Beach, burgers & beer dus! Dunedin is dé studentenstad van Nieuw-Zeeland. Ik dacht dat Nijmegen leuk was met een strandje aan de waal. Deze stad heeft gewoon een enorm surfstrand, een echte aan de zee! Stel je voor, na je tentamens even lekker surfen. Ik teken ervoor!
Zodra we het centrum ingaan, voelt het ineens heel Europees. Mooie kerken en oude gebouwen. Om de stad heen allemaal groene heuvels. Het deed mij wel denken aan Ierland. Niet zo heel gek, aangezien Dunedin [dùn èideann] Schots (Keltisch) is voor Edinburgh. Deze stad is dan natuurlijk ook ooit gesticht door Schotten. Deze lieve mensen wilde zich wel lekker thuis voelen. Ze besloten dan ook om het stratenplan bijna gelijk te maken met dat van Edinburg. Nou ben ik nog nooit in Schotland geweest. Ook heb ik geen idee hoe Edinburgh eruitziet, maar ik geloof ze meteen. Al vind ik het persoonlijk wel ver gaan moet ik zeggen. Maar ach, het is wel mooi!
Nou waren wij inmiddels ook best wel en beetje dorstig. Studenten…. Toch een beetje synoniem voor bier?!?! Nou dat hebben ze hier. In overvloed. De
j b
11 chapters
16 Apr 2020
October 25, 2020
|
Queenstown
Beach, burgers & beer dus! Dunedin is dé studentenstad van Nieuw-Zeeland. Ik dacht dat Nijmegen leuk was met een strandje aan de waal. Deze stad heeft gewoon een enorm surfstrand, een echte aan de zee! Stel je voor, na je tentamens even lekker surfen. Ik teken ervoor!
Zodra we het centrum ingaan, voelt het ineens heel Europees. Mooie kerken en oude gebouwen. Om de stad heen allemaal groene heuvels. Het deed mij wel denken aan Ierland. Niet zo heel gek, aangezien Dunedin [dùn èideann] Schots (Keltisch) is voor Edinburgh. Deze stad is dan natuurlijk ook ooit gesticht door Schotten. Deze lieve mensen wilde zich wel lekker thuis voelen. Ze besloten dan ook om het stratenplan bijna gelijk te maken met dat van Edinburg. Nou ben ik nog nooit in Schotland geweest. Ook heb ik geen idee hoe Edinburgh eruitziet, maar ik geloof ze meteen. Al vind ik het persoonlijk wel ver gaan moet ik zeggen. Maar ach, het is wel mooi!
Nou waren wij inmiddels ook best wel en beetje dorstig. Studenten…. Toch een beetje synoniem voor bier?!?! Nou dat hebben ze hier. In overvloed. De
“Speight’s” bierbrouwerij zit zelfs midden in de stad. We hadden een leuk tentje gevonden waar ze natuurlijk burgers boven aan het menu hadden staan. Weet niet of ik het al gezegd had, maar burgers, dat lusten de kiwi’s wel! We kozen natuurlijk voor, zoals op de kaart stond, “De beste burger van Dunedin”. Dit zou perfect samengaan met een lekkere Speight’s. Dit allemaal voor heerlijke studentenprijzen natuurlijk. Niet veel later hadden wij onze burgers en beer voor onze neus staan. De burger was inderdaad erg lekker. Het bier daarentegen… smaakte precies zoals z’n prijs. Goedkoop. Puur festivalbier, niet echt wat we gewend zijn hier in Nieuw-Zeeland. Er zijn zoveel lokale brouwerijen die echt lekkere biertjes maken. Maarja, het kostte ook niets. De burger was in ieder geval erg lekker!
De volgende dag was het gelukkig lekker weer en zijn we naar de botanische tuinen gegaan. Volop lente, dus alles staat mooi in bloei. Daarna was het tijd voor het museum. Een leuk museum met oude Maori huizen, treinen, fietsen, auto’s, computers, als het maar oud was en ze hadden het. Moest natuurlijk wel even op de oude fiets gaan zitten. Helaas kon ik geen rondje maken. Ofja, helaas. Hier in Dunedin wil je niet echt fietsen. De straten zijn allemaal zo steil, ik kan me niet voorstellen dat mensen hier willen en kunnen fietsen. De “Baldwinstreet” is zelfs de steilste straat van de wereld! 35% als ik het goed heb. Er staat dan ook een bordje bij dat campers deze straat niet in mogen rijden. Wel logisch natuurlijk. Al die toeristen willen natuurlijk eventjes de straat op gereden hebben, komen vast te zitten en wie kan dat weer oplossen...? Geen idee eigenlijk. De AA (NZse versie van de anwb) misschien? Helaas voor camper Cami, wij wagen het er maar niet op, hij moet beneden blijven. Ik moet eerlijk bekennen dat ik de straat iets steiler verwacht had. Er zullen wel veel regels verbonden zijn aan wat dan precies een straat is..?? We hebben hier in Nieuw-Zeeland volgens mij wel steilere wegen gehad. Hoe dan ook, het bordje zegt steilste straat, dus wij vinken het af op onze bucketlist.
Wat we nog niet hebben afgevinkt op onze bucketlist zijn de geeloogpinguïns. Deze pinguïn soort is de meest zeldzame pinguin ter wereld. Hier in Nieuw-Zeeland, in het zuiden, leven ze. Wij gaan ons best doen om ze te spotten. Internet zegt dat je ze makkelijk kan spotten in Aramona. Dit ligt net buiten Dunedin, dus zeker de moeite waard om een kijkje te gaan nemen. Helaas voor ons zijn deze pinguïns, in tegenstelling tot een blauwe mini pinguïns die we de vorige keer bezocht hebben, heel verlegen. Zodra ze een mens op het strand zien zullen ze in het water blijven en niet naar hun nest toegaan. Aangezien het lente is en ze baby’s hebben, is dit nogal een probleem. Hoe langer ze in het water moeten wachten, hoe meer ze het voedsel verteren en hoe minder eten ze over houden om aan de kleintjes te geven. Veel baby’s verhongeren dan ook, doordat er mensen of andere dieren op het strand zijn en ze niet op tijd naar hun jongen kunnen. Dit wilde wij niet op ons geweten hebben, dus wij zijn naar een minuut of 10 maar weer vertrokken. Helaas, we kunnen niet altijd geluk hebben.
Tijd om door te gaan naar het uiterste zuiden. Daar waar niets meer te doen is, daar waar het heel erg waait en daarom geskipt wordt door veel toeristen. Het klinkt als muziek in mijn oren; The Soutern Senic Route. Een van de mooiste ter wereld zegt men. Ben ik het daar mee eens? Nou, de mooiste weet ik niet. Daarvoor heb ik te weinig gezien in de wereld denk ik, maar er zijn zeker stukken waar je mond van open valt. Indrukwekkende kliffen en groene heuvels. Man, als je een fobie voor de kleur groen hebt, dan is dit de hel op aarde. Wij kunnen er geen genoeg van krijgen. Ik kan elke twee minuten wel een foto maken. Men zegt er is niet veel te doen. Gelukkig hoef je ook niet veel te doen. Rondrijden en kijken is al meer dan genoeg. Af en toe maken we een stop en een korte
wandeling om iets tofs te zien. Dat is het mooie van deze route, misschien wel van het land. Een luie backpacker is helemaal aan het goede adres hier. Je hoeft geen urenlange wandelingen te maken om de mooiste plekken te zien. Half uurtje, uurtje max van je parkeerplek en je staat op de meest indrukwekkende uitzichtpunten of natuurverschijnselen.
Bijvoorbeeld de “Organ pipes”. Dit natuurverschijnsel hebben Thomas en ik al gezien in Noord-Ierland. Het is langzaam opgedroogd lava wat kapot barst en er dan uit komt te zien als een soort van orgel pijpen. Van de zijkant dan he, van boven ziet het eruit alsof er allemaal zeshoekige tegels zijn neergelegd. Dit was bijvoorbeeld 20 minuten door het regenwoud heen en 20 minuten terug. Het was bijna jammer dat het maar zo kort was door het mooie bos.
Hier en daar stoppen we om wat geweldige stranden te zien en om foto’s te maken van de schapen. Dit laatste is natuurlijk een
onmogelijke opgave, aangezien de schaapjes niet op de foto willen. Had ik al gezegd dat dit land 5 keer meer schapen heeft dan inwoners? In 2019 waren het er 26,7 miljoen om precies te zijn. Ooit was dit nog veel meer. Ergens in de jaren 80 waren er zo’n 70 miljoen schapen. Miljoen? Schrijft ze dat wel goed? Ja, 70 miljoen! SAY WHAAAAT. Da’s veel! Staat er dan ook vaak schaap of lam op het menu. Ja natuurlijk. Elke menukaart heeft wel een aantal gerechten met lam. Ik heb helaas nog niet de perfecte schapen foto kunnen maken, ik blijf gewoon proberen. Schapen genoeg. Nou, voor we inslaap vallen van het schaapjes tellen gaan we maar even door naar wat we nog meer gezien hebben.
Watervallen, regenwouden en vuurtorens. Er is hier veel regen, dus veel watervallen en ook veel bos. We hebben zeker niet alle watervallen bezocht die er zijn. Dan komen we nooit meer thuis. Ja, no worries, we komen echt wel weer thuis! Vuurtorens, die zijn er natuurlijk veel hier. Mijn persoonlijke favoriet is de vuurtoren bij Nugget point. Het is een relatief kleine vuurtoren op het één na zuidelijkste puntje van Nieuw-Zeeland. De vuurtoren kijkt uit op zogenoemde “nuggets”. Het meisje, van een jaar of negen, dat naast mij stond vond ze inderdaad wel op kipnuggets lijken. Of ze ook echt naar deze snack vernoemd zijn dat weet ik niet. Ze zijn in ieder geval een stuk mooier dan kipnuggets. Als je recht vooruitkijkt vanaf dit punt, is de eerstvolgende bestemming Antarctica. Kunnen we natuurlijk niet zien liggen, zo dichtbij is het nou ook weer niet. Kijk je een beetje naar rechts, dan zie (op een strakblauwe dag) Stewart Island. Dit is het laatst bewoonde eiland voor Antarctica. Tevens ook het derde eiland van Nieuw-Zeeland. Aangezien het weer er vaak slecht is wordt ook dit geweldig mooie stukje land vaak overgeslagen door toeristen. Jammer voor deze mensen, zij weten niet wat ze missen!
Zoals je natuurlijk begrijpt hebben wij direct een ticket gekocht voor de boot. Niet helemaal direct. We hebben eerst even de
weersvoorspellingen gecheckt. We kunnen het weer helaas niet beïnvloeden, maar wel de dagen kiezen. Ze voorspellen drie dagen mooi weer, daarna en daarvoor is het huilen met de pet op. Drie dagen Stewart Island it is! Cami de camper mag helaas niet mee op de boot. We moeten dus iets boeken. Wow, betalen voor een slaapplaats. Da’s wel weer even geleden!
Betalen voor een slaapplaats betekent ook: EEN DOUCHE. Oh shit. Wakker worden en dan een douche nemen. Dat is ook wel weer even geleden! Maar Janne, douchen jullie dan niet? Nope, helaas. Onze camper heeft geen douche. Vieze stinkies zijn wij. Grapje natuurlijk! We kunnen alleen niet elke ochtend lekker luxe opstaan en een warme douche nemen. We moeten het doen met de koude, maar gratis, douches aan het strand. Optie twee is naar een zwembad/sportschool/hostel en betalen een (meestal) klein bedrag om gebruik te maken van hun douche. Optie drie: We hebben (eum hadden, hij is lek) een hele mooie solar douchezak. Klinkt heel luxe, maar is niets meer dan een zwarte zak met water die je in de zon kan leggen. In de zomer zou het water dan warm worden, nu in de lente is het gewoon een zak met koud water met een kraantje eraan. Maar, hang ‘m in de boom of aan de camper en er valt gewoon water vanuit dat kraantje naar beneden. Bijna net een echte douche. Voor ik weer helemaal afdwaal, terug naar Stewart Island.
Stewart Island is denk ik hoe Nieuw-Zeeland eruitzag voor er mensen woonden. Het is één groot regenwoud. Letterlijk dan hè. Alleen daar waar je aankomt is een klein dorpje. Precies genoeg plek voor 400 inwoners en een aantal hotels. Het enige wat je hier kan doen is wandelen. Makkelijk is dat, hoef je niet te bedenken wat je gaat doen. Gewoon wandelschoenen aan en gaan met die banaan. Wat kan je er dan allemaal zien? Nou eigenlijk alleen maar regenwoud dus. Ohja, en vogels. Heel veel vogels. Papagaaien, parkieten, alles
is er. Op dit eiland leven ook veel kiwi’s. Elke toerist hoopt er natuurlijk één te spotten. Het merendeel van de mensen gaat naar huis en heeft geen kiwi in het wild gezien. De mensen die naar Stewart Island gaan, die hebben een grotere kans om ze te zien, omdat hier 10.000 kiwis leven. Dit is ook meteen de enige plek in Nieuw-Zeeland waar er zoveel bij elkaar leven. Het nadeel is dat kiwi’s nachtdieren zijn. Dit maakt het dus wat lastiger om ze te spotten. Natuurlijk kan je veel geld betalen voor een kiwi wandeling. Dan ga je ze sowieso zien. Wij hebben niet zo’n trek in een toeristische kiwi tocht. Wij gaan zelf ’s avonds wandelingen maken en hopen dat wij er één zien. Na bijna twee uur hebben wij nog steeds geen kiwi gespot. We horen ze overal roepen naar elkaar, maar zie ze maar eens te vinden in een donker bos. Met een rode lamp zie je ook niet zo veel en we kunnen geen wit licht gebruiken. Dat doet pijn aan hun ogen. Wij geven het op voor vandaag. Morgen nieuwe ronden nieuwe kansen.
De volgende dag nemen wij de taxiboot naar Ulva Island. Een nog kleiner eilandje waar niemand woont. Hier leven heel veel papegaaien en andere mooie vogels. Helaas maar 30 tot 40 kiwi’s, de kans dat we die zouden gaan zien was minimaal. Bij het hostel zeiden ze dat als we kiwi’s wilde zien, we de eerste boot moesten nemen. Er is blijkbaar één kiwisoort dat actief is gedurende de dag, deze willen zich nog wel eens laten zien in de ochtend, voor ze de mensen horen rondlopen. Wij nemen de eerste boot, want ja ook al is de kans klein, we proberen het toch.
Ook dit eiland is één groot regenwoud. Er zijn maar een paar wandelpaden aangelegd en na drie uur heb je alle paden wel gelopen. Het is een mega mooi bos. Compleet onaangetaste wildernis. De vogels zingen om je heen en de stranden zijn wit. Omdat wij de eerste boot hadden genomen kwamen wij zo goed als niemand tegen op het eiland. Het was echt alsof we het eiland voor
onszelf hadden. Helemaal geweldig. Wij wilde de eerste boot weer terug nemen. We hadden al zo veel mooie vogels gezien en die kiwi’s, er zijn er zo weinig hier. Die gaan we waarschijnlijk toch niet meer zien. We waren onderweg terug naar de boot. Het was nog maar zo’n 15 minuten lopen en wij waren inmiddels gewoon aan het praten i.p.v. fluisteren. Toen gebeurde het! Ik was er al bijna voorbijgelopen. Ik draaide me om om wat tegen Thomas ze zeggen en schrok me rot van dat bewegende ding op nog geen 30 centimeter afstand. WOOOW EEN KIWI!!! Zo dichtbij, klaarlichte dag. We kunnen er zelfs foto’s en filmpjes van maken(die twee foto's van die vogel met die hele lange snavel). Hij was lekker aan het scharrelen opzoek naar eten. Totaal niet bang, hij negeerde ons volkomen. Wij konden rustig foto’s maken. MY GOD. Wat hebben wij weer een geluk. Foto’s maken van een bewegend dier is bijna onmogelijk. Hij zit geen halve seconde stil. Ach, wat kan het ons ook schelen. Dan maar een beetje een bewogen foto. Ik maak nog wat
filmpjes en dan gaan we gewoon lekker staren naar dit bijzondere beestje. ’S Avonds hebben we nog een keer geprobeerd om een kiwi te spotten op Stewart Island. Aangezien we er al één gezien hadden, was onze motivatie iets minder om zo lang door het donker te sjokken. Het was ook best wel koud en deze avond waren er veel mensen die al hardop pratend met witte lichten aan het rondschijnen waren. Geen kiwi die zich dan laat zien natuurlijk. We spotten wel nog twee mini uiltjes, die overigens echt veel kabaal maken!
Weer terug op het zuidereiland wilde ik nog heel graag terug naar Curio bay. Dit is de laatste plek waar wij nog kans hebben om geeloogpinguïns te spotten. De vorige keer waren we er niet in de avond, dus reden we een uurtje terug in de hoop dat we er misschien één zouden zien. Hier kan je ook van een afstand kijken naar de pinguïns, waardoor de kans veel groter is om ze te zien en verstoor je ook niet de weg van het water naar hun nest. Perfect dus. Tussen half acht en half negen zou de kans het grootst zijn om ze te zien. Wij gaan dus weer wachten of deze beestjes zich laten zien vanavond. Na ongeveer een half uur driekwartier waggelt er een pinguin tussen de rotsen. We hadden hem niet eens uit het water zien komen. Deze pinguïns waren stukken groter dan de blauwe die wij de vorige keer zagen! Hij bleef nog lekker rondwandelen en zo konden wij mooi weer wat foto’s maken. Natuurlijk willen ook deze beestjes niet stilzitten en zijn de foto’s zo goed als allemaal bewogen, maar wij hebben kunnen ook deze beestjes afvinken. Volgens mij hebben wij inmiddels zo’n beetje alle dieren gezien die wij graag wilde zien. Alleen de orca’s nog. Dat zou het helemaal compleet maken.
Wij zijn inmiddels aangekomen in Queenstown. Hier blijven we een aantal dagen en dan gaan we weer een klein stukje terug naar Milford sounds. Hier valt zo’n zeven meter regen per jaar. We proberen een zonnige dag te kiezen om een boottour te maken, al is een regen loze dag bijna onmogelijk. We gaan het zien en hopen op goed weer!
Create your own travel blog in one step
Share with friends and family to follow your journey
Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!