Ik ben over de helft! Ja, het is echt waar, vier van de acht maanden zitten er gewoon al op. De tijd is voorbij gevlogen, en toch voelt het aan de andere kant of het al een eeuwigheid geleden is dat ik mijn ouders en Patrick gedag zei op Schiphol. Dat ik nu nog maar vier maanden te gaan heb roept dubbele gevoelens op. Aan de ene kant word ik een beetje zenuwachtig bij de gedachte dat ik nog zoveel moet doen. Ik heb al aardig wat gedaan, en toch heb ik nog helemaal geen resultaten die ik kan gebruiken voor mijn verslag. Dat wordt dus nog flink aanpoten, ook omdat ik naast mijn experimenten nog een review moet schrijven die ook vrij snel gepubliceerd moet worden. Ik ben dus best wel een beetje nerveus of het allemaal wel gaat lukken binnen de tijd. Maar ik heb ook blije gevoelens. Nog maar vier maanden en ik kan weer naar huis. Ik ben dan hopelijk bijna afgestudeerd, dat het alleen nog maar op papierwerk aan moet komen. En als ik daaraan denk, word ik toch wel blij. Natuurlijk heb ik het naar mijn zin hier, maar ik zal eerlijk zijn, hoe eerder deze stage klaar is, hoe beter. Ik wil nu toch wel echt aan het werk gaan. Dit betekent dus ook dat ik naast mijn werk op stage ernaast ook op zoek ben naar een baan. Het liefst wil ik een PhD doen, maar of het mij gaat lukken om een project te bemachtigen, de tijd zal het leren.
Maar voor nu, ik had in mijn vorige blog beloofd om wat dingen over Singapore en vergelijkingen met Nederland te delen. Dit zijn niet alleen dingen die ik beter of slechter vind, maar ook gewoon zaken die mij opgevallen zijn.
Allereerst, de prijzen voor eten en drinken. In Singapore zijn er ‘hawker centres’, hier zijn allemaal stalletjes te vinden met verschillende gerechten uit allerlei landen. De prijzen zijn heel goed te doen, sterker nog, het is best goedkoop. Voor 2-3 euro kun je al een heel goed gerecht vinden. En de porties zijn ook zeker niet verkeerd. Het hele concept doet denken aan foodtrucks en streetfood, maar de kwaliteit is heel erg goed. Ze moeten ook wel, iedere stal heeft een keurmerk, A-E. A is het beste, E komt eigenlijk niet voor, want dit betekent dat je ziek wordt van dit eten. Je ziet dus over het algemeen vooral A en B. C is er ook nog wel, en dat moet gezien worden als het is te eten, maar het is mogelijk dat het niet helemaal hygiënisch is. Deze keurmerken zie je ook in de normale restaurants, schoolkantines (kom ik later op terug) en ketens zoals McDonalds heeft ze ook hangen. De hawker centres zijn dus echt een begrip hier, en rond etenstijd is het ook behoorlijk druk. Het is ook een mooie plek om met een grote groep te eten, er zal altijd wel iets zijn wat iemand lekker vindt. Deze hawker centres kun je door heel Singapore vinden, de grootte verschilt een beetje, zo zijn er een aantal die ook bekend zijn onder toeristen. Hier zijn zelfs stallen die een Michelinster hebben. Ikzelf heb nog niet bij zo’n stal gegeten, maar ik ben dat nog wel van plan. Dan de reden waarom de hawker centres zo populair zijn bij toeristen en locals, het eten in de supermarkt is in verhouding erg duur. Thuis koken is dus eigenlijk duurder dan buiten de deur eten. Dit is natuurlijk niet helemaal waar, het is zeker mogelijk om wat goedkoper te koken, maar het is wel lastig. Nu ik dit typ ben ik bijna jarig. Ik wil een appeltaart en chocoladekoekjes bakken, dat vind ik wel leuk. Maar naast dat het een uitdaging zal zijn om alle ingrediënten te vinden, gaat dit ook verschrikkelijk duur worden. Zelfrijzend bakmeel, bijvoorbeeld, is zo’n 10x duurder dan wat je ervoor in Nederland zou betalen. En zo zijn er tig andere voorbeelden op te noemen van voedingswaar dat echt een stuk duurder is in vergelijking met de prijzen in Nederland. Uit eten gaan is dus vrij voordelig, maar echte restaurants hier zijn dan qua prijzen weer vergelijkbaar met Nederland.
Iets anders waar ik eigenlijk wel om moest lachen zijn de enorme borden die er hier neergezet worden op het moment dat er een incident heeft plaatsgevonden. Het is misschien wel bekend dat Singapore best strenge regels heeft, zo is spugen op straat strafbaar. Kauwgom is niet te verkrijgen, en durian meenemen in het openbaar vervoer is niet toegestaan. Criminaliteit komt hier dus ook vrij weinig voor. Ik zie dit ook aan hoe de mensen zijn op straat. Een tas voor je dragen om de inhoud tegen zakkenrollers te beschermen zie je niet. Sterker nog, vrouwen lopen hier met tassen rond die helemaal open staan. Je kunt er zo met je hand in. Maar als er dan iets gebeurd, dan is het ook meteen nieuws. Heeft er ergens een fataal ongeluk plaatsgevonden? Dan hangt er vanaf dan een bord met dat er op deze weg voorzichtig gereden moet worden. Waar ik zelf wel om moest lachen was een bord bij ons op het terrein. In één van de flatgebouwen is er een inbraak geweest, waarbij ze gelukkig de dader hebben kunnen oppakken. Nou dan staat er dus wekenlang een enorm bord voor de deur met dat er een inbraak is geweest in dit gebouw. Maar zo’n bord kan er ook staan op het moment dat er sprake is van ongedierte in een gebouw of er is een dengue uitbraak. Men is hier namelijk heel erg bang voor muggen, als je hier gestoken wordt is de kans behoorlijk aanwezig dat je dengue (knokkelkoorts) kan krijgen. Er is hier dus ongediertebestrijding dat specifiek gericht is op muggen.
Ze zijn hier trouwens ook heel erg van de veiligheid. Niet alleen door veel waarschuwingen te geven in het dagelijks leven, ook bij mijn stage zijn ze hier heel erg mee bezig. Iedere week is er wel een onverwachte inspectie, en er zijn ook geregeld aangekondigde inspecties. Eén van de regels die wij hebben is het dragen van oogbescherming. Die veiligheidsbrillen zijn verschrikkelijk oncomfortabel en ook het zicht wordt
yvonne94jongejan
6 chapters
16 Apr 2020
July 01, 2018
|
Singapore
Ik ben over de helft! Ja, het is echt waar, vier van de acht maanden zitten er gewoon al op. De tijd is voorbij gevlogen, en toch voelt het aan de andere kant of het al een eeuwigheid geleden is dat ik mijn ouders en Patrick gedag zei op Schiphol. Dat ik nu nog maar vier maanden te gaan heb roept dubbele gevoelens op. Aan de ene kant word ik een beetje zenuwachtig bij de gedachte dat ik nog zoveel moet doen. Ik heb al aardig wat gedaan, en toch heb ik nog helemaal geen resultaten die ik kan gebruiken voor mijn verslag. Dat wordt dus nog flink aanpoten, ook omdat ik naast mijn experimenten nog een review moet schrijven die ook vrij snel gepubliceerd moet worden. Ik ben dus best wel een beetje nerveus of het allemaal wel gaat lukken binnen de tijd. Maar ik heb ook blije gevoelens. Nog maar vier maanden en ik kan weer naar huis. Ik ben dan hopelijk bijna afgestudeerd, dat het alleen nog maar op papierwerk aan moet komen. En als ik daaraan denk, word ik toch wel blij. Natuurlijk heb ik het naar mijn zin hier, maar ik zal eerlijk zijn, hoe eerder deze stage klaar is, hoe beter. Ik wil nu toch wel echt aan het werk gaan. Dit betekent dus ook dat ik naast mijn werk op stage ernaast ook op zoek ben naar een baan. Het liefst wil ik een PhD doen, maar of het mij gaat lukken om een project te bemachtigen, de tijd zal het leren.
Maar voor nu, ik had in mijn vorige blog beloofd om wat dingen over Singapore en vergelijkingen met Nederland te delen. Dit zijn niet alleen dingen die ik beter of slechter vind, maar ook gewoon zaken die mij opgevallen zijn.
Allereerst, de prijzen voor eten en drinken. In Singapore zijn er ‘hawker centres’, hier zijn allemaal stalletjes te vinden met verschillende gerechten uit allerlei landen. De prijzen zijn heel goed te doen, sterker nog, het is best goedkoop. Voor 2-3 euro kun je al een heel goed gerecht vinden. En de porties zijn ook zeker niet verkeerd. Het hele concept doet denken aan foodtrucks en streetfood, maar de kwaliteit is heel erg goed. Ze moeten ook wel, iedere stal heeft een keurmerk, A-E. A is het beste, E komt eigenlijk niet voor, want dit betekent dat je ziek wordt van dit eten. Je ziet dus over het algemeen vooral A en B. C is er ook nog wel, en dat moet gezien worden als het is te eten, maar het is mogelijk dat het niet helemaal hygiënisch is. Deze keurmerken zie je ook in de normale restaurants, schoolkantines (kom ik later op terug) en ketens zoals McDonalds heeft ze ook hangen. De hawker centres zijn dus echt een begrip hier, en rond etenstijd is het ook behoorlijk druk. Het is ook een mooie plek om met een grote groep te eten, er zal altijd wel iets zijn wat iemand lekker vindt. Deze hawker centres kun je door heel Singapore vinden, de grootte verschilt een beetje, zo zijn er een aantal die ook bekend zijn onder toeristen. Hier zijn zelfs stallen die een Michelinster hebben. Ikzelf heb nog niet bij zo’n stal gegeten, maar ik ben dat nog wel van plan. Dan de reden waarom de hawker centres zo populair zijn bij toeristen en locals, het eten in de supermarkt is in verhouding erg duur. Thuis koken is dus eigenlijk duurder dan buiten de deur eten. Dit is natuurlijk niet helemaal waar, het is zeker mogelijk om wat goedkoper te koken, maar het is wel lastig. Nu ik dit typ ben ik bijna jarig. Ik wil een appeltaart en chocoladekoekjes bakken, dat vind ik wel leuk. Maar naast dat het een uitdaging zal zijn om alle ingrediënten te vinden, gaat dit ook verschrikkelijk duur worden. Zelfrijzend bakmeel, bijvoorbeeld, is zo’n 10x duurder dan wat je ervoor in Nederland zou betalen. En zo zijn er tig andere voorbeelden op te noemen van voedingswaar dat echt een stuk duurder is in vergelijking met de prijzen in Nederland. Uit eten gaan is dus vrij voordelig, maar echte restaurants hier zijn dan qua prijzen weer vergelijkbaar met Nederland.
Iets anders waar ik eigenlijk wel om moest lachen zijn de enorme borden die er hier neergezet worden op het moment dat er een incident heeft plaatsgevonden. Het is misschien wel bekend dat Singapore best strenge regels heeft, zo is spugen op straat strafbaar. Kauwgom is niet te verkrijgen, en durian meenemen in het openbaar vervoer is niet toegestaan. Criminaliteit komt hier dus ook vrij weinig voor. Ik zie dit ook aan hoe de mensen zijn op straat. Een tas voor je dragen om de inhoud tegen zakkenrollers te beschermen zie je niet. Sterker nog, vrouwen lopen hier met tassen rond die helemaal open staan. Je kunt er zo met je hand in. Maar als er dan iets gebeurd, dan is het ook meteen nieuws. Heeft er ergens een fataal ongeluk plaatsgevonden? Dan hangt er vanaf dan een bord met dat er op deze weg voorzichtig gereden moet worden. Waar ik zelf wel om moest lachen was een bord bij ons op het terrein. In één van de flatgebouwen is er een inbraak geweest, waarbij ze gelukkig de dader hebben kunnen oppakken. Nou dan staat er dus wekenlang een enorm bord voor de deur met dat er een inbraak is geweest in dit gebouw. Maar zo’n bord kan er ook staan op het moment dat er sprake is van ongedierte in een gebouw of er is een dengue uitbraak. Men is hier namelijk heel erg bang voor muggen, als je hier gestoken wordt is de kans behoorlijk aanwezig dat je dengue (knokkelkoorts) kan krijgen. Er is hier dus ongediertebestrijding dat specifiek gericht is op muggen.
Ze zijn hier trouwens ook heel erg van de veiligheid. Niet alleen door veel waarschuwingen te geven in het dagelijks leven, ook bij mijn stage zijn ze hier heel erg mee bezig. Iedere week is er wel een onverwachte inspectie, en er zijn ook geregeld aangekondigde inspecties. Eén van de regels die wij hebben is het dragen van oogbescherming. Die veiligheidsbrillen zijn verschrikkelijk oncomfortabel en ook het zicht wordt
belemmerd. Kortom, als het niet hoeft wil je dat ding niet dragen. Dit geeft dus best wel wat grappige situaties. Op het moment dat die mensen worden gespot, zijn te herkennen aan hun veiligheidsbrillen en tassen, zie je opeens iedereen in het lab met brillen op. En zodra ze weg zijn gaan die brillen weer af. Ook zijn er een paar onderzoekers die niet altijd een labjas dragen, maar zodra er inspectie gaande is, dan dragen die mensen opeens een labjas.
Waar ik blij mee ben hier in Singapore is het openbaar vervoer. Dat is heel goed geregeld hier. Bussen, metro, taxi, waar je ook heen gaat er is altijd wel iets waarmee je op de plaats van bestemming kunt komen. En het is naar verhouding ook best wel goedkoop. Dat het OV hier zo goed is, heeft ook wel een reden. Dit landje is behoorlijk dikbevolkt, vandaar ook dat er bijna alleen maar hoogbouw te vinden is hier. Om te voorkomen dat je je helemaal niet kan voortbewegen in het verkeer door files, willen ze hier het aantal auto’s beperken. Door het OV zo goed te regelen is een auto dus ook echt niet nodig hier. Andere manier om het bezit van een auto te bemoeilijken is door een regeling waarbij je op het moment dat je een auto koopt een soort extra contract moet hebben die zegt dat jij een auto in bezit mag hebben. De kosten voor een auto zijn ongeveer gelijk aan de prijzen in Nederland, maar dit contract voor 4 jaar kost S$100.000. Omgerekend is dat ruim €60.000. Dit bedrag is voor veel mensen een belemmering, en dus is een auto hier echt een luxe. Het enige wat jammer is aan het OV is dat de MRT (de metro) vrij vroeg stopt met rijden, en ook de bussen rijden niet meer echt na middernacht. Dan is de taxi nog de enige optie en die wordt dan ook aanzienlijk duurder.
Een ander vervoersmiddel dat ik nog niet genoemd heb, maar voor Nederlanders onmisbaar is, is de fiets. Vrijwel elke Nederlander heeft een eigen fiets, sommigen zelfs meerdere. Hier in Singapore is dat veel minder. Toch zie je genoeg fietsen op straat. Je kunt namelijk een fiets huren door middel van een app. Het is te vergelijken met de OV-fiets, alleen betaal je hier dus met de app. Dit kan zijn per 30 minuten, of op basis van de afstand. Dit hangt af van de app. Leuk weetje over mij, het heeft bijna 3 maanden geduurd voordat ik hier durfde te fietsen. Er zijn namelijk maar weinig fietspaden, dus je moet of op de weg of op het voetpad fietsen. Op de weg ga ik niet doen, er zijn namelijk geen aparte stroken en als ik zie hoe dicht de bussen naast de fietsers komen, heb ik zoiets van, laat maar zitten. Ik rijd dus alleen op de voetpaden. Waarom ik zolang niet heb gefietst? Ik wilde eerst even kijken hoe men hier op de voetpaden loopt. Je zou denken dat men hier links loopt, aangezien ze ook links rijden. Dat gebeurt over het algemeen ook, maar je hebt ook zat mensen die rechts lopen. En aan de kant gaan voor een fietser gebeurt niet echt. Ik vond het dus best eng om hier te fietsen, zeker omdat ik gewend ben een bepaalde snelheid te fietsen waar de meeste fietsers hier niet aan kunnen komen. Maar ja, het bloed kruipt waar het niet gaan kan, en ik begon het fietsen oprecht te missen. Dus, op een zaterdag ben ik een stuk gaan fietsen. Conclusie, de zadels van deze huurfietsen zijn vrij oncomfortabel, maar fietsen is hier op zich goed te doen. Naar de uni fietsen ga ik niet doen, de weg daarheen is veel te veel gedoe, maar ik wil eigenlijk nog wel een keer dagtochtje gaan maken, kijken of ik naar de andere kant van het land kan fietsen.
En dan heb je nog de zorg hier. Ik heb toch al aardig wat ervaringen met de klinieken hier gehad, en wat mij vooral is opgevallen zijn de enorme wachttijden. In plaats van vooraf een afspraak te maken ga je naar de kliniek en moet je een nummertje trekken. Je kunt dan gerust weer even naar huis gaan, want een wachttijd van twee uur is best wel normaal. Een ander ding dat mij is opgevallen is waar de dokters hier vooral mee bezig zijn, is met het uitschrijven van absentiebrieven voor het werk. Op het moment dat iemand drie keer heeft geniesd gaan ze al naar de dokter om paracetamol of een antibioticakuur te krijgen, maar nog meer om dat briefje te halen. Dan kunnen ze een paar dagen thuis blijven. Toen ik ziek was en zei dat ik niet naar de dokter zou gaan, want ik vond het in eerste instantie echt onnodig, kreeg ik dan ook erg verbaasde reacties. Voor een griepje ga je niet naar de dokter, je gaat gewoon in bed uitzieken is mijn mening, maar eigenlijk ging het er vooral om dat ik dat briefje ging halen. Zorg is hier trouwens ook vrij prijzig, zeker voor ouderen. Mensen die ouder zijn dan 65 hebben vaak geen recht meer op zorgverzekering, en ja, dat vind ik heel krom. Ouderen hebben het hier dan ook niet echt goed, in plaats van te genieten van het pensioen werken de meeste ouderen nog. Alleen zo kunnen ze hun kosten voor zorg betalen.
Een huis kopen hier is ook best wel bijzonder. Op het moment dat je getrouwd bent, mag je samen een huis kopen. Wil je alleen samenwonen? Dan is huren de enige optie. Blijf je eeuwig vrijgezel, maar wil je wel je eigen huis? Als je 35 bent mag je eindelijk alleen een huis kopen, men verwacht dan dat je inmiddels een stabiel inkomen hebt. De meeste mensen hier wonen in één van twee soorten woningen, condominium of HDB. HDB zijn woningen die gefinancierd zijn door de overheid, je huurt of koopt de woning dus van de overheid. Deze woningen zijn over het algemeen wat goedkoper dan een condominium, maar als je voor het eerst een huis koopt, heb je weinig keuze over waar je terecht gaat komen. Een condominium is naast de hogere prijs ook wat luxer. Ze hebben vaak een zwembad en faciliteiten om te sporten. Ze hebben ook vaak een beveiliger voor de deur staan.
Nog wat kleine dingen:
• Het is vrij prijzig om kinderen te krijgen/hebben. Als je geen Singaporese nationaliteit hebt zijn de kosten voor doktersbezoeken tijdens de zwangerschap en de ziekenhuisopname voor de bevalling (thuisbevallingen komen hier bijna niet voor, bijna alle vrouwen bevallen in het ziekenhuis) behoorlijk hoog. Ook moet er een aardig bedrag neergelegd worden om je kind naar school te sturen. Niet alleen voor het tertiaire onderwijs, ook voor de basisschool. Veel kinderen krijgen dan ook thuis onderwijs.
• Singapore is een mix van allerlei nationaliteiten en achtergronden, maar de drie grootste zijn Chinees, Maleisisch en Indiaas. De rest wordt in de overige groep geschaald. Binnen een flatgebouw mag er maar een bepaald percentage van elk van deze groepen wonen. Hiermee wil de overheid voorkomen dat een gebouw uit bijvoorbeeld alleen bewoners met een Chinese achtergrond wonen. Ben jij nou iemand met meerdere achtergronden, bijvoorbeeld half Chinees, half Maleisisch, dan kun je kiezen waar jij jezelf wilt indelen en dat kan dus helpen bij het krijgen van een bepaalde woning. Deze indeling geldt ook voor welke taal de kinderen naast Engels leren tijdens de basis- en middelbare school.
• Je eigen lunchpakketje meenemen is hier vrij ongewoon. Je gaat tijdens de lunch eten in de kantine of een hawker centre. En dit zijn over het algemeen warme gerechten. Brood eten wordt vooral gedaan als snack, voor maaltijden worden vooral rijst en noodles gegeten.
• Singapore is best een Westers land, zeker als je het vergelijkt met de andere landen in Azië. Salarissen liggen veel hoger, er ligt asfalt op de weg (in de meeste landen is dit vooral beton, asfalt kan gaan smelten door de hogere temperaturen) en de techniek loopt niet achter. De instelling daarentegen laat wel degelijk een verschil zien in cultuur. Mensen zijn qua werk erg gedisciplineerd, werkweken van officieel 40 uur, duren echt veel langer. Er wordt veel verwacht van kinderen op school. Naast de beste cijfers moeten ze ook instrumenten bespelen, en een sport (of meerdere) beoefenen. Dat ze hier het begrip burn-out niet echt kennen verbaasde mij dan ook best wel.
• Het regent hier erg vaak! Maar dan ook echt heel vaak. Bijna elke dag. Een paraplu is dus zeker geen luxe, maar een buienradar op je telefoon heeft dan weer totaal geen zin. Buien komen namelijk vrij onverwacht, zijn vaak heftig, maar ook van korte duur. Gek genoeg is het soms een verademing als het gaat regenen. Het kan best warm worden als het een paar dagen achter elkaar droog blijven, en de regen kan dan voor een beetje afkoeling zorgen. Wat ze hier wel hebben is dat heel veel voetpaden overdekt zijn. Dat helpt dus tegen de regen, maar ook tegen de zon.
Zo, een kleine impressie van de zaken die mij zijn opgevallen tijdens mijn eerste maanden in Singapore, ik kan nog wel meer dingen opnoemen, maar het is nu al een aardig lang verhaal geworden.
Create your own travel blog in one step
Share with friends and family to follow your journey
Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!