Alles went, behalve...

Hanoi, 28.11.2017

Na mijn vakantie in Bali leek het leven in Hanoi toch ook ‘gewoon’ weer verder te gaan. Ja, echt: alles word een beetje gewoon hier. Ik heb een ritme en ondanks dat er elke dag weer absurde dingen gebeuren wen je ook daar aan. Je stelt je erop in dat dingen niet gaan zoals je ze bedacht of verwacht had en dit maakt je enorm flexibel. De controle loslaten en het ‘go with the flow’ idee heb ik hier maar al te goed geleerd. De keerzijde hiervan is dat het langzamerhand ook een beetje saai wordt, onze stage is weinig uitdagend en het wonen in een miljoenenstad heb ik nu wel een beetje gehad. De stad is zo groot dat, wil ik in het centrum komen, ik eerst 10 kilometer moet reizen. Dit gaat dan altijd met de taxi, wat vervolgens vreselijk lang duurt omdat de wegen zo vol zijn (minimaal 45 minuten, als je geluk hebt). Ik ben dan dus ook blij als we over een paar weken onze laatste maand gaan reizen door Laos en Cambodja. De winter heeft inmiddels ook zijn intrede in Vietnam gedaan, het wordt koud, maar liefst 18 graden… Oké dat was wel echt de koudste dag, maar we zijn zo gewend aan de warme temperaturen dat we dus met een lange broek, shirt en vest rondlopen en het dan stiekem nog steeds best een beetje koud hebben. Buiten bieden mijn jas en nieuwe sjaal een perfecte uitkomst. Gelukkig is de winter erg wisselvallig en kan het de week erna gewoon weer tussen de 26 en 30 graden zijn. Ik zal nu dus ophouden met klagen.

De weken na Bali waren ook een beetje gek, het paspoort van Suus speelde natuurlijk een grote rol. Toen Suus eenmaal haar paspoort had, moest ze nog een visum regelen om legaal het land uit te kunnen, dat duurde ook weer een ruime week. In de tussentijd zijn we een weekend in Hanoi geweest om een dag te werken op stage zodat de basisschoolkinderen ook een keer kunnen komen. Daarnaast zijn we de Lotte Tower op geweest, waar een observationdeck op de 65e verdieping zit. Een prachtig uitzicht met heel veel lichtjes! Op dinsdag kon Suus eindelijk haar uitvliegvisum ophalen met meteen het bericht dat ze uiterlijk op donderdag het land uit moest zijn. Dat was even een flinke verrassing. Diezelfde avond hebben we nog een ticket naar Thailand geboekt voor Suus, zodat ze twee dagen later ’s morgens vroeg op het vliegtuig naar Krabi kon stappen. Ze ging een dikke week, en dus was ik die week alleen. Allemaal geen ramp natuurlijk, maar echt fijn was het niet om vijf dagen alleen op stage te zijn. In het weekend heb ik me prima vermaakt: ik ben met wat andere vrijwilligers in het huis uit Costa Rica, Engeland en Denemarken naar het Vietnamese Women’s museum en de Old Quarter geweest om souvenirs te shoppen. ’s Avonds zijn we gaan stappen in Hanoi met nog heel wat andere Denen, prima dagbesteding leek me zo!

Toen Suus weer terug was zijn we in het weekend maar meteen weer op pad gegaan, dat was al even geleden namelijk. We gingen naar National Park Cuc Phuong, ongeveer 130 km ten zuiden van Hanoi. Het is het eerste nationale park van Vietnam en het grootste natuurreservaat. Helaas zat het weer niet zo mee en omdat toen we vertrokken uit Hanoi het meer dan 30 graden was, waren we daar niet echt op voorbereid. Dus, wat hebben we daarvan geleerd: neem altijd een vest mee en neem altijd een regenjas mee. Aiaiai, wat was het opeens koud daar. Op zaterdagmiddag hebben we rondgereden op een scooter, maar omdat het zo enorm ging regenen zijn we na een uurtje ook maar weer teruggereden want het was zo koud en nat dat het plezier er gauw vanaf was. We zijn dan ook heeeeel vroeg onder de dikke dekens gekropen. De volgende dag hebben we rondgecrosst in het National Park, wat een mooie natuur heeft deze wereld toch. Het is een regenwoud met veel verschillende bomen en planten, de een nog groter dan de ander. Er was een grote grot waar mensen in de prehistorie in leefden, die hebben we eens goed geïnspecteerd.

Op 20 november was het in Vietnam ‘Teacher’s day’, een dag waarop alle studenten de leraren bedanken voor hun inzet. Ze gaan dan langs de leraren om bloemen en andere cadeautjes te geven,

sommigen gaan zelfs naar alle leraren die ze ooit gehad hebben. Als je op de middelbare school zit zijn dat er dus heel wat. Ook wij worden hier gezien als leraren, dus kwamen er ‘s morgens een aantal studenten met een grote bos bloemen voor ons en lagen er kaartjes klaar. ’s Middags werden we meegenomen door twee meiden naar het project dat praktisch naast ons ligt, waar we taart kregen van de leerlingen en er voor ons gezongen werd. Heel lief en hier zijn ze er helemaal van in de ban, maar gods wat was het toch even vreemd en ongemakkelijk.

Afgelopen weekend gingen wij naar Ha Long Bay en Cat Ba, een eiland in de baai. Op donderdagavond zijn we direct uit stage op de bus naar Ha Long gestapt, zodat we de volle drie dagen van het weekend de tijd hadden om de omgeving te verkennen. Op vrijdag wilden we graag naar het uitzichtpunt klimmen, de top van de Bai Tho mountain. We werden al gewaarschuwd door de hosteleigenaren dat die afgesloten was omdat er brand had gewoed afgelopen week, maar ja.. Eigenwijs als we zijn, gingen we dat natuurlijk toch even proberen. Waar we voor gewaarschuwd waren, bleek waar: de poort was dicht. We zijn maar weer omgedraaid maar

na drie meter over straat te lopen werden we al geroepen door een oud vrouwtje. We moesten haar huis in en ze leidde ons naar haar tuin, die vervolgens uit kwam op de trap naar het uitzichtpunt (die dus hartstikke afgesloten was). We moesten haar geld betalen en dan mochten we de trap op. Na wat dubben hebben we haar wat geld gegeven (uiteraard niet het absurd hoge bedrag dat ze vroeg) en mochten we via haar tuin (nog nooit zó’n vieze tuin gezien overigens…) naar de trap. Wij gingen wel even op avontuur, saaie verhalen zijn bovendien toch niet interessant. Het eerste gedeelte leek niet veel mee aan de hand, prima trapje voor Vietnamese begrippen. Echter was de route een beetje verwilderd en inderdaad konden we aardig wat brandplekken zien. Dat hield ons echter niet tegen, want echte avonturiers als we zijn, liepen we gewoon door. En toen was daar… Het uitzicht!! Wauw wat was dit indrukwekkend. Het is op beelden niet vast te leggen en met woorden niet uit te leggen, maar het feit dat we daar zo’n driekwartier boven hebben zitten genieten van het uitzicht zegt denk ik wel genoeg. De baai ligt vol met eilandjes van karstbergen die stuk voor stuk oprijzen uit de zee. Ontzettend mooi om te zien dus.
Later die middag zetten we onze tocht voort naar het eiland Cat Ba, het grootste eiland in de baai en een groot deel van dit eiland is

nationaal park en wordt dus beschermd. Het was ontzettend koud overigens. De tocht op de ferry van een uur zat ik dan ook helemaal ingepakt, maar wederom: het was het waard. Op Cat Ba hebben we ons hostel gezocht en zijn we gaan eten, in de hoop wat brandstof te hebben om onszelf warm te houden (gods, die ‘kou’ zijn we echt niet meer gewend zeg..). De volgende dag hebben we wat rondgelopen rond het dorpje waar we sliepen en ’s middags hadden we een privé tour door de baai. We gingen op een klein bootje van een local door de Lan Ha Bay, minder toeristisch maar zeker niet minder mooi. Zelden zo genoten van de uitzichten vanaf een bootje. Na een uurtje varen was het tijd om zelf aan de slag te gaan: we gingen kayakken. Wat een rust, heerlijk. Af en toe hebben we alleen maar gedobberd en genoten van de stilte, de vogels en de eilandjes om ons heen. Een goed uur later waren we weer terug bij de boot en zijn we richting Monkey Island gevaren, geen apen gezien helaas, maar wel

even naar een uitzichtpunt geklommen. Inmiddels werd het al bijna weer donker dus zijn we, met warme thee, teruggevaren naar het eiland. We voeren door een floating village, letterlijk een drijvend dorp. Mensen wonen daar in een huisje zo groot als je tuinhuis en leven van de visserij. Ze hebben hoynden om hun huis te bewaken (en dat doen ze ook echt.. Iets te lang in de buurt en ze staan al te grommen en je agressief toe te blaffen). Er groeien ook kinderen op, die ’s morgens om 06.15 uur worden opgehaald door een bootje (een soort schooltaxi maar dan op het water) om naar de school te gaan op het eiland en worden daar ook weer mee thuisgebracht in de middag.
Zondag gingen we weer terug naar huis en dat werd min of meer per ongeluk een heel goedkoop ritje: we waren namelijk vergeten het hostel te betalen voor de bus/boot/bus rit. Wij waren het vergeten, maar zij dus ook. Kwamen we ook pas achter toen we al halverwege waren.. Nouja, een klein beetje profiteren mag ook wel eens.
Inmiddels is het aftellen in Hanoi begonnen. Nog een kleine 2.5 week en we gaan alweer een maand reizen. De bus naar Laos hebben we geboekt: een 24 uur durende rit staat ons te wachten om de afstand van 900 kilometer naar Luang Prabang af te leggen. Het is een slaapbus (dus je hebt wel een soort bedje), maar echt naar deze reis uitkijken doe ik nog niet. Het is gek om te bedenken dat we dit huis en vooral deze kamer dan weer gaan verlaten. Waar ik in het begin zo angstig voor was het niet te gaan vinden, heb ik hier toch echt mijn plekje gemaakt en met mijn lieve kamergenootjes een hele fijne band opgebouwd. Gelukkig hebben we nog even en kunnen we daarna na een maand weer heerlijk bijkletsen in Nederland!

Begin vandaag nog!

Waar wacht je nog op? Leg je avonturen vast in een digitaal dagboek dat je kan delen met vrienden en familie. Wissel op elk moment tussen verschillende apparaten. Ga aan de slag in onze online applicatie.