Bali

Indonesië, 20.11.2017

Kyra:

Na 2 lange jaren sparen, plannen en verlangen, is onze reis eindelijk van start gegaan met als eerste bestemming: Bali. Dankzij een wel heel leuke connectie konden we hier blijven slapen in een buitenverblijf en wat voor een!

Donderdagavond 16 november kwamen we toe in Denpasar en werden opgehaald aan de luchthaven door de taxi die ons afzette aan de villa in Seminyak. (Dit stadje kun je zo’n beetje vergelijken met het Zoute van Bali vind ik.) Daar maakten we meteen kennis met Mr Johnson, kok en verantwoordelijke voor de villa, en David, een jonge man uit Londen die ook in de villa verbleef. Samen met hem en een vriendin van hem gingen we diezelfde avond nog iets gaan eten en drinken. (Ze hebben hier echt supergezellige restaurantjes en bars en het is er allemaal zó goedkoop!) We hadden redelijk wat uurtjes kunnen slapen in het vliegtuig en hadden dus nog energie genoeg om op dit voorstel in te gaan.

De volgende dag heeft David ons ook wat rondgeleid in Seminyak en Canggu (zeer populair bij de hipsters, surfers, backpackers,…). ’s Ochtends volgden we een yogales mee met hem en enkele vriend(inn)en van hem. In de middag gingen we surfen op Canggu beach wat eigenlijk verbazingwekkend goed ging gezien onze weinige ervaring. Ik kan me eerlijk gezegd wel vinden in het hele yoga- en surfconcept. Kimberly vooral in het surfen en iets minder in de yoga. Met de brommer rijden hier vond ze dan wel weer de max! Het verkeer kent hier zo goed als geen regels (ze rijden hier ook links trouwens) en dat ging haar supergoed af ??. Ik had dan ook alle vertrouwen in m’n chauffeur achterop zittend bij haar op de brommer. ’s Avonds was er een etentje in de villa, georganiseerd door David, waar wij ook op uitgenodigd waren. Dit was supergezellig en zo maakten we ook meteen kennis met de kookkunsten van Mr Johnson, mmm. Ook nog een opvallend weetje: heel veel mensen die naar Bali komen reizen, blijven hier hangen en wonen er voor langere periode omdat ze het hier zo leuk vinden. Zij worden ‘expats’ genoemd.

Zaterdag gingen we hele dag naar Ubud richting The Monkey Forest, de rijstvelden van Tegalalang en de Tegenungan waterval. Kimberly vond de monkey forest natuurlijk superleuk. De rijstvelden vonden we beiden ook zeker de moeite om eens te gaan bezichtigen. De waterval was daarentegen nogal overbevolkt van de toeristen en vonden we ook niet zó spectaculair. Die avond kropen we er redelijk vroeg in aangezien we de volgende dag om 1u op moesten om de (actieve) vulkaan, de Mount Batur, te beklimmen en zonsopgang te kunnen meemaken vanop de top.

De klim zelf duurde nog geen 2 uur wat uiteindelijk niet zo lang is, maar zeker zwaar genoeg gezien de steilte en slechte paden. Die was het wel meer dan waard aangezien we een suuupermooi uitzicht kregen als beloning! We waren mooi op tijd boven om te kunnen genieten van de hele zonsopgang vanaf het begin met een ontbijtje erbij geserveerd. Met het weer hadden we ook heel veel geluk. Het is hier namelijk regenseizoen sinds november, maar zoveel last hebben we hier nog niet van ondervonden. Vanop de top kon je gemakkelijk het meer van Batur, de Mount Agung (de vulkaan die op uitbarsten staat), Lombok en Java zien. We hadden ook echt wel een toffe gids die ons heel wat vertelde over de historie van de vulkaan. Hij was superjaloers op onze stevige wandelschoenen trouwens. Niemand hier heeft dit. Zo kon je naast de Mount Batur bijvoorbeeld een dorpje zien die helemaal verwoest was bij de laatste uitbarsting. In de namiddag waren we allebei toe aan een chillnamiddagje aan het zwembad: check!

Maandag gingen we op toer met gids Ady. Hij nam ons mee om te gaan raften in het gebied dat 2 weken geleden nog verboden terrein was omdat het net naast de Mount Agung ligt. Het gevarenniveau is sinds 2 weken terug gedaald van 4 (wat wil zeggen dat er een uitbarsting verwacht wordt binnen enkele uren) naar 3. Dit wist hij ons te vertellen toen we reeds in het gebied waren, haha. Maar hij zou ons ook niet meegepakt hebben hierheen moest hij het zelf niet verantwoord gevonden hebben natuurlijk, dus veel problemen hadden we daar ook niet mee. Het raften zelf was superleuk, ook niet zo moeilijk eigenlijk (niet te vergelijken met de Nijl in Oeganda), meer fun én in een heel mooie tropische omgeving. In de namiddag bezochten we Penglipuran village. Dit is een klein dorpje waar alleen hindoes leven en alle gevels van de huizen gelijk zijn aan elkaar. Je kunt er ook zomaar de huizen binnenwandelen. Ady wist ons heel wat te vertellen over hun geloof en manier van leven, heel interessant (echt waar, ’t is niet sarcastisch bedoeld). Daarna gingen we ook nog naar de watertempel Pura Tirtra. We waren superblij dat we zo’n goede gids mee hadden om ook hier weer een uitgebreide tour en uitleg te geven, wat het bezoeken van de tempel zoveel leuker maakt dan moesten we die op ons eentje gaan bezoeken zijn.

Dinsdag hebben we de villa jammer genoeg achter ons gelaten om verder te reizen richting de andere eilanden in Indonesië. Voor diegene die het zich afvragen, we komen allebei nog steeds goed overeen ;). Zo hebben we zo goed als altijd zin in hetzelfde om te doen, bezoeken,… en passen ons ook heel snel en gemakkelijk aan aan de omgeving en cultuur denk ik. Daarom dat we ook reispartners zijn, uiteraard! En de vraag of we zussen of tweelingen zijn gaan we waarschijnlijk nog een heel jaar mogen aanhoren.
Op naar de Gili eilanden nu!

Begin vandaag nog!

Waar wacht je nog op? Leg je avonturen vast in een digitaal dagboek dat je kan delen met vrienden en familie. Wissel op elk moment tussen verschillende apparaten. Ga aan de slag in onze online applicatie.