Na een welverdiende nachtrust zijn we een dag na onze jungle trek met veel spierpijn in de taxi gestapt richting Lake Toba. Lake Toba is het grootste meer van Zuid-Oost Azië en ligt op zo'n 8 uur rijden van de jungle. Best een lange tocht, zeker als je ziek bent. Gelukkig mocht Mariëlle voorin zitten, terwijl 6 andere toeristen, inclusief Vincent, zaten opgepropt op de twee rijen daarachter. Heeft het toch nog voordelen om ziek te zijn! Hier maken we kennis met Anouk en Eva, uit het oosten van het land, die bijna precies dezelfde plannen hebben als wij; Toba, Bromo, Bali en Gili. Grappig!
De weg naar Tobameer was wat hobbelig, maar ook erg mooi. We reden langs rubberplantages, palmboombossen (of is het toch palmbos?) en door kleine dorpjes. Na 7,5 uur rijden werden we vervolgens getrakteerd op een mooi uitzicht op het Tobameer, met daarin Samosir eiland, het eiland waar wij de komende 3 nachten zullen verblijven. Nog even naar beneden rijden, de boot net missen, 1,5 uur wachten en een half uur met de boot en dan heb je alles wat je wilt: zwembad, biertje, westers eten en een super luxe kamer met mooi uitzicht en warm water douche (ja, dat is hier niet altijd een gegeven). Hier gaan we het wel even uithouden!
De eerste volledige dag gebruiken we dan ook om even goed bij te komen en te herstellen van de trekking. Beetje zwemmen en lunchen aan het zwembad (voor Vincent een broodje kroket, ook gewoon hier dus!), boekje lezen, spelletje spelen (1x raden wie er nog steeds elke keer weer wint) en vooral niet te veel doen.
Om te voorkomen dat we ons gaan vervelen, huren we de volgende dag een scooter om het eiland te verkennen. Samosir eiland is gelukkig qua verkeer een stuk minder druk dan Jakarta, dus hier durven we het wel aan. Na een klein oefenrondje van Vincent gaan we lekker op pad. Met een zonnetje en een lekker briesje scheuren we erop los. We hadden een klein (schat)kaartje meegekregen, maar helaas waren we toch al snel de weg kwijt. Even vragen dan maar. We komen een paar locals tegen en laten het kaartje zien. Vol verwondering wordt er naar het kaartje gekeken en gaan ze met hun vinger het hele eiland langs. Blijkbaar hebben ze hier nog nooit een landkaartje gezien. Wel heel grappig voor ons, maar we worden er ook niet veel wijzer van, want het blijkt dat men zelf niet eens weet waar men woont. Bijzonder...
We besluiten terug te rijden naar onze accommodatie en de andere kant op te rijden. Hier komen we Anouk en Eva weer tegen; grappig! Vincent maakt nog een kleine glijder met de scooter als hij de parking uit wil rijden, maar houdt hier gelukkig niets aan over behalve een lichte blauwe plek op zijn heup. We bezoeken onderweg nog wat authentieke Batik huisjes, een graf (zou bijzonder moeten zijn, maar dat hebben wij niet kunnen ontdekken) en een kannibalendorpje. We scooteren vervolgens lekker verder en maken nog een opmerking over de donkere wolken. Maar ach, zal wel meevallen toch? Na wat hobbelweggetjes vinden we het mooi geweest en besluiten terug te rijden naar ons kleine paradijsje, wat nog een kleine 45 minuten rijden is.
Hmm, de lucht wordt wel steeds donkerder, als dat maar goedkomt. Al snel voelen we de eerste druppels, vervolgens krijgen we een kleine bui over ons geen en we besluiten onze poncho's aan te trekken. Wij rijden verder en jawel, daar is de wolkbreuk! Onweer, regen en nog meer regen, wat gaat het tekeer! De straten staan al snel blank en wij rijden van de ene naar de andere modderstroom. Heus niet lekker als je met je korte broek op een scooter zit! Voorzichtig, maar toch ook snel rijden we naar onze accommodatie waar we als 2 verzopen katjes aankomen.
Die avond wilde Vincent genieten van de lokale specialiteit: kreeft. Bij het bestellen bleek dat je dat de dag van tevoren moet aangeven, zodat het vers gevangen kan worden. Helaas dus... Dan naar biefstuk. Die bleek niet zo goed te zijn als in Europa. Dan maar keuze 3; varkensvlees. Voor Mariëlle een good old spaghetti bolognese en daarmee was het verblijf op Toba bijna ten eind.
De volgende dag vertrekken we met enige haast (verkeerd ingelicht) met de boot terug, om weer gepropt te worden tussen wat meer locals in een taxi. Dit keer moest ook Mariëlle consessies doen; hoewel ze naast een sprietje van een dame zat, was het alsnog krap. Met een rokende chauffeur die hoeken maakte in plaats van bochten en heerlijke Indonesische volksmuziek (*kuch kuch*) op de radio, werd het een 'bijzondere' tocht naar het vliegveld. En raad eens wie we daar tegen komen? Precies, Anouk en Eva! Na een heerlijke lunch bij Wendy's (cheeseburger en kipburger met friet en mayo!) maken we ons op voor de vlucht naar Yogyakarta.
Daar gaan we proberen op één dag zoveel mogelijk te zien (tempels) en de andere te ontspannen, omdat we daarna weer een hele dag moeten
vincent.pasterkamp
9 chapters
16 Apr 2020
August 31, 2017
|
Samosir, Sumatra
Na een welverdiende nachtrust zijn we een dag na onze jungle trek met veel spierpijn in de taxi gestapt richting Lake Toba. Lake Toba is het grootste meer van Zuid-Oost Azië en ligt op zo'n 8 uur rijden van de jungle. Best een lange tocht, zeker als je ziek bent. Gelukkig mocht Mariëlle voorin zitten, terwijl 6 andere toeristen, inclusief Vincent, zaten opgepropt op de twee rijen daarachter. Heeft het toch nog voordelen om ziek te zijn! Hier maken we kennis met Anouk en Eva, uit het oosten van het land, die bijna precies dezelfde plannen hebben als wij; Toba, Bromo, Bali en Gili. Grappig!
De weg naar Tobameer was wat hobbelig, maar ook erg mooi. We reden langs rubberplantages, palmboombossen (of is het toch palmbos?) en door kleine dorpjes. Na 7,5 uur rijden werden we vervolgens getrakteerd op een mooi uitzicht op het Tobameer, met daarin Samosir eiland, het eiland waar wij de komende 3 nachten zullen verblijven. Nog even naar beneden rijden, de boot net missen, 1,5 uur wachten en een half uur met de boot en dan heb je alles wat je wilt: zwembad, biertje, westers eten en een super luxe kamer met mooi uitzicht en warm water douche (ja, dat is hier niet altijd een gegeven). Hier gaan we het wel even uithouden!
De eerste volledige dag gebruiken we dan ook om even goed bij te komen en te herstellen van de trekking. Beetje zwemmen en lunchen aan het zwembad (voor Vincent een broodje kroket, ook gewoon hier dus!), boekje lezen, spelletje spelen (1x raden wie er nog steeds elke keer weer wint) en vooral niet te veel doen.
Om te voorkomen dat we ons gaan vervelen, huren we de volgende dag een scooter om het eiland te verkennen. Samosir eiland is gelukkig qua verkeer een stuk minder druk dan Jakarta, dus hier durven we het wel aan. Na een klein oefenrondje van Vincent gaan we lekker op pad. Met een zonnetje en een lekker briesje scheuren we erop los. We hadden een klein (schat)kaartje meegekregen, maar helaas waren we toch al snel de weg kwijt. Even vragen dan maar. We komen een paar locals tegen en laten het kaartje zien. Vol verwondering wordt er naar het kaartje gekeken en gaan ze met hun vinger het hele eiland langs. Blijkbaar hebben ze hier nog nooit een landkaartje gezien. Wel heel grappig voor ons, maar we worden er ook niet veel wijzer van, want het blijkt dat men zelf niet eens weet waar men woont. Bijzonder...
We besluiten terug te rijden naar onze accommodatie en de andere kant op te rijden. Hier komen we Anouk en Eva weer tegen; grappig! Vincent maakt nog een kleine glijder met de scooter als hij de parking uit wil rijden, maar houdt hier gelukkig niets aan over behalve een lichte blauwe plek op zijn heup. We bezoeken onderweg nog wat authentieke Batik huisjes, een graf (zou bijzonder moeten zijn, maar dat hebben wij niet kunnen ontdekken) en een kannibalendorpje. We scooteren vervolgens lekker verder en maken nog een opmerking over de donkere wolken. Maar ach, zal wel meevallen toch? Na wat hobbelweggetjes vinden we het mooi geweest en besluiten terug te rijden naar ons kleine paradijsje, wat nog een kleine 45 minuten rijden is.
Hmm, de lucht wordt wel steeds donkerder, als dat maar goedkomt. Al snel voelen we de eerste druppels, vervolgens krijgen we een kleine bui over ons geen en we besluiten onze poncho's aan te trekken. Wij rijden verder en jawel, daar is de wolkbreuk! Onweer, regen en nog meer regen, wat gaat het tekeer! De straten staan al snel blank en wij rijden van de ene naar de andere modderstroom. Heus niet lekker als je met je korte broek op een scooter zit! Voorzichtig, maar toch ook snel rijden we naar onze accommodatie waar we als 2 verzopen katjes aankomen.
Die avond wilde Vincent genieten van de lokale specialiteit: kreeft. Bij het bestellen bleek dat je dat de dag van tevoren moet aangeven, zodat het vers gevangen kan worden. Helaas dus... Dan naar biefstuk. Die bleek niet zo goed te zijn als in Europa. Dan maar keuze 3; varkensvlees. Voor Mariëlle een good old spaghetti bolognese en daarmee was het verblijf op Toba bijna ten eind.
De volgende dag vertrekken we met enige haast (verkeerd ingelicht) met de boot terug, om weer gepropt te worden tussen wat meer locals in een taxi. Dit keer moest ook Mariëlle consessies doen; hoewel ze naast een sprietje van een dame zat, was het alsnog krap. Met een rokende chauffeur die hoeken maakte in plaats van bochten en heerlijke Indonesische volksmuziek (*kuch kuch*) op de radio, werd het een 'bijzondere' tocht naar het vliegveld. En raad eens wie we daar tegen komen? Precies, Anouk en Eva! Na een heerlijke lunch bij Wendy's (cheeseburger en kipburger met friet en mayo!) maken we ons op voor de vlucht naar Yogyakarta.
Daar gaan we proberen op één dag zoveel mogelijk te zien (tempels) en de andere te ontspannen, omdat we daarna weer een hele dag moeten
reizen. Tot snel!
Create your own travel blog in one step
Share with friends and family to follow your journey
Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!