Bali: een onverwachts avontuur

Hanoi, 05.11.2017

Waar ik in mijn vorige verhaal nog schreef dat Suus en ik met zijn tweeën naar Bali zouden gaan, moet ik nu helaas wat anders vertellen. Ik ging alleen, en wel om de volgende reden.
Op donderdagavond wilden we online inchecken, uiteraard hebben we daarvoor de paspoortnummers nodig want die komen op je vliegticket te staan. En dat was het moment waarop we erachter kwamen dat Suus haar paspoort nergens te bekennen was. We hebben met zijn vieren werkelijk alles in de kamer overhoop gehaald, terwijl het hele huis al lag te slapen. Nergens een paspoort. Maar wat doe je dan? Ik heb het alarmnummer van onze verzekering gebeld die wist te melden dat je naar het noodnummer van Buitenlandse Zaken moest bellen. Deze hadden dan weer de informatie dat je een mail moet sturen naar de Nederlandse ambassade in Hanoi, zodat ze de ochtend erna direct actie konden ondernemen om op die manier nog proberen te zorgen dat Suus met een soort nooddocument kon vliegen. Een paar uur later, na alles gedaan te hebben wat we konden hebben we toch maar met moeite ons bed opgezocht.
Vrijdagochtend is Suus heel vroeg met Anne naar de ambassade vertrokken om te kijken wat ze konden doen en de mensen daar achter de broek aan te zitten. Ik bleef thuis zodat, mocht het zo zijn dat ze op tijd een document had, ik met mijn eigen én haar koffer naar het vliegveld kon en Suus niet nog een omweg hoefde te maken langs het huis. Helaas was ze om 11 uur alweer terug met het vervelende nieuws dat ze hoe dan ook niet die middag kon vliegen. Er moest aangifte gedaan worden, papieren ingevuld worden en een nieuw paspoort was nodig. Een nooddocument kon in dit geval niet: daar zou ze het land wel mee uit kunnen, maar niet meer in. En daar zit precies het probleem. We zouden namelijk naar Bali om op de terugweg een nieuw visum te kunnen krijgen, zodat we onze stage in Vietnam op een legale manier kunnen afmaken. Dus het land in was noodzakelijk.
Ik had hierin geen andere keus: mijn visum verliep ook en aangezien ik niet degene met het probleem was en mijn visum-aanbevelingsbrief gebaseerd was op de geboekte vlucht moest ik wel naar Bali. In mijn eentje. Hopend dat alles heel snel geregeld kon worden en Suus hopelijk halverwege de week kon aansluiten. Afscheid nemen was ontzettend moeilijk: het moment dat ik de taxi in zou gaan zijn we elkaar huilend in de armen gevlogen, wat een ellendig gevoel was het om Suus in deze staat achter te laten in het huis. Suus zat er helemaal doorheen en elk sprankje hoop was vervlogen. Gelukkig waren er nog zes andere meiden in het huis waarvan ik wist dat ze haar zouden opvangen en steunen en hoewel dat een kleine geruststelling was, was het niet fijn om d’r achter te laten.
Mijn reis verliep prima totdat ik in Kuala Lumpur aankwam voor mijn overstap. In een gauwe blik op de actuele vertrektijden van de vluchten ving ik al op dat mijn tweede vlucht vertraagd was. Ik moest echter door de security dus eenmaal in de grote vertrekhal aangekomen heb ik dat wat beter bekeken. Ik had ernstig de hoop dat ik dit verkeerd gezien of geïnterpreteerd had, maar niets was minder waar: mijn vlucht had maar liefst 6 uur vertraging. Dit betekende dat ik de nacht op het vliegveld ging doorbrengen. In mijn

eentje. Alles deze dag leek tegen te zitten en huilen was dan ook het enige wat ik nog kon. De zes uur heb ik uiteindelijk gevuld met eten, skypen, serie kijken, mezelf eindeloos proberen wakker te houden, nog meer skypen en uiteindelijk ben ik naar de gate gegaan waar ik een half uurtje ingedommeld ben. Om 04.00 uur mocht ik eindelijk het vliegtuig in, op weg naar Bali.
Om 07.00 uur ’s morgens landden we na een vlucht met aardig wat turbulentie op Ngura Rai, het internationale vliegveld van Bali. Ik had met Silke, de vriendin van Suus die we zouden opzoeken, afgesproken om in elkaar in Canggu te zien. Na een taxiritje van driekwartier was ik dan eindelijk waar ik zijn moest. Aangezien ik een uurtje heb geslapen die hele nacht hebben we vrij weinig gedaan: een hostel gezocht en genoten van het strand, de zee en het mooie weer. De golven waren enorm, heerlijk. Na een lange nacht slapen besloten we nog een dagje in Canggu te blijven om nog lekker wat uit te rusten en het rustig aan te doen. Daarna zijn we samen naar Uluwatu gereden, op de scooter. Zo’n 30 kilometer door het verkeer van Bali, waar ze overigens aan de linkerkant van de weg rijden. Dat was even wennen, maar zolang je alert blijft en doet wat de rest doet (beetje brutaal zijn in het verkeer dus) gaat het eigenlijk prima. Uluwatu staat bekend om zijn prachtige strandjes. Samen met Silke

heb ik dan ook een dagje strandhoppen gedaan, het ene strandje was nog mooier dan het andere. De kust bestaat hier voor een groot deel uit rots kliffen wat prachtige uitzichten geeft in combinatie met het helder blauwe water. Omdat Silke al eerder langere tijd in Bali was geweest, had zij al een hoop gezien wat ik natuurlijk zelf ook wel graag wilde zien. Vanaf dinsdag heb ik dan ook alleen gereisd, best even spannend maar ik vond het heerlijk en mezelf stiekem ook heel stoer. Ik heb al jaren de wens om een keer te ervaren hoe het is om alleen te reizen en ondanks dat de reden erachter in dit geval nog steeds jammer blijven, was dit ook wel een mooie kans om dat een keer te ervaren. Dinsdag ben ik naar een tempel geweest die gebouwd was op een rots klif, het was een Hindoeïstische tempel dus heel anders dan wat ik in Vietnam gezien had. De uitzichten waren prachtig en ik had er ook een interessante ontmoeting met een aap. Terwijl ik namelijk op mijn dooie gemakje een foto stond te maken, had een aap wel interesse in mijn tenen. Opeens voelde ik iets bij mijn voet en met dat ik keek had de aap mijn tenen vast en zijn kop ging al richting mijn voet. Of ze nou zo lekker naar banaan ruiken of er iets anders aantrekkelijks aan was, ik weet het niet.. In elk geval schrok ik en heb het op een sprinten gezet. De aap gaf het na een meter of 10 gelukkig op en ik kon even bekomen van deze

happening.
Woensdag ben ik naar Ubud gereden op m’n scooter, een rit van 50 kilometer. Ik was op tijd vertrokken zodat ik ’s middags nog naar de Ubud Market kon, een marktje dat elke dag allerlei souvenirs verkoopt. Mijn afding-skills heb ik er even goed in praktijk kunnen brengen. Altijd fijn om te genieten van een souvenir waarvoor je maar weinig betaald hebt, te danken aan je eigen standvastigheid. Heerlijk. Daarna ben ik naar de Monkey Forest gegaan. Een soort park in de stad waar apen rondlopen en een tempel staat. De apen waren uiterst vermakelijk, er waren veel baby-apen en ik heb me fijn uitgeleefd met mijn camera.
Mijn tweede dag in Ubud ben ik naar de meest heilige tempel in Bali geweest. Het heet de Tirta Empul, letterlijk vertaald ‘de tempel van het heilige water’. De Balinese bevolking gaat er minimaal één keer per jaar heen om zich te wassen in het heilige water, waar helende en magische krachten aan toegeschreven zijn. Het was heel bijzonder om dit te zien. Een gevoel van geluk en trots viel over me heen en ik heb ontzettend genoten om daar te mogen rondlopen.
De Gunung Kawi ligt ongeveer anderhalve kilometer bij deze tempel vandaan dus daar heb ik ook een stop gemaakt. Deze tempel is uitgehakt uit rotsen en is één van de oudste tempelcomplexen van Bali. De ligging is heel bijzonder: tussen de rijstvelden en het regenwoud in een vallei aan de rivier. Heel veel groen om je heen dus en ontzettend afgelegen.
Op vrijdag ben ik terug naar Canggu gereden, waar ik samen met

Silke nog heb gegeten ’s avonds voordat zij naar Australië zou vliegen. Het eten is overigens één van de dingen waar ik ontzettend van heb genoten. Het is heel gezond, lekker westers (oh wat heb ik dat gemist..) met veel groenten en fruit en eindelijk weer eens iets dat níét gefrituurd was of rijst bevatte. Zaterdag heb ik gespendeerd op het strand en op zondag vloog ik ’s avonds terug naar Hanoi. Voordat ik weg moest had ik nog een dagje om te genieten op Bali, dus ik ben naar de Tanah Lot tempel gegaan. Een tempel die op een rots in de zee ligt, die je alleen kunt bereiken als het eb is. Dat geluk had ik en ik ben dus een kijkje gaan nemen. Voordat je echter de tempel in mag, moet je je wassen met de zoetwaterbron waar heilig water uit komt. Vervolgens word je gezegend met een soort olie (leek het) en krijg je een stip van rijst op je voorhoofd en een bloem van de Hindoeïstische monniken achter je oor. Dat was wel echt een bijzonder momentje.
Al met al heb ik een hele fijne week gehad, de eerste dagen waren

even lastig maar het is nu eenmaal zoals het is en als ik er toch ben, kan ik maar beter genieten. Dat is gelukkig ook absoluut gelukt!
De terugvlucht had zowaar weer eens twee uur vertraging maar verder was het prima. De nacht bracht ik alweer door op Kuala Lumpur (ik ken dat vliegveld nu dus op m’n duimpje). Maar omdat ik hierop ingesteld was, was het een stukkie minder erg. Om 08.00 uur landde ik in Hanoi en mijn visum was werkelijk binnen 10 minuten geregeld, wat overigens echt supersnel is voor Vietnamese begrippen. De bus bracht me terug naar ons huis en eenmaal thuis was het heel fijn om Suus weer te zien. M’n tassen laten vallen en Suus knuffelen was dan ook het eerste wat ik deed toen ik twee stappen in het huis had gezet.
Wat betreft het paspoort van Suus: afgelopen dinsdag heeft ze haar nieuwe paspoort kunnen ophalen bij de ambassade, maar toen kwam probleem twee waar ik eerlijk gezegd al een beetje bang voor was. Het oude visum in haar oude paspoort was al verlopen en in het nieuwe paspoort zit natuurlijk niet direct een nieuw visum. Maar zonder visum mag je het land niet uit. Dus moest er eerst een visum geregeld worden om het land uit te vliegen en daarna moet ze alsnog een vliegticket gaan boeken om het land uit- en weer in te vliegen zodat ze een geldig visum heeft voor de komende drie

dagen. Ik verwacht dat ze volgende week ergens een weekje naar Thailand gaat, bijkomen en genieten van lekker weer om vervolgens terug te komen met een nieuw visum voor de komende drie maanden zodat we dit hoofdstuk af kunnen sluiten en achter ons laten.

Get started right away!

What are you waiting for? Capture your adventures in a digital diary that you can share with friends and family. You can switch between any of your devices anytime. Get started in our online web application.