Van Savannah naar Rozannah

Savannah & Atlanta, 07.09.2016

True story... ?!
Tien voor 1 ‘s middags. Ergens in de brandende zon. Aan de kant van de weg met een stroom van langsrazend verkeer; een bonte brei van zwarte SUV’s met dikke vrouwen van middelbare leeftijd, ruige ongeschoren mannen in benzineslurpende pick-ups en een verdwaalde Honda uit de achterbuurten van Savannah. Hij vraagt zich af hoe lang hij nog moet wachten. Een druppel zweet glijdt langs zijn slaap richting zijn hals terwijl hij de band van de rugzak iets strakker trekt. Hij graait in zijn broekzak en haalt twee gekreukte dollarbiljetten en wat kwartjes tevoorschijn. De helft ervan geeft hij aan haar. Zij staat inmiddels in de schaduw van het stoplicht. “Wat een pure, pure armoede” is het enige wat ze meerdere keren weet uit te kramen. Minutenlang speuren ze de metalen rivier af naar Bus 14 richting het centrum. “Die gaat niet meer komen. Waarom hebben we geen auto gehuurd?!” roept ze in het niet. 25 minuten later dan gepland komt de bus sissend tot stilstand. Met een klap draaien de deuren open.
Enkele dagen later ontwaken ze in een decadent Amerikaanse villa in de chique wijk Buckhead in Atlanta. Het gastenverblijf heeft een douche die zijn gelijkenis niet kent met handdoeken zo zacht als boter...


Het mag duidelijk zijn dat we de ‘armoede’ van Savannah achter ons hebben gelaten. We vertoeven inmiddels bij Rozanne in Atlanta en genieten van de overweldigende luxe. Zo heeft het huis (afgerond) 6 badkamers en een vertrek ter grootte van ons Amsterdamse appartement speciaal voor de pooltafel. Om maar iets te noemen. De enorme Ford Explorer waarin Rozanne ons rondrijdt heeft zelfs airconditioning ìn de stoelen!

Dit maakt het contrast met ons verblijf in Savannah overduidelijk. Het “hoogtepunt” van ons verblijf daar: de BUS. Na aankomst op het vliegveld besloten we daar de bus te nemen; we zijn immers wereldreizigers met een budget dus een taxi is geen optie. De bus naar het centrum blijkt echter maar 1x per uur te rijden. Wachten dus. Lang wachten. Als de bus eenmaal verschijnt blijken we, samen met een oudere dame, de enige passagiers. De chauffeur besluit om later te vertrekken in de hoop op meer klandizie. Ondertussen zitten wij vloekend achterin omdat we door dit getreuzel natuurlijk

onze aansluitende bus gaan missen. Door een ‘sprint’ (met backpacks op rennen gaat niet soepel) halen we die gelukkig nog net. Hijgend worden we “begroet” door wat alleen beschreven kan worden als een poortwachter van de hel, vermomd als een volgevreten, ongeïnteresseerde Kenau die haar voertuig heeft gemaakt tot de meest ongastvrije omgeving van het westelijk halfrond. De airconditioning op -17, omringd door ongure louche types en een onheilspellende sfeer; blijkbaar hadden we voor $1,50 een ticket gekocht naar de krochten van de onderwereld. Een half uur later springen we opgelucht uit de bus en lopen het laatste stukje naar het hotel. We krijgen een fijne kamer en besluiten nog snel even een hapje en een flesje wijn te scoren. Lopend naar de supermarkt concluderen we dat de Amerikaan en de auto onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn. Voetpaden of een stoep vind je hier zelden, en als ze er liggen houdt het na 100 meter weer op. We wandelen dus grotendeels in de berm langs de weg. Als we oversteken worden we vanuit de auto’s vreemd aangekeken, alsof we buitenaardse wezens zijn. “Lopend naar de supermarkt? Zijn ze gek ofzo?”

De volgende dag nemen we de (“armoedige”) bus naar het stadje. In het sfeervolle centrum hebben ze 22 “squares” of plantsoenen aangelegd, zodat elke familie een woning aan het park kon bouwen. Omdat het kwik zich ruim boven de 30 graden bevindt, zoeken we snel een zomers briesje op het terras aan het water. De warmte nodigt niet bepaald uit om de toerist uit te hangen, dus de dag erna genieten we vooral van de verkoeling bij het zwembad van ons hotel. Met de busreis naar Atlanta in het vooruitzicht doen we het lekker rustig aan.


In Atlanta aangekomen zijn we opgelucht. Dit keer geen armoedige bus, maar een eigen voertuig waarmee we ons verplaatsen. Het verkeer in Atlanta is “crazy”; 5-baanswegen vol auto’s, 3 snelwegen over elkaar, de ene auto zonder band in de berm, de ander gecrasht in de vangrail. Opletten geblazen dus. Na aankomst in ons nieuwe luxe onderkomen bij Rozanne, besluiten we de stad in te gaan. Gezellig rode wijntjes, witte wijntjes, corona’s, shotje wodka gatorade, biertje & een chicken burger is sowieso hoofdpijn de volgende dag.

De dagen die volgen krijgen we een kijkje in Rozanne’s bestaan in Atlanta. Wonen in een vette villa-wijk, eten bij de Waffle House & Planet Bombay of een borrel in het chique Westin hotel. De kids van het gezin ophalen, kleine wasjes grote wasjes, taartjes halen voor de gasten, dinner preppen met de restjes van het weekend. 1 ding is duidelijk; we snappen wel dat men hier van airco-huis, naar airco-auto naar airco-mall verplaatst. Aan de overweldigende hitte is niet te ontsnappen!


Dat luxe villa’s ook last hebben van kakkerlakken, hebben we ondervonden. De eerste keer dat het beest zich toonde, was hij ons te snel af, door een uitgebreide fotosessie die eerst moest plaatsvinden. Uiteindelijk heeft het beest de dood gevonden. Niet, door onze goed doordachte kill-tactieken (lees: “ik verspreid de deur, jij houdt ‘m tegen met een magazine en jij slaat ‘m dood met een schoen!”). Wel, door hostkid Jett in actie die ‘m zonder op of omkijken vermorzelde met de wc-borstel-houder. Het mag dan een door-en-door verwend rijkeluiszoontje zijn, vol zelfvertouwen ongedierte de nek omdraaien kan-ie als de beste.

Op naar Bear Country!

Get started right away!

What are you waiting for? Capture your adventures in a digital diary that you can share with friends and family. You can switch between any of your devices anytime. Get started in our online web application.