Our Canadian journey

Vanmorgen zijn we eerst naar de kerk geweest inTofino. We bezochten de St. Columba’s Church. De Anglicaanse gemeente van Tofino.
Gister waren we er al even langs gelopen en zagen dat het een uiterst schattig rood met wit (houten)kerkje was.
De dienst begint om 10:30 en we zijn er even over 10 uur en zijn ook één van de eerste. We worden van harte welkom geheten door pastor Will Ferrey.
Als de dienst begint zit de kerk zo goed als vol. Dat wil zeggen met zo’n 40 mensen.
De pastor begint met een welkomswoord en benoemd direct dat hij heel blij is dat hij voor een volle kerk staat. Dat blijkt als hij vraagt of alle mensen die met enige regelmaat deze dienst bezoeken even willen gaan staan. Dit blijkt een wat ongewone vraag maar al snel gaan er 14 mensen staan. Het overgrote deel blijft dus zitten.
Het gevolg is dat de pastor bij alles wat hij doet er uitleg bij geeft. Voor ons wel zo makkeljik.
Overigens heeft het geheel wel een wat grappige uitstraling. De pastor draagt onder zijn ‘jurk’ een groene afritsbroek en sandalen. En de organist heeft een heel groot ‘Sister Act’ gehalte. Zij leidt ook elk lied wat we zingen even in.
Maar verder was het een mooie dienst over Galaten 3: 23-29.
Aan het eind van de dienst was het ook weer koffie drinken en deze keer zijn we blijven hangen en hebben een poosje staan praten met zowel de pastor als een paar andere kerkgangers (locals)
Tegen 13:00 zijn we weer op de campground en eten we eerst een boterham.
Het weer is opgeknapt en we genieten van het zonnetje op het strand.
Het strand waar ook deze campground aan grenst is een soort baai met aan weerskanten rotsen. Omdat we weten dat zeesterren vooral op de rotsen aan de watergrens zitten zouden we ze hier (als ze hier zitten) moeten kunnen vinden.
En zo zoeken we ons een weg over de rotsblokken richting de watergrens. In eerste instantie zien we vooral heel veel schelpen. Met honderden aan de rotsen vast. Het lijkt het meest op kokkels. En als we dan rustig staan te kijken zien we ineens een paar zeesterren (starfish) zitten. Een donkerrode en een oranje. We moeten wat verder klimmen om dichterbij te komen. En als we zo kijken zien we er ineens nog veel meer, en als we verder lopen en kijken zien we ze bijna overal. Van kleine in

ariekevantzelfde

29 chapters

15 Apr 2020

Dag 20; Tofino & de Starfish

June 19, 2016

|

Ca/V.I.; Tofino

Vanmorgen zijn we eerst naar de kerk geweest inTofino. We bezochten de St. Columba’s Church. De Anglicaanse gemeente van Tofino.
Gister waren we er al even langs gelopen en zagen dat het een uiterst schattig rood met wit (houten)kerkje was.
De dienst begint om 10:30 en we zijn er even over 10 uur en zijn ook één van de eerste. We worden van harte welkom geheten door pastor Will Ferrey.
Als de dienst begint zit de kerk zo goed als vol. Dat wil zeggen met zo’n 40 mensen.
De pastor begint met een welkomswoord en benoemd direct dat hij heel blij is dat hij voor een volle kerk staat. Dat blijkt als hij vraagt of alle mensen die met enige regelmaat deze dienst bezoeken even willen gaan staan. Dit blijkt een wat ongewone vraag maar al snel gaan er 14 mensen staan. Het overgrote deel blijft dus zitten.
Het gevolg is dat de pastor bij alles wat hij doet er uitleg bij geeft. Voor ons wel zo makkeljik.
Overigens heeft het geheel wel een wat grappige uitstraling. De pastor draagt onder zijn ‘jurk’ een groene afritsbroek en sandalen. En de organist heeft een heel groot ‘Sister Act’ gehalte. Zij leidt ook elk lied wat we zingen even in.
Maar verder was het een mooie dienst over Galaten 3: 23-29.
Aan het eind van de dienst was het ook weer koffie drinken en deze keer zijn we blijven hangen en hebben een poosje staan praten met zowel de pastor als een paar andere kerkgangers (locals)
Tegen 13:00 zijn we weer op de campground en eten we eerst een boterham.
Het weer is opgeknapt en we genieten van het zonnetje op het strand.
Het strand waar ook deze campground aan grenst is een soort baai met aan weerskanten rotsen. Omdat we weten dat zeesterren vooral op de rotsen aan de watergrens zitten zouden we ze hier (als ze hier zitten) moeten kunnen vinden.
En zo zoeken we ons een weg over de rotsblokken richting de watergrens. In eerste instantie zien we vooral heel veel schelpen. Met honderden aan de rotsen vast. Het lijkt het meest op kokkels. En als we dan rustig staan te kijken zien we ineens een paar zeesterren (starfish) zitten. Een donkerrode en een oranje. We moeten wat verder klimmen om dichterbij te komen. En als we zo kijken zien we er ineens nog veel meer, en als we verder lopen en kijken zien we ze bijna overal. Van kleine in

een soort schutskleur rood/bruin tot bijna lichtgevend oranje. Je blijft foto’s maken.
En in alle poeltjes tussen de rotsen die zijn ontstaan is ook een heel onderwaterleven. Krabbetjes en andere onderwaterdiertjes met lange tentakels. Anemoonachtige plantjes.
Na een poosje klimmen we weer terug. De lucht is inmiddels wat aan het betrekken en het word wat fris.
In de camper zitten we lekker nog een poos te lezen.
Halverwege de middag hebben we een gevulde omelet gegeten en vanavond doen we dus makkelijk met een boterham.
Na het eten loop ik nog een rondje over de camping en zie dat de lucht langzaam oranje kleurt.
Gewapend met camera en warme jas loop ik terug naar het strand en geniet van een mooie zonsondergang.

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.