Wereldreis!

Nieuw Zeeland! Het land waar ik bij de gedachte alleen al kippenvel krijg, door geweldige herinneringen van zeven jaar geleden. We vliegen vanuit Sydney naar Auckland. Gelukkig een steady vlucht met mooie uitzichten. Op het moment van landen krijg ik een goed gevoel: Ik ben er weer! Erik heeft alle verhalen van mij al jaren moeten aanhoren en ik ben blij dat we dit keer samen het avontuur gaan beleven, zodat we het kunnen delen.
We starten met een paar nachten in Auckland, waar we druk op zoek gaan naar een van waarin we de komende tijd lekker kunnen gaan touren. We bekijken een paar auto’s en een paar vans. Er is redelijk wat keuze op een facebookpagina, maar niet iedereen reageert op onze aanvragen. Met een selfcontained voertuig kun je op meer plekken gratis of goedkoper kamperen in Nieuw Zeeland. Met een non-selfcontained kan je dat op sommige plekken ook. We besluiten Henk te kopen. Henk is een Toyota HiAce uit 1992 die het afgelopen jaar gediend heeft als huis en voertuig van een Nederlands koppel. Na vier dagen facebook afstruinen, bellen, niet teruggebeld worden, testritten maken en een paar nachten voor de laatste keer in een dormroom, kunnen we eindelijk lekker van start gaan. Om het te vieren eten we die avond nog even bij The Belgium Beergarden, waar een flesje La Chouffe maar NZ$15,- kost, wat omgerekend bijna €10,- is.
De volgende dag vertrekken we naar Whangarei, waar we lekker gratis kunnen kamperen op een parkeerplaats. Wel zonder toilet, dus ik snap niet waarom we hier mogen staan. Back tot he basics dan maar!
We banen onze weg door Bay of Islands en gaan naar Cape Reinga, wat het meest noordelijke punt is van Nieuw Zeeland en waar twee oceanen zichtbaar samenkomen. Het is een feest om hier rond te rijden door de heuvels en het stralende weer. Ontzettend blij zijn we met het radio die een aux-ingang heeft waardoor we van onze spotify-lijstjes kunnen genieten. De schelle piep die ons half doof maakt, kan ons lekker niet schelen, want wij zijn on the road!
Bij Cape Reinga slapen we letterlijk op het strand, in een kleine baai omringd door rotsen en bossen. We chillen in onze oncomfortabele strandstoeltjes onder het genot van wat biertjes. We zien hoe moedertje natuur het bijna wint van een automobilist die zijn boot op het strand probeert op te halen uit het water. Het getij komt en gaat hier vreselijk rap. ’s Avonds is automobilist nummer twee aan de beurt. Gelukkig voor de automobilisten dat ze in Nieuw Zeeland zijn, waar het aardigste volk ter wereld woont. Iedereen schiet te hulp waardoor beide automobilisten met flinke boten op een aanhanger gaat gewoon met hun eigen auto én hun eigen boot naar huis.
Na het lange weekend (een en al nationale feestdag hier) gaan we naar

kyrakatsman

5 chapters

Nieuw Zeeland

Noordereiland

Nieuw Zeeland! Het land waar ik bij de gedachte alleen al kippenvel krijg, door geweldige herinneringen van zeven jaar geleden. We vliegen vanuit Sydney naar Auckland. Gelukkig een steady vlucht met mooie uitzichten. Op het moment van landen krijg ik een goed gevoel: Ik ben er weer! Erik heeft alle verhalen van mij al jaren moeten aanhoren en ik ben blij dat we dit keer samen het avontuur gaan beleven, zodat we het kunnen delen.
We starten met een paar nachten in Auckland, waar we druk op zoek gaan naar een van waarin we de komende tijd lekker kunnen gaan touren. We bekijken een paar auto’s en een paar vans. Er is redelijk wat keuze op een facebookpagina, maar niet iedereen reageert op onze aanvragen. Met een selfcontained voertuig kun je op meer plekken gratis of goedkoper kamperen in Nieuw Zeeland. Met een non-selfcontained kan je dat op sommige plekken ook. We besluiten Henk te kopen. Henk is een Toyota HiAce uit 1992 die het afgelopen jaar gediend heeft als huis en voertuig van een Nederlands koppel. Na vier dagen facebook afstruinen, bellen, niet teruggebeld worden, testritten maken en een paar nachten voor de laatste keer in een dormroom, kunnen we eindelijk lekker van start gaan. Om het te vieren eten we die avond nog even bij The Belgium Beergarden, waar een flesje La Chouffe maar NZ$15,- kost, wat omgerekend bijna €10,- is.
De volgende dag vertrekken we naar Whangarei, waar we lekker gratis kunnen kamperen op een parkeerplaats. Wel zonder toilet, dus ik snap niet waarom we hier mogen staan. Back tot he basics dan maar!
We banen onze weg door Bay of Islands en gaan naar Cape Reinga, wat het meest noordelijke punt is van Nieuw Zeeland en waar twee oceanen zichtbaar samenkomen. Het is een feest om hier rond te rijden door de heuvels en het stralende weer. Ontzettend blij zijn we met het radio die een aux-ingang heeft waardoor we van onze spotify-lijstjes kunnen genieten. De schelle piep die ons half doof maakt, kan ons lekker niet schelen, want wij zijn on the road!
Bij Cape Reinga slapen we letterlijk op het strand, in een kleine baai omringd door rotsen en bossen. We chillen in onze oncomfortabele strandstoeltjes onder het genot van wat biertjes. We zien hoe moedertje natuur het bijna wint van een automobilist die zijn boot op het strand probeert op te halen uit het water. Het getij komt en gaat hier vreselijk rap. ’s Avonds is automobilist nummer twee aan de beurt. Gelukkig voor de automobilisten dat ze in Nieuw Zeeland zijn, waar het aardigste volk ter wereld woont. Iedereen schiet te hulp waardoor beide automobilisten met flinke boten op een aanhanger gaat gewoon met hun eigen auto én hun eigen boot naar huis.
Na het lange weekend (een en al nationale feestdag hier) gaan we naar

de garage in Paihia, omdat Henkie niet door de keuring kwam. Goed begin! Gelukkig valt de schade mee en halen we hem dezelfde dag nog op.
We gaan met de vehicleferry naar Russel: een pittoresk dorpje dat op een schiereiland ligt. Een heerlijke sfeer als uit een film. Steigertje, blauw water, veranda’s, het is prachtig! We lunchen wederom aan het water in een gezellige baai. Na een korte wandeling is er een mooi uitzicht en tegelijkertijd inzicht waarom het Bay of Islands heet. Betoverend mooi bij avondval. Overal zijn verborgen plekjes, die je van tevoren moet hebben opgezocht, hebben gehoord of er bij toeval terechtkomt. Via de app, campermate, komen we die avond op een camping die echt in the middle of nowhere ligt. Je kunt hier alleen komen door een joekel van een gravelroad te trotseren, wat normaal schijnt te zijn in dit toffe land. Het is een heftig ritje, maar dat is het meer dan waard om het echte kampeergevoel te krijgen.
Erik koopt nog een All Blacks thuisjersey, waar hij als een kind zo blij mee is. De verkoopster roept ons nog na: “Enjoy all the benefits of wearing your All Blacks jersey!”. Een paar minuten geleden vertelde ze aan Erik dat vrouwen niet van mannen met zo’n shirt kunnen afblijven. Ze werd er een beetje zenuwachtig van.
Omdat we een stel kennen dat hier in de buurt getrouwd is, besluiten we om die plek op te zoeken. Even was ik vergeten hoeveel bochten de wegen hier bevatten… Man, je komt niet zomaar ergens! Uiteindelijk arriveren we in Matapouri, nadat we onderweg al een paar pareltjes van stranden zijn tegengekomen. Het is hier heerlijk niet-toeristisch, wat ons een extra vrij gevoel geeft. Dat klinkt misschien een beetje raar, maar soms weet je van tevoren niet op welke plekken het druk is met toeristen en waar niet. Lonely Planet is een super handige reisgids (mijn reisbijbel) die ervoor zorgt dat we gave plekken zien, maar tegelijkertijd ook erg veel reclame maakt voor die plekken waardoor het er druk wordt. De meest begaanbare plekken zijn vooral gewild onder de ‘selfiesticks’. Dus hoe meer moeite je ergens voor moet doen, hoe groter de kans is dat je de ervaring alleen met elkaar hoeft te delen.
Ook kunnen we nog een gratis kamperen, alweer aan het strand, op een plek die niet op campermate staat: gelukkie!

Na weer een paar onmogelijke gravelroads en roadworks komen we aan bij The Abby Caves. Drie limestone en glowworm grotten die je op eigen houtje mag bezoeken. Het enige wat je nodig hebt is een hoofdlampje, stevige schoenen en een helm. Die helm is vast niet zo belangrijk, onze telefoon heeft ook een zaklamp en onze wandelschoenen zijn behoorlijk stevig. Dus, let’s go! In de eerste grot hebben we nog een beetje de kriebels, heel ver zijn we niet naar binnen gegaan. De tweede grot was iets minder steil, waardoor we wel probeerden zo ver mogelijk naar binnen te gaan. De spanning was duidelijk aanwezig, want geen van beiden zei er iets over en we werden er een beetje melig van. Maar hoe tof was het om met zijn tweeën in een pikdonkere, stille, koude grot het licht uit te doen en om je heen een heleboel glowworms te zien. Een soort sterrenhemel, maar dan met blauw/groene lichtpuntjes. De sterrenhemels hier zijn bizar trouwens. Helemaal trots op onszelf en blij met wat we net hebben gezien en meegemaakt huppelen we bijna verder door de wei met keihoge rotsblokken en een hele hoop koeien. Lekker laten loeien, kan ons niet boeien. De laatste grot is niet zo begaanbaar, wat ons ook niet kan boeien, omdat we al gezien hebben waarvoor we zijn gekomen. Supergelukkig lopen we terug naar Henk.

Wanneer we even op internet willen, moeten we heláás naar de McDonalds, want daar is gratis wifi. En als we er dan toch zijn, delen we samen een McAttack.

We kamperen weer gratis op één van de mooiste plekken aan een rivier naast een bos. Dit gevoel krijg je nooit op een betaalde camping: ge-wel-dig! De volgende dag gaan we uitgerust met een cavetour mee. Spannend! We starten met abseilen de grot in. Daarna strompelen we door het stromende water, een tube met ons meeslepend. Wanneer we op een eilandje moeten gaan zitten en onze hoofdlampjes uit moeten doen, slaat ons ze gids keihard met zijn tube op het water. We schrikken ons wild, maar snappen direct waarom hij dit doet. De glowworms kruipen verder uit de rotsen, waardoor er miljoenen blauwe lichtpuntjes tevoorschijn komen. Niet-nor-maal. Daarna tuben we de door het stromende water naar de achterkant van de grot. Daar mág je jezelf door kleine ruimtes wurmen. Een paar keer lukt het goed en één keertje niet. #paniek! Natuurlijk komen we weer heelhuids de grot uit, na een stukje rotsklimmen uiteraard.

Omdat het weer de komende dagen slechter zal worden in het Tongariro Nationaal Park, besluiten we direct die kant op te gaan, zodat we morgen Tongariro Crossing kunnen doen! Deze hike heb ik al een keer eerder gedaan met wat slechter weer, waardoor het me nu leuker lijkt om eens een kijkje te nemen met stralend weer. Wat hebben wij een geluk tot nu toe met al die zonuren, heerlijk.
Erik wandelt vrolijk The Devil’s Staircase op en ziet mij hijgend, zwetend en op een slakkentempo voorbijkomen. Gelukkig ben ik niet de enige die het taai heeft op deze berg en heb ik wat slakmaten gemaakt. We lopen elkaar om de beurt voorbij en proberen er maar grapjes over te maken. Ik wist dat het een zware tocht zou worden, maar ook dat het elke stap waard zou zijn. Het lopen over een rokende, rode kraterrug met het uitzicht op Mount Doom is fenomenaal! De steile afdaling, of uitglijding, naar The Emerald Lakes is soms tricky, wat het ook stoer maakt. Vrolijk dabberen we verder langs nog wat meren en dan… komt er geen einde aan, want al wat nog rest is een saaie afdaling van twee uur naar de parkeerplaats. We doen er uiteindelijk zeven uur over. Erik zou dit met gemak in vijf uur tijd kunnen doen.

En dan… is het zo ver… Ik ga naar Hobbiton! Dit is denk ik de enige toeristische attractie die ik vrijwillig en met veel plezier bezoek. Ik vind het geweldig om te staan waar Gandalf the Shire komt binnenrijden en Frodo ontmoet en te kijken in het huis waar Bilbo Baggings woont. Ik voel me als een kind zo blij op deze plek, want alles is in het echt precies zoals in de film. Dus het is waar! Met mijn medehobbits drinken we aan het einde van de tour wat bier in The Green Dragon. Cheers, big ears! Het enige wat vervelend is aan deze tour, zijn de selfiestickpersonen die de tour een beetje ophouden en ik allerlei quotes mis. Ik Ik Ik, inderdaad, want Erik slaat even over. Muggle. O nee, dat is weer wat anders. Wat een topdag! En door…

… Naar Rotorua! Ook wel bekend als RottenRua (stinkytown), door alle zwavelluchten ruikt het hier niet zo lekker. We ontvluchten deze stinklucht door een toffe middag in The Redwoods te gaan mountainbiken. Ik ben nog steeds een grote miet en Erik is niet meer te stoppen. De track is geweldig mooi en goed onderhouden. Ook maken we nog een super mooie wandeling langs een rivier waarbij we ‘dansend zand’ en een verwaterbron met het meest helderblauwe water tegenkomen.

Wat wel grappig is, dat ze in de supermarkt twijfelen of ik we 25+ ben, want ze geven niet zomaar alcohol mee. Soms, als ik mijn paspoort vergeet mee te nemen, krijg ik het dan ook écht met geen mogelijkheid mee. Best een leuk compliment, maar ook ouderwets lastig.

De laatste stinkstop die we hebben is Wai-O-Tapu, Geothermal wonderland. Leuk en aardig, zo’n geiser en een groen duivelsbad, maar die selfiesticks nemen een hoop magie weg. Erik en ik rausen door deze attractie om vervolgens gillend weg te scheuren in Henk. Onze kampeerplek voor die avond maakt alles weer goed. Een hele mooie tocht en steile berg op met uitzicht op zee brengt ons op een ranch waar we ’s avonds onder die bizarre sterrenhemel lekker vuur maken met een Duits stelletje. Onbetaalbaar.

De volgende ochtend rijden we naar Wellington, waar we bij de haven op een parkeerplaats mogen overnachten. In het Te Papa museum raken we erg onder de indruk van het Gallopi gedeelte. Dit gedeelte is verdeeld in verschillende ruimten waarin immens grote, levensechte poppen ( dit woord doet deze verschijningen geen eer aan) het oorlogsverhaal uit hun perspectief vertellen. Deze poppen zien er zó echt uit: elk haartje, elke rimpel, elke zweetdruppel, het bloed, het is beangstigend realistisch wat ervoor zorgt dat hun verhaal hard binnenkomt. Peter Jackson is de oprichter van dit stuk, zoals hij op meerdere plekken in Nieuw Zeeland heeft gedaan met andere oorlogsmonumenten, voertuigenmusea en natuurlijk Hobbiton. Hij is de maker van The Lord of the Rings filmtrilogie.

Een vriend van vrienden die we ontmoet hebben in Colombia die nu zelf in Canada zijn, leidt ons rond in Wellington. Hij is oorspronkelijk van Nederlandse afkomst, maar spreekt nu beter Engels dan Nederlands. Wel praat hij steeds over: my oma. In zijn elektrische Audi, die hij met drie anderen deelt, rijden we naar de leukste niet-toeristische plekken en uitzichtpunten van Wellington. We eten de lekkerste Fish ’n Chips ever. ’s Avonds gaan we wat barretjes langs en eindigen in een Amerikaanse tent waarin je een rieten hoed krijgt, waarop Dakota staat. Alle vrijgezellenfeestjes komen hierheen en dit is de plek waar weer eens lekker gezongen kan worden.

Wanneer we de volgende morgen wakker worden op de parkeerplaats, merken we dat de markt al begonnen is. Met onze pyjamalook rennen we over de brug naar het gebouw aan de overkant om snel te gaan plassen. Daarna struinen we even over de markt en laten we ons budgetontbijt even voor wat het is, want het eten hier ruikt echt veel te lekker. Een Marokkaanse burrito en een chimney cake later, genieten we even van een straatmuzikant die absoluut de show steelt.

Gelukkig zijn we niet zo brak dat we op de boot groen aanlopen, want vandaag maken we de oversteek naar het Zuidereiland! De kriebels spelen nu echt op, want we gaan naar mijn tweede thuis naar mijn surrogaatouders in Blenheim!

Share your travel adventures like this!

Create your own travel blog in one step

Share with friends and family to follow your journey

Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2025 Travel Diaries. All rights reserved.