Queenstown staat bekend als de stad van de extreme sporten. Je kunt er paragliden, met een jetboat over het water gaan, een vrije val met een schommel in een canyon, bungeejumpen vanaf de brug waar de allereerste bungeejump van de wereld is gedaan en nog veel meer. Het is erg populair onder backpackers en jongeren. In de winter is het een bekend ski- en snowboardoord. Wij zijn echter niet zo van de extreme sporten dus we dachten dat 1 overnachting wel voldoende zou zijn. Daar hadden we al snel spijt van. Het is een drukke maar wel gezellige stad vonden wij. Veel eettentjes en kroegen en er hing een relaxte sfeer.

We zijn met een gondel naar boven gegaan waar we een mooi uitzicht hadden over de stad en het meer. Op de berg kon je ook rodelen. Dat hebben we uiteraard ook gedaan en dat was echt heel leuk.

Om toch iets ‘extreems’ te doen in de stad van de extreme sporten zijn we gaan tokkelen. Vier ziplines hebben we gedaan en bij 2 ziplines kregen we ook een ‘challenge’ om te doen. De eerste was op zijn kop tokkelen en de tweede was zonder vast te houden je door de zwaartekracht laten ‘vallen’. Bij de laatste zipline had je een heel mooi uitzicht over het meer. Dit was echt super gaaf om te doen! Het was ook leuk om even een dag alleen maar leuke dingen te doen en niet alleen maar veel kilometers te rijden en te wandelen.