Eindelijk een update!

Ma Liu Shui, 30.01.2015

Hoi!
Nimen hao ma?

Het is even geleden (al voelt het voor mij als de dag van gisteren dat ik jullie vertelde over het ziek zijn, de tienduizend Buddha’s, de HK city trip en de populariteit van het touwtrekken), maar hier dan eindelijk een vervolg! Het is vandaag weer vrijdag, de eerste dag van het weekend en dat betekent dat ik er even rustig voor kan gaan zitten. Naast mijn gebouw heb je Morningside College, een wat nieuwer college waar ze onder andere een heel fijn café hebben. Vanochtend wakker geworden met het vreemde nieuwsbericht van de “gijzeling” bij de NOS, heel bizar. Na mijn standaard ontbijtje van twee boterhammen met Engelse pindakaas heb ik mijn spullen gepakt, heb ik was in de wasmachine gedaan en ben ik hier in het café gaan zitten om in alle rust mijn blog te schrijven. Zoals ik al had verteld had ik in het begin een beetje moeite met het eten, ondanks dat ik dacht open te staan voor alles en helemaal niet zo afhankelijk zou zijn van de “westerse” keuken. Ondertussen gaat het echt heel goed. Je zou denken dat je moe wordt van alle dagen rijst en noodles, maar eigenlijk is het andersom: ik kan er

steeds meer van genieten en wissel vleessoorten, saussoorten en noodle soorten af, plus ongeveer één keer per week Dim Sum. Dim Sum zijn gestoomde hapjes met vooral varkensvlees, garnalen en groenten. Voor wie het al kent omdat je het in Nederland ook kan krijgen: het is vrijwel exact hetzelfde. Een verschil is alleen dat ze hier veel doen met bean curd sheets, ook wel Tofu skin (Wikipedia). Dat is niet mijn favoriet, het is heel erg vet omdat ze het volgens mij eerst frituren, waarna het droogt en afkoelt, en je het vervolgens stoomt of in bouillon doopt om het weer zacht te maken. In ieder geval, dat is een variant die ik gegeten heb. Het smaakt naar tofu, maar dan dus in hele dunne velletjes, en ze pakken er groenten en vlees mee in.

Nog even een vervolg op mijn ziek-zijn-avontuur. Omdat ik een les had gemist waarin we een toetst moesten maken (ja, in de derde week van het semester al), was het noodzakelijk dat ik naar de dokter ging om een soort bewijs te hebben dat ik echt ziek was. Daarnaast is iedereen ontzettend panisch voor ziekte, dus op aandringen van bijna iedereen die wist dat ik ziek was ben ik ook daadwerkelijk gegaan. Elin besloot mee te gaan, dus zaten we samen met grote ogen in de wachtkamer, ons te verwonderen over van alles en nog wat. Ten eerste was het ontzettend druk, ondanks dat er 6 dokters dienst hadden, plus nog 8 assistenten die met grote dossiers heen en weer liepen tussen alle patiënten. Ook ik kreeg een

map waarin ik allerlei gegevens moest invullen over niet alleen mijn eigen medische geschiedenis, maar ook dat van mijn beide ouders. Voor het gemak heb ik maar ingevuld dat ik kerngezond ben en dat beide ouders ook nooit ergens last van hebben gehad. Ik kreeg een nummertje en moest op een scherm in de gaten houden wanneer mijn nummer verscheen en bij welke dokter ik moest aankloppen. Na ongeveer 40 minuten was ik aan de beurt. Een assistente kwam me halen, gaf me mijn map, wilde weten wat ik had, gaf me een mondkapje en wees me naar een volgende wachtruimte. Ik deed een poging vriendelijk te glimlachen en het mondkapje weg te frommelen maar al snel kwam ze weer naar me toe en bleef ze net zo lang wachten tot mijn mondkapje op z’n plek zat. Toen ik eenmaal de behandelkamer inliep zat daar een man in doktersjas, ook met een mondkapje op. Zodra ik binnen was, vroeg ik lachend of ik mijn mondkapje nu af mocht doen, al bezig hem los te maken. Zijn ogen werden groot, hij stak zijn hand naar voren en riep “Nooo!!!” Waardoor ik schrok, en een beetje perplex plaatsnam aan zijn bureau. Vervolgens vroeg hij waar ik last van had, pakte zijn stethoscoop, luisterde een seconde naar mijn buik en zei toen dat ik een infectie had. “Uhm, oke. What kind of infection?” Hij had duidelijk geen zin om te praten of uitleg te geven, dus bleef hij het in het Latijn of zo iets dergelijks zeggen, schreef me ondertussen Paracetamol, ORS en Loperamide voor en vroeg me

weer weg te gaan. Dit alles vond plaats binnen een minuut of twee. In feite was het dus een heel zinloos bezoek aan de dokter, maar het leuke is dat het wel allemaal gratis is: het bezoek, alle medicijnen, je mondkapje. Dus stel dat je echt iets nodig hebt of echt ziek bent, dan is het allemaal wel erg goed geregeld. Tijdens ons wachten werd er zelfs iemand opgehaald met de ambulance en naar een groter ziekenhuis gebracht, dus wat dat betreft zijn we in goede handen als het nodig is. Tijdens de introductie van het semester is ons wel op het hart gedrukt dat we onszelf goed moeten verzekeren, zodat als er iets is, we naar een privé ziekenhuis kunnen gaan i.p.v. de normale ziekenhuizen. Daar is het namelijk zo druk dat je soms tot wel 12 uur moet wachten. Dat het zo druk is in de ziekenhuizen en doktersposten is ook niet zo gek. Ten eerste zijn er natuurlijk heel veel mensen, maar daarnaast is men zo gefocust op het bestrijden van epidemieën dat men heel snel een dokter bezoekt. Net als dat er in Nederland nu meer griep heerst, is dat hier nu ook. We hebben heel wat mails gekregen met informatie over de dreigde griepepidemie. We moeten onze handen zo vaak als mogelijk wassen, inentingen krijgen, mondkapjes dragen, en ons bij beginnende symptomen eigenlijk niet in te drukke, kleine, slecht geventileerde ruimten begeven. Op de wc’s hangen regels om het schoon te houden, ook al wordt het iedere dag schoongemaakt. Overal in de stad hangen posters voor grieppreventie. Op straat zie

je heel veel mensen met mondkapjes, als je niest of hoest vragen mensen of je niet even naar de dokterspost moet gaan. Ikzelf ben ondertussen weer kerngezond, en helemaal fit.

Dat laatste is de afgelopen dagen flink op de proef gesteld. Ik heb namelijk meegetraind met het touwtrekteam, en heb ontdekt dat dit niet mijn sport is. Het is afschuwelijk zwaar en pijnlijk. Blaren, spierpijn, krampen, zweet. Ik raad het niemand aan. Daarnaast heb ik mijn driedaagse workshop Chinese Martial Arts gehad. We begonnen op maandag met Tai Chi, op dinsdag was het Kung Fu en op woensdag Accupressure en meditatie. De eerste twee waren erg leuk, vooral Kung Fu. Ik zit er zelfs over na te denken om dat vaker te gaan doen. De woensdag was afzien. Niet lichamelijk, maar ik moest gewoon zo hard lachen om William, onze bejaarde trainer, dat ik me nergens meer op kon focussen. Doordat het doodstil was omdat iedereen aan het mediteren was, vergde het al mijn

concentratie en energie om geen geluid te maken tijdens mijn verschrikkelijke lachbui. Ik heb geprobeerd alleen maar naar mijn tenen te staren, maar soms maakte ik de fout om eventjes op de kijken naar mensen naast me die duidelijk ook moeite hadden om niet te lachen. Ik was heel blij dat Jotte er niet bij was, omdat we dan waarschijnlijk de zaal hadden moeten verlaten omdat we niet meer konden stoppen met lachen (al vond ik het natuurlijk ook jammer dat je het niet kon meemaken en met me mee kon lachen over deze absurde situatie). Williams Engels is erg goed, maar zijn uitspraak niet altijd. Hij had met name moeite met het woord breath, wat nogal essentieel is bij meditatie en ademhalingsoefeningen. In plaats van breath zei William constant bleed, oftewel, bleed in, bleed out. Na een tijdje wist hij het woord zo te vervormen dat het bleep werd. Bleep in…. bleep out. Daarnaast herhaalde hij steeds de mooie uitspraak: theeeees exerciiiise is velly good for your arms... legs… head… stomache… and... eyeballs. Nouja, misschien had je er bij moeten zijn, maar ik had het niet meer.

Ohja, ik vergeet iets. Ik ben niet naar Macau gegaan omdat ik heel erg dom ben geweest. Op de ochtend van vertrek stuurde een van de jongens in het groeps-Facebookgesprek dat we niet onze paspoorten moesten vergeten! Ik had daar nog niet aan gedacht, dus wilde ik hem nog even snel in mijn tas doen. Maar. Hij lag niet op de plek waar hij moest liggen. Ik bedacht me dat ik hem een paar dagen eerder mee had genomen naar de studieruimte om een kopie te maken, maar ook in mijn tas zat hij niet. En toen wist ik het. Ik had hem in de kopieermachine laten liggen! Het kopiëren was namelijk niet gelukt, en ik had hem waarschijnlijk gewoon niet meer uit de machine gehaald. Aangezien ik een groot vertrouwen in de mensheid heb kon ik er eigenlijk vooral om lachen, wat ben ik toch dom! Er van uitgaande dat iemand hem gevonden had en hem naar het International Office had gebracht. Maar, het was zaterdag, dus moest ik wachten op maandag. Nou, Elin was op zaterdag nog steeds ziek dus die ging sowieso niet naar Macau dus Kirke besloot ook niet te gaan zodat wij met z’n tweeën een ander plan konden gaan maken. Die dag zijn we naar Lamma Island geweest, een eiland van Hong Kong. We hebben gehiked, vieze mango gegeten, foto’s gemaakt en een heel leuk café gevonden waar ik zeker nog naar terug zal gaan als mijn moeder in mei hierheen komt (dan weet je dat alvast). Op maandag had ik weer een terugval in mijn ziek zijn, dus gingen Elin en Kirke voor mij langs het International Office om het na te vragen. Niks gevonden. Op dinsdag bezocht ik zelf nog wat andere plekken waar hij zou kunnen liggen, maar niks. Op dat moment begon het te knagen… Stel dat ik een nieuw paspoort moet, dan moet ik ook een nieuw visum, kan ik waarschijnlijk niet naar Taiwan, moet ik heel veel geld betalen, wat een drama eigenlijk! Op woensdagavond besloot ik nog een laatste keer te kijken in mijn la met waardevolle spullen. Ik sta op, loop naar de la, en ik denk dat ik ga flauwvallen: van een afstandje zie ik iets bordeauxroods… Nu denken jullie, hoe is het mogelijk, wat dubbel dom! Maar kijk, het zit zo. Op mijn paspoort zat een sticker, die heb ik eraf gehaald maar de plek waar de sticker zat is nog altijd een beetje plakkerig. En, ik heb een harde schijf die net een millimeter groter is dan mijn paspoort. Mijn paspoort zat onder de harde schijf vastgeplakt, waardoor je hem niet ziet als je van bovenaf in de la kijkt, en als je de harde schijf verplaatst, blijft mijn paspoort op z’n plek. Dus zo is het gekomen. En zo kwam alles toch nog goed!

Nu kan ik gelukkig gewoon naar Taiwan, én naar Beijing! Een paar dagen geleden hebben we tickets geboekt. Voor jullie die nu denken, huh, Beijing, gingen jullie daar niet heen in mei? Nee, want mijn moeder en ik hebben ons plan aangepast en besloten om vanuit Hong Kong naar Vietnam te gaan, en van daaruit naar Chengdu (China), in plaats van via Beijing. Hierdoor hebben we niet alleen maar grote Chinese steden op het programma staan voordat we via Tibet naar Kathmandu gaan. Maar, hierover natuurlijk nog veel meer over een paar maanden.

Afgelopen zaterdag zijn we op excursie gegaan naar Lantau Island: een toeristentrekker met 's werelds grootste zittende Buddha. Ik heb die dag eigenlijk bijna geen foto's gemaakt omdat het weer heel grauw was en ik me voor heb genomen nog terug te komen naar Lantau met mijn moeder, ik weet nu precies wat wel en niet de moeite waard is. Tegen die tijd zal ik foto's maken en ze op de blog zetten! Na de zittende Buddha zijn we naar Tai O geweest, ook wel "het Venetië van Hong Kong" genoemd. Dit was wel leuk om te zien, ik heb er zelfs wat foto's van. Het is een heel boeiend klein vissersdorpje op palen waar alleen nog maar bejaarde vissers wonen omdat jongeren er weg trekken. Alle huisjes zijn tegenwoordig verstevigd met stalen platen omdat Hong Kong in april en juni nog al eens last heeft van typhoons en de huisjes daar niet stevig genoeg meer voor zijn. Naast dat er vooral bussen met toeristen komen, wordt er gelukkig ook nog gewoon gevist en gaat ook de lokale bevolking naar Tai O om wat inkopen te doen op de gedroogde vismarkt.

Tijd om er een einde aan te breien. Maar niet voordat ik nog wat komende avonturen zal aanstippen. Vanavond gaan Kirke en ik op ontdekkingstocht door de wijk Sheung

Wan, een wijk die wat meer de “alternatieve” wijk van Hong Kong moet zijn. Ik ben benieuwd wat we daar gaan aantreffen. Volgende week vrijdag ga ik naar de kapper. Het was nog een hele uitdaging om die te vinden. Je hebt hier namelijk een verschil tussen lokale kappers, die volgens iedereen alleen Aziatisch haar kunnen knippen, en internationale kappers, waar alleen maar expats heen gaan. Het nadeel hiervan is dat die dan ook gelijk een stuk duurder zijn in vergelijking met de goedkope Chinese kappers. Maar goed, aangezien ik al twee jaar niet meer geweest ben omdat Jotte en Wiep het knipten, heb ik maar besloten om naar een expat-kapper te gaan. Maar wel eentje die doet denken aan de Kinki Kapper, dus ik denk dat het goed komt. Verder gaat het al een stuk beter met mijn Chinees, maar het is nog wel ontzettend moeilijk. Maar ik kan mezelf voorstellen, ik kan de weg vragen, ik kan tellen, ik kan zeggen dat we vrienden zijn, ik kan mensen vragen hoe ze heten, waar ze vandaan komen en of ze student zijn, ik ken heel wat landen, ik ken talen, ik kan bibliotheek, boekwinkel, wc, man, vrouw, koffiewinkel en fastfoodrestaurant zeggen. Dus nou, dat komt wel goed.

Tot snel weer!!! Tai chen!

Get started right away!

What are you waiting for? Capture your adventures in a digital diary that you can share with friends and family. You can switch between any of your devices anytime. Get started in our online web application.