Vandaag verlaten we Arequipa en rijden we om half zeven richting de Coca vallei en gaan we ons hoogste punt van de vakantie bereiken, 4910 meter. We hebben allemaal zoveel mogelijk voorzorgsmaatregelen genomen om te zorgen dat we geen hoogteziekte krijgen. Onderweg stoppen we verschillende keren om foto's te maken van vegunia's, alpaca's en lama's. Bij de eerste stop drinken we een kop coca thee en kopen we coca snoepjes. Maar helaas krijgt Henk toch als eerste last van de hoogteziekte. Hij wordt heel misselijk en moet gaan zitten. Danny is er meteen bij en druppelt iets op Henk zijn hand waar hij aan moet ruiken en je ziet hem opknappen. in de bus krijgen we allemaal een bosje cocabladeren dat we moeten oprollen en in onze wang moeten stoppen. Dit blijkt een Peruaans wondermiddeltjes te zijn dat helpt tegen alles. Misselijkheid, concentratie, hoofdpijn enz, enz. Maar ik vind het niet lekker. Om kwart voor twaalf komen we aan op de Katapampa, waar we een lunchbuffet hebben. Henk is al een beetje opgeknapt en neemt aspergesoep. Ik wil natuurlijk van alles proeven. Hierna gaan we naar het hoogste punt 4910 meter. We maken er een stel foto's, maar Henk is nog niet helemaal oké. Als we in het hotel arriveren gaat hij meteen naar bed. Maar ik maak eerst nog een stadswandeling met de groep. Als ik bij Henk terug kom slaapt hij maar wordt wakker met enorme hoofdpijn. Na een paracetamol wordt dit minder en maken we nog een wandeling door het dorp Chivay. We kopen broodjes en bananen een een sjaal en twee mutsjes voor Maud en Flint van alpaca wol. Hierna gaan we terug naar ons hotel drinken nog een kopje cocathee bij de open haard waar ook een groep thirthy-seconds aan het spelen is. We praten nog wat, maar gaan dan naar onze hotelkamer. Want morgen gaat het gebeuren dan gaan we de condor spotten in de Colca canyon. Maar daarvoor moeten we wel al om 5:30 aan het ontbijt zitten.