Azoren 2011

Dag 11. Aantal kilometers: auto 80; lopen 8.
Weer: bewolkt, zon 15 – 19 ºC.

We hebben vandaag de zuidwestkant van het eiland verkend. Het eerste stuk ging over de hoofdweg door veel kleine dorpjes, allemaal met hun eigen kerk. De kerken op dit eiland zagen er meestal anders uit dan op de vorige eilanden. Ze hadden vaak lichtblauw of geel geverfde zijkanten in plaats van zwarte steen en de torendaken waren met zwarte zigzag strepen versierd. Naast de kerk stond meestal een kleurig versierd huisje versierd met allerlei ornamenten. Via een smal weggetje zijn we naar de kust gereden. Er liepen talloze weggetjes door de weidegebieden. We zijn op goed geluk aan het rijden geweest, zoveel mogelijk parallel aan de kust. Het waren erg smalle weggetjes en je reed constant tussen twee muren van lavabrokken. De stenen zijn destijds van het land gehaald om veeteelt en landbouw mogelijk te maken. Er kwam zoveel materiaal vrij dat elk perceeltje ommuurd kon worden. Vooral van bovenaf was dat een leuk gezicht. We

lilytocila

14 chapters

16 Apr 2020

Eiland: Terceira: Angro do Heroismo

April 26, 2011

Dag 11. Aantal kilometers: auto 80; lopen 8.
Weer: bewolkt, zon 15 – 19 ºC.

We hebben vandaag de zuidwestkant van het eiland verkend. Het eerste stuk ging over de hoofdweg door veel kleine dorpjes, allemaal met hun eigen kerk. De kerken op dit eiland zagen er meestal anders uit dan op de vorige eilanden. Ze hadden vaak lichtblauw of geel geverfde zijkanten in plaats van zwarte steen en de torendaken waren met zwarte zigzag strepen versierd. Naast de kerk stond meestal een kleurig versierd huisje versierd met allerlei ornamenten. Via een smal weggetje zijn we naar de kust gereden. Er liepen talloze weggetjes door de weidegebieden. We zijn op goed geluk aan het rijden geweest, zoveel mogelijk parallel aan de kust. Het waren erg smalle weggetjes en je reed constant tussen twee muren van lavabrokken. De stenen zijn destijds van het land gehaald om veeteelt en landbouw mogelijk te maken. Er kwam zoveel materiaal vrij dat elk perceeltje ommuurd kon worden. Vooral van bovenaf was dat een leuk gezicht. We

hebben een paar keer een afslag naar de kust gemaakt. Bij een plaatsje was met beton een aantal plateaus gemaakt met trappen zodat je tussen de rotsen toch in zee kon komen. Alle paden, trappen en plateaus waren wit afgezet. Van boven leek het wel een beetje de kaart van Nederland. Ook zagen we een geheel uit natuursteen opgebouwde arena voor stierengevechten, die hier meestal niet bloederig zijn, maar waarbij allerlei acrobaten hun kunsten vertonen door over de aanvallende stier heen te springen, met of zonder polsstok. Het landschap deed toch wel een beetje bekend aan. Het deed denken aan sommige plekken in Engeland en Ierland. Tegen twaalven waren we in Serrata. We zijn eerst bij de vuurtoren van Serrata gaan kijken. Via een kronkelweggetje langs de bergwand kwamen we bij de toren, die niet veel meer bleek te zijn dan een flinke rood-wit geverfde sparboei (Dobbervormige boeien die bij ijsgang worden gebruikt. Ze kunnen zonder beschadigingen onder kruiend ijs door). We begonnen ondertussen trek te krijgen. In Serrata zelf konden we met veel moeite een restaurant vinden. Later bleek dat hun uithangbord met noodweer was kapot gewaaid. Het was wel de moeite waard. Het was een klein tentje, beetje type bruine kroeg met veel oude spulletjes aan de wanden. Een uitermate vriendelijk meisje kwam de bestelling opnemen. Dat ging met handen en voeten. Ze sprak geen woord over de grens op "liver" na. Dat was dus duidelijk: lever. Porc en vaca (varken en koe) snapten we ook wel, zodoende kwamen we uit op een traditionele runderstoofpot en idem dito een van varkensvlees en lever. Er kwamen na een tijdje twee enorme aardewerken potten op tafel met een hoeveelheid vlees voor zeker vier man (type hongerige bouwvakker). Erbij hadden we een karafje wijn. Het smaakte verrukkelijk. Het rundvlees was heerlijk draadjesvlees en de mix van varkensvlees en lever was botermals. We hebben goed ons best gedaan, maar de helft ging terug. We zaten vol tot aan ons merk. Voor deze beide maaltijden met brood en wijn betaalden we in totaal ruim € 18,00. Je kunt hier nog eens uit eten gaan. Na het eten zijn we via een onverharde weg een bos in gereden. Later kwamen we op een smalle, verharde weg. Het was een prachtige tocht door dichte bossen met af en toe uitzichten op de kust. We reden door naar de Lagoa do Negro, een klein veenmeertje op de helling van een vulkaan. Hier begon een rondwandeling die we op internet hadden gevonden. Dankzij GPS-wizzard Jauk was Flip na een pittige bijscholingscursus in staat om voorgekauwde routes in zijn GPS te zetten. Dat kan soms erg prettig zijn, want je loopt nooit verkeerd en het zijn meestal mooie routes. Het eerste stuk ging door een soort hoogveengebied. Het pad was bij wijlen flink sompig en je kon wel tot over je enkels in de prut zakken. We liepen door een weelderig begroeid geaccidenteerd terrein met typische veenvegetatie zoals sphagnummos en heidestruiken. Daarna doken we een bos in waarbij we soms flink moesten klimmen en dalen over het glibberige pad met veel struikelmomenten en gladde wortels. Soms was het net of je in een tropisch oerwoud liep. Alles was heftig groen en overal groeide mos op de knoestige en verweerde struiken en boomheide. Ook geïmporteerde soorten als gember kwamen we tegen. Het pad werd eigenlijk steeds ruiger. We moesten vaak onder omgevallen bomen of takken doorkruipen en toen kwamen we in een lavagebied. Het eerste stuk ging door een droge beekbedding, geheel gevuld met ruige rotsblokken van met mos begroeide lava. Daarna kwamen we in een echt lavaveld van het vlijmscherpe type grillige brokken gestold magma. Lily had het er zwaar mee. Die is niet zo van survival in een maanlandschap. Ze gleed een keer uit en gelijk was haar broek op de knie aan rafels en haar knie, fortuinlijk genoeg, in iets mindere mate, maar wel ontveld. Gelukkig kwamen we daarna op een onverharde weg en later weer op asfalt, zodat het eind van de trip gladjes verliep. We hadden niet ingeschat dat het zo'n ruige tocht zou worden. Dankzij de GPS wisten we aldoor waar we waren en kon je anticiperen op wat er nog te wachten stond. Enigszins bemodderd, maar toch voldaan, omdat we de tocht bijna zonder kleerscheuren hadden volbracht, kwamen we weer bij onze auto aan. We hadden een prachtig stuk wilde natuur gezien en daar ging het om. Met de auto waren we binnen de kortste keren weer in Angra. Het was erg druk in de nauwe straatjes, maar we konden onze auto toch kwijt dicht bij het hotel. 's Avonds hadden we nog steeds geen trek ondanks de verlopen tijd na het middagmaal en de stevige wandeling. We hebben daarom maar in hetzelfde tentje als gisteren een paar kleine hapjes besteld, tenminste dat dachten wij. Er kwamen natuurlijk weer twee volgestapelde borden. Lily had een pasta-tonijnsalade en Flip had lulas, kleine pijlinktvisjes van de grill. We wisten nog wel een gaatje over te houden voor een toetje. Dat was ook weer vet heftig maar wel erg lekker. Het waren grote stukken frisse citroentaart met een suikerschuimbedekking en een stevige noten-chocoladetaart. Vol, voldaan en moe liepen we naar het hotel.

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.