Wereldreis

We leven nog, we leven nog, ook al heeft het even geduurd voordat deze blog online is gekomen. Dat is niet omdat we nu zo ontzettend druk zijn met werken, of sporten, of de andere zaken waar je (lees: jullie, HAHA) normaal zo veel tijd aan kwijt bent. Over die twee dingen maken we ons al een maand of vier niet zo druk meer. Nee, van het gevoel dat we in Azië nogal eens de "rijke toerist" waren is niet veel meer over. We hebben een camper gehuurd waarmee we langs de gehele oostkust in Australië zijn gereden en welke we iedere avond op een mooie plaats in de bush bush parkeerden om een klein tukje te doen. Bush bush, dus geen fijne hotelkamer of hostel. Spannend? Altijd. Legaal? Meestal. Wc? Soms. Douche? Zelden. De volgende morgen staan we in rij achter een paar truckers bij een public shower. Moet je ze zien kijken naar Claire, prachtig, maar oh zo goor. Wifi? Haha, nooit, daarvoor gaan we op zoek naar "the Golden Arches", een willekeurige prachtige parkeerplaats bij de Mcdonalds. Het is even wennen, maar we worden er na een paar weken nog verdomd goed in ook.

robbin.v.rooij

11 chapters

16 Apr 2020

(Trouble) in Paradise

April 15, 2016

|

Rotorua, New Zealand

We leven nog, we leven nog, ook al heeft het even geduurd voordat deze blog online is gekomen. Dat is niet omdat we nu zo ontzettend druk zijn met werken, of sporten, of de andere zaken waar je (lees: jullie, HAHA) normaal zo veel tijd aan kwijt bent. Over die twee dingen maken we ons al een maand of vier niet zo druk meer. Nee, van het gevoel dat we in Azië nogal eens de "rijke toerist" waren is niet veel meer over. We hebben een camper gehuurd waarmee we langs de gehele oostkust in Australië zijn gereden en welke we iedere avond op een mooie plaats in de bush bush parkeerden om een klein tukje te doen. Bush bush, dus geen fijne hotelkamer of hostel. Spannend? Altijd. Legaal? Meestal. Wc? Soms. Douche? Zelden. De volgende morgen staan we in rij achter een paar truckers bij een public shower. Moet je ze zien kijken naar Claire, prachtig, maar oh zo goor. Wifi? Haha, nooit, daarvoor gaan we op zoek naar "the Golden Arches", een willekeurige prachtige parkeerplaats bij de Mcdonalds. Het is even wennen, maar we worden er na een paar weken nog verdomd goed in ook.


Even een flashback: aangekomen in Melbourne gaan we onze camper ophalen. Wel nog even een mooi dealtje scoren natuurlijk, dus kijken welk bedrijf ons de hoogste korting gaat geven. Dachten we. Zo'n beetje iedere camper in een omtrek van 3000 kilometer (letterlijk) is al verhuurd! Lastig onderhandelen dan. Na 2 dagen belandden we op de stoel bij Spaceships, een bedrijf dat letterlijk nog één auto beschikbaar heeft. Een korting kon je met de spreekwoordelijke pen dan ook zeker op het buikje schrijven, maar goed, alsnog blij, het betekende dat het avontuur dat we voor ogen hadden alsnog door kon gaan, en het was maar zo'n 10 procent boven ons budget. 'Oh there's just one more thing mate, liability insurance, only 1250 dollars.' ... 'Only?' Dat konden we dus echt niet betalen, maarja, een eigen risico van 3.000$ is ook niet lekker. Hmmm. We besloten de extra optie niet te nemen. Alsof wij een ongeluk gaan krijgen. Gegarandeerd 1250 dollar uitgeven voor een verzekering, of een (lijkt mij toch relatief kleine) kans op het betalen van 3k. Een goede keuze, dachten we.

We kregen een zogeheten warm welkom in Melbourne. Dag 1, 40 graden. Langer dan een kwartier -zelfs- wandelen zat er niet in; hoewel we enige hitte toch wel gewend waren. Wat we niet gewend

waren, waren de prijzen. Holy shit... moet je net uit Azië komen waar je voor 20 euro in een dik hotel kan tukken, voor het dubbele bedrag mag je in Melbourne op de parkeerplaats van datzelfde hotel een tentje op zetten. We rijden na een paar dagen naar Sydney om m'n broertje Eric op te halen die 3 weken met ons mee zal reizen. Enorm veel zin in!

Het rijden en slapen in een camper is echt... de ultieme vrijheid. Iedere dag worden we wakker... zonder plan. Blijven we hier nog een dag? Rijden we verder naar het noorden? Wat gaan we doen? Vaak rijden we gewoon maar wat naar het noorden tot we een mooi plekje zien en de handrem op de camperd zetten en een lekker koud drankje uit de ijskast (jazeker) pakken. Nog voordat je die hebt opengemaakt, komt er een volgende camper aanrijden. En een volgende. Zodra het begint te schemeren begint de zoektocht naar hout, zodat er een vuurtje gemaakt kan worden. Het is iedere keer een mooi gezicht, zodra dit vuurtje is aangestoken en het eenmaal donker is, komen meer en meer mensen met de klapstoeltjes en "goon" (enorm vieze maar goedkope 5liter pakken wijn) aangelopen en bij het vuur zitten. Voor je het weet zit je met 20 man om een vuur en op een één of andere manier is er altijd iemand met een gitaar, en blijf je altijd net zolang zitten totdat de hoofdpijn de volgende dag een zekerheidje is.

We hebben een app op onze tablet, Wikicamps, welke echt fantastisch is. Het is de kaart van Australië, waarin je zo'n beetje alle (gratis of betaalde) mogelijkheden ziet tot slapen, douchen, etc. specifiek voor campers. Het brengt je tot de meest bizarre plaatsen. We hebben geslapen bij mensen in de achtertuin, op een grasveld achter een motel/bar in een plaatsje waar nog nooit iemand van gehoord heeft, in parken waar de beesten 's avonds onder je stoel doorlopen of over de auto heen lopen en erop poepen. Op een gegeven moment staan we in zo'n park. Op de heenweg moesten we al drie keer vol in de

remmen vanwege kangoeroes die plots besloten erg nodig naar de andere kant van de weg te moeten. Toen het donker werd hoorden we steeds meer geritsel om ons. Iedereen kent de reputatie van Australië, ik bedoel, ieder dier dat hier leeft kan (en soms wil) je praktisch dood maken. Beetje nerveus zijn we zeker. Plots rent er iets onder onze stoelen door, snel een lampje pakken om er achter te komen dat het een soort van possums blijken te zijn, gelukkig niet heel angstaanjagend. Angstaanjagender was het toen een kwartier later een spin groter dan m'n hand zo uit de boom op de grond voor m'n broertje viel. Holy shit, hij (de spin, m'n broertje werd alleen wat groen) had allerlei kleuren op z'n rug, volgens mij zijn dat die speciale die je doodmaken. Weten wij veel. We kijken elkaar aan en proberen uit te vogelen wie hem plat gaat slaan, want deze wil je niet in je auto of tent vinden. Uiteraard kunnen we allebei niet wachten om deze taak op ons te nemen, dus terwijl we dit uitvechten worden we plots onderbroken door een schreeuw als die van een aanvallende indiaan en zien we Claire met stoom uit haar oren en een spatel waar zojuist nog hamburgers mee geflipt zijn hoog in de lucht op de spin afrennen, om deze vervolgens vol op z'n bakkes meppen. En nog een keer. En nog een keer. Da fuck. Claire is nog steeds Claire, maar heeft hiermee bij ons direct wel een nieuwe achternaam verkregen. Claire Grills. Altijd goed als je er zo eentje bij je hebt.


De laatste highlights in Australië: 2 x naar Fraser Island, het grootste zandeiland ter wereld. Eerste keer met Eric, toen we met een gids over het hele eiland zijn gegaan. De tweede keer (zo vet was het) besloten we om met Hein (Claires broer), die ons plots een paar dagen kwam op zoeken, een eigen auto te huren en op avontuur te gaan. Fraser Island houdt in dat je in een 4wd auto over het strand en door de jungle rijdt, vast komt te zitten en weer door rijdt. In zo'n bak over het strand en af en toe door stukken zee scheuren was echt gruwelijk. Je zwemt in prachtige meren op het eiland, want de zee zit er helaas niet in aangezien deze "invested with sharks"is, volgens de locals. Conservatief gesproken: toch niet mijn favoriete beestjes. In Cairns hebben we nog twee mooie duiken gemaakt langs het Great Barrier Reef. Supermooi reef, stingray's, ontelbare vissen. Echt superhelaas geen haaien gezien, welke zich daar nogal eens aan duikje schijnen te wagen. We vinden het duiken echt steeds leuker en

leuker worden en overwegen om onze advanced certificates in Zuid Amerika te gaan halen.

Maar goed, een goede keuze, dachten we dus, geen extra verzekering. We rijden op de pacific highway, inmiddels al 5.000 kilometer achter de kiezen. M'n broertje doet een tukje op de achterbank, moe van al het harde werken. Claire en ik hebben het er over dat proberen te navigeren en ook daadwerkelijk de goede kant op rijden nog niet altijd helemaal hand in hand gaan en wiens schuld dat nu eigenlijk is (lijkt me duidelijk). Een klassieker, denk ik, want ik zie m'n ouders van vroeger nog zo zitten. Maar goed. Claire zegt wat liefs. Dat doet ze regelmatig, maar zoals altijd bedank ik haar eventjes. Ik kijk haar aan en glimlach wat. Zo zoet. Ik kijk voor me. HOLY SHIT! De auto voor me staat STIL. En met stil bedoel ik, echt, helemaal, stil. Vol in de remmen. Ga ik dit halen? Ik ben serieus bang van niet. Met piepende banden komen we alsnog veels te hard op de auto voor ons af. Kan ik naar links? Nee. Rechts? Nee, vangrail. Misschien pas ik er tussen. Ik haal het niet. Vol stuur naar rechts, nee ik haal het... BOEM. Fuck... Iedereen ok? Thank God.... Shit... Ik stap uit en loop snel naar de auto voor ons die ook lekker in elkaar zit en check of zij ook ok zijn. Dat zijn ze. Gelukkig... Toen realiseerde ik het me. Ok, ik zal eerlijk zijn, ik dacht er al aan tijdens m'n piepende banden: bye

bye 3.000 dollar. En zo geschiedde. Auto total loss.

We hebben een paar dagen onze wonden gelikt, maar kunnen het inmiddels relativeren. Als ik niet een halve seconde naast me had gekeken maar een seconde, rijd je er met 70 in ipv 30. Of met 100. Dan had ik me geen zorgen gemaakt over dat geld. Het is pech, het is vreselijk, maar we zijn allemaal ok. Auto weggesleept en maar een goed appartement in Brisbane geboekt om over deze klap heen te komen. Naar de Coles (supermarkt) en zo veel mogelijk comfort food gekocht als we konden vinden, we voelden ons als een meisje met liefdesverdriet toen we de pakken vla, chocoladetoetjes, pizza's en chips in onze karretje stopten. Hielp het? Zeker. De volgende dag konden we er al een klein geintje over maken. Een heel klein geintje. En een wijntje. Dat helpt.

Hieronder een kaart van de route die we de afgelopen 7 weken

grofweg gereden hebben, in totaal bijna 10.000 kilometer en waarvoor we slechts 2 campers nodig bleken te hebben.

Off to New Zealand!

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.