Paradijsje aan de rand van Ayutthaya

We laten met spijt het hotel in Sai Yok achter ons en starten de dag met een lange rit met een privé busje. In ons nieuwe guesthouse aangekomen, gaat het eerdere gevoel van spijt direct weg. Dit is hier een klein paradijsje in het groen, net buiten de stad. Verschillende bungalows liggen in een prachtige tuin met centrale vijver, er is een proper en gezellig zwembad en overal vind je wel leuke plekjes of bankjes. Onze familiekamer ligt boven het onthaal en restaurant, maar het is er wel eentje met rustiek ten top: een echte oude Thaise villa, volledig in tropisch hardhout. Grappig is wel dat je een opstapje

van ongeveer een halve meter moet doen om binnen te komen.
We eten eerst nog vlug een heel lekkere lunch in het restaurantje, want de kids willen niets liever dan het zwembad in. Het is hier dan ook megawarm! Aan het zwembad brengen we een tweetal uur door, veel verfrissing biedt het niet want ook het water is superwarm. Daarna (om 16u) doen we een boottocht met bezoek aan 3 tempels (met een stop van 20 minuten aan elk van de tempels). De eerste, Wat Phanan Choeng, is een nog actieve tempel met een reuzegroot Boedabeeld. We zitten in de periode dat nieuwe monniken het klooster in trekken, dus zijn ze bezig deze grote Boeda van een nieuw gewaad te voorzien.
De tempel Wat Phuttai Sawan, onze tweede stop, is een combinatie van een actieve tempel en een half overgroeide ruïne. De grote Chedi fascineert de kinderen wel. Britt wil er even boven in gaan kijken. Binnenin staan een massa beelden, maar ik hoor ook vleermuisgeluiden. We gaan dus niet verder binnen. Het hoogtepunt

op deze site is toch wel een grote liggende Boeda.
De laatste tempel, Wat Chaiwatthanaram, is helemaal een ruïne. Het staat er vol onthoofde Boeda's in wat vroeger een kloostergalerij was. De vele Chedi's vormen een prachtig zicht bij de ondergaande zon. Hier zou ik (Dirk) wel uren kunnen rondlopen. We genieten van onze 20 minuten en zetten dan ons laatste en langste stukje boottocht verder. Op het einde, in een smaller kanaaltje, zitten varanen in het water. We zien er niet veel, maar toch wel indrukwekkend als er eentje naast de boot zwemt.
De allerlaatste stop is de night market, maar deze is niet veel soeps, dus keren we snel met de tuktuk terug naar het hotel om daar nog iets te eten. De tuktuks zien er hier anders uit dan in Bangkok, het zijn meer brommers met een karretje achter waar er twee banken in staan en je dwars op zit (soort van mini songthaew).
De kinderen vonden het alweer een dag met score 10/10!