Zuid-Afrika 2018

Vanmorgen zijn we heel vroeg op gestaan om weer naar een wildpark in de buurt te gaan. We zijn naar Hluhluwe-Imfolozi park geweest. Een van de eerste wildparken in Zuid Afrika en – in tegenstelling tot bijvoorbeeld Kruger National Park – een door de overheid beheerd wildpark. Het is veel kleiner dan Kruger, maar de big five is er wel te vinden. Je hebt dus in feite meer kans om wild te zien dan in Kruger. Het park ligt zo’n 60 km van St. Lucia af, dus we moesten eerst zo’n 45 minuten rijden voor we bij de gate waren om erin te kunnen.

Eenmaal daar aangekomen zei Gijs al dat hij niet helemaal lekker was. Ik dacht eerst nog dat hij misschien moe was door het vroege opstaan, maar dat bleek niet zo te zijn…Tot nu toe was het reizen erg goed gegaan. Twee jaar geleden had hij erg last van wagenziekte toen we naar Oostenrijk gingen, maar tot nu toe had hij nog nergens last van gehad. Ook niet bij de kustroutes die toch slingerend gaan en tot zo’n 1000 meter hoog waren. Tot vandaag dus. Het leek nog even mee te vallen, want we waren net 5 minuten in het park aan het rijden, toen er voor ons 2 auto’s stil stonden. Dat is meestal niet voor niets. En inderdaad er liepen 3 olifanten in de bosjes langs de weg en toen wij er aan kwamen rijden, staken ze net de weg over. Prachtig om te zien hoe groot die beesten zijn én euforie want nummer 3 van de big 5. Gijs was ook alert en vond het ook mooi. Maar toen we eenmaal weer verder reden, begon hij toch wat te jammeren en vertelde hij dat hij zich echt niet lekker voelde. Gelukkig waren we redelijk dicht bij het eerste punt waar je je auto even uit kunt om te plassen en picknicken, dus daar zijn we toen maar even gestopt. Ondertussen had ik Gijs een tabletje gegeven tegen wagenziekte, maar het duurt even voor die werken. Na een tijdje te hebben gezeten zijn we toch maar weer in de auto gestapt. Elise voorin op mijn plek, Teun zat achterin (de auto heeft 2 rijen achterbank) en Gijs liggend op mijn schoot in de middelste rij. Zo heeft hij het gelukkig de rest van de dag goed kunnen volhouden. Alleen als er een nieuw/bijzonder/interessant/mooi dier te zien was, kwam hij even overeind, maar de rest van de rit heeft hij zo in de auto gelegen :-(.

Na de stop voor Gijs zijn we verder gereden en al gauw zagen we weer wat auto’s stil staan. Toen we daar aankwamen, bleek dat zij neushoorns zagen. Weer 2 of 3 die langs de kant van de weg een beetje stonden te grazen. Het stikt hier gewoon van de neushoorns was onze conclusie. Later in het guesthouse las ik dat dit park er inderdaad om bekend staat dat het de witte neushoorn van uitsterven heeft behoed door ze hier te houden en uit te zetten in andere wildparken in Zuid-Afrika. Bijna alle witte neushoorns in Zuid-Afrika komen uiteindelijk allemaal uit dit park. Casper las ook ergens dat er een whats-app groep bestond, opgezet door studenten, die je kunt gebruiken om te melden waar je welk wild hebt gespot, zodat anderen er ook naar kunnen zoeken. De enige nadrukkelijke uitzondering is echter het vermelden dat je neushoorns hebt gespot, omdat dit wel eens stropers zou kunnen aantrekken. Die hoorns zijn nog steeds erg gewild.

Na de neushoorns zagen we wat verderop weer mensen voor ons die langs de weg waren gestopt. Toen wij er aan kwamen rijden draaide er net eentje om. Die vertelde ons dat er een leeuw had gelopen, maar dat hij net het bos weer was ingegaan. Jammer, die hadden we dus net gemist. Zo hebben we een heel tijdje door het park gereden en zagen we nog wrattenzwijnen, zebra’s, Gnoe’s en impala’s. Tot we op een gegeven moment weer twee neushoorns in de berm zagen staan. Casper stopte de auto en zette de motor af, zodat ze ons niet meteen zouden opmerken. Dat hielp, want ze liepen meteen onze richting op om de weg over te steken. Dat was even een spannend moment, want op een gegeven moment stonden ze met z’n tweeën best wel dicht bij onze auto met hun hoorns onze kant op. De kinderen en ik vonden dat wel een beetje eng, je weet natuurlijk nooit wat zo’n beest gaat doen, dus op ons verzoek reed Casper een stukje achteruit. Toen ze eenmaal aan de overkant van de weg waren en daar weer het bos in liepen, toen durfden we weer verder te rijden. Later hoorden we van een gids dat witte neushoorns niet gevaarlijk zijn. Hij zei letterlijk: dat zijn net grote baby’s die doen niets. Zwarte neushoorns zijn wel wat gevaarlijker en voor olifanten moet je echt uitkijken.

We kwamen op een gegeven moment ook nog bij een afzetting, waar je in kon lopen en dan kwam je bij een waterpoel uit, waar we een paar wrattenzwijnen konden bewonderen. Eentje werd ondertussen gepikt door een vogeltje en anderen waren elkaar achterna aan het rennen. Leuk om even te zien. En ook kwamen we nog een paar keer langs hele kuddes impala’s en gnoe’s. We hebben zelfs impala’s gezien die achter elkaar aan gerend de bosrand uit kwamen en zo de weg op renden. Mooi om te zien!

Na de lunch vonden we het tijd worden om weer richting uitgang te gaan. Gijs was het zat aan het worden en Teun en Elise wilden ook graag nog even kunnen zwemmen bij het guesthouse. Inmiddels was het al zo’n 13:00 uur en dus min of meer op het heetst van de dag. We hebben op dat stuk terug naar de uitgang dan ook nog maar weinig beesten gezien. We waren eigenlijk op zoek naar olifanten en leeuwen en ook giraffen hadden we nog helemaal niet gezien. Dat laatste verbaasden ons wel een beetje, want zowel in Oeganda (in 2000) als in Namibië (in 2005) hadden Casper en ik juist super veel giraffen gezien.

En toen opeens zag ik een hele dikke bips ergens tussen de bomen. Wij rustig rijden en ja hoor: olifanten. Ze waren best ver weg, maar toch goed zichtbaar. Ze stonden daar rustig te grazen. De kinderen vonden het toch wel een beetje eng, maar gelukkig waren ze ver genoeg weg, dus konden ze er toch van genieten.

De conclusie was dus eigenlijk dat we vandaag veel mooie dieren hadden gezien, maar helaas nog geen leeuwen en giraffen. En ook nog geen luipaarden, ook één van de big 5. Maar van deze wisten we dat het moeilijk zou zijn hem te spotten. Toen we 10 minuten voor de uitgang waren, zagen we gelukkig ook in de verte nog een stuk of 8 giraffen staan. Daar hadden we echt de verrekijkers voor nodig, maar…we hebben ze dan toch nog gezien!

Hopelijk zien we in Kruger nog meer giraffen en ook nog leeuwen en met wat geluk nog een luipaard, maar we hebben al veel moois gezien de afgelopen twee dagen!

reginaschoenmakers

20 chapters

16 Apr 2020

Wagenziekte :-( én Wild 2

July 22, 2018

|

St. Lucia

Vanmorgen zijn we heel vroeg op gestaan om weer naar een wildpark in de buurt te gaan. We zijn naar Hluhluwe-Imfolozi park geweest. Een van de eerste wildparken in Zuid Afrika en – in tegenstelling tot bijvoorbeeld Kruger National Park – een door de overheid beheerd wildpark. Het is veel kleiner dan Kruger, maar de big five is er wel te vinden. Je hebt dus in feite meer kans om wild te zien dan in Kruger. Het park ligt zo’n 60 km van St. Lucia af, dus we moesten eerst zo’n 45 minuten rijden voor we bij de gate waren om erin te kunnen.

Eenmaal daar aangekomen zei Gijs al dat hij niet helemaal lekker was. Ik dacht eerst nog dat hij misschien moe was door het vroege opstaan, maar dat bleek niet zo te zijn…Tot nu toe was het reizen erg goed gegaan. Twee jaar geleden had hij erg last van wagenziekte toen we naar Oostenrijk gingen, maar tot nu toe had hij nog nergens last van gehad. Ook niet bij de kustroutes die toch slingerend gaan en tot zo’n 1000 meter hoog waren. Tot vandaag dus. Het leek nog even mee te vallen, want we waren net 5 minuten in het park aan het rijden, toen er voor ons 2 auto’s stil stonden. Dat is meestal niet voor niets. En inderdaad er liepen 3 olifanten in de bosjes langs de weg en toen wij er aan kwamen rijden, staken ze net de weg over. Prachtig om te zien hoe groot die beesten zijn én euforie want nummer 3 van de big 5. Gijs was ook alert en vond het ook mooi. Maar toen we eenmaal weer verder reden, begon hij toch wat te jammeren en vertelde hij dat hij zich echt niet lekker voelde. Gelukkig waren we redelijk dicht bij het eerste punt waar je je auto even uit kunt om te plassen en picknicken, dus daar zijn we toen maar even gestopt. Ondertussen had ik Gijs een tabletje gegeven tegen wagenziekte, maar het duurt even voor die werken. Na een tijdje te hebben gezeten zijn we toch maar weer in de auto gestapt. Elise voorin op mijn plek, Teun zat achterin (de auto heeft 2 rijen achterbank) en Gijs liggend op mijn schoot in de middelste rij. Zo heeft hij het gelukkig de rest van de dag goed kunnen volhouden. Alleen als er een nieuw/bijzonder/interessant/mooi dier te zien was, kwam hij even overeind, maar de rest van de rit heeft hij zo in de auto gelegen :-(.

Na de stop voor Gijs zijn we verder gereden en al gauw zagen we weer wat auto’s stil staan. Toen we daar aankwamen, bleek dat zij neushoorns zagen. Weer 2 of 3 die langs de kant van de weg een beetje stonden te grazen. Het stikt hier gewoon van de neushoorns was onze conclusie. Later in het guesthouse las ik dat dit park er inderdaad om bekend staat dat het de witte neushoorn van uitsterven heeft behoed door ze hier te houden en uit te zetten in andere wildparken in Zuid-Afrika. Bijna alle witte neushoorns in Zuid-Afrika komen uiteindelijk allemaal uit dit park. Casper las ook ergens dat er een whats-app groep bestond, opgezet door studenten, die je kunt gebruiken om te melden waar je welk wild hebt gespot, zodat anderen er ook naar kunnen zoeken. De enige nadrukkelijke uitzondering is echter het vermelden dat je neushoorns hebt gespot, omdat dit wel eens stropers zou kunnen aantrekken. Die hoorns zijn nog steeds erg gewild.

Na de neushoorns zagen we wat verderop weer mensen voor ons die langs de weg waren gestopt. Toen wij er aan kwamen rijden draaide er net eentje om. Die vertelde ons dat er een leeuw had gelopen, maar dat hij net het bos weer was ingegaan. Jammer, die hadden we dus net gemist. Zo hebben we een heel tijdje door het park gereden en zagen we nog wrattenzwijnen, zebra’s, Gnoe’s en impala’s. Tot we op een gegeven moment weer twee neushoorns in de berm zagen staan. Casper stopte de auto en zette de motor af, zodat ze ons niet meteen zouden opmerken. Dat hielp, want ze liepen meteen onze richting op om de weg over te steken. Dat was even een spannend moment, want op een gegeven moment stonden ze met z’n tweeën best wel dicht bij onze auto met hun hoorns onze kant op. De kinderen en ik vonden dat wel een beetje eng, je weet natuurlijk nooit wat zo’n beest gaat doen, dus op ons verzoek reed Casper een stukje achteruit. Toen ze eenmaal aan de overkant van de weg waren en daar weer het bos in liepen, toen durfden we weer verder te rijden. Later hoorden we van een gids dat witte neushoorns niet gevaarlijk zijn. Hij zei letterlijk: dat zijn net grote baby’s die doen niets. Zwarte neushoorns zijn wel wat gevaarlijker en voor olifanten moet je echt uitkijken.

We kwamen op een gegeven moment ook nog bij een afzetting, waar je in kon lopen en dan kwam je bij een waterpoel uit, waar we een paar wrattenzwijnen konden bewonderen. Eentje werd ondertussen gepikt door een vogeltje en anderen waren elkaar achterna aan het rennen. Leuk om even te zien. En ook kwamen we nog een paar keer langs hele kuddes impala’s en gnoe’s. We hebben zelfs impala’s gezien die achter elkaar aan gerend de bosrand uit kwamen en zo de weg op renden. Mooi om te zien!

Na de lunch vonden we het tijd worden om weer richting uitgang te gaan. Gijs was het zat aan het worden en Teun en Elise wilden ook graag nog even kunnen zwemmen bij het guesthouse. Inmiddels was het al zo’n 13:00 uur en dus min of meer op het heetst van de dag. We hebben op dat stuk terug naar de uitgang dan ook nog maar weinig beesten gezien. We waren eigenlijk op zoek naar olifanten en leeuwen en ook giraffen hadden we nog helemaal niet gezien. Dat laatste verbaasden ons wel een beetje, want zowel in Oeganda (in 2000) als in Namibië (in 2005) hadden Casper en ik juist super veel giraffen gezien.

En toen opeens zag ik een hele dikke bips ergens tussen de bomen. Wij rustig rijden en ja hoor: olifanten. Ze waren best ver weg, maar toch goed zichtbaar. Ze stonden daar rustig te grazen. De kinderen vonden het toch wel een beetje eng, maar gelukkig waren ze ver genoeg weg, dus konden ze er toch van genieten.

De conclusie was dus eigenlijk dat we vandaag veel mooie dieren hadden gezien, maar helaas nog geen leeuwen en giraffen. En ook nog geen luipaarden, ook één van de big 5. Maar van deze wisten we dat het moeilijk zou zijn hem te spotten. Toen we 10 minuten voor de uitgang waren, zagen we gelukkig ook in de verte nog een stuk of 8 giraffen staan. Daar hadden we echt de verrekijkers voor nodig, maar…we hebben ze dan toch nog gezien!

Hopelijk zien we in Kruger nog meer giraffen en ook nog leeuwen en met wat geluk nog een luipaard, maar we hebben al veel moois gezien de afgelopen twee dagen!

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2025 Travel Diaries. All rights reserved.