Zondagavond 9 oktober kwam ik aan in Hanoi, Vietnam. Op het vliegveld had ik twee meisjes aangesproken. Ik vroeg me af of zij meer wisten over hoe ik het beste vanuit het vliegveld naar het centrum kon komen. We besloten samen een taxi te nemen. Mijn eerste contact met Vietnamezen was door de slechtgehumeurde taxichauffeur niet bepaald positief.
Nadat hij me had afgezet bij een waarschijnlijke zijstraat van het guesthouse waar ik zou verblijven, begon mijn zoektocht in het donker. Want zo gemakkelijk was het dus niet te vinden. Ik was ontzettend moe, mijn mobiel was leeg en mijn bagage lijkt met de dag zwaarder te worden. Zo liep ik in mijn eentje door de donkere zijstraten van een wijk die voor het centrum van Hanoi lag. Uitgeput vroeg ik aan mensen op straat of zij wisten waar de straat was die ik zocht. Ook in dit land leek niemand Engels te spreken.
Ik heb gezocht en rondgevraagd tot huilen aan toe. Toen bleek dat huilen de mensen vriendelijker en behulpzamer maakte en uiteindelijk heeft dat me geholpen.
Een jongen bracht me achterop zijn scooter naar de straat. Toen ik aanbelde aan het adres wist het meisje dat opendeed niet waar ik het over had, ze kende het guesthouse niet. Ze zag dat ik van slag was en wilde me een zakdoekje brengen. Dit meisje heeft me samen met haar moeder geholpen door op internet het telefoonnummer te zoeken en te bellen naar het guesthouse.
En inderdaad, ik zat goed. Alleen was het een zijstraatje in, dan naar links, rechts, links, iets verder en dan aan de linker kant. Natuurlijk, had ik kunnen weten.
De vrouwen in Hanoi keken me over het algemeen afkeurend aan, de oudere mannen ook, de jongens glimlachten vaak of kijken me met grote ogen aan. Ik voelde me net een wandelend monument.
Ik ben normaal iemand die glimlacht naar de mensen die ik passeer. Hier was me de moed een beetje in de schoenen gezakt, ik kreeg zelden een lach terug. Ik heb al snel en mogelijk ook dikwijls onterecht hoop ik, het gevoel dat mensen achter mijn rug om over me praten, pure onzekerheid natuurlijk. Maar ik heb nog nooit meegemaakt dat (althans dat lijkt er wel verdacht veel op) er zoveel mensen over me praten. Vanuit mijn guesthouse moest ik 2-4 kilometer lopen naar het centrum. Ik vind het heerlijk om te lopen, maar iets buiten het centrum zijn relatief gezien natuurlijk ook wat minder westerlingen. En al helemaal van die blonde reuzen, zoals ik er voor hen uitzie. Ik was gewoonweg blij een Westerling te zien, die
Eline Vink
4 chapters
16 Apr 2020
Vietnam
Zondagavond 9 oktober kwam ik aan in Hanoi, Vietnam. Op het vliegveld had ik twee meisjes aangesproken. Ik vroeg me af of zij meer wisten over hoe ik het beste vanuit het vliegveld naar het centrum kon komen. We besloten samen een taxi te nemen. Mijn eerste contact met Vietnamezen was door de slechtgehumeurde taxichauffeur niet bepaald positief.
Nadat hij me had afgezet bij een waarschijnlijke zijstraat van het guesthouse waar ik zou verblijven, begon mijn zoektocht in het donker. Want zo gemakkelijk was het dus niet te vinden. Ik was ontzettend moe, mijn mobiel was leeg en mijn bagage lijkt met de dag zwaarder te worden. Zo liep ik in mijn eentje door de donkere zijstraten van een wijk die voor het centrum van Hanoi lag. Uitgeput vroeg ik aan mensen op straat of zij wisten waar de straat was die ik zocht. Ook in dit land leek niemand Engels te spreken.
Ik heb gezocht en rondgevraagd tot huilen aan toe. Toen bleek dat huilen de mensen vriendelijker en behulpzamer maakte en uiteindelijk heeft dat me geholpen.
Een jongen bracht me achterop zijn scooter naar de straat. Toen ik aanbelde aan het adres wist het meisje dat opendeed niet waar ik het over had, ze kende het guesthouse niet. Ze zag dat ik van slag was en wilde me een zakdoekje brengen. Dit meisje heeft me samen met haar moeder geholpen door op internet het telefoonnummer te zoeken en te bellen naar het guesthouse.
En inderdaad, ik zat goed. Alleen was het een zijstraatje in, dan naar links, rechts, links, iets verder en dan aan de linker kant. Natuurlijk, had ik kunnen weten.
De vrouwen in Hanoi keken me over het algemeen afkeurend aan, de oudere mannen ook, de jongens glimlachten vaak of kijken me met grote ogen aan. Ik voelde me net een wandelend monument.
Ik ben normaal iemand die glimlacht naar de mensen die ik passeer. Hier was me de moed een beetje in de schoenen gezakt, ik kreeg zelden een lach terug. Ik heb al snel en mogelijk ook dikwijls onterecht hoop ik, het gevoel dat mensen achter mijn rug om over me praten, pure onzekerheid natuurlijk. Maar ik heb nog nooit meegemaakt dat (althans dat lijkt er wel verdacht veel op) er zoveel mensen over me praten. Vanuit mijn guesthouse moest ik 2-4 kilometer lopen naar het centrum. Ik vind het heerlijk om te lopen, maar iets buiten het centrum zijn relatief gezien natuurlijk ook wat minder westerlingen. En al helemaal van die blonde reuzen, zoals ik er voor hen uitzie. Ik was gewoonweg blij een Westerling te zien, die
lachen meestal wel terug. Dat is niet hoe ik ben, normaal omarm ik andere culturen net.
Wat wel grappig was, is dat er vrouwtjes waren die met me op de foto wilden en een politieagente begon me spontaan te knuffelen. Iedereen houd wel van wat positieve aandacht, maar hier is het niet altijd duidelijk of het positief of negatief is, van mij mogen ze in ieder geval ook gerust naar iedereen anders dan mij kijken. Ik vraag me af of er mensen zijn die denken dat ik Amerikaans ben, wegens die afkeurende blikken. Ik heb gehoord dat mensen in Vietnam kunnen uit flippen als iemand Engels praat in verband met de Amerikaanse oorlog. Aangezien veel Westerlingen het verschil niet zien tussen een Aziaat uit het ene land en een Aziaat uit een ander land kan ik me voorstellen dat 'blanken' voor hen ook allemaal ook op elkaar lijken.
Ik bedoel, mensen in Nederland krijgen ook regelmatig te horen dat ze boos kijken terwijl het hun serieuze blik is en ze er zich niet eens bewust van waren. Als ik ergens van geniet, zoals een massage, betrap ik mezelf er ook wel eens op dat ik boos kijk.
En welk meisje heeft er nou nog nooit gehoord als ze op stap is: 'Wat kijk je boos?' Naar mijn mening is het overigens gewoonweg een verschrikkelijk slechte openingszin.
Hoe dan ook, ik kwam er de tweede dag in Hanoi achter dat de mensen hier misschien wat meer tijd nodig hebben je vertrouwen te winnen. Als ik 1 seconde glimlachte kreeg ik geen lach terug, in het begin trok mijn glimlach al snel weg. Later probeerde ik het zo'n 3 seconde en dat gaf het verrassende resultaat dat ik toch een glimlach terug kreeg. Zo concludeerde ik dat de mensen hier niet zo onvriendelijk waren als ik in eerste instantie dacht.
De tweede dag in Hanoi was ik dan ook een stuk positiever en lachte uiteindelijk naar iedereen. Die avond zei de ober van het tentje waar ik had gegeten vol bewondering: 'You are beautiful, you are very beautiful'. Nou zo'n complimentjes zijn natuurlijk altijd leuk om te horen. Als ik blauwe ogen had gehad was ik helemaal de bomb geweest.
Kinderen zijn overigens de liefste wezens, ook in Cambodja en in het speciaal in Laos. Zij behandelen me niet als een aliën, maar als een mens en ze zwaaien regelmatig vrolijk naar me en geven me hun liefste lachjes. Mijn studiekeuze is zeker de goeie geweest!
Mijn eerste dagen in Hanoi heb ik doorgebracht met Alejandra (Colombia) en Sara (Brazilië). Samen hebben we (ik deels op blote voeten, mijn voeten waren weer eens kapot) de stad verkend.
Na een paar dagen Hanoi vertrok ik met deze meisjes en Yazz uit Mexico (haar had ik ontmoet in Vang Vieng, haar voet werd door de bliksem geraakt, sindsdien zijn we thunderbuddys) naar een boottocht in Ha Long Bay met overnachting.
Het was er prachtig! We zijn gaan kajakken en naar een parelmuseum geweest.
In de avond op de boot kregen we een uur gratis bier en hebben we gedanst.
Ik vond het mooi om te zien hoe iedereen zo anders danste. Er was een grote variëteit aan culturen aanwezig en iedereen had zo zijn
eigen moves.
Een jongen uit Israël had elektrische muziek uit zijn land opgezet en twee Israëlische meisjes sprongen er op los. Het moet vermoeiend zijn uit te gaan in Israël als je een hele avond zo bent aan het dansen bent. Het leek op een holbewoners dans, zag er geinig uit.
Nadat we terugkwamen uit Halong Bay zijn we in de avond naar Sapa vertrokken om een trekking te doen.
Sapa ligt in het Noorden van Vietnam, dichtbij de Chinese grens.
We kwamen vroeg in de ochtend aan en begonnen na een ontbijtje al snel aan onze tocht door de bergen. Het was er prachtig!
Tijdens de wandeling liepen er enkele vrouwtjes mee in traditionele klederdracht. Het zag er prachtig uit, zo kleurrijk.
Helaas was alles gericht op het toerisme. De vrouwtjes probeerden me te helpen bij de modderige, gladde stukjes door mijn hand te pakken. Aangezien zij de helft van mij waren voelde ik me alleen
maar onstabieler als zij mijn hand probeerden te pakken. Dus telkens weer gaf ik aan dat ik het alleen kon, maar daar trokken ze zich weinig van aan. Al snel bleek waarom, ze wilden spulletjes verkopen en dan moest je dus extra veel geven omdat zij jou hadden 'geholpen'.
Beetje jammer was dit, het was namelijk zo'n mooie tocht.
We overnachten bij een home stay bij de locals. Toch was dit ook erg georganiseerd voor de toeristen en niet bepaald back to basic. Het eten werd gemaakt, er was een warme douche en een prima slaapplek.
Al snel na aankomst zijn de drie meiden, twee jongens uit Chili en ik naar een riviertje gegaan. Het was heerlijk even in het water te gaan na zo'n tocht.
Na het eten kregen we 'happy water', wat gewoonweg wodka was. Die shotjes luste ik wel!
De dag erna liepen we weer een mooie tocht. De Zuid-Amerikanen vonden het allemaal een beetje tegenvallen. Maar ik vond het prachtig, vooral die bergen. Maar goed, zij hebben bergen in hun landen en Nederland is toch wel behoorlijk plat.
Die avond hadden we de nachtbus terug naar Hanoi, waar ik een horrorfilm heb gekeken.
De ochtend erna kwamen we rond 04:00 uur aan, waardoor we nog niet bij een hostel terecht konden. Na een aantal uren Spaans om me heen te hebben gehoord had ik een fijn hostel gevonden waar ook de jongens uit Chili verbleven.
Die avond naar een Vietnamees festival gegaan dat draaide om de Vietnamese kledingdracht en dan met name de jurken.
Was wel geinig om mee te hebben gemaakt, maar het stelde eigenlijk niet veel voor en er werd veel verteld in het Vietnamees wat mij eigenlijk weinig zei.
De volgende dagen nog wat bezienswaardigheden in Hanoi afgegaan en uiteindelijk dinsdagavond samen met mijn nieuwe reisgenoot Alejandro uit Chili in de nachtbus naar Hoi An vertrokken.
Hoi An is een prachtig kustplaatsje. Als de avond valt worden er overal kleurrijke lampionnen aangestoken.
We hebben in de dagen dat we er waren een dag een scooter gehuurd waarmee we naar een mooi strand zijn gegaan, een tempel en een reusachtig Boeddha beeld.
De andere dagen hebben we een fiets gehuurd en zijn we naar een ander strand gegaan. De golven waren lekker hoog, dus ik heb genoten.
Vanuit Hoi An zijn we doorgereisd naar Dalat. Ik had gelezen dat je hier kon canyoningen en dat wilde ik altijd al eens doen. Tijdens deze
busreis heb ik echt gedacht dat ik het niet zou overleven. De bus racete door bochten en bergen en remde vaak heel hard, toeterde steeds en ik werd alle kanten op gegooid. Het rijgedrag is hier anders, maar dit sloeg alles. De busreis was dus bagger. Om 04:00 uur kwamen we aan bij een kustplaats en we zouden moeten wachten tot 07:00 uur om dan verder te gaan met een andere bus. Een groepje mensen uit Engeland en Canada hadden hier de geweldige oplossing voor om sterke drank en fris te kopen en zich te gaan bezatten. Alejandro en ik hadden het plan dan maar een film op zijn laptop te kijken. Echter vielen mijn ogen na een paar minuten al dicht, aangezien ik die nacht dus nauwelijks geslapen had. We besloten om met onze tassen op het strand te gaan slapen en dat beviel erg goed, ik viel direct in slaap.
Het laatste deel van onze reis naar Dalat brachten we door in een bus die door prachtige bergen ging met een stel dronken mensen erin.
De volgende dag had ik mijn canyoning tour, helaas kon Alejandro niet mee, die had in Hoi An te veel zeewater gedronken en voelde zich ziek.
Ik vormde een groepje met vier Israëliërs en verstond er natuurlijk geen ruk van.
Al snel nadat de tour begon zijn we gaan abseilen, wat voor mij de
eerste keer was. Het was niet spannend, maar ik vond het toch echt gaaf! In totaal zijn we 3 keer gaan abseilen, waarvan 1 keer door een waterval heen. Bij deze laatste keer moest je je laten vallen en meesleuren door het water. Die was wel wat spannender...
Ook ben ik van een rots van 11 meter hoog gesprongen. De 11 meter schrokken mij nog niet erg af, maar het feit dat je moest springen omdat je anders op een stuk van de rots terecht kwam vond ik wel wat spannender. Gelukkig hou ik van spanning en kan ik nu met trots zeggen dat ik het toch weer heb gedaan.
Na Dalat vervolgden we onze reis naar Ho Chi Minhstad, oftewel Saigon.
Deze stad was een groot verschil met Hanoi of de andere steden in Vietnam.
Het was naar mijn mening erg Westers.
De dag nadat we aankwamen zijn we de Cu Chi Tunnels gegaan en die was met de scooter niet makkelijk te vinden, althans mijn navigatie mapsme wees ons niet goed...
Maar op de scooter touren (vooral als ik achterop zit) vind ik heerlijk, dus ik had er geen probleem mee.
Voordat we de tunnels gingen bewonderen hebben we nog een soepje gehad. Mijn reismaatje vond het nadat ik 3 pepertjes in zijn soep deed, zo grappig om de hele kom met pepertjes in mijn soep te gooien waardoor ik in vuur en vlam stond. Mijn neus en mond stonden in de fik, uit medelijden kreeg ik een nieuwe van hem.
Hierna zijn we begonnen aan waar we voor kwamen, de tunnels.
Cu Chi Tunnels is een van de ondergrondse tunnels in het district Cù Chi van Ho Chi Minhstad. De tunnels waren de locatie van verschillende militaire campagnes tijdens de Vietnamoorlog.
En als je daar dan heen gaat, moet je natuurlijk ook een keer in de tunnel kruipen en die zijn krap! Als je claustrofobisch bent is het niet bepaald aan te raden er in te gaan. Al met al was het een
interessante dag!
De dag erna gingen we naar Mekong Delta, dit was een georganiseerde tour.
De Mekongdelta is met zijn web van riviertjes, woonboten en drijvende markten een bijzonder gebied. Het leven speelt zich hier voornamelijk af op het water en vanuit een bootje zie je dorpjes, rijstvelden en het dagelijks leven van lokale families aan je voorbij trekken.
Het was een mooie dag, met lekker eten, locale muziek en heerlijk weer.
Toen brak alweer mijn laatste dag in Vietnam aan, zaterdag zou ik naar Thailand vertrekken. De avond ervoor hebben we nog gezellig veel dronken en gedanst, waardoor die laatste dag wat later begon.
We hebben nog wat marktjes bezocht en hebben in de avond van een prachtig uitzicht over de stad genoten in de Bitexco Financial Tower. Als afsluiter heb ik, hoe kan het ook anders, sushi gegeten.
Zaterdag 29 oktober ging mijn avontuur verder, toen ik in het vliegtuig richting Bangkok stapte.
Create your own travel blog in one step
Share with friends and family to follow your journey
Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!