Kangoeroes & kampvuur

Australië, 06.12.2016

Twee handen klemmen zich krampachtig in de tien-voor-twee-positie om het stuurwiel. De ruitenwissers hebben moeite om het hemelwater te verwerken. Bij elke windvlaag scheert de hoge Apollo Endeavour gevaarlijk dicht langs de vangrail. Het dashbordklokje meet buiten 11°C. De oranje wijzer van de brandstofmeter rust meedogenloos op de letter E. Nog zeker 42 kilometer tot het volgende tankstation. Een logge vrachtwagen passeert met hoge snelheid. Het opspattende nevelgordijn brengt het zicht tot een absoluut nulpunt. Zwalkend over de Hume Highway proberen we langs de kant van de weg iets van een pompstation te ontwaren. Avontuurlijk is dit zeker, maar wij hadden onze camperreis in de Australische zomer toch íets anders voorgesteld...

De zorgvuldig geplande route vanuit Sydney langs de oostkust richting het zuiden gooien we al op de parking van de camperkenau overboord. Een Duitse grot-ork heeft ons een smoelzelige kampeerauto met absurde verzekeringspremies weten aan te smeren. Eerst even een goede poetsbeurt dus, voordat we definitief intrek nemen in ons rollende huis voor de komende weken. De weerkaarten voor het kustgebied tonen ons uitsluitend regenwolkjes en lage temperaturen. Omdat de verwachting voor het binnenland iets beter is stippelen we een nieuw plan uit via Albury richting Melbourne. Old-skoel-stijl welteverstaan. Met de landkaart op de motorkap en alles. Zoals je vader en moeder in de hippietijd ook op reis gingen. "We zien wel waar het schip strandt". De eerste dagen vreten we veel kilometers. We rijden de zon achterna. Na een paar bewolkte dagen met koude nachten bereiken we Halls Gap aan de voet van The Grampians. Dat klinkt als de Hamptons voor bejaarden. Toch vermaken we ons er prima! Met een zonovergoten campingstek - beetje schaduw boven de camper zodat we kunnen uitslapen - en prachtig uitzicht op de rotsformaties van het National Park. 's Middags drinken we een wijntje in de schaduw. 's Avonds komt de Freek Vonk in ons naar boven; kangoeroes en emoes komen uit de bush tevoorschijn en begeven zich tussen de tenten om het malse gras te grazen. Ook in de bomen valt genoeg wildlife te spotten. Meer dan dat zelfs. Regelmatig worden we "begroet" door een groep nieuwsgierige geelkuifkaketoes en felgekleurde papegaaien, wanneer we ons versgebakken ontbijtje willen nuttigen. Of een pak toastjes opentrekken. Of gewoon zonnebrand opsmeren. Nieuwsgierig waggelen ze op ons af of maken een duikvlucht vanuit de boom. Wie hier ook constant aanwezig zijn: onze nieuwe aartsvijanden. De korsten van de muggenbulten die we in Polynesië opliepen zijn nog niet droog of we hebben al een nieuwe plaag te pakken die ons het leven zuur maakt: vliegen. Overal waar we komen zijn ze in groten getale aanwezig. Zodra je ook maar even neerploft in je campingstoel cirkelt er een handvol om je heen. Ze blijken een voorliefde te hebben voor het gezicht. In je oren, in je neus, tussen je ogen - overal zoemen en kriebelen ze tot je horendol wordt. Wegwuiven helpt niet; ze komen in dubbele aantallen terug. Dus wordt onze voornaamste bezigheid - naast het opjagen van brutale kaketoes - het doodmeppen der gevleugelde afgezanten van de duivel. Twee weken Guantanamo Bay klinkt als een snoepreisje vergeleken met deze dagelijkse marteling. Toch "slaan" we ons erdoorheen. Op de laatste avond hebben we het juiste wapen gevonden: een kampvuur. De camping in Halls Gap blijkt één van de laatste plekken in Victoria waar - met al dat bosbrandgevaar - nog open vuren gemaakt mogen worden. 's avonds genieten we naast onze camper in alle rust van de speelse vlammengloed onder de sterrenhemel. Met een zak marshmallows en twee kromme twijgjes vieren we ons eigen feestje. Als de rest van de camping al op twee oren ligt komen er langzaam wat andere grote, gespierde gasten de camping verkennen. In het schijnsel van de maan zien we een groep kangoeroes steeds dichter naar ons toe komen. Zo nu en dan kijken ze even op, om vervolgens weer verder te grazen van het malse campinggras. Als ze uiteindelijk zelfs op ons perceeltje staan wordt het toch iets te spannend. Tijd op het vuurtje te doven en veilig in de camper te duiken. "Dit gaat niemand geloven joh!"


De volgende morgen vervolgen we onze roadtrip. Aan de kust regent het nog steeds, dus blijven we in het binnenland. Een paar honderd kilometer verder blijkt een van de bekendste wijnstreken van Australië te liggen: Coonawarra. Je kunt er wijnhuizen bezoeken en binnenvallen voor een proeverij. Omdat we ons afvragen of dat misschien iets voor ons is, besluiten we de gok te wagen. Halverwege de middag draaien we de Bellwether Winefarm op. We maken kennis met eigenaresse Sue, die nog wel plek heeft voor ons vannacht. We zetten onze camper achter de boerderij, tussen een aantal prachtige bomen. Verderop grazen wat paarden. Als de zon 's avonds zijn laatste zachte gloed over het land schijnt, zijn we er stil van. Hier ervaren we Australië in zijn meeste pure vorm! Ook het wijnproefgebeuren blijkt wel aan ons besteed. We bezoek vier wijnmakers en krijgen tientallen wijnen voorgeschoteld. Ook een aantal heel bijzondere. We kennen natuurlijk allemaal de bubbels zoals champagne, prosecco of sparkling rosé. Maar hier maken ze ook rode wijn met bubbels! Aan het einde van de dag zijn we 4 mooie wijnen rijker, die we bewaren voor een bijzonder moment. Deze week misschien. Of vanavond. Want op wereldreis valt er elke dag wel een kokosnoot uit de boom.

Get started right away!

What are you waiting for? Capture your adventures in a digital diary that you can share with friends and family. You can switch between any of your devices anytime. Get started in our online web application.