof ik.

De volgende dag zijn we naar de gletsjer van Mount Tasman gegaan. Vanaf hier kan je normaal ook Mount Cook zien. Het is nogal bewolkt, dus die kunnen we niet zien. Maar zeg nou zelf, Mount Tasman en zijn gletsjer is ook een plaatje toch?! (Laatste berg foto voor de zonsopkomst foto's)
Ohja, ik vergeet het bijna, maar vanaf onze campingplek is het maar twintig minuten lopen naar een mooie uitkijkplek over Mount Cook en Mount Sefton. Mount Sefton is net wat lager dan Mount Cook, maar eerlijk gezegd is deze berg mijn persoonlijke favoriet. Je kan er zo

dichtbij komen. Omdat het lente is, is er veel ijs en sneeuw aan het smelten op de berg. Je kan dus de hele tijd het ijs en sneeuw horen kraken en de lawines hoor je rollen. No worries, het voelt dichtbij, maar het is nog steeds wel ver hoor. De lawines zijn niet gevaarlijk voor ons op deze afstand. Ik weet niet of je ooit een lawine hebt gehoord? Ik volgens mij nooit eerder. Het klinkt een beetje al het donderen van onweer. Of een hele zware vrachtwagen die over een brug gaat. Woah, ik vind het indrukwekkend. We hebben één keer het stuk ook echt zien afbreken en naar beneden zien glijden. De bergen zijn zo groot, het is lastig om te horen waar het precies vandaan komt.
De planning was eigenlijk om aan het eind van de dag weer terug te rijden. Nou zei het internet dat het de volgende dag zonnig zou gaan worden en onbewolkt!! Woow, deze kans gaan we pakken. We blijven nog een nachtje en warempel, geen wolkje aan de lucht. Wij

gaan nog een keer de wandeling maken naar de Mount Cook. Dit keer zonder wolken en we kunnen alles zien!! We hebben zelfs het geluk dat het gletsjermeer (maar voor 5 minuutjes) windstil is een Mount Cook’s spiegelbeeld perfect laat zien!
Of onbewolkt ook per se mooier is? Ik ben er nog niet over uit. Het is zo anders. De bewolking is een soort inpakpapier om de berg heen. Af en toe zie je alleen de top, half uur later zie je een stukje berg. Ik blijf er maar naar staren in de hoop meer te zien. Zonder wolken is het kadootje al uitgepakt. Zeker supermooi, laten we daar duidelijk over zijn, maar de verassing is er wat snelle af. Conclusie is dat ik heel blij ben dat bij beide hebben kunnen zien.

We zouden hier nog wel een week kunnen blijven, maar het is tijd om weer door te gaan. Het is bijna tijd voor de Westkust van het eiland. Om daar te komen moeten we weer door Wanaka rijden. We checken de datum en we komen er achter dat Roys Peak inmiddels weer geopend is!! Woow, we kunnen hem toch nog doen!! De vraag is alleen wanneer. Het is nog twee dagen mooi weer en dan gaat het weer regenen. Regen wil je echt niet hebben op zo’n steile bergwandeling. Het blijkt ook nog steiler en nog minder bomen te hebben dan de Mount Isthmus die we al gedaan hebben. Pfiew, dit gaat misschien wel pittig worden. Wij gaan voor een zonsopkomst wandeling. Deze wandeling wil je niet maken in de volle zon en ik had gelezen dat het een goede wandeling is die je in het donker kan doen. Want ja, om de zonsopkomst op de top van de berg te kunnen zien, dan moet je dus in de nacht wandelen… acht kilometer heen en acht terug. Men doet gemiddeld drie uur over de klim naar de top. De zon komt op om zes uur, wij beginnen dus met lopen om drie uur in de nacht. Lampjes mee en gaan met die banaan.
Steil… Holymoly.. Deze berg laat je niet eerst even opwarmen. De eerste stappen zijn meteen steil. Het houdt ook niet meer op trouwens. Ik ben zo blij dat er geen zon op mijn hoofd staat te

branden. We kunnen ook niet zien of het nog ver is. Het is pikdonker. Wij stappen lekker door onder de sterrenhemel. Achter ons zien wij een aantal lampjes, voor ons ook, mensen die ook de nachtwandeling maken. Eenmaal aan de top voelen we de kuitjes wel zeg. Poef, deze is zeker een stuk pittiger dan de andere wandelingen die wij hebben gemaakt! Wij hebben er ‘maar’ twee en een half uur over gedaan. Lekker doorgestapt dus! Kan merken dat onze benen al wat training hebben gehad. Het uitzicht… Ik ga het weer zeggen hoor. Wauw, geen woorden voor. Zonsopkomst op deze plek. Het is het vroege opstaan en de steile wandeling helemaal waard. Het is er ook niet zo druk gelukkig, er zijn een stuk of tien andere mensen. Wat wilt een mens nog meer..?
Lekker ontbijten op de top en dan opzoek naar DE foto hotspot op deze berg. Een van de meest gefotografeerde plekken van het land. Waar is die dan precies eigenlijk? In hoogseizoen is het een hele drukke berg. Iedereen wilt naar de top en DE foto maken. Het probleem is, zonder toeristen, zo vroeg op de morgen kan je niet aan de groep mensen zien waar het precies is. Wij moeten dus echt opzoek naar de plek. Gelukkig wel gevonden natuurlijk. Op een normale zomerdag staan mensen blijkbaar tot wel een uur in de rij om deze foto te kunnen maken. Wij moesten zelfs ons best doen om hem te kunnen vinden! Lucky us! Tijd om de tocht naar beneden te maken. Nu kunnen we eindelijk zien waar we gelopen hebben. Er is dus geen beschutting en de zon brandt op onze hoofden. We zien mensen die aan het klimmen zijn zwoegen en zweten. Man, ik ben blij dat wij dit in de nacht hebben gedaan. Naar beneden gaan met deze zon was al zwaar genoeg.
Wonder boven wonder hebben we niet eens spierpijn! Beetje zware benen, dat wel. Wij beginnen nog eens getrainde wandelaars te worden!

Nu is het tijd voor de Westkust van het land! Wij bereiden ons voor op regen, regen en nog meer regen. Het is hier namelijk veel en vaak nat.

Share your travel adventures like this!

Create your own travel blog in one step

Share with friends and family to follow your journey

Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.