Hoooii allemaal!
Het werd weer eens tijd voor een nieuwe blog, want ik heb weer een hoop verhalen om met jullie te delen! :)
Zoals jullie je vast nog kunnen herinneren, ben ik klaar met mijn stageperiode op de kinderafdeling en ben ik 8 mei op de zuigelingen afdeling begonnen. Een hele leuke afdeling, maar net als de kinderafdeling niet erg leerzaam. Op deze afdeling was er wel werk te doen, maar omdat er acht andere Nederlandse stagiaires rondliepen daar, was het werk ook weer snel gedaan. Daarom heb ik besloten dat ik naar een andere afdeling wilde. Ik heb dus 8 en 9 mei op de zuigelingen afdeling stage gelopen en ik ben op 10 mei begonnen op de….. INTENSIVE CARE! Super gaaf! Ik heb nu anderhalve week op de IC erop zitten en ik heb er echt spijt van dat ik hier niet eerder naar toe gekomen ben. Ik ben bovendien de enige stagiaire daar, dus ze onthouden zelfs mijn naam! Ik heb in ander halve week al ontzettend veel geleerd en ik ga iedere dag (bijna!!) met tegenzin naar huis. Er ligt één patiënt, maar wel één die heel veel zorg nodig heeft; de afdeling heet natuurlijk niet voor niets de intensive care. Er is de hele dag een zaalarts aanwezig op de afdeling en ook de intensivist en andere specialisten komen vaak langs om te kijken bij de patiënt. Dit maakt de stage voor mij nog leerzamer, omdat de artsen ook de tijd nemen om dingen aan mij uit te leggen. Conclusie: ik kan na één week al zeggen dat ik een top tijd beleef hier op de IC.
Helaas komt aan die top tijd ook een einde, want wat vliegt de tijd hier! Bizar. Ik heb het gevoel dat ik nog maar een paar weekjes van huis ben, maar er zijn al meer dan twee maanden verstreken. Ik heb gelukkig nog een volle maand te gaan, maar ik zie nu al op tegen de dag dat ik Suriname zal gaan verlaten. Ik heb het zo naar mijn zin hier. Ik heb zelfs geen ruzies meer met het stromend water. Ik heb hele leuke en lieve huisgenoten, ga lekker vaak uiteten, de Surinamers zijn vriendelijk, het klimaat is heerlijk, de weekenden zijn relaxt en zelfs mijn stage is ontzettend leuk. Wat zou ik nog meer nodig hebben? In het begin miste ik de luxe van thuis wel hoor: douchen met warm water, een keuken zonder insecten, een matras waar geen springveren door heen steken, water dat altijd stroomt, elektriciteit wanneer je wilt en zo kan ik nog wel een aantal dingen bedenken. Maar het went en je realiseert je al vrij snel dat je al die dingen eigenlijk helemaal niet zo hard nodig hebt als dat je denkt.
Het liefst zou ik mijn tijd hier willen verlengen. Het enige, en meteen ook het belangrijkste, dat ik dan zou gaan missen zijn alle lieve mensen die ik in Nederland om mij heen heb. Ik denk ook dat het niet zo leuk zal blijven als dat het nu is. Het huis raakt langzaam leger door alle huisgenoten die weer richting Nederland vertrekken zonder dat er nieuwe huisgenoten voor terugkomen en ook op stage zitten de meeste Nederlandse stagiaires in hun laatste periodes. Ik denk dus dat het niet voor altijd zo fantastisch kan blijven als dat het nu is, daarom moet ik er die laatste paar weekjes nog extra van gaan genieten!
Natuurlijk zijn er ook dagen geweest dat ik naar huis wilde; twee dagen om precies te zijn. Dag één: toen ik hoorde dat de chirurg weer in mijn scheenbeen wilde gaan snijden. Dag twee: toen mijn ouders Suriname verlieten. Ik had die twee dagen echt het gevoel dat ik nog eeuwig hier in Suriname zou moeten blijven voordat ik weer naar Nederland terug kon gaan. Het gekke is dat ik de dag nadat mijn ouders naar huis vertrokken waren, meteen weer helemaal opging in het normale leven hier en het weer super naar mijn zin had. Die switch maakte ik sneller dan ik gedacht had. Maar goed, de dagen die ik naar huis wilde kan ik dus op één hand (twee vingers in principe) tellen.
Oh, over een hand en vingers gesproken… Ik heb weer eens iets onhandigs gedaan hoor. Eigenlijk wilde ik het aan niemand vertellen, maar het is toch ook wel weer grappig om mijn leedvermaak met jullie te delen. Zoals sommigen van jullie wel weten is het nu regentijd in Suriname. Dat betekent dat het heel veel en heel lang achter elkaar kan regenen. De straten staan er blank van! Daarom gaan Shannon en ik sinds een paar weekjes elke dag met de taxi naar stage, omdat je én een grote kans hebt dat het regent als je moet gaan fietsen én omdat de achtergebleven plassen op de wegen het bijna onmogelijk maken om doorheen te fietsen als het droog is. Afgelopen dinsdag zou het volgens het weerbericht de hele dag droog blijven, dus samen met een huisgenootje stapten we dapper op de fiets richting stage. Na twee maanden hier gewoond te hebben zou ik toch beter moeten weten; weerberichten zijn hier niet te vertrouwen. Dat werd dus zwemmen naar huis. Toen ik om 15.00 uur door de stromende regen naar huis fietste wilde ik onderweg nog even snel boodschappen halen bij de supermarkt. Het regende zo hard dat het niet harder leek te kunnen gaan regenen! Toen ik mijn fiets in het fietsenrek plaatste, kwam ik erachter dat het blijkbaar toch nog wel harder kon gaan regenen. Ik heb geen idee waarom, maar het leek mij een verstandig idee om die vijf meter vanaf het fietsenrek naar de ingang van de supermarkt een sprintje te gaan trekken. Bleek toch minder verstandig dan gedacht, want ik ging op mijn euroknaller slippertjes finaal onderuit. Ik checkte snel even de schaafwonden op mijn knieën en mijn dubbelgeklapte hand, maar het leek allemaal mee te vallen. Ik hoopte heel hard dat niemand het had zien gebeuren, maar toen ik langzaam overeind kwam en naast mij keek, zag ik dat het al te laat was om op te staan en te doen alsof er niks gebeurd was. Naast alle bezorgde Surinamers die mij aan stonden te staren, stond er ook nog een bewaker van de supermarkt met uitgestrekte armen naar mij gericht alsof hij mij wilde opvangen. Daar ben je nu wel een klein beetje laat mee, hè vriend, dacht ik nog. Die knappe dokter op de OK had een sneller reactievermogen betreft het opvangen van een vallend Nederlands meisje. Waar zijn die leuke mannen nou wanneer je ze het hardste nodig hebt?
Nadat half Suriname aan mij had gevraagd hoe het met mij ging, wist ik niet hoe snel ik die supermarkt in moest lopen. Haha, niet te snel trouwens, want ik had mijn lesje wel geleerd betreft rennen op slippers in de regen. Toen ik zeker wist dat niemand meer op mij lette in de supermarkt, wilde ik de schade nog eens even goed bekijken. Die schaafwonden waren het probleem niet, maar ik maakte mij meer zorgen om mijn hand. Het was diezelfde hand als die ik in januari ook al gebroken had. De orthopeed had in Nederland nog zo gezegd: “We halen het gips er af, maar wees voorzichtig met je hand want het zal de komende tijd nog een heel kwetsbaar bot blijven.” Shit, heb ik weer. Gelukkig werd mijn hand niet dik en nadat ik bij thuiskomst tegen al mijn huisgenoten lachend had rond geschreeuwd dat ik weer wat stoms had gedaan, werd er langzaam een blauwe plek zichtbaar op mijn hand. De volgende dag ben ik gewoon stage wezen lopen en op wat oppervlakkige pijntjes na, ging dat prima.
Toen ik ’s avonds wilde gaan slapen en nog even naar mijn hand keek, bleek deze er ineens heel vreemd uit te zien. Er zaten allerlei bulten op de linkerkant mijn handrug die er voorheen nog niet gezeten hadden en ook was mijn hand een stuk blauwer. De volgende ochtend bleken deze bulten zich samengevoegd te hebben tot één uitgelopen zwelling en leek het mij misschien toch verstandiger om mijn hand even subtiel aan de artsen op mijn stage te laten zien. Het deed niet echt pijn. Die zwelling gaaf een vervelend gevoel, maar niet zoals ik me voorgesteld had hoe een gebroken hand zou voelen. Ik dacht dat het wel zou meevallen.
Eenmaal op stage aangekomen heeft de intensivist (jaja, dat is diezelfde dokter als die mij heeft opgevangen op de OK) even naar mijn hand gekeken en gezegd dat het hem toch verstandiger leek als ik even een röntgenfotootje ging laten maken. Zo gezegd, zo gedaan. De huisarts verwees mij zoals verwacht door naar de röntgen en terwijl ik daar in de wachtkamer zat bedacht ik mijzelf ineens dat dit precies weer hetzelfde verhaal zou gaan worden als die keer dat ik mijn hand brak in januari…. Eerst gevallen, lijkt allemaal mee te vallen, volgende dag gewoon stage gaan lopen, de dag erna mijn hand aan de arts op stage laten zien, die vind het wel nodig om een röntgenfoto te laten maken en daaruit blijkt dan ten slotte dat mijn hand toch gebroken is.
Maar zo ver was het nog niet, ik zat nog in de wachtkamer voor de foto. Al kwam het scenario van de vorige gebroken hand wel griezelig veel overeen met deze keer. Toen ik twee foto’s had laten maken had ik gevraagd of ze ook naar de IC gemaild mochten worden zodat de zaalarts alvast kon kijken of hij wel of niet gebroken was. Eenmaal terug op de IC vroeg de zaalarts of ik ook last had van mijn pols, want daar had ze vaag een lijntje zien lopen. Ik antwoordde ontkennend en ging door met mijn werkzaamheden. Twee minuutjes later werden we door de radioloog opgebeld dat er nog foto’s gemaakt moesten worden, omdat ze wat bij mijn pols hadden gezien. Toen voelde ik de bui al een beetje hangen. Zo gezegd, zo gedaan, de fotoshoot zat er op en ik vroeg bij de bali wanneer ik de uitslag kon ophalen. ‘Kom maandag maar terug.’ ‘Maandag?? Dan loop ik misschien vier dagen met een gebroken hand rond.’ ‘Oh ja, dat is inderdaad niet zo handig, kom vanmiddag dan maar, dan maak ik er een spoedje van.’
Als verpleegkundige in het ziekenhuis merk ik vooral de economische verschillen tussen ziekenhuizen in Nederland en in Suriname, zoals het hergebruiken van veel materialen. Maar als patiënt merk je pas echt wat een verschillen er tussen de zorg in Nederland en de zorg in Suriname zijn. Het blijkt hier dus gebruikelijk om wat langer op je uitslag te wachten, no spang.
Toen mijn dienst er op zat ben ik de uitslag gaan ophalen en kreeg ik een document mee met allerlei medische en latijnse termen erop. Niet dat ik had verwacht dat er simpel op zou staan: ’gebroken?’ en dan ja of nee omcirkeld, maar uit dit formulier kon ik nog niet opmaken of het gebroken was of niet. Dus ik moest met mijn uitslag terug naar de huisarts om vervolg stappen te bepalen, maar die bleek al naar huis te zijn en ik mocht volgens de assistente morgen om 9.00 uur terugkomen. Gelukkig bleek de intensivist nog op de afdeling rond te lopen en heeft hij mij geholpen met ‘vertalen’. Er bestaat een kans dat er een breuk in mijn pols zit, dus het was volgens hem zeker de moeite waard om de volgende morgen even terug naar de huisarts te gaan. Dit heb ik gedaan en de huisarts heeft mij het volgende meegedeeld: ‘er zit een breuk in je pols, maar omdat je daar geen pijn aangeeft gaan we het maar niet in het gips zetten.’ Beetje vreemd verhaal vond ik het wel, maar het goede nieuws is dus dat ik mijn stage hopelijk gewoon kan afmaken en ook gipsvrij naar Curaçao kan gaan. Met wat ibuprofen en een zwachtel om mijn hand gaat het allemaal prima. Al bij al toch wel weer grappig om mee te maken. Ik heb onderaan deze blog mijn röntgen foto en een foto van mijn hand toegevoegd.
Oehh, ik heb nog een paar leuke verhalen te vertellen, maar ik zie dat deze blog alweer veel te lang gaat worden. Laatste verhaal dan.. Ik heb namelijk een nieuw talent ontdekt: beerpongen! Haha, oké ik weet dat ik door de korfbal wel een klein beetje voordeel heb tijdens het beerpongen, maar toch, die bekertjes zijn best klein om in raak te gooien hoor! Ik kwam er achter dat ik er best goed in was toen wij 5 mei een huisfeestje hadden en we gingen beerpongen. Misschien was het niet heel verstandig geweest om vijf potjes achter elkaar te spelen, want op den duur zag ik die bekertjes niet eens meer staan, maar hierdoor zag ik wel in dat ik ook met drank op nog goed bleef gooien. Het vijfde potje werd mij echter wel fataal en daarom ben ik op niet meer op stap mee geweest. De volgende dag werd ik wakker en zag ik dat al mijn huisgenoten mij in verschillende plaatjes van beerpong op Facebook hadden getagd. Afgelopen donderdag werd er een beerpong toernooi georganiseerd in een café waar een heleboel meiden van mijn stage heen gingen. Ik werd ook uitgenodigd en het leek mij leuk om te gaan. Gelukkig brak ik niet mijn beerpong-hand zodat ik nog wel gewoon mee kon doen. Ik vormde met Tess en Jolijn een top team, want Jolijn dronk de drank, ik gooide de balletjes en Tess deed van allebei wat, hahah! Eigenlijk bestonden de teams maar uit twee personen, maar omdat ik met een gebroken hand mee speelde en Jolijn aan het einde van de avond een hersenschudding opliep, vonden de meeste tegenstanders het wel prima. Uiteindelijk werden we van de 22 teams eerste en mochten we de volgende dag als prijs lekker sushi gaan eten! Dat toernooitje was dus voor herhaling vatbaar....
Dat was het weer voor deze keer. Ik ga nu lekker genieten van mijn laatste drie weken in Suriname en dan spreek ik jullie snel weer!
Veel liefs van een heel gelukkig mens uit het prachtige Suriname! xxxx
naomicrucq
8 chapters
16 Apr 2020
May 21, 2017
|
Paramaribooooo
Hoooii allemaal!
Het werd weer eens tijd voor een nieuwe blog, want ik heb weer een hoop verhalen om met jullie te delen! :)
Zoals jullie je vast nog kunnen herinneren, ben ik klaar met mijn stageperiode op de kinderafdeling en ben ik 8 mei op de zuigelingen afdeling begonnen. Een hele leuke afdeling, maar net als de kinderafdeling niet erg leerzaam. Op deze afdeling was er wel werk te doen, maar omdat er acht andere Nederlandse stagiaires rondliepen daar, was het werk ook weer snel gedaan. Daarom heb ik besloten dat ik naar een andere afdeling wilde. Ik heb dus 8 en 9 mei op de zuigelingen afdeling stage gelopen en ik ben op 10 mei begonnen op de….. INTENSIVE CARE! Super gaaf! Ik heb nu anderhalve week op de IC erop zitten en ik heb er echt spijt van dat ik hier niet eerder naar toe gekomen ben. Ik ben bovendien de enige stagiaire daar, dus ze onthouden zelfs mijn naam! Ik heb in ander halve week al ontzettend veel geleerd en ik ga iedere dag (bijna!!) met tegenzin naar huis. Er ligt één patiënt, maar wel één die heel veel zorg nodig heeft; de afdeling heet natuurlijk niet voor niets de intensive care. Er is de hele dag een zaalarts aanwezig op de afdeling en ook de intensivist en andere specialisten komen vaak langs om te kijken bij de patiënt. Dit maakt de stage voor mij nog leerzamer, omdat de artsen ook de tijd nemen om dingen aan mij uit te leggen. Conclusie: ik kan na één week al zeggen dat ik een top tijd beleef hier op de IC.
Helaas komt aan die top tijd ook een einde, want wat vliegt de tijd hier! Bizar. Ik heb het gevoel dat ik nog maar een paar weekjes van huis ben, maar er zijn al meer dan twee maanden verstreken. Ik heb gelukkig nog een volle maand te gaan, maar ik zie nu al op tegen de dag dat ik Suriname zal gaan verlaten. Ik heb het zo naar mijn zin hier. Ik heb zelfs geen ruzies meer met het stromend water. Ik heb hele leuke en lieve huisgenoten, ga lekker vaak uiteten, de Surinamers zijn vriendelijk, het klimaat is heerlijk, de weekenden zijn relaxt en zelfs mijn stage is ontzettend leuk. Wat zou ik nog meer nodig hebben? In het begin miste ik de luxe van thuis wel hoor: douchen met warm water, een keuken zonder insecten, een matras waar geen springveren door heen steken, water dat altijd stroomt, elektriciteit wanneer je wilt en zo kan ik nog wel een aantal dingen bedenken. Maar het went en je realiseert je al vrij snel dat je al die dingen eigenlijk helemaal niet zo hard nodig hebt als dat je denkt.
Het liefst zou ik mijn tijd hier willen verlengen. Het enige, en meteen ook het belangrijkste, dat ik dan zou gaan missen zijn alle lieve mensen die ik in Nederland om mij heen heb. Ik denk ook dat het niet zo leuk zal blijven als dat het nu is. Het huis raakt langzaam leger door alle huisgenoten die weer richting Nederland vertrekken zonder dat er nieuwe huisgenoten voor terugkomen en ook op stage zitten de meeste Nederlandse stagiaires in hun laatste periodes. Ik denk dus dat het niet voor altijd zo fantastisch kan blijven als dat het nu is, daarom moet ik er die laatste paar weekjes nog extra van gaan genieten!
Natuurlijk zijn er ook dagen geweest dat ik naar huis wilde; twee dagen om precies te zijn. Dag één: toen ik hoorde dat de chirurg weer in mijn scheenbeen wilde gaan snijden. Dag twee: toen mijn ouders Suriname verlieten. Ik had die twee dagen echt het gevoel dat ik nog eeuwig hier in Suriname zou moeten blijven voordat ik weer naar Nederland terug kon gaan. Het gekke is dat ik de dag nadat mijn ouders naar huis vertrokken waren, meteen weer helemaal opging in het normale leven hier en het weer super naar mijn zin had. Die switch maakte ik sneller dan ik gedacht had. Maar goed, de dagen die ik naar huis wilde kan ik dus op één hand (twee vingers in principe) tellen.
Oh, over een hand en vingers gesproken… Ik heb weer eens iets onhandigs gedaan hoor. Eigenlijk wilde ik het aan niemand vertellen, maar het is toch ook wel weer grappig om mijn leedvermaak met jullie te delen. Zoals sommigen van jullie wel weten is het nu regentijd in Suriname. Dat betekent dat het heel veel en heel lang achter elkaar kan regenen. De straten staan er blank van! Daarom gaan Shannon en ik sinds een paar weekjes elke dag met de taxi naar stage, omdat je én een grote kans hebt dat het regent als je moet gaan fietsen én omdat de achtergebleven plassen op de wegen het bijna onmogelijk maken om doorheen te fietsen als het droog is. Afgelopen dinsdag zou het volgens het weerbericht de hele dag droog blijven, dus samen met een huisgenootje stapten we dapper op de fiets richting stage. Na twee maanden hier gewoond te hebben zou ik toch beter moeten weten; weerberichten zijn hier niet te vertrouwen. Dat werd dus zwemmen naar huis. Toen ik om 15.00 uur door de stromende regen naar huis fietste wilde ik onderweg nog even snel boodschappen halen bij de supermarkt. Het regende zo hard dat het niet harder leek te kunnen gaan regenen! Toen ik mijn fiets in het fietsenrek plaatste, kwam ik erachter dat het blijkbaar toch nog wel harder kon gaan regenen. Ik heb geen idee waarom, maar het leek mij een verstandig idee om die vijf meter vanaf het fietsenrek naar de ingang van de supermarkt een sprintje te gaan trekken. Bleek toch minder verstandig dan gedacht, want ik ging op mijn euroknaller slippertjes finaal onderuit. Ik checkte snel even de schaafwonden op mijn knieën en mijn dubbelgeklapte hand, maar het leek allemaal mee te vallen. Ik hoopte heel hard dat niemand het had zien gebeuren, maar toen ik langzaam overeind kwam en naast mij keek, zag ik dat het al te laat was om op te staan en te doen alsof er niks gebeurd was. Naast alle bezorgde Surinamers die mij aan stonden te staren, stond er ook nog een bewaker van de supermarkt met uitgestrekte armen naar mij gericht alsof hij mij wilde opvangen. Daar ben je nu wel een klein beetje laat mee, hè vriend, dacht ik nog. Die knappe dokter op de OK had een sneller reactievermogen betreft het opvangen van een vallend Nederlands meisje. Waar zijn die leuke mannen nou wanneer je ze het hardste nodig hebt?
Nadat half Suriname aan mij had gevraagd hoe het met mij ging, wist ik niet hoe snel ik die supermarkt in moest lopen. Haha, niet te snel trouwens, want ik had mijn lesje wel geleerd betreft rennen op slippers in de regen. Toen ik zeker wist dat niemand meer op mij lette in de supermarkt, wilde ik de schade nog eens even goed bekijken. Die schaafwonden waren het probleem niet, maar ik maakte mij meer zorgen om mijn hand. Het was diezelfde hand als die ik in januari ook al gebroken had. De orthopeed had in Nederland nog zo gezegd: “We halen het gips er af, maar wees voorzichtig met je hand want het zal de komende tijd nog een heel kwetsbaar bot blijven.” Shit, heb ik weer. Gelukkig werd mijn hand niet dik en nadat ik bij thuiskomst tegen al mijn huisgenoten lachend had rond geschreeuwd dat ik weer wat stoms had gedaan, werd er langzaam een blauwe plek zichtbaar op mijn hand. De volgende dag ben ik gewoon stage wezen lopen en op wat oppervlakkige pijntjes na, ging dat prima.
Toen ik ’s avonds wilde gaan slapen en nog even naar mijn hand keek, bleek deze er ineens heel vreemd uit te zien. Er zaten allerlei bulten op de linkerkant mijn handrug die er voorheen nog niet gezeten hadden en ook was mijn hand een stuk blauwer. De volgende ochtend bleken deze bulten zich samengevoegd te hebben tot één uitgelopen zwelling en leek het mij misschien toch verstandiger om mijn hand even subtiel aan de artsen op mijn stage te laten zien. Het deed niet echt pijn. Die zwelling gaaf een vervelend gevoel, maar niet zoals ik me voorgesteld had hoe een gebroken hand zou voelen. Ik dacht dat het wel zou meevallen.
Eenmaal op stage aangekomen heeft de intensivist (jaja, dat is diezelfde dokter als die mij heeft opgevangen op de OK) even naar mijn hand gekeken en gezegd dat het hem toch verstandiger leek als ik even een röntgenfotootje ging laten maken. Zo gezegd, zo gedaan. De huisarts verwees mij zoals verwacht door naar de röntgen en terwijl ik daar in de wachtkamer zat bedacht ik mijzelf ineens dat dit precies weer hetzelfde verhaal zou gaan worden als die keer dat ik mijn hand brak in januari…. Eerst gevallen, lijkt allemaal mee te vallen, volgende dag gewoon stage gaan lopen, de dag erna mijn hand aan de arts op stage laten zien, die vind het wel nodig om een röntgenfoto te laten maken en daaruit blijkt dan ten slotte dat mijn hand toch gebroken is.
Maar zo ver was het nog niet, ik zat nog in de wachtkamer voor de foto. Al kwam het scenario van de vorige gebroken hand wel griezelig veel overeen met deze keer. Toen ik twee foto’s had laten maken had ik gevraagd of ze ook naar de IC gemaild mochten worden zodat de zaalarts alvast kon kijken of hij wel of niet gebroken was. Eenmaal terug op de IC vroeg de zaalarts of ik ook last had van mijn pols, want daar had ze vaag een lijntje zien lopen. Ik antwoordde ontkennend en ging door met mijn werkzaamheden. Twee minuutjes later werden we door de radioloog opgebeld dat er nog foto’s gemaakt moesten worden, omdat ze wat bij mijn pols hadden gezien. Toen voelde ik de bui al een beetje hangen. Zo gezegd, zo gedaan, de fotoshoot zat er op en ik vroeg bij de bali wanneer ik de uitslag kon ophalen. ‘Kom maandag maar terug.’ ‘Maandag?? Dan loop ik misschien vier dagen met een gebroken hand rond.’ ‘Oh ja, dat is inderdaad niet zo handig, kom vanmiddag dan maar, dan maak ik er een spoedje van.’
Als verpleegkundige in het ziekenhuis merk ik vooral de economische verschillen tussen ziekenhuizen in Nederland en in Suriname, zoals het hergebruiken van veel materialen. Maar als patiënt merk je pas echt wat een verschillen er tussen de zorg in Nederland en de zorg in Suriname zijn. Het blijkt hier dus gebruikelijk om wat langer op je uitslag te wachten, no spang.
Toen mijn dienst er op zat ben ik de uitslag gaan ophalen en kreeg ik een document mee met allerlei medische en latijnse termen erop. Niet dat ik had verwacht dat er simpel op zou staan: ’gebroken?’ en dan ja of nee omcirkeld, maar uit dit formulier kon ik nog niet opmaken of het gebroken was of niet. Dus ik moest met mijn uitslag terug naar de huisarts om vervolg stappen te bepalen, maar die bleek al naar huis te zijn en ik mocht volgens de assistente morgen om 9.00 uur terugkomen. Gelukkig bleek de intensivist nog op de afdeling rond te lopen en heeft hij mij geholpen met ‘vertalen’. Er bestaat een kans dat er een breuk in mijn pols zit, dus het was volgens hem zeker de moeite waard om de volgende morgen even terug naar de huisarts te gaan. Dit heb ik gedaan en de huisarts heeft mij het volgende meegedeeld: ‘er zit een breuk in je pols, maar omdat je daar geen pijn aangeeft gaan we het maar niet in het gips zetten.’ Beetje vreemd verhaal vond ik het wel, maar het goede nieuws is dus dat ik mijn stage hopelijk gewoon kan afmaken en ook gipsvrij naar Curaçao kan gaan. Met wat ibuprofen en een zwachtel om mijn hand gaat het allemaal prima. Al bij al toch wel weer grappig om mee te maken. Ik heb onderaan deze blog mijn röntgen foto en een foto van mijn hand toegevoegd.
Oehh, ik heb nog een paar leuke verhalen te vertellen, maar ik zie dat deze blog alweer veel te lang gaat worden. Laatste verhaal dan.. Ik heb namelijk een nieuw talent ontdekt: beerpongen! Haha, oké ik weet dat ik door de korfbal wel een klein beetje voordeel heb tijdens het beerpongen, maar toch, die bekertjes zijn best klein om in raak te gooien hoor! Ik kwam er achter dat ik er best goed in was toen wij 5 mei een huisfeestje hadden en we gingen beerpongen. Misschien was het niet heel verstandig geweest om vijf potjes achter elkaar te spelen, want op den duur zag ik die bekertjes niet eens meer staan, maar hierdoor zag ik wel in dat ik ook met drank op nog goed bleef gooien. Het vijfde potje werd mij echter wel fataal en daarom ben ik op niet meer op stap mee geweest. De volgende dag werd ik wakker en zag ik dat al mijn huisgenoten mij in verschillende plaatjes van beerpong op Facebook hadden getagd. Afgelopen donderdag werd er een beerpong toernooi georganiseerd in een café waar een heleboel meiden van mijn stage heen gingen. Ik werd ook uitgenodigd en het leek mij leuk om te gaan. Gelukkig brak ik niet mijn beerpong-hand zodat ik nog wel gewoon mee kon doen. Ik vormde met Tess en Jolijn een top team, want Jolijn dronk de drank, ik gooide de balletjes en Tess deed van allebei wat, hahah! Eigenlijk bestonden de teams maar uit twee personen, maar omdat ik met een gebroken hand mee speelde en Jolijn aan het einde van de avond een hersenschudding opliep, vonden de meeste tegenstanders het wel prima. Uiteindelijk werden we van de 22 teams eerste en mochten we de volgende dag als prijs lekker sushi gaan eten! Dat toernooitje was dus voor herhaling vatbaar....
Dat was het weer voor deze keer. Ik ga nu lekker genieten van mijn laatste drie weken in Suriname en dan spreek ik jullie snel weer!
Veel liefs van een heel gelukkig mens uit het prachtige Suriname! xxxx
Create your own travel blog in one step
Share with friends and family to follow your journey
Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!