Vandaag stond de grootste waterval van Zweden op de planning, maar het weer dacht daar anders over. De waterval hebben we geskippt, tenzij we als doorweekte poedeltjes vier kilometer heen én terug wilden wandelen.

We hebben dus wat andere dingen bezocht, zoals een kerkje en een Loppis. Loppis is dus iets wat je hier veel ziet en wat echt kneiterleuk is. Mensen stellen bijvoorbeeld hun huisje of schuur open, waar ze dan tweedehands meuk verkopen en vaak ook nog een heel breed assortiment aan zelfgemaakte taartjes.

Naast dat we bij deze Loppis dus even alle taartjes uitprobeerden, kochten we hier een mooie langspeelplaat (joehoee) en nieuwe glazen, aangezien het servies de hobbels en bochten in de kastjes van de camper níet helemaal hadden overleefd. Piet kon bij deze Loppis zelfs met een Engelse Pond betalen. Grappig, aangezien ik niet helemaal de connectie zie tussen Engelse Ponden en Zweedse Kronen.

Verder bezochten we het Härjedalens Fjãllmuseum en een kerkje, waarnaast weer een rendier gras stond te smikkelen. Waar we gisteren met 12 rendieren spotten toch al dik tevreden waren, stond de teller vandaag al op meer dan 30!

Als laatste bezienswaardigheid bezochten we een krater van een meteoriet. Waar we dachten dat dit toch redelijk spectaculair zou zijn, viel dit toch lichtelijk tegen. Een grote kuil in een grote zandbak in een bos, daarmee kun je het vergelijken. Maar, toch zeker weer leuk om eens gezien te hebben.

Deze nacht zouden we op een camping gaan staan, om weer even lekker te douchen. Op deze camping was poedelnaakt douchen zónder douchegordijn en met een douchewandje -waar je alsnog doorheen kunt kijken- heel normaal. Ik gok erop dat de Zweden dus wel iets minder preuts zijn dan de gemiddelde Hollander.

Als laatst struinden we nog een beetje over de camping totdat het tijd was om te gaan pitten.

Weer een geslaagde dag, zou ik zeggen.