Rond half negen vertrekken we richting Midland, dit is ongeveer 2 uur rijden. We gaan naar ‘Saint Marie among the Hurons’. Dit is een nagebouwd dorp uit de 16e eeuw van de Jezuïeten. Ook waren er vele figuranten die van alles uitlegden. Zo was er een uitleg over hoe de kano’s vroeger via de sluis het dorp binnen kwamen en uitleg over het maisbrood dat ze maakten. Hiervan mochten we ook een stukje proeven. Aan de andere kant van het dorp waren nog een paar hutten van de Indianen. Die mochten vroeger niet in het Katholieke gedeelte komen.

Het stukje indianendorp was een beetje klein, dus zijn we ook nog naar het Huronia Museum and Huron Ouendat Village geweest. Dit lag een paar kilometer verderop. Dit was ook erg leuk (wel een beetje vergane glorie en we waren bijna de enigen).

Daarna gaan we lunchen bij het Little Lake restaurant. Heel zoute friet met hamburger en mega kipfingers, maar wel lekker. We zaten heerlijk aan een picknicktafel aan het meertje.

Daarna op zoek naar de camping voor deze avond. Deze ligt in Waubaushene en heet Bell Falls. We worden zeer vriendelijk ontvangen en krijgen zelfs welkom cadeautjes, een flesje Mable sirop, Canadese vlaggetjes, tattoos en speldjes. Op naar onze plek, vlak bij een kleine waterval.

Oh nee, waar is de rugzak? Niet in de camper…. Oh vergeten bij het meertje waar we geluncht hebben. Dit is wel even schrikken, want al onze paspoorten zitten erin. Gelukkig zijn de mensen van de camping zo vriendelijk om even met Eric naar het meertje terug te rijden (het is gelukkig maar 15 minuten van de camping) en gelukkig hij ligt nog gewoon bij de picknicktafel met alles erin. :-)

Dan nog even zwemmen en weer een kampvuurtje bouwen. Het gaat steeds beter. Nadeel van deze camping zijn de vele muggen, we worden dan ook helemaal lek gestoken. Als afsluiting nog een spelletje Catan met deze avond Sanne als winnaar.