Let's talk about Ghana

Tamalé, 02.05.2018

Nog 5 nachtjes voor ik op het vliegtuig stap! Het plan is om Huzeifa mee te nemen naar Nederland. We merken dat ze erg zwak is en ondervoed. De beste oplossing is om haar dan meer weer even in Nederland te laten aansterken, dan kan ze ook even op controle in het ziekenhuis. Het was nog spannend of Huzeifa haar visum werd goed gekeurd. Mathilda en Huzeifa zijn een week naar Accra geweest. De dokter is nog heen en weer gegaan, omdat een aantal documenten misten. Vrijdag deed ik een dienst op maternity. Ik deed de dokters ronde mee met de directeur. Hij kon mij mooi even een aantal casussen toelichten.

Zoals ik al vertelde dragen veel vrouwen hier een pruik, zo ook Nuria, een vriendin waar ik mee op maternity werkte. Deze moest ik natuurlijk ook even dragen! Vrijdagmiddag ben ik wat gaan eten en drinken met een Hannah. Super gezellig! Ik heb altijd fijn gewerkt met haar en zal haar zeker missen!

Zondag ben ik begonnen met mijn laatste 3 nachtdiensten, daarna heb ik nog 4 dagen voor ik naar huis ga! Het gaat enorm snel.
In deze blog ga ik eens iets meer vertellen over Tamalé en de Ghanese cultuur. Eens iets anders dan al die bevallingsverhalen!

De hoofdstad van Ghana is Accra, een drukke stad. Hier zijn Kevin en ik de eerste dagen geweest. Tamalé is een uur vliegen van Accra en met de bus 13 uur rijden. Kevin en ik hebben ervoor gekozen om te vliegen en ik zal ook terugvliegen. Er zijn genoeg vrijwilligers die wel de bus pakken, respect! Tamalé is een beetje de hoofdstad van het noorden. De temperatuur in het noorden ligt hoger dan in Accra, het is hier nu overdag ongeveer 37 graden. In Ghana heb je een droogseizoen en het regenseizoen. In het noorden is het regenseizoen vanaf mei t/m september/oktober. In het zuiden van Ghana volgen de seizoenen zich twee keer op, hier is het regenseizoen van april tot begin juli en het tweede in september en oktober. Op dit moment zitten we in het droogseizoen. Zomer en winter kennen ze hier niet, ze vroegen mij wanneer het bij ons winter en zomer is en wat dat qua temperatuur dan inhield. Je kan hier het hele jaar de korte broek dragen. Maar dit wordt niet gedaan. Ghana is over het algemeen een christelijk land.

Alleen hier in het noorden leven veel moslims. Dat betekent dat mensen zich tenminste bedekken tot over hun knie, terwijl in het zuiden kleren worden gedragen die boven de knie vallen. Ook zie ik mensen hier in een spijkerbroek lopen, ik snap niet hoe ze dit uithouden (of beter gezegd aanhouden). De Afrikaanse kleren zijn prachtig. Je kunt op de markt stof kopen en hier bij een naaister wat van laten maken. Een typische Afrikaanse jurk bestaat uit een lange rok, met daar boven een shirt en soms ook nog een bijpassende hoed/hoofddoek. Allemaal van dezelfde stof, heel mooi!
Tamalé heeft één hoofdweg, hier woon ik vlakbij. Vanaf mijn huis neem ik een tuktuk naar de markt (de markt zit ook aan de hoofdweg). Van en naar de markt kost een tuktuk 1 cedi, naar andere plekken verschilt dit. Hieronder een tuktuk die nog gewoon op de weg rijdt, ondanks het enorme gat in het voorruit. Boodschappen doe je op de markt. Hier kan je alles krijgen: stof, fruit, vlees, vis, sieraden etc. Alle kraampjes staan naast elkaar, daartussen zitten kleine gangetjes met weer allemaal kraampjes. Het is echt een doolhof. Op de markt moet ik vaak mijn neus dichtknijpen. Vlees en vis wordt hier namelijk niet in zout, een vriezer of een koelkast bewaard. Het ligt de hele dag in die warme zon op de toonbank. Ik snap wel dat ze het eten pittig maken, hierdoor proef je de rotte smaak niet meer. Op zondag kan je ook winkelen, alleen de

kraampjes van de christenen zijn gesloten. Op de markt is het altijd druk. Ik word vaak nageroepen of kinderen lopen achter me aan, omdat ze me iets willen verkopen. Niet alleen op de markt kan je spullen kopen, in alle straten en langs de wegen staan ‘containers’ waar mensen spullen verkopen. Tegenover mijn huis koop ik bijvoorbeeld altijd mijn brood en bij een ander winkeltje mijn water. Ideaal alles zo dichtbij! Daarnaast staan er ook veel mensen, vaak kinderen, langs de weg dingen te verkopen. De mensen leggen hier geen voorraden, lang niet iedereen heeft een vriezer, de meesten wel een koelkast. Aan de andere kant is het ook helemaal niet nodig als alles zo gemakkelijk te krijgen is. Het is normaal dat kinderen hier op een jonge leeftijd al werken. Een bak met zakjes water dragen zij gemakkelijk op hun hoofd en verkopen dit. Ik snap dit wel, het is sneu, maar aan de andere kant hebben ze nu waarschijnlijk iets meer eten op hun bord liggen. De staatsschool is voor kinderen gratis, de regering heeft nu ook de middelbare school gratis gemaakt, zei mijn collega. Hierdoor is er meer kans dat mensen geld hebben voor het tertiair, een studie. Er zijn veel privéscholen, dit zijn de betere scholen. Natuurlijk gaan hier alleen rijke kinderen heen. De scholen in de dorpen blijken helemaal slecht te zijn. Gloria heeft bijvoorbeeld op een school in het dorp gezeten. Zij kan slecht lezen en haalt maar weinig toetsen op de staatsschool. Ze is al een aantal keer blijven zitten. Happy kan een stuk beter leren, maar heeft ook het geluk dat zij op een jongere leeftijd al naar een goede school kon gaan. Ook in het ziekenhuis zie ik de verschillen tussen niveaus. Mensen die goed zijn opgeleid, of in ieder geval de middelbare school hebben gedaan, verstaan beter Engels dan iemand die niet verder is gekomen dan de lagere school. Een goede opleiding is hier heel belangrijk, er is geen opvang netwerk van de overheid. Ik vind het verschil tussen inkomens echt groot. Alle kinderen dragen hier trouwens een uniform naar school. Elke school heeft zijn eigen uniform. Gloria en Happy wonen, zoals ik misschien al eerder vertelde, bij hun tante. In Ghana is het redelijk normaal om niet bij je ouders te wonen, maar bij familie. Soms wordt dit gedaan, omdat ouders willen dat hun kind naar school gaat in de stad. Ook worden kinderen opgevangen wanneer het gezin te groot is of ouders overlijden. Een collega haar kindje woont bij haar ouders, omdat zij geen tijd heeft om voor haar te zorgen. Ze woont alleen, omdat ze van de regering in dit ziekenhuis moest werken (je kan een aanvraag doen). Haar man woont in Kumasi. Ik hoor vaker dat een man en vrouw niet bij elkaar kunnen wonen i.v.m. werk. De meeste mensen hebben geen auto en op het openbaar vervoer kun je niet rekenen. Familie is hier enorm belangrijk. Iedereen wordt geacht elkaar te helpen. Studies worden bijvoorbeeld door rijkere ooms betaald. Wanneer iemand het moeilijk heeft, moet je bijschieten. Dat is ook waarom mensen niet graag sparen, als je geld hebt moet je helpen. Sommige beginnen bijvoorbeeld te bouwen aan een huis, zonder dat ze genoeg geld hebben. Hiermee zorgen ze er ook voor dat een ander hun stuk grond niet kan pakken. Het is lastig om te zien wie hier nou echt familie van elkaar is, iedereen noemt elkaar: sister of auntie. De kinderen noemen mij bijvoorbeeld ook auntie Daniëlle. Dit zeggen ze uit fatsoen. Behalve Huzeifa dan, die zegt altijd Daniëlle, al probeert Gloria haar nog steeds te leren dat ze auntie moet zeggen hahaha. In een gezin werken kinderen volop mee in het huishouden. Gloria staat soms al om 6 uur op, om het hele huis schoon te maken. Ik zie dit veel meer kinderen doen. Ook is het normaal dat anderen hun was bij haar brengen. Alle was wordt hier natuurlijk met de hand gedaan, super veel werk. Ze gebruiken hierbij grote schalen, deze staan op de grond. Ze gebruiken hier geen tafels. Ik kan me niet voorstellen dat zij geen last van hun rug krijgen, misschien nemen zij een betere houding aan. Ze drukken hun kont naar achter en buigen met een rechte rug naar voren. Gloria heeft mij al een aantal keer uitgelachen om mijn was kunsten. Ik moet ook toegeven dat zij hier een stuk beter in is haha. Ze zeggen me vaak dat ik niet gewend ben om zulk werk te doen, ze denken dat ik hier erg moe van word en blanken daar niet voor gebouwd zijn. Maar ik word toch al redelijk wat sterker door al dit werk, ik laat me natuurlijk niet kennen. Gloria vraagt mij heel vaak of ze iets moet dragen, wassen, afwassen etc. Eigenlijk laat ik dit haar nooit doen, zij doet al genoeg. Oke, mijn zakken met water laat ik haar weleens tillen, die zijn echt zwaar.. Zij gooit er zo twee op haar hoofd en loopt hier met gemak mee weg..

Zondag was ik pannenkoeken aan het bakken voor de kids. Ik wilde Happy één geven, maar die dingen zijn natuurlijk heet. Gloria zei meteen:’ Daniëlle you fear hot things’. Ja dat klopt Gloria, ik vind het knap hoe jij hete dingen kan vasthouden. Dit gaat niet alleen over pannenkoeken, maar ook over pannen, kolen etc. Nu is het niet zo dat Ghanezen zich niet kunnen branden. Heel veel kinderen branden zich, deze littekens zie ik ook in het ziekenhuis. Ik vind het wel grappig hoe Gloria om mij kan lachen, voor haar ben ik echt een softie. Ik bewonder haar, ik hoor haar nooit klagen en dat terwijl ze zoveel werk in huis verricht. Mathilda zie ik enkel eens koken en Huzeifa verzorgen. Over eten gesproken. Typisch Ghanees eten is: banku, fufu, jollof rice, fried rice, rijstbal in pindasoep. Banku en fufu is beide een witte ‘deegbal’, alleen is het van verschillende producten gemaakt. Banku heb ik al eens gegeten, het deeg is wat zuur. Het blijkt dat banku is gemaakt van maispoeder, dit doen ze met water in een pan en koken ze tot er een dikke pasta overblijft. Ze bewaren het in zakjes en dit kan je later eten. De fufu is gemaakt van cassava en plantain (bak bananen). Beiden wordt eerst gekookt en vervolgens wordt de plantain fijngestampt. Als dat is gebeurd gaat de cassava erbij en dit wordt ook gestampt. Ik zie een groepje mensen dit elke ochtend doen, als ik van mijn werk kom. Eén Iemand staat met een houten stok/boomstam en laat deze steeds vallen in de substantie, de andere verlegd de substantie tussendoor. Deze twee gerechten eet je met een soep, de soep is erg slijmerig. Je pakt een stukje van de deegbal en doopt dit in de soep, vervolgens mag je niet kauwen, maar moet je het in één keer doorslikken. Ik vroeg waarom, ‘anders proef je de zure smaak…’ Fufu wil ik ook zeker nog proeven voor ik weg ga, dus jullie horen nog wel hoe ik dat vond! Jollof rice is een stuk lekkerder! Dit is rode rijst (door de tomaten) met wat groentes erdoor. Fried rice is gewoon gekookte rijst met bijvoorbeeld een stuk kip. De rijstbal in pindasoep heb ik zelf niet gegeten, maar andere vrijwilligers wel. Zij waren er niet heel enthousiast over.
’s Ochtends eten de mensen hier: bofrot, brood, bonencake etc. Bofrot eet ik regelmatig, dit is de oliebol. Dit wordt hetzelfde gemaakt als in Nederland. Je hebt ook de rocky buns, dit zijn meer wat hartigere oliebollen met een knapperigere korst. Deze vind ik ook erg lekker. Daarnaast zie ik vaak mensen 's ochtends op een stokje knagen, dit is net als tandenpoetsen en zou best lekker moeten zijn... Mensen doen hier wel gewoon aan tandenpoetsen hoor.
’s Middags gaan ze al aan de warme maaltijd. De tijden van de maaltijden snap ik niet helemaal. Ze kunnen hier ’s middags 4 uur warm eten bijvoorbeeld, maar ook om 11 ’s ochtends zie ik ze rijst eten. Ze eten alles met hun handen, naja met één hand, de andere houden ze schoon. Eerst kneden ze hun stukje eten en dan gooien ze het zo naar binnen. Alleen in een restaurant gebruiken ze mes en vork. Ze eten niet aan tafel, maar op de grond. Als er wat naast hun bord valt, eten ze ook gewoon op. Ja, je moet hier van de vloer kunnen eten, gelukkig maakt Gloria alles zo goed schoon. De

pannenkoeken aten ze ook met hun handen. Nu deed ik dat vroeger ook, maar hun doen dit op hun Ghanese manier. Ze kneden ook eerst een stukje pannenkoek, net als de taart die ik hen eens gaf. Zeiden ze vroeger niet altijd: ‘goh die kan lekker eten’, als iemand met z’n handen at? Zo bekijk ik het hier ook maar. Mijn collega’s zeggen dat ik vaak brood eet, maar ik heb ’s middags echt nog geen trek in rijst. Een beef pie gaat er wel in. Dit is een soort appelflap, maar dan hartig en met vlees erin. Ghanezen zijn volgens mij niet zulke zoete kauwen, toen ik mijn collega eens een stroopwafel liet proeven, vond ze deze wel heel zoet! De kinderen houden wel van snoepjes, deze neem ik regelmatig mee. Drinken doen ze uit zakjes. De zakjes water bijvoorbeeld. Veel mensen drinken malt. Deze frisdrank zit vol met ijzer en smaakt hier ook naar. Een goede manier om de bloedarme tegen te gaan, waar veel mensen last van hebben. Ik vond dit echt niet lekker, net alsof ik bloed aan het drinken was. Daarnaast drinken ze ’s ochtends vaak millet porrigde. Dit is een bruin/witte substantie die in boterhamzakjes verkocht wordt. Hier kan je, net als de zakjes, uit drinken. De millet porrigde wordt gemaakt van gierst en nog een aantal andere specerijen. Ik heb dit laatst eens geproefd, maar vond het niet zo lekker. Het drinken uit de zakjes is trouwens wel handig, scheelt weer een glas schoonmaken. Helaas zorgt het wel voor enorm veel plastic vervuiling. Daar zorgen niet alleen deze zakjes voor, bij alles wat je koopt krijg je een plastic zakje. Overal ligt plastic, iedereen gooit het op straat. Toen wij van Accra naar Cape Coast reden, zagen we geregeld een bosbrand, niemand die ernaar omkeek. Niet gek met al dat plastic in een brandende zon. Dan ontlasting. Plassen doen ze hier over het algemeen niet op de wc. Ondanks dat wij een wc in ons huis hebben, zie ik ze vaak naar de douche lopen of voor huis door hun hurken zakken. Zelf ging ik eens naar een openbare toilet in de stad. Dit was een gat in de grond, ik had twee kleine houtjes om mijn voeten op te zetten, lucky me.. Op zich is het best te doen.. Ik had er een foto van moeten maken haha. Toiletten in restaurants zijn vaak normaal. Ontlasting kan ook op deze manier, maar gelukkig gebruiken de meeste mensen hier wel een wc voor of zetten een krukje boven het gat. Op de afdeling hebben mensen een emmer mee, waar ze hun behoeft in doen en in over geven (tussendoor wordt hij wel geleegd door familie). Ik heb het trouwens met nog nooit zoveel mensen gehad over de grote boodschap haha. Elke vrijwilliger begint hier wel een keer of 3 over. Hoe vaak doen jullie het? Al aan de snelle geweest? Heel interessant… Voor mij? Ik ben gelukkig nog niet aan de race geweest, hopelijk blijft dit de laatste week zo… Nu stop ik over dit vieze onderwerp. Het huis waar ik in woon is redelijk groot voor een gemiddeld gezin. De meeste mensen moeten met z’n allen op één kamer slapen. Wanneer ik met een trotro door de dorpen reed, zag ik daar de Afrikaanse hutjes die we kennen. Ik heb hier nog geen huis gezien met meerdere verdiepingen. In de woonkamer staat vaak een bank, kasten, een tv meubel en een tv. Maar vaak geen tafel, stoelen o.i.d. De relaties zijn hier ook anders. Als ik zeg dat ik al een vriendje heb, wordt er altijd gezegd: ‘oh maar dat is maar een vriendje’. Een vriendje stelt hier helemaal niks voor, pas als je getrouwd bent, ben je echt bezet. Wanneer je ook maar even te lang met iemand staat te praten, vragen ze al of je met ze wil trouwen. Ze willen graag mee naar Nederland. Oke, dat is niet waar, dit vragen ze vaak al naar 10 sec. Negeren helpt niet, daarom zeg ik nu altijd dat ik al getrouwd ben. Volgens Mathilda willen mensen hier graag een witte partner, omdat ze zien dat ze daardoor een betere toekomst krijgen. Ze kunnen dan of naar dat land toe of een goed bedrijf opzetten. Ze denken echt dat in het westen een pot met geld staat. Het klopt wel dat je in Nederland meer geld kan verdienen dan hier. Ik leg ze altijd uit dat het niet zo mooi is als het lijkt. Veel dingen zijn bij ons een stuk duurder en daarnaast moeten wij meer aanschaffen. Toen ik vorige week mijn laptop mee had genomen naar het werk, zeiden ze natuurlijk ook: ‘hoe kom je daaraan?’ Ik heb ze uitgelegd dat ik hem echt zelf verdiend had en dat het daarnaast bijna onmogelijk is om naar school te gaan zonder dat je beschikt over een computer. Het is wel geinig om hen uit te leggen wat bij ons normaal is, ze kijken vaak erg bedenkelijk haha. Wat ik in Ghana als heel positief heb ervaren is de gastvrijheid. Mensen leven hier niet zo individueel als in Europa. Wanneer je eet, is het normaal dat je de mensen om je heen uitnodigt om mee te eten. Op het werk zeiden ze altijd tegen mij: ‘Daniëlle, you didn’t invite us?’, wanneer ik mijn broodje op at. Ik snapte dit nooit, want ik had toch maar twee broodjes bij me? Tot ik erachter kwam dat het hier normaal is om meer dan alleen voor jezelf mee te nemen. Ze vonden het maar gek dat wij alleen voor ons zelf eten meenemen. Daarnaast is het normaal dat je altijd elkaar groet op straat. Veel mensen roepen: ‘he, how are you?’ Daarnaast groet je de mensen die bijvoorbeeld bij je in de tuktuk stappen. Wanneer ik iemand niet groet op het werk, zeggen ze: ‘you didn’t greet us’. Ook als je weggaat wens je je collega’s een goede werkdag toe. Mensen die kleertjes van me krijgen zeggen altijd: ‘god bless you’. Ook collega’s zeggen dit vaak aan het einde van de dienst. De kleertjes zijn bijna allemaal op! Ik denk dat ik wel meer dan 100 baby’s heb kunnen aankleden.

Begin vandaag nog!

Waar wacht je nog op? Leg je avonturen vast in een digitaal dagboek dat je kan delen met vrienden en familie. Wissel op elk moment tussen verschillende apparaten. Ga aan de slag in onze online applicatie.