Dinsdag 7 juli, begon onze reis naar het noordelijke buurland van Zuid-Afrika; Namibië. ’s Ochtends hebben we eerst afscheid moeten nemen van Maya en Dorelaine. Zij zijn mee gegaan naar het busstation van Cape Town om ons uit te zwaaien, super lief. Het afscheid nemen was best raar en dubbel, we hebben de afgelopen maanden een hechte band gekregen en zijn heel close geworden. Lotte en ik waren klaar voor vertrek, bepakt en bezakt met onze backpacktassen, om met de Intercape Sleeping Line Bus naar Windhoek, de hoofdstad van Namibië, te reizen. Inchecken in Kaapstad ging natuurlijk weer totaal op z’n Afrikaans; lekker traag en alles op z’n tijd. Uiteindelijk alle bagage afgegeven en ons plekje opgezocht in de bus. Een top plekje voor ons, super veel beenruimte en een luxe voetenbankje. Genoeg eten en drinken mee, muziekje in, kleedje over ons heen en let’s go to Namibië! Na net een paar uurtjes geslapen te hebben werd ik wakker gemaakt bij de grensovergang van Zuid-Afrika naar Namibië. Nou, wat een spektakel was dat. Iedereen moest de bus uit en toen begon het wachten. Alle paspoorten werden één voor één gecontroleerd, alle bagage werd uit de bus gehaald en alle spullen werden doorzocht. De mannen moesten zich in één rij opstellen, en de vrouwen moesten zich in één rij opstellen. De handbagages werden gecheckt en we werden grondig gefouilleerd. Het was pikkedonker en er hing een nare sfeer, alles was zo streng en er werd op een harde manier gehandeld. Ik vond het maar niks. We hebben wel twee uur gewacht tot alles klaar was en toen konden we eindelijk doorrijden; ik was blij toen we de grens over waren. In totaal heeft de reis 21 uur geduurd, maar gelukkig veilig en wel aangekomen in Windhoek! We hebben een taxi’tje gepakt en zijn terecht gekomen bij een fijn backpackershostel; ‘Paradise Garden’. Vanaf nu zal ik per plaats en onderwerp vertellen hoe onze reis er verder uit heeft gezien. Het begon toch allemaal wat anders dan verwacht….
Eerste dagen Windhoek en valse Pitbull
De eerste dag in Windhoek hebben we lekker rustig aan gedaan. Lekker gerelaxt in de zon en even de stad in gegaan. We kregen al een leuke eerste indruk van de stad; erg schoon, fijne sfeer en mooie panden. In het hostel hebben we leuke mensen ontmoet uit onder andere Namibië, Duitsland, Spanje en Rusland. Leuk altijd, al die nationaliteiten bij elkaar, en in een hostel hangt vaak een gezellig huiselijk sfeertje. Raoel heeft ’s middags een typische Namibische lunch (inclusief cocktail) voor ons gemaakt; tortilla’s gevuld met groenten, bonen, crumbled eggs, yoghurt en véél kruiden. ’s Avonds hebben Lot en ik lekker gekookt voor een groepje mensen van het hostel, gezellige boel allemaal. De volgende dag hebben we een staddagje gehad in Windhoek en hebben we het Independence Museum bezocht, dat was erg indrukwekkend. Daarna nog lekker gechillt in het zonnetje in het park en boodschapjes gedaan. Naast de stad verkend te hebben, zijn we de eerste dagen ook al een beetje op onderzoek uit gegaan hoe rond te reizen door Namibië. We hadden niks gepland en wilden totaal op de bonnefooi vertrekken, dat is natuurlijk het leukst en avontuurlijkst. We hebben besloten om een auto te huren om het land mee door te reizen. Er werd ons aangeraden een four-wheel-drive (4x4) auto te huren (i.v.m. veel gravel road), maar dit was onbetaalbaar voor ons. We hebben de gok toch maar genomen en uiteindelijk is het een Citroën C1’tje geworden voor ons. Een super leuke auto en maar hopen dat hij het zou redden met die vele, niet standaard kilometers in het vooruitzicht. Zondag 12 juli zouden we vertrekken voor onze roadtrip door Namibië, maar het liep allemaal een beetje anders dan gedacht….. De tweede dag in Windhoek, zaterdagavond, een dag voordat we zouden vertrekken, liepen Lotte en ik opgedoft en wel in onze jurkjes richting de stad voor een gezellig stapavondje. We liepen langs een wijk met grote huizen en hoorden al een hond kei-hard blaffen. Ik zei nog tegen Lot: ‘Bah, dit vind ik nou altijd zo eng, die grote blaffende honden steeds’. Met dat ik het zei, kwam de eigenaar met zijn auto het erf op en opende het hek. De hond, een super grote pitbull, stormde de stoep op en voordat we het in de gaten hadden, greep hij Lotte bij haar been. Het ging allemaal zo snel, we zijn ons echt helemaal kapot geschrokken. Het was echt doodeng, een grote pitbull op ons af!! Lotte schreeuwde het uit en had twee best diepe wonden in haar been. We hebben geluk gehad dat de eigenaar van de hond heel hard ‘stop!’ riep, anders had ik denk ik niet willen weten hoe het af had kunnen lopen.. Die honden bijten maar door als ze de kans krijgen. Het bloedde flink en gelukkig kwam de eigenaar al gauw om te helpen en heeft ons naar het ziekenhuis gebracht. Gelukkig naar een privé kliniek, want het public hospital schijnt hier vreselijk te zijn. Het was allemaal nog een heel gedoe met de eigenaren van de hond en in het ziekenhuis, maar als ik dit allemaal ga uitleggen, dan wordt mijn blog wel héél lang. Kort samengevat heeft Lotte een antibioticakuur gekregen, zalfjes en moest ze twee rabiës vaccinaties krijgen. De één werd bij het ziekenhuis gespoten, en de andere heb ik drie dagen later in Lotte’s arm gezet. (zustertje Dewi!!) Het was enorm schrikken, en wat een pech. Echt super zielig voor Lotte, maar gelukkig is het allemaal nog goed afgelopen. We zijn een dag later vertrokken met onze rondreis door Namibië, vanwege alle schrik, maar Lotte heeft gelukkig niet heel veel last meer van haar wonden gehad. Op dit moment zijn ze mooi dichtgegroeid en geneest het allemaal goed. Niet een heel leuk begin van onze reis in Namibië, maar helaas horen dat soort dingen er soms ook bij…
Ethosha National Park
Maandag 13 juli zijn we vertrokken met onze Citroën C1. De mooiste plekken in Namibië stonden op de planning, namelijk Ethosha National Park, Swakopmund, Kaokeland en de Sossusvlei. Precies in deze volgorde hebben we onze reis gedaan. Super véél kilometers voor de boeg, want erg lange afstanden tussen al deze plekken!! De eerste dag hebben we al meer dan 600 km gereden richting het Ethosha National Park. De reis was bijzonder, wat een prachtige natuur. Ik heb zoiets nog nooit gezien; je kijkt in de verte en je ziet niks anders dan alleen maar uitgestrekte natuur. Wanneer je stilstaat en de auto uitstapt, hoor je niks anders dan alleen maar natuur. Namibië is 22x zo groot als Nederland, en heeft maar 2 miljoen inwoners. Moet je nagaan, zo’n super verlaten land met zó veel natuur!! Héél bijzonder. Onderweg werden we nog aangehouden door de politie vanwege een snelheidscontrole, ik reed tien kilometer te hard. Gelukkig zagen we er onschuldig uit en heeft de agent ons gematst, anders hadden we nog een flinke boete gehad. Aan het eind van de middag zijn we aangekomen in Ethosha en hebben we een plek gevonden om te verblijven; de ‘Mokuti Lodge’. We waren hartstikke moe dus waren blij dat we iets gevonden hadden, maar werden niet héél vrolijk van de prijs. Het is allemaal erg duur daar en er zijn alleen maar super luxe lodges. We besloten toch maar te blijven omdat er op dat moment niet echt een andere optie was, en keken onze ogen uit. We hadden een prachtig huisje voor ons tweetjes met een huge bed, grote mooie badkamer, prachtige entourage en uitzicht op de luxe zwembaden. We hebben heerlijk geslapen en ’s ochtends genoten van een niet normaal luxe ontbijt buffet. (we hebben ons wel een beetje misselijk gegeten met de eieren, croissantjes en Belgische wafels met Nutella, maarja we mochten er nu ook wel even gebruik van maken…) De volgende ochtend zijn we vroeg opgestaan om op safari te gaan door het Ethosha National Park, met eigen auto. Nog nooit gehoord dat dit zo kan, maar het was zó gaaf!! Reden we dan, in ons klein witte autootje over de zand- en gravelwegen, tussen alle wilde dieren door. Het duurde even voordat we wilde dieren hebben gespot, maar toen we eenmaal door hadden dat we de allerkleinste afgelegen paadjes moesten pakken, zagen we maar méér en méér dieren. En van zo dichtbij, super gaaf. De zebra’s en giraffen staken een meter voor onze auto de weg over, héél mooi om te zien, en daar krijg je echt een kick van. Naast heel veel giraffen en zebra’s, hebben we olifanten, springbokken, oryxen, impala’s, zwijnen, vossen en heel veel bijzondere vogels gezien. Helaas hadden we het geluk niet om nog leeuwen of luipaarden te spotten, maar het was echt een heeeele gave dag. Het was natuurlijk strikt verboden om de auto uit te gaan, maar wij zochten natuurlijk nog even het extra avontuur op. Stiekem uit de auto (ook om te plassen, misschien wel tussen de leeuwen? Bah!!) om nog iets dichter bij de giraffen te komen. Slappe lach van de zenuwen en eigenlijk echt niet zo slim, maar toch wel heel erg spannend en leuk!! Na de safari met eigen auto hebben we genoten van luxe zwembaden en hemelbedjes bij de lodge, en zijn we naar de reptielentuin in het park gelopen. Er waren véél slangen, krokodillen, schildpadden en bijzondere vissen te zien. Bahhh die slangen vind ik maar helemaal niks, als ik érgens een hekel aan heb, zijn het die beesten wel… In de reptielentuin hebben we een groepje Nederlanders ontmoet, die een Duitse gids bij zich hadden. We kwamen leuk aan het kletsen en zij nodigden ons uit om samen met hun te dineren ’s avonds. Het was een hele gezellige avond met veel leuke gesprekken. Ze hadden veel reiservaring en kwamen met veel leuke verhalen en tips, en daar word ik natuurlijk altijd weer zo enthousiast van!! Lotte en ik deelden onze plannen over onze reis door Namibië en vertelden over het plan om de volgende dag de Himba stam te bezoeken in het noorden van Namibië. We wilden dit super graag omdat het heel indrukwekkend scheen te zijn om deze traditionele stam te bezoeken. We wisten dat het erg ver rijden was, maar dachten dat dit wel zou kunnen. Fijn dat we de Nederlanders en voornamelijk de gids hebben ontmoet, want zij hebben gezegd dat we dit beter niet konden doen. Zij vonden het erg onverantwoordelijk om als twee meiden, met een super kleine auto, helemaal naar het noorden (echt de middle of nowhere), kilometers ver weg te rijden. Het zou ongeveer 7 uur rijden zijn vanaf Ethosha en je zou geen mens tegenkomen onderweg. Geen bereik met de mobiel en héle slechte wegen. Het klinkt een beetje eng maar na een beetje research gedaan te hebben op internet kwamen er ook echt rare spookverhalen over de weg naar het noorden naar voren. Lot en ik waren blij dat we er toch even werden gewezen. Jammer , maar zij gaven ons een leuk alternatief; namelijk een bezoek aan de traditionele stam de ‘Bosjesmannen’, in plaats van de Himba’s. Ruim een uur rijden vanaf Ethosha lag een dorp waar de Bosjesmannen leven. De volgende dag zijn we er naar toe gereden en daar zal ik nu over vertellen.
Bezoek aan de Bosjesmannen
Aan het eind van een lange, afgelegen gravelroad, met af en toe een boerderij erg ver het land in, kwamen we aan in wéér de middle of nowhere; het dorp van de Bosjesmannen. Na eerst wat achtergrond informatie te hebben gekregen van twee jongens die er leefden, kregen we een rondleiding door het dorp. Door oorlog in het noorden van Namibië zijn de Bosjesmannen naar deze plek gekomen, in totaal in twee jaar tijd. In totaal woonden er 600 mensen, waarvan ongeveer 300 kinderen. Super veel, er worden maar meer en meer kindjes gemaakt. Ik vond het echt super interessant om een kijkje te nemen in het leven van de Bosjesmannen. De mensen leven in hele kleine hutjes, gemaakt van klei, steen, hout of riet. We zagen veel kindjes met bolle buikjes door de eiwittekorten, vrouwen op de grond die zaden van bomen aan het verzamelen waren, en gezinnen die voor hun hutje pap aan het eten waren. Ik vond het echt het ‘echte Afrika’ van op televisie. Heel arm, haast geen spullen en héél veel kindjes op straat. Heel indrukwekkend! De kindjes waren echt super schattig, ze wilden de hele tijd high five’s geven en zeiden ‘you’re beautiful’ and ‘i love you’. Ik vind het ook heel leuk om te zien dat de meeste kindjes gewoon blij zijn en met de simpelste middelen tóch een leuk spelletje spelen. Na de rondleiding kregen we wat te drinken met een zelfgemaakt koekjes erbij. Leuk dat ze zo de tijd voor ons namen. Voordat we weg gingen heb ik nog medailles, stickers en ballonnen gegeven aan de kindjes en Lotte heeft haar dekbed afgegeven. Hier zullen ze vast veel plezier van hebben! Het was echt een indrukwekkende dag! Aan het eind van de middag hebben we nog een paar uur verder gereden richting het zuiden en ’s nachts hebben we overnacht in een backpackershostel in Tsumeb.
Swakopmund en Walvisbay
Vanuit Tsumeb zijn we door gereden naar Swakopmund, een kuststad aan de Atlantische Oceaan. Het stadje heeft de sfeer van een Noord-Duitse badplaats en in het centrum van Swakopmund vind je de Duitse architectuur terug in de oude gebouwen. We hebben lekker rond gelopen door de stad en bij het strand. We waren een beetje te optimistisch met onze korte broekjes, hemdjes en slippers, want het was echt frisjes vergeleken met de rest van Namibië. Wel grappig, restaurants in Swakopmund bieden Kaffee & Kuchen aan en accommodaties adverteren met ‘zimmer frei’. De caféetjes waar we hebben gezeten leken allemaal een beetje op après ski hutten en er was haast alleen maar Duitse muziek op de radio. Wel bijzonder, al die Duitse invloeden, ik had even niet het gevoel dat we in Zuid-Afrika waren. We hebben een leuke dag gehad in Swakopmund en zijn daarna ook nog even door gereden naar Walvisbaai. In dit kleine stadje, zo’n 25 kilometer van Swakopmund af, zijn we naar de flamingo lagoon geweest. Hónderden flamingo’s bij elkaar in de zee, echt een heel mooi (en roze) gezicht. Leuk dat we dit nog even hebben meegepakt, want de route er naar toe was ook heel mooi. De palmbomen overal geven me altijd zo’n vakantiegevoel!! ’s Avonds hebben we overnacht in weer een ander hostel, omdat het hostel van de nacht ervoor volgeboekt zat met groepen toeristen. Het tweede hostel was een beetje een oude meuk (en een hele vieze, koude keuken waar Lot en ik een béétje chagrijnig van werden), maar we hebben lekker geslapen en zijn de volgende dag vertrokken voor ons laatste, en meest belovende avontuur: de Sossusvlei, in het zuidelijke deel van de Namibische woestijn (de oudste woestijn van de wereld)
Sossusvlei, een waar sprookje
We hadden ons erop ingesteld, maar het was weer een erg lange reis (van ongeveer 6,5 uur) naar de Sossusvlei. De Sossusvlei is een klei-vallei in het midden van de Namib-woestijn. De vallei is onderdeel van het Namib-Nauklauft National Park. We hadden er al hele goede verhalen over gehoord; dit zou echt het hoogtepunt van onze hele reis worden. Nou, en dat was het!!! Het was zó prachtig mooi, ik heb echt nog nooit zoiets moois gezien! Ik zal even vanaf het begin vertellen hoe onze dag in de Sossusvlei eruit zag. De lange reis was minder relaxt dan van te voren gedacht. We hadden in ons hoofd om lekker rustig aan te doen, met veel stops om even te relaxen. Maar de reis was echt verre van relaxt… Lot en ik zaten allebei helemáál niet lekker in de auto, een beetje gestresst zelfs, haha. Het was alleen maar gravelroad met grote stenen en veel zand. Het rijden met ons kleine Citroëntje maakte super veel lawaai en we kwamen onderweg alleen maar grote 4x4 auto’s tegen. We dachten, dit gaan die banden van onze auto nóóit never houden.. We zagen langs de kant van de weg om de paar honderd meter wel een autoband liggen.. pff, nou daar word je ook niet veel vrolijker van. Halverwege de reis hoorden we in een keer een hard geluid, het was een grote kei die tegen de velg van de auto was gesprongen. We zijn gestopt en zagen dat de band leeg liep door de verbogen velg… Wisten even niet wat we moesten doen, maar gelukkig kwam er een paar minuten later een auto aan. Deze man zei dat we in de buurt waren van een inie-minie plaatsje waar ze een benzinestation hadden. Súper geluk want je komt maar héél weinig tegen van de bewoonde wereld in het gebied richting de Sossusvlei. We zijn in tien minuutjes naar het kleine plaatsje Solitaire gereden en daar hebben ze onze band gemaakt. Gelukkig kon het gemaakt worden en hadden we geen nieuwe band nodig… Uiteindelijk gewoon geluk gehad en heeft onze auto het echt helemaal top gedaan!!! (Ik gaf hem elke keer een ‘schouderklopje’ pap!) Na een lange, maar práchtige reis (de natuur kan ik haast niet omschrijven, zo mooi), zijn we vrijdag 17 april eind van de middag aangekomen bij onze lodge (die we als enige wél van te voren hadden gereserveerd), in de middle of nowhere, ergens in de woestijn. We hadden weer een huisje voor onszelf, met een veranda met uitzicht op oneindige natuur. Super bijzonder, droge vlaktes met af en toe een boompje, en veel wilde dieren. Als we geluk hadden, konden we ’s avonds hyena’s, springbokken en oryxen voor ons huisje spotten. Helaas geen hyena gezien (wel gehoord), maar wel heel veel springbokken en oryxen. Prachtige beesten en echt een paar meter van ons vandaan!! De zonsondergang was sowieso al héél bijzonder in de woestijn, en dan ook nog de wilde dieren voor ons huisje, maakte het natuurlijk extra speciaal. Het was fijn dat het avondeten bij de accommodatie inbegrepen zat, want er was natuurlijk geen supermarkt of restaurant in de buurt te vinden. Huisjes totáál afgelegen van de bewoonde wereld, midden in de woestijn. Heel gaaf dat we dit mochten meemaken! De volgende ochtend zijn we héél vroeg opgestaan, om kwart voor vijf zaten we al aan ons ontbijt. Er lag een grote rugzak voor ons klaar met lunchpakketjes voor overdag en we hadden véél water ingeslagen omdat dit volgens iedereen echt een must zou zijn. De weg naar de Sossusvlei toe, moesten we rustig rijden omdat het nog schemerig was en er vaak wilde dieren de weg over staken. In de woestijn is het natuurlijk nog hartstikke koud ’s nachts en ’s ochtends vroeg, dus Lotte en ik hadden een korte broekje aan met daarover onze trainingsbroeken, dikke trui en wollen sokken. We zagen er héél charmant uit (not), want we hadden onze sokken in onze slippers, omdat het ons fijn leek om ’s middags lekker met onze blote voeten in het zand te lopen. Nou, haha.. dit hebben we ook geweten maar daar zal ik zo meer over vertellen. We konden tot aan een bepaalde plek komen met ons kleine autootje, en daar was een parkeerplaats waar we konden parkeren. Vanaf de parkeerplaats moesten we verder met een grote 4x4 jeep, dat was allemaal goed geregeld. We kwamen aan bij de parkeerplaats en zagen alleen maar super dik ingepakte mensen met mutsen op, stevige bergschoenen aan en super sportieve outfits. We hebben ons kapot gelachen; kwamen wij aan met onze sokken in onze slippers, en mijn knalroze (!!) joggingbroek… Hahaha als ik eraan denk moet ik weer lachen. Toen we aankwamen bij de ‘Deadvlei’, hebben we maar even doorgebeten en hebben we tóch onze warme kleding uitgetrokken en ingeruild voor onze korte dingetjes. Gelukkig warmde het vanaf toen al héél snel op en waren we blij dat wij niet zo bloedheet gekleed waren zoals de andere mensen bij de jeep. Het was een lange (en héle zware) tocht naar de top van de Deadvlei. Het werd maar warmer en warmer en we waren op een gegeven moment echt niet meer vooruit te branden in dat zware zand waar je constant enorm in wegzakt. Maar toen we eenmaal op de top waren.. waaauw… we waren super blij en totáál onder de indruk, want ik had echt nog nóóit zoiets moois gezien. Één en al woestijn, omgeven door een aantal van de hoogste oranje, rode en bruine duinen ter wereld, waarvan de hoogste 300 tot 400 meter hoog is. Écht prachtig, maar ik kan gewoon niet uitleggen hoe het eruit zag. Echt fotogeniek en ongelooflijk mooi!! Op een gegeven moment waren we met z’n tweetjes op de top en hoorden we niks of niemand, behalve de natuur. We zijn wel meer dan een uur blijven zitten op de top om te genieten van het uitzicht, en toen moesten we dan toch maar weer naar beneden. We besloten om niet dezelfde weg terug te nemen, maar gewoon rechtstreeks van de top naar beneden te rennen. We hadden er helemaal zin in, maar na een paar seconden schreeuwden we het al uit van de pijn, want het zand was natuurlijk zó super heet aan onze blote voeten! Was niet heel erg slim, maar alsnog wel super gaaf om naar beneden te rennen van zo’n grote hoogte. Ik heb er een paar zere voetjes aan over gehouden, maar als dat het ergste is, haha. De Sossusvlei was echt het állermooiste en meest bijzondere van onze reis in Namibië. Helemaal geweldig, echt een sprookje! Na de Sossusvlei werd ons nog aangeraden om naar de Sesriem Canyon te gaan. Wauw, een mooie zandstenen canyon van 1 kilometer lengte, uitgeslepen door het water uit de Tsauchab Rivier. De rivier stond droog dus we konden door de canyon heen wandelen. De canyon is 30 tot 40 meter diep, heel gaaf dat we dit ook nog hebben gezien. ’s Nachts hebben we nog een nachtje geslapen in ons mooie huisje midden in de woestijn en zijn ’s ochtends weer richting de hoofdstad Windhoek gereden. Leuk om de mensen waar we al mee waren opgetrokken weer te zien, dus het voelde een beetje als ‘thuis’ komen. De laatste daagjes in Windhoek zijn lekker relaxt. Even bijkomen van alle indrukken en lekker chillen in het zonnetje. Gisteravond zijn we uit geweest met een hele groep uit het hostel. Véél internationaliteiten bij elkaar, super leuk! De Namibische mannen hebben de Nederlanders, Duitsers, Engelsen, Finnen, en Spanjaarden de leukste uitgaansplekjes van Windhoek laten zien. Eerst gingen we naar een grote karaokebar, een super populaire plek in de stad. Dinsdagavond is dé stapavond waarop iedereen eerst tot een uurtje of twaalf naar de karaokebar gaat, en na twaalven richting een grote club gaat. In die volgorde hebben wij het ook gedaan en ik heb echt een topavond gehad. Het was één groot feest in de karaokebar met véél verschillende mensen bij elkaar. Ook de club was echt mooi en ze draaiden héérlijke Afrikaanse dansmuziek. Ik vind het echt super leuk om dan zo midden tussen de locals te zitten, want we waren weer bijna de enige blanken in de club. Twee meisjes vonden het helemaal leuk dat wij er waren en zaten de hele tijd aan mijn haren te voelen. We hebben hele gesprekken gevoerd over het verschil tussen hun rasta haren en mijn blonde haren, super grappig en leuk!! Echt een hele gezellige avond.
Nou, en morgen alweer het laatste echte dagje samen met Lotte… Vrijdagmiddag vertrek ik met de Intercape bus richting Kaapstad, en Lotte gaat nog verder reizen richting Johannesburg en Durban in Zuid-Afrika. We gaan morgen op ons laatste avondje samen nog lekker met z’n tweetjes uiteten. Gek dat we na zo’n lange tijd samen al bijna afscheid van elkaar moeten nemen…
Wow het was echt een fantastische vakantie!! Héél erg bedankt, lieve Lot! En gewoon meer dan 3000 km gereden samen, en zoooveel moois gezien!!
Maar oeps… dit was wel een héél lang verhaal! Ik zal dit weekend in Kaapstad mijn allerlaatste, afsluitende blog schrijven, zodat al mijn verhalen helemaal compleet zijn. Kan ik ze mooi bij elkaar bundelen en kan ik ze later nog zo vaak terug lezen als ik wil, om alle mooie herinneringen op te halen! Liefs, Dewi.
dewi.93
11 chapters
July 22, 2015
Dinsdag 7 juli, begon onze reis naar het noordelijke buurland van Zuid-Afrika; Namibië. ’s Ochtends hebben we eerst afscheid moeten nemen van Maya en Dorelaine. Zij zijn mee gegaan naar het busstation van Cape Town om ons uit te zwaaien, super lief. Het afscheid nemen was best raar en dubbel, we hebben de afgelopen maanden een hechte band gekregen en zijn heel close geworden. Lotte en ik waren klaar voor vertrek, bepakt en bezakt met onze backpacktassen, om met de Intercape Sleeping Line Bus naar Windhoek, de hoofdstad van Namibië, te reizen. Inchecken in Kaapstad ging natuurlijk weer totaal op z’n Afrikaans; lekker traag en alles op z’n tijd. Uiteindelijk alle bagage afgegeven en ons plekje opgezocht in de bus. Een top plekje voor ons, super veel beenruimte en een luxe voetenbankje. Genoeg eten en drinken mee, muziekje in, kleedje over ons heen en let’s go to Namibië! Na net een paar uurtjes geslapen te hebben werd ik wakker gemaakt bij de grensovergang van Zuid-Afrika naar Namibië. Nou, wat een spektakel was dat. Iedereen moest de bus uit en toen begon het wachten. Alle paspoorten werden één voor één gecontroleerd, alle bagage werd uit de bus gehaald en alle spullen werden doorzocht. De mannen moesten zich in één rij opstellen, en de vrouwen moesten zich in één rij opstellen. De handbagages werden gecheckt en we werden grondig gefouilleerd. Het was pikkedonker en er hing een nare sfeer, alles was zo streng en er werd op een harde manier gehandeld. Ik vond het maar niks. We hebben wel twee uur gewacht tot alles klaar was en toen konden we eindelijk doorrijden; ik was blij toen we de grens over waren. In totaal heeft de reis 21 uur geduurd, maar gelukkig veilig en wel aangekomen in Windhoek! We hebben een taxi’tje gepakt en zijn terecht gekomen bij een fijn backpackershostel; ‘Paradise Garden’. Vanaf nu zal ik per plaats en onderwerp vertellen hoe onze reis er verder uit heeft gezien. Het begon toch allemaal wat anders dan verwacht….
Eerste dagen Windhoek en valse Pitbull
De eerste dag in Windhoek hebben we lekker rustig aan gedaan. Lekker gerelaxt in de zon en even de stad in gegaan. We kregen al een leuke eerste indruk van de stad; erg schoon, fijne sfeer en mooie panden. In het hostel hebben we leuke mensen ontmoet uit onder andere Namibië, Duitsland, Spanje en Rusland. Leuk altijd, al die nationaliteiten bij elkaar, en in een hostel hangt vaak een gezellig huiselijk sfeertje. Raoel heeft ’s middags een typische Namibische lunch (inclusief cocktail) voor ons gemaakt; tortilla’s gevuld met groenten, bonen, crumbled eggs, yoghurt en véél kruiden. ’s Avonds hebben Lot en ik lekker gekookt voor een groepje mensen van het hostel, gezellige boel allemaal. De volgende dag hebben we een staddagje gehad in Windhoek en hebben we het Independence Museum bezocht, dat was erg indrukwekkend. Daarna nog lekker gechillt in het zonnetje in het park en boodschapjes gedaan. Naast de stad verkend te hebben, zijn we de eerste dagen ook al een beetje op onderzoek uit gegaan hoe rond te reizen door Namibië. We hadden niks gepland en wilden totaal op de bonnefooi vertrekken, dat is natuurlijk het leukst en avontuurlijkst. We hebben besloten om een auto te huren om het land mee door te reizen. Er werd ons aangeraden een four-wheel-drive (4x4) auto te huren (i.v.m. veel gravel road), maar dit was onbetaalbaar voor ons. We hebben de gok toch maar genomen en uiteindelijk is het een Citroën C1’tje geworden voor ons. Een super leuke auto en maar hopen dat hij het zou redden met die vele, niet standaard kilometers in het vooruitzicht. Zondag 12 juli zouden we vertrekken voor onze roadtrip door Namibië, maar het liep allemaal een beetje anders dan gedacht….. De tweede dag in Windhoek, zaterdagavond, een dag voordat we zouden vertrekken, liepen Lotte en ik opgedoft en wel in onze jurkjes richting de stad voor een gezellig stapavondje. We liepen langs een wijk met grote huizen en hoorden al een hond kei-hard blaffen. Ik zei nog tegen Lot: ‘Bah, dit vind ik nou altijd zo eng, die grote blaffende honden steeds’. Met dat ik het zei, kwam de eigenaar met zijn auto het erf op en opende het hek. De hond, een super grote pitbull, stormde de stoep op en voordat we het in de gaten hadden, greep hij Lotte bij haar been. Het ging allemaal zo snel, we zijn ons echt helemaal kapot geschrokken. Het was echt doodeng, een grote pitbull op ons af!! Lotte schreeuwde het uit en had twee best diepe wonden in haar been. We hebben geluk gehad dat de eigenaar van de hond heel hard ‘stop!’ riep, anders had ik denk ik niet willen weten hoe het af had kunnen lopen.. Die honden bijten maar door als ze de kans krijgen. Het bloedde flink en gelukkig kwam de eigenaar al gauw om te helpen en heeft ons naar het ziekenhuis gebracht. Gelukkig naar een privé kliniek, want het public hospital schijnt hier vreselijk te zijn. Het was allemaal nog een heel gedoe met de eigenaren van de hond en in het ziekenhuis, maar als ik dit allemaal ga uitleggen, dan wordt mijn blog wel héél lang. Kort samengevat heeft Lotte een antibioticakuur gekregen, zalfjes en moest ze twee rabiës vaccinaties krijgen. De één werd bij het ziekenhuis gespoten, en de andere heb ik drie dagen later in Lotte’s arm gezet. (zustertje Dewi!!) Het was enorm schrikken, en wat een pech. Echt super zielig voor Lotte, maar gelukkig is het allemaal nog goed afgelopen. We zijn een dag later vertrokken met onze rondreis door Namibië, vanwege alle schrik, maar Lotte heeft gelukkig niet heel veel last meer van haar wonden gehad. Op dit moment zijn ze mooi dichtgegroeid en geneest het allemaal goed. Niet een heel leuk begin van onze reis in Namibië, maar helaas horen dat soort dingen er soms ook bij…
Ethosha National Park
Maandag 13 juli zijn we vertrokken met onze Citroën C1. De mooiste plekken in Namibië stonden op de planning, namelijk Ethosha National Park, Swakopmund, Kaokeland en de Sossusvlei. Precies in deze volgorde hebben we onze reis gedaan. Super véél kilometers voor de boeg, want erg lange afstanden tussen al deze plekken!! De eerste dag hebben we al meer dan 600 km gereden richting het Ethosha National Park. De reis was bijzonder, wat een prachtige natuur. Ik heb zoiets nog nooit gezien; je kijkt in de verte en je ziet niks anders dan alleen maar uitgestrekte natuur. Wanneer je stilstaat en de auto uitstapt, hoor je niks anders dan alleen maar natuur. Namibië is 22x zo groot als Nederland, en heeft maar 2 miljoen inwoners. Moet je nagaan, zo’n super verlaten land met zó veel natuur!! Héél bijzonder. Onderweg werden we nog aangehouden door de politie vanwege een snelheidscontrole, ik reed tien kilometer te hard. Gelukkig zagen we er onschuldig uit en heeft de agent ons gematst, anders hadden we nog een flinke boete gehad. Aan het eind van de middag zijn we aangekomen in Ethosha en hebben we een plek gevonden om te verblijven; de ‘Mokuti Lodge’. We waren hartstikke moe dus waren blij dat we iets gevonden hadden, maar werden niet héél vrolijk van de prijs. Het is allemaal erg duur daar en er zijn alleen maar super luxe lodges. We besloten toch maar te blijven omdat er op dat moment niet echt een andere optie was, en keken onze ogen uit. We hadden een prachtig huisje voor ons tweetjes met een huge bed, grote mooie badkamer, prachtige entourage en uitzicht op de luxe zwembaden. We hebben heerlijk geslapen en ’s ochtends genoten van een niet normaal luxe ontbijt buffet. (we hebben ons wel een beetje misselijk gegeten met de eieren, croissantjes en Belgische wafels met Nutella, maarja we mochten er nu ook wel even gebruik van maken…) De volgende ochtend zijn we vroeg opgestaan om op safari te gaan door het Ethosha National Park, met eigen auto. Nog nooit gehoord dat dit zo kan, maar het was zó gaaf!! Reden we dan, in ons klein witte autootje over de zand- en gravelwegen, tussen alle wilde dieren door. Het duurde even voordat we wilde dieren hebben gespot, maar toen we eenmaal door hadden dat we de allerkleinste afgelegen paadjes moesten pakken, zagen we maar méér en méér dieren. En van zo dichtbij, super gaaf. De zebra’s en giraffen staken een meter voor onze auto de weg over, héél mooi om te zien, en daar krijg je echt een kick van. Naast heel veel giraffen en zebra’s, hebben we olifanten, springbokken, oryxen, impala’s, zwijnen, vossen en heel veel bijzondere vogels gezien. Helaas hadden we het geluk niet om nog leeuwen of luipaarden te spotten, maar het was echt een heeeele gave dag. Het was natuurlijk strikt verboden om de auto uit te gaan, maar wij zochten natuurlijk nog even het extra avontuur op. Stiekem uit de auto (ook om te plassen, misschien wel tussen de leeuwen? Bah!!) om nog iets dichter bij de giraffen te komen. Slappe lach van de zenuwen en eigenlijk echt niet zo slim, maar toch wel heel erg spannend en leuk!! Na de safari met eigen auto hebben we genoten van luxe zwembaden en hemelbedjes bij de lodge, en zijn we naar de reptielentuin in het park gelopen. Er waren véél slangen, krokodillen, schildpadden en bijzondere vissen te zien. Bahhh die slangen vind ik maar helemaal niks, als ik érgens een hekel aan heb, zijn het die beesten wel… In de reptielentuin hebben we een groepje Nederlanders ontmoet, die een Duitse gids bij zich hadden. We kwamen leuk aan het kletsen en zij nodigden ons uit om samen met hun te dineren ’s avonds. Het was een hele gezellige avond met veel leuke gesprekken. Ze hadden veel reiservaring en kwamen met veel leuke verhalen en tips, en daar word ik natuurlijk altijd weer zo enthousiast van!! Lotte en ik deelden onze plannen over onze reis door Namibië en vertelden over het plan om de volgende dag de Himba stam te bezoeken in het noorden van Namibië. We wilden dit super graag omdat het heel indrukwekkend scheen te zijn om deze traditionele stam te bezoeken. We wisten dat het erg ver rijden was, maar dachten dat dit wel zou kunnen. Fijn dat we de Nederlanders en voornamelijk de gids hebben ontmoet, want zij hebben gezegd dat we dit beter niet konden doen. Zij vonden het erg onverantwoordelijk om als twee meiden, met een super kleine auto, helemaal naar het noorden (echt de middle of nowhere), kilometers ver weg te rijden. Het zou ongeveer 7 uur rijden zijn vanaf Ethosha en je zou geen mens tegenkomen onderweg. Geen bereik met de mobiel en héle slechte wegen. Het klinkt een beetje eng maar na een beetje research gedaan te hebben op internet kwamen er ook echt rare spookverhalen over de weg naar het noorden naar voren. Lot en ik waren blij dat we er toch even werden gewezen. Jammer , maar zij gaven ons een leuk alternatief; namelijk een bezoek aan de traditionele stam de ‘Bosjesmannen’, in plaats van de Himba’s. Ruim een uur rijden vanaf Ethosha lag een dorp waar de Bosjesmannen leven. De volgende dag zijn we er naar toe gereden en daar zal ik nu over vertellen.
Bezoek aan de Bosjesmannen
Aan het eind van een lange, afgelegen gravelroad, met af en toe een boerderij erg ver het land in, kwamen we aan in wéér de middle of nowhere; het dorp van de Bosjesmannen. Na eerst wat achtergrond informatie te hebben gekregen van twee jongens die er leefden, kregen we een rondleiding door het dorp. Door oorlog in het noorden van Namibië zijn de Bosjesmannen naar deze plek gekomen, in totaal in twee jaar tijd. In totaal woonden er 600 mensen, waarvan ongeveer 300 kinderen. Super veel, er worden maar meer en meer kindjes gemaakt. Ik vond het echt super interessant om een kijkje te nemen in het leven van de Bosjesmannen. De mensen leven in hele kleine hutjes, gemaakt van klei, steen, hout of riet. We zagen veel kindjes met bolle buikjes door de eiwittekorten, vrouwen op de grond die zaden van bomen aan het verzamelen waren, en gezinnen die voor hun hutje pap aan het eten waren. Ik vond het echt het ‘echte Afrika’ van op televisie. Heel arm, haast geen spullen en héél veel kindjes op straat. Heel indrukwekkend! De kindjes waren echt super schattig, ze wilden de hele tijd high five’s geven en zeiden ‘you’re beautiful’ and ‘i love you’. Ik vind het ook heel leuk om te zien dat de meeste kindjes gewoon blij zijn en met de simpelste middelen tóch een leuk spelletje spelen. Na de rondleiding kregen we wat te drinken met een zelfgemaakt koekjes erbij. Leuk dat ze zo de tijd voor ons namen. Voordat we weg gingen heb ik nog medailles, stickers en ballonnen gegeven aan de kindjes en Lotte heeft haar dekbed afgegeven. Hier zullen ze vast veel plezier van hebben! Het was echt een indrukwekkende dag! Aan het eind van de middag hebben we nog een paar uur verder gereden richting het zuiden en ’s nachts hebben we overnacht in een backpackershostel in Tsumeb.
Swakopmund en Walvisbay
Vanuit Tsumeb zijn we door gereden naar Swakopmund, een kuststad aan de Atlantische Oceaan. Het stadje heeft de sfeer van een Noord-Duitse badplaats en in het centrum van Swakopmund vind je de Duitse architectuur terug in de oude gebouwen. We hebben lekker rond gelopen door de stad en bij het strand. We waren een beetje te optimistisch met onze korte broekjes, hemdjes en slippers, want het was echt frisjes vergeleken met de rest van Namibië. Wel grappig, restaurants in Swakopmund bieden Kaffee & Kuchen aan en accommodaties adverteren met ‘zimmer frei’. De caféetjes waar we hebben gezeten leken allemaal een beetje op après ski hutten en er was haast alleen maar Duitse muziek op de radio. Wel bijzonder, al die Duitse invloeden, ik had even niet het gevoel dat we in Zuid-Afrika waren. We hebben een leuke dag gehad in Swakopmund en zijn daarna ook nog even door gereden naar Walvisbaai. In dit kleine stadje, zo’n 25 kilometer van Swakopmund af, zijn we naar de flamingo lagoon geweest. Hónderden flamingo’s bij elkaar in de zee, echt een heel mooi (en roze) gezicht. Leuk dat we dit nog even hebben meegepakt, want de route er naar toe was ook heel mooi. De palmbomen overal geven me altijd zo’n vakantiegevoel!! ’s Avonds hebben we overnacht in weer een ander hostel, omdat het hostel van de nacht ervoor volgeboekt zat met groepen toeristen. Het tweede hostel was een beetje een oude meuk (en een hele vieze, koude keuken waar Lot en ik een béétje chagrijnig van werden), maar we hebben lekker geslapen en zijn de volgende dag vertrokken voor ons laatste, en meest belovende avontuur: de Sossusvlei, in het zuidelijke deel van de Namibische woestijn (de oudste woestijn van de wereld)
Sossusvlei, een waar sprookje
We hadden ons erop ingesteld, maar het was weer een erg lange reis (van ongeveer 6,5 uur) naar de Sossusvlei. De Sossusvlei is een klei-vallei in het midden van de Namib-woestijn. De vallei is onderdeel van het Namib-Nauklauft National Park. We hadden er al hele goede verhalen over gehoord; dit zou echt het hoogtepunt van onze hele reis worden. Nou, en dat was het!!! Het was zó prachtig mooi, ik heb echt nog nooit zoiets moois gezien! Ik zal even vanaf het begin vertellen hoe onze dag in de Sossusvlei eruit zag. De lange reis was minder relaxt dan van te voren gedacht. We hadden in ons hoofd om lekker rustig aan te doen, met veel stops om even te relaxen. Maar de reis was echt verre van relaxt… Lot en ik zaten allebei helemáál niet lekker in de auto, een beetje gestresst zelfs, haha. Het was alleen maar gravelroad met grote stenen en veel zand. Het rijden met ons kleine Citroëntje maakte super veel lawaai en we kwamen onderweg alleen maar grote 4x4 auto’s tegen. We dachten, dit gaan die banden van onze auto nóóit never houden.. We zagen langs de kant van de weg om de paar honderd meter wel een autoband liggen.. pff, nou daar word je ook niet veel vrolijker van. Halverwege de reis hoorden we in een keer een hard geluid, het was een grote kei die tegen de velg van de auto was gesprongen. We zijn gestopt en zagen dat de band leeg liep door de verbogen velg… Wisten even niet wat we moesten doen, maar gelukkig kwam er een paar minuten later een auto aan. Deze man zei dat we in de buurt waren van een inie-minie plaatsje waar ze een benzinestation hadden. Súper geluk want je komt maar héél weinig tegen van de bewoonde wereld in het gebied richting de Sossusvlei. We zijn in tien minuutjes naar het kleine plaatsje Solitaire gereden en daar hebben ze onze band gemaakt. Gelukkig kon het gemaakt worden en hadden we geen nieuwe band nodig… Uiteindelijk gewoon geluk gehad en heeft onze auto het echt helemaal top gedaan!!! (Ik gaf hem elke keer een ‘schouderklopje’ pap!) Na een lange, maar práchtige reis (de natuur kan ik haast niet omschrijven, zo mooi), zijn we vrijdag 17 april eind van de middag aangekomen bij onze lodge (die we als enige wél van te voren hadden gereserveerd), in de middle of nowhere, ergens in de woestijn. We hadden weer een huisje voor onszelf, met een veranda met uitzicht op oneindige natuur. Super bijzonder, droge vlaktes met af en toe een boompje, en veel wilde dieren. Als we geluk hadden, konden we ’s avonds hyena’s, springbokken en oryxen voor ons huisje spotten. Helaas geen hyena gezien (wel gehoord), maar wel heel veel springbokken en oryxen. Prachtige beesten en echt een paar meter van ons vandaan!! De zonsondergang was sowieso al héél bijzonder in de woestijn, en dan ook nog de wilde dieren voor ons huisje, maakte het natuurlijk extra speciaal. Het was fijn dat het avondeten bij de accommodatie inbegrepen zat, want er was natuurlijk geen supermarkt of restaurant in de buurt te vinden. Huisjes totáál afgelegen van de bewoonde wereld, midden in de woestijn. Heel gaaf dat we dit mochten meemaken! De volgende ochtend zijn we héél vroeg opgestaan, om kwart voor vijf zaten we al aan ons ontbijt. Er lag een grote rugzak voor ons klaar met lunchpakketjes voor overdag en we hadden véél water ingeslagen omdat dit volgens iedereen echt een must zou zijn. De weg naar de Sossusvlei toe, moesten we rustig rijden omdat het nog schemerig was en er vaak wilde dieren de weg over staken. In de woestijn is het natuurlijk nog hartstikke koud ’s nachts en ’s ochtends vroeg, dus Lotte en ik hadden een korte broekje aan met daarover onze trainingsbroeken, dikke trui en wollen sokken. We zagen er héél charmant uit (not), want we hadden onze sokken in onze slippers, omdat het ons fijn leek om ’s middags lekker met onze blote voeten in het zand te lopen. Nou, haha.. dit hebben we ook geweten maar daar zal ik zo meer over vertellen. We konden tot aan een bepaalde plek komen met ons kleine autootje, en daar was een parkeerplaats waar we konden parkeren. Vanaf de parkeerplaats moesten we verder met een grote 4x4 jeep, dat was allemaal goed geregeld. We kwamen aan bij de parkeerplaats en zagen alleen maar super dik ingepakte mensen met mutsen op, stevige bergschoenen aan en super sportieve outfits. We hebben ons kapot gelachen; kwamen wij aan met onze sokken in onze slippers, en mijn knalroze (!!) joggingbroek… Hahaha als ik eraan denk moet ik weer lachen. Toen we aankwamen bij de ‘Deadvlei’, hebben we maar even doorgebeten en hebben we tóch onze warme kleding uitgetrokken en ingeruild voor onze korte dingetjes. Gelukkig warmde het vanaf toen al héél snel op en waren we blij dat wij niet zo bloedheet gekleed waren zoals de andere mensen bij de jeep. Het was een lange (en héle zware) tocht naar de top van de Deadvlei. Het werd maar warmer en warmer en we waren op een gegeven moment echt niet meer vooruit te branden in dat zware zand waar je constant enorm in wegzakt. Maar toen we eenmaal op de top waren.. waaauw… we waren super blij en totáál onder de indruk, want ik had echt nog nóóit zoiets moois gezien. Één en al woestijn, omgeven door een aantal van de hoogste oranje, rode en bruine duinen ter wereld, waarvan de hoogste 300 tot 400 meter hoog is. Écht prachtig, maar ik kan gewoon niet uitleggen hoe het eruit zag. Echt fotogeniek en ongelooflijk mooi!! Op een gegeven moment waren we met z’n tweetjes op de top en hoorden we niks of niemand, behalve de natuur. We zijn wel meer dan een uur blijven zitten op de top om te genieten van het uitzicht, en toen moesten we dan toch maar weer naar beneden. We besloten om niet dezelfde weg terug te nemen, maar gewoon rechtstreeks van de top naar beneden te rennen. We hadden er helemaal zin in, maar na een paar seconden schreeuwden we het al uit van de pijn, want het zand was natuurlijk zó super heet aan onze blote voeten! Was niet heel erg slim, maar alsnog wel super gaaf om naar beneden te rennen van zo’n grote hoogte. Ik heb er een paar zere voetjes aan over gehouden, maar als dat het ergste is, haha. De Sossusvlei was echt het állermooiste en meest bijzondere van onze reis in Namibië. Helemaal geweldig, echt een sprookje! Na de Sossusvlei werd ons nog aangeraden om naar de Sesriem Canyon te gaan. Wauw, een mooie zandstenen canyon van 1 kilometer lengte, uitgeslepen door het water uit de Tsauchab Rivier. De rivier stond droog dus we konden door de canyon heen wandelen. De canyon is 30 tot 40 meter diep, heel gaaf dat we dit ook nog hebben gezien. ’s Nachts hebben we nog een nachtje geslapen in ons mooie huisje midden in de woestijn en zijn ’s ochtends weer richting de hoofdstad Windhoek gereden. Leuk om de mensen waar we al mee waren opgetrokken weer te zien, dus het voelde een beetje als ‘thuis’ komen. De laatste daagjes in Windhoek zijn lekker relaxt. Even bijkomen van alle indrukken en lekker chillen in het zonnetje. Gisteravond zijn we uit geweest met een hele groep uit het hostel. Véél internationaliteiten bij elkaar, super leuk! De Namibische mannen hebben de Nederlanders, Duitsers, Engelsen, Finnen, en Spanjaarden de leukste uitgaansplekjes van Windhoek laten zien. Eerst gingen we naar een grote karaokebar, een super populaire plek in de stad. Dinsdagavond is dé stapavond waarop iedereen eerst tot een uurtje of twaalf naar de karaokebar gaat, en na twaalven richting een grote club gaat. In die volgorde hebben wij het ook gedaan en ik heb echt een topavond gehad. Het was één groot feest in de karaokebar met véél verschillende mensen bij elkaar. Ook de club was echt mooi en ze draaiden héérlijke Afrikaanse dansmuziek. Ik vind het echt super leuk om dan zo midden tussen de locals te zitten, want we waren weer bijna de enige blanken in de club. Twee meisjes vonden het helemaal leuk dat wij er waren en zaten de hele tijd aan mijn haren te voelen. We hebben hele gesprekken gevoerd over het verschil tussen hun rasta haren en mijn blonde haren, super grappig en leuk!! Echt een hele gezellige avond.
Nou, en morgen alweer het laatste echte dagje samen met Lotte… Vrijdagmiddag vertrek ik met de Intercape bus richting Kaapstad, en Lotte gaat nog verder reizen richting Johannesburg en Durban in Zuid-Afrika. We gaan morgen op ons laatste avondje samen nog lekker met z’n tweetjes uiteten. Gek dat we na zo’n lange tijd samen al bijna afscheid van elkaar moeten nemen…
Wow het was echt een fantastische vakantie!! Héél erg bedankt, lieve Lot! En gewoon meer dan 3000 km gereden samen, en zoooveel moois gezien!!
Maar oeps… dit was wel een héél lang verhaal! Ik zal dit weekend in Kaapstad mijn allerlaatste, afsluitende blog schrijven, zodat al mijn verhalen helemaal compleet zijn. Kan ik ze mooi bij elkaar bundelen en kan ik ze later nog zo vaak terug lezen als ik wil, om alle mooie herinneringen op te halen! Liefs, Dewi.
Create your own travel blog in one step
Share with friends and family to follow your journey
Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!