Relaxx

Tamalé, 10.04.2018

Ik ben er heerlijk tussen uit geweest met twee andere vrijwilligers!

Woensdag heb ik een ochtenddienst gedraaid. Voor een bevalling hadden de verloskundigen de gynaecoloog in opleiding gebeld, het persen duurde te lang en mevrouw was een risicopatiënt, omdat ze eerder een keizersnede had gehad. Ik was niet aan het assisteren, want was nog aan het hechten. De arts wilde een vacuüm doen, maar kwam erachter dat deze stuk was. Het was een drukke bedoeling bij de bevalling, maar niemand bedacht om harttonen te luisteren, dit zit nog niet in het systeem. De harttonen bleken prima. De arts wilde knippen, terwijl het hoofd er al bijna was. Ik ben mevrouw gaan aanmoedigen om harder te persen. De schaar moest natuurlijk nog opgehaald worden. Voor de arts kon knippen, was het kind geboren. Hierdoor ontstond de (never ending) discussie over het knippen... De arts vond dat ze wel had moeten knippen, want deze wond was lelijker en moeilijker te hechten dan een knip. Naar mijn idee had ze ook iets voorzichtiger het kind kunnen ontwikkelen, maar dit was natuurlijk niet waar volgens haar. Daar stond ik dan, alle verloskundigen + arts, tegen mij.. Ik geef niet graag toe, wanneer ik denk gelijk te hebben, dus heb ik de discussie maar geëindigd met: ‘ik stuur je de artikelen over de onderzoeken wel toe’. Wie denkt dat de arts is gaan hechten zit fout, zij gaat natuurlijk weer verder, dat klusje was voor mij. Het was inderdaad een ravage..

Donderdag zou ik mijn laatste dienst alweer draaien, voor het weekendje weg. Ik deed twee pittige bevallingen. Bij één bevalling had ik goede harttonen van het kind, maar toch had het een onverwachtse slechte start. Het kind herstelde en ik heb hem naar de neonatologie gebracht. Ja en alsof ze het wist… hier zat de arts natuurlijk. Ze sprak me er direct op aan, dit was wat ze gisteren had willen voorkomen. Joh.. Erg frustrerend, want deze bevalling was juist enorm snel gegaan, voor een knip was geen tijd. Daar sta je dan weer met 3 mensen tegen 1. Wat moet je op zo’n moment zeggen..
De tweede bevalling, was omgekeerd. De harttonen waren slecht en mevrouw was nog niet eens zolang bezig met persen, daarnaast was het ook nog eens een eerste kind. Ik heb meteen assistentie geroepen. Ik wilde natuurlijk voorkomen dat ik weer een slecht kind had. Een dokter bellen had geen zin volgens de verloskundige. De verloskundige begon op de buik te drukken en ik probeerde met de kiwi (een kleine vacuüm) het kind eruit te trekken. Dit heb ik nog nooit eerder gedaan, omdat het een handeling is die alleen de gynaecoloog mag doen. Nood breekt wet toch? Helaas heb ik ook een knip moeten zetten, het kind had een goede start! Ik zag de bui natuurlijk al hangen, ik had geknipt, terwijl ik daar zo tegen ben. Ik heb mijn argumentatie: ‘slechte harttonen’, een paar keer moeten uitleggen, de verloskundigen snapten mij. De arts helaas nog steeds niet, want dat apparaatje wat ik gebruik klopt niet en aan de harttonen zie je niet altijd of het kind er slecht aan toe is.. Normaal kom ik amper met een arts in contact, maar deze zoekt mij na onze discussie steeds op, om de discussie weer opnieuw te beginnen. Hier heb ik niet veel zin in. Ik heb haar uitgelegd dat ik hier ben om te helpen en als ze ervoor openstaan, wil ik hun wat leren, netals de baby reanimatie. ‘Wat is daar mis mee..’ Nou… ze houden het kind onderste boven, slaan het, gebruiken alcohol... Daar schrok ze toch wel van, want dat was inderdaad niet hoe er gereanimeerd moest worden. De verloskundige ging hierbij in verweer, zo deed zij het echt niet! Dat zij het zo niet doet geloof ik misschien nog wel, maar tot nu toe heb ik nog nooit iemand het anders zien doen dan hierboven beschreven staat. Thuis ben ik snel opzoek gegaan naar de juiste artikelen, om haar de risico’s te laten zien van knippen. Ik hoop dat de discussie hiermee wordt beëindigd. Ik merk dat dit soort dingen enorm veel energie van me nemen en hiervoor ben ik helemaal niet gekomen. Ik wilde ervaring opdoen en de vrouwen hier helpen. De mensen iets leren is enorm moeilijk, dit is ook nooit mijn doel geweest. Automatisch ben ik dit wel gaan doen, misschien voel ik mij soms wat te verantwoordelijk voor de patiënt. Ik weet wat de risico’s van bijvoorbeeld onnodig knippen zijn en wil voorkomen dat een vrouw dit moet doormaken, vooral omdat een vrouw in de kraamweek geen verzorging krijgt. Deze week heb ik mij voorgenomen om toch maar eens vaker mijn ogen dicht te doen en het langs me heen te laten gaan.

Na deze dagen had ik enorm zin in het weekend weg! Vrijdagochtend vertrokken we met de trotro naar Kintampo. Dit is 3 uur rijden. In het hotel lieten ze natuurlijk eerst de grootste kamer zien. Hier konden wij wel met z’n drieën overnachten. Toen we dit voorstelden bleek dit niet te mogen, want er mochten niet twee vrouwen op één kamer, laat staan 3. Uiteindelijk was het ook goed als we twee kamers namen. In Kintampo is de natuur veel groener in vergelijking met Tamalé, het blijkt daar meer te regenen.

Zaterdagochtend zijn we vroeg vertrokken naar de watervallen. Er waren twee watervallen, een kleine en een grote waar je ook kunt zwemmen. Naja, echt zwemmen niet, maar je zou onder de waterval kunnen staan. Lotte (één van de vrijwilligers) en ik wilden dichterbij de waterval komen, maar die stenen zijn best wel glad en ik had natuurlijk nog gewoon mijn kleren aan. We liepen heel voorzichtig, foto’s maken en weer terug. De terugweg lijkt altijd makkelijker, BAM, daar lag Daniëlle. In een reflex had ik de hand van Lotte vast, die ervoor zorgde dat ik niet mee werd genomen door het water. Gelukkig zijn je kleren hier in een mum van tijd droog. Andere toeristen lieten ons zien hoe je wel onder de waterval kon komen, zonder te vallen. Oke, dat is niet waar. Eén mevrouw viel steeds en uiteindelijk is ze gaan kruipen hahaha. Langzamerhand kwamen er meer toeristen, ook Ghanese mannen. Deze wilden natuurlijk maar al te graag met ons op de foto. Na de waterval wilden we doorreizen naar Nkoranza, waar we onze andere twee nachten zouden blijven. Helaas duurde het op zijn Ghanees twee uur voor de taxi ons kwam ophalen. We overnachten bij het hand in hand project. Dit project is opgericht door Nederlanders. Gehandicapte kinderen en volwassenen worden hier opgevangen. Gehandicapte kinderen worden in Ghana vaak ter vondeling gelegd. Dit komt doordat mensen denken dat ze duivels zijn of omdat ze niet voor het kind kunnen zorgen. Zoals iedereen wel weet heeft een gehandicapt kind enorm veel aandacht en begeleiding nodig. Hier moeten vrouwen en mannen werken en wordt ervan de kinderen verwacht dat zij gaan werken wanneer ze op die leeftijd zijn. Een gehandicapt kind zal hun nooit inkomsten kunnen geven en zal hun belemmeren om zelf te kunnen werken. Daarnaast kan de familie zich gaan ergeren aan het kind. Familie is hier heel belangrijk, dit zie ik in het ziekenhuis ook.

De familie voorziet vrouwen van eten, ze halen medicatie etc. Een opvang voor gehandicapte kinderen, zoals dagbestedingen, bestaat bijna niet. De organisatie is hiermee bezig, hierdoor wordt voorkomen dat kinderen ter vondeling worden gelegd. Er zijn hier ook kinderen die wel ouders hebben. Zij wonen hier, omdat de ouders niet voor hen kunnen zorgen. De organisatie geeft ook in de dorpen uitleg over handicaps en hoe hiermee om te gaan. De organisatie heeft allemaal huisjes gebouwd, wat bijna een dorp vormt. Elk ‘gezin’ heeft een ‘moeder’ die liefdevol voor hen zorgt. Deze mensen zijn 24/7 aanwezig. Op het park hebben ze erg veel, zoals: fysio, school, kerk, televisie ruimte, zwembad, snoozelruimte etc. Ik vond dit project erg indrukwekkend en zeker de moeite waard om te bezoeken.

Zondag zijn we naar Boabeng Fiema gegaan. Dit is een bos vol apen. Met een gids loop je door dit bos. Nootjes en bananen kan je kopen voor je het bos ingaat. De apen sprongen meteen vol op me, toen ik mijn nootjes te voorschijn haalde. We hebben enorm veel apen gezien! De apen zijn gewend aan mensen, de dorpen erom heen eten deze apen niet, maar leven juist met ze samen. De gids vertelde ook van alles over bomen, hartstikke lief, maar wij waren toch meer geïnteresseerd in de apen. Eén boom was hol van binnen, de gids vertelde dat je hier in kon klimmen als je dat wilde. Door al die apen, begon de aap in mijzelf los te komen hahaha. Hup daar zat ik boven in de boom, toch wel een beetje gespannen. De laatste keer dat ik als klein meisje in een boom klom, viel ik eruit.. Na onze rondleiding door het bos zijn we teruggegaan naar het hand in hand project. Om 16:00 uur gaan de kinderen in het zwembad. Gasten mogen helpen bij elke activiteit. Ik ben lekker met de kinderen gaan zwemmen, hartstikke leuk. Hierdoor kreeg ik nog meer respect voor de begeleiders, want ik merkte meteen al hoeveel energie het nam om met deze kinderen om te gaan. Elk kind heeft iets anders, denk aan: syndroom van down, mentale beperking, ledematen die niet functioneren, ledematen die missen, blind, autisme, schizofrenie etc etc. Er leeft hier ook een meisje van 12, zij heeft geen armen of benen, maar is mentaal helemaal in orde. Door dit project kan zij zich ontwikkelen, ze gaat gewoon naar school en er wordt goed voor haar gezorgd. Super om te zien!

Maandag gingen we weer naar huis. We hebben nog wat leuke spulletjes gekocht die door de kinderen zijn gemaakt. Thuis stond Huzeifa mij al op te wachten. Mathilda vertelde dat ze elke dag op mijn deur had staan kloppen: ‘Daniëlle, come out!’ Ik heb ze de filmpjes en foto’s van de aapjes laten zien, dit vonden ze natuurlijk fantastisch. ‘The monkey is jumping on Daniëlle!’ ‘He is eating a banana!’ Nu komt ze steeds naar mijn kamer om weer de aapjes te zien, hier hoef ik haar niet mee te helpen, zij weet dondersgoed hoe mijn telefoon werkt.

Begin vandaag nog!

Waar wacht je nog op? Leg je avonturen vast in een digitaal dagboek dat je kan delen met vrienden en familie. Wissel op elk moment tussen verschillende apparaten. Ga aan de slag in onze online applicatie.