De overtreffende trap.

06.11.2016

De afgelopen dagen bestond uit slapen, werken, eten en weer slapen. Het is druk, de complicaties rijzen de pan uit. Is het geen bloeding dan wel een torenhoge bloeddruk of reanimatie, maar niets kan op tegen afgelopen nacht. Als ik er nu aan terug denk dan voel ik de wanhoop van de momenten weer terugkomen.

Nadat ik me had omgekleed en de zaal opliep was ik direct geshockeerd. Afgelopen vrijdagochtend had ik vliezen bij een meisje gebroken omdat ze bleef hangen op zes centimeter ontsluiting. Met dat ik de vliezen brak kwam ik erachter dat het meconiumhoudend vruchtwater was. De studenten uitgelegd dat we nu toch wat alerter zouden moeten zijn, niet weten dat de avondploeg kwam, de nachtploeg kwam, de ochtendploeg kwam, de avondploeg kwam en haar aan haar lot hadden overgelaten. Wij als nachtploeg waren verbijsterd. Hoe hebben ze dit meisje kunnen missen? Haar vliezen waren ondertussen meer dan 36 uur gebroken. Ik besloot om haar te onderzoeken en dan toch maar de dokter te bellen. Bij voorbaat voelde ik me al schuldig, want hij was de hele dag in het ziekenhuis en nu pas komen we met deze casus aanzetten. Bij het inwendig onderzoek had ze op wonderbaarlijke manier volledige ontsluiting en heb ik haar wat medicatie gegeven om de contracties wat sterker te maken. Gelukkig had ze nog kracht om te persen en maakte de baby het goed. Mijn ongeduldige collega's wilden echter ondanks de goede harttonen mee-duwen op de buik. Ik wilde het niet, maar kon ze op een gegeven moment ook niet meer tegenhouden. Er werd een zoon geboren, toch onverwacht met een hele slechte start. Een baby die stonk. De geur was vreselijk, waarschijnlijk omdat een infectie zich had ingezet. Samen met mijn collega kregen we de baby stabiel. Als dit maar geen voorteken zou zijn, want de afgelopen dagen hebben we gekke dingen meegemaakt. De dokter zei al als Adiza en jij dienst hebben is het altijd raak.

Ondertussen bevielen er wat vrouwen gewoon normaal en was het superleuk om de studenten te begeleiden bij hun eerste bevallingen. Deze studenten waren speciaal gekomen, omdat ik nachtdienst had. Tijdens de nacht is het qua studenten niet zo druk en kunnen ze gewoon meer doen.

Tegen elf uur kwam er een vrouw de afdeling op. Toen ik de kaart las schrok ik, want ze was pas 29 weken. Maar goed er van uitgaand dat het vals alarm was heb ik haar onderzocht. Nu vond ik de buik wel weer groot voor 29 weken en wat bleek de vrouw verwachtte een tweeling. Toen ik het inwendig onderzoek deed, voelde ik iets dat mijn vinger begon te grijpen. Ik dacht bij mezelf, nee, niet weer een armligging, maar wist wel gelijk dat deze baby nog levend was. De vrouw had ontsluiting en zou gaan bevallen bij dit termijn. Omdat het mijn casus was moest ik de dokter wakker bellen. Ik vroeg hem of we de vrouw moesten doorsturen naar het andere ziekenhuis, maar hij zei dat we haar niet door konden sturen voor een keizersnede, dat ze daarmee gedoe zouden krijgen, dus dat de keizersnede in ons ziekenhuis gedaan moest worden en dan eventueel naar de conditie van de baby's gekeken zou worden. De regels zijn hier meer belangrijk, dan de gezondheid of de mogelijkheid van ondersteuning voor de baby's. We moesten haar klaarmaken voor een operatie terwijl hij onderweg was naar het ziekenhuis.
In het ziekenhuis bevestigde ook hij dat het een armligging was.

Opvang van prematuren, mijn collega wist wel wat ze me aandeed. Ik grapte nog tegen de dokter. Die keizersnede is het probleem niet, jij geeft de kinderen aan mij en ik moet het oplossen. Alsof je toch op de een of andere manier een voorgevoel hebt. Dit termijn is kwetsbaar.
Met dat de arts begon te snijden heb ik snel mijn collega erbij geroepen. Als er een beademend moest worden zou ik geen tijd hebben voor de tweede baby. Beide baby's werden geboren, vechtend voor hun leven. Nadat de baby's enigszins stabiel waren rende Adiza naar de neonatologie en ik naar de labourward. Er van verzekerd zijnde dat we allebei zuurstof hadden. Dit had ik namelijk al van te voren snel uitgezocht. Ik had het eerste lid van de tweeling en moest het de eerste 20 minuten ondersteunen met de ademhaling, zolang ik dit deed bleef de kleur mooi, stopte ik trok het jongetje wat grauw weg. Het zweet zat overal, want je weet dat als je stopt je het leven van het kind misschien verliest. Nadat het een tijdje bij ons aan de zuurstof had gelegen moest het naar de neonatologie om onder de warmtelamp te liggen. Het kind tegen me aan en naar de neonatologie gerend, daar lag de andere tweeling enigszins stabiel. Het tweede baby'tje was een meisje, en meisjes zijn vechters.
Met dat ik op de zuurstof aan het wachten was, stopte mijn baby met ademhalen. Als een malle zocht ik de ambu en begon weer met de beademingen. In eerste instantie leek het niets uit te werken, maar er was hartslag dus ik wilde niet stoppen. En na 5 minuten begon het kindje weer zelfstandig naar adem te happen en was het weer mooi roze van kleur. Het liefst had ik hem heel de nacht ondersteund met de ademhaling, maar dit zou onmogelijk zijn, omdat mijn afdeling druk was. De baby's moesten eigenlijk weg van deze plek, maar het was nacht. Waarschijnlijk zouden ze de rit naar het andere ziekenhuis ook niet overleven, omdat ze zuurstof nodig hadden.

We dachten dat we het nu wel gehad zouden hebben, maar terug op de afdeling waar ondertussen nog een kind geboren was dat het niet helemaal lekker deed, gingen we verder. We konden geen baby's naar de neonatologie meer brengen, de plaats was vol. Ze hadden onze eerste baby al terug gestuurd, gelukkig wel antibiotica gestart. Toen de arts er was hebben we die laten voorschrijven.

De vrouw die als laatste bevallen was, haar kindje had een zagende ademhaling. Adiza vroeg me er even naar te kijken en toen ik het kind oppakte voelde het koud aan en de kleur, grauw/bleek. Ik controleerde de temperatuur en wist het meteen 34.3 graden. Dit kind had warmte nodig, een lamp, medicatie en zuurstof. Ondanks het feit dat de Neonatologie vol lag besloot ik dit kind te brengen, het was te ziek. Daar aangekomen werd me meteen gezegd dat er geen plek was en ik begon zo boos te worden. Ik zei, waarom haal je dan niet een van de bedjes leeg van een kind dat het al beter doet. Zie je niet dat dit kind ziek is, dat we geen tijd te verliezen hebben? Uiteindelijk kreeg ik haar zover om de weegschaal uit een bed te halen en het kind erin te leggen. Zij wilde het terug sturen, omdat het onze baby was? Snapt ze dan niet dat dit de neonatologie is. Dat zij verantwoordelijk zijn voor de levens van pasgeborenen. Onze taak is de bevalling begeleiden.
Stampvoetend ging ik terug naar de afdeling komt ze twee tellen later doodleuk met het kind aanzetten. Ik griste het kind uit haar handen en legde het aan de zuurstof, voordat ik ook maar iets zei. De kleur van het kind werd steeds bleker en grauwer. Ze begon in de lokale taal tegen mijn collega te praten. Ondanks dat ik niet eens verstond wat ze zei, wist ik het wel. En ik besloot te vechten voor deze baby. Ik zei als jullie niks kunnen doen is het dan niet jullie taak om door te verwijzen. Nee, want wij zouden een dokter moeten bellen? Ik was zo boos (en mijn collega ook) dat we op de afdeling waar alle cliënten bij waren ruzie stonden te maken. Of naja ik wil het niet eens ruzie noemen want dit was een zaak van leven en dood. Het kind ging achteruit. Ik wilde er een einde aan maken en zei: 'Goed he, als jullie dus niks met dit kind doen laat ik het hier niet dood gaan. Zie je dan niet dat dit een baby is, een mens?' Ik ga naar het referral ziekenhuis dan maar zonder verwijsbrief. Ik laat het kind niet dood gaan. De arts had namelijk ook pas terug tegen mij gezegd dat als het echt nood is ze dit zullen begrijpen.
Buitengekomen kwam ik de andere collega van de neonatologie tegen. Snel zei ik dat ik het wel overnam, als hun het kind zouden laten overlijden. Rennend met tranen over mijn wangen naar de straat gerend. Het was 3 uur 's nachts en ik hoopte maar dat ik een taxi zag. Aan de ene kant van het ziekenhuis was niets, dus ben ik naar de straat gerend op weg naar de taxiplaats. De eerste moterbike heb ik aangehouden en gesmeekt me zo snel mogelijk naar de taxi's te brengen. Daar aangekomen heb ik de taxibestuurder weer gesmeekt met me mee te gaan. Ze zagen dat het menens was. Gelukkig had mijn collega het kind klaargemaakt voor vertrek en heb ik het kind zo dicht mogelijk tegen mij aangehouden en zijn we met een vaart naar het grote ziekenhuis gereden. Telkens even knijpen en schudden om er zeker van te zijn dat het kind nog leefde.
Toen ik daar aankwam vroegen ze in eerste instantie niet eens naar mijn verwijsbrief. Het enige waar men zich druk om maakte was het leven van de baby. Binnen no time stond er een dokter bij het kind en drie verpleegkundigen. De saturatie was 22-38%, de temperatuur was 34.3 graden en het enige wat ik kon doen was hopen en bidden dat we op tijd waren. De arts vroeg me wat er gebeurd was. Het enige wat ik hem kon vertellen is dat de vrouw van de materniteit kwam, volledig ontsloten, maar waarschijnlijk lang gebroken vliezen heeft gehad, gezien ook de hoofd huid wat vervelde van de meconium. Ik bood mijn excuses aan voor het feit dat de verwijzing er niet was en beloofde hem dat die later zou volgen. Lang kon ik niet blijven, wat ik moest terug naar de afdeling. De taxi-chauffeur stond al die tijd buiten op mij te wachten om me terug te brengen.
De moeder kon niet mee naar het ziekenhuis want zei had na de bevalling een bloeding gekregen. Ik vertelde haar dat we voor nu gedaan hadden wat we konden en dat de dokter in het andere ziekenhuis nu voor de baby zou zorgen. Al sprak ze mijn taal niet, sprak ze geen Engels. Ze was me zo enorm dankbaar!
Op de afdeling bespraken we deze casus. We waren allemaal boos om het feit dat degene op de neonatologie niet de verantwoordelijkheid wilde nemen voor de baby. Deze nacht ben ik echt buiten mijn comfortzone getreden, maar mijn collega's zeiden ook. Dit is leven of dood. Je reageerde alleen maar menselijk. Als het mijn baby had geweest had ik ook gewild dat iemand zou vechten voor het leven van mijn kind. Dat besef hè.

Ik besloot even langs de neonatologie te lopen en daar aangekomen lag mevrouw lekker te slapen. Toen ik bij mijn tweeling keek, kon ik gelijk weer beginnen met de beademingen. Ik wilde de tweeling niet alleen laten, want ze zouden niet voor het jongetje zorgen. Ik wist dat we hem kwijt zouden raken. Zo klein, zo kwetsbaar en ik was moe, moe van alle emoties en spanningen van afgelopen nacht. Ik moest het zien los te laten, het jongetje achterlaten en vertrouwen dat ze wel zouden zorgen.

De bevallingen gingen verder op en aan. Gelukkig geen hele gekke dingen meer meegemaakt. Tegen de ochtend ging het kindje van de vrouw die als eerste bevallen is ook geluid maken en bij het controleren van de temperatuur was deze 39.2. Toch de dokter maar weer gebeld en hij zei dat we dit kind niet moesten houden op de afdeling. Daar hebben we de neonatologie voor. Uiteindelijk heb ik het kind daar gebracht en gezegd dat we het van de dokter niet bij ons op de afdeling mochten houden. Gelukkig waren we al gestart met de antibiotica en schreef de dokter nog wat andere medicatie voor. Deze baby zal het waarschijnlijk wel overleven. We zaten er bovenop.

Tegen zeven uur liep ik nogmaals de afdeling van de neonatologie op en tot mijn schokkende ontdekking was de baby waar we afgelopen nacht zo voor gevochten hebben overleden. Ik zag hem zijn laatste ademsnik geven en beademingen mochten niet meer baten. Omdat we afgelopen nacht de metingen niet verricht hadden moest ik dat nu nog doen. Het kindje had een gewicht van 1035 gram, in Nederland zou het, het gered hebben, maar hier is geen couveuse, geen normale beademingsapparatuur en geen zuurstofconcentratie meter. Deze plek is arm, hier overleven alleen de sterkste.

Toen ik naar huis liep kwam ik de dokter tegen die onderweg was naar het ziekenhuis. Hij zou de afwikkeling van de verwijzing van afgelopen nacht op zich nemen. Ik was uitgeput. Mixed feelings. Aan de ene kant gedaan wat we konden, maar aan de andere kant het was niet genoeg.

Begin vandaag nog!

Waar wacht je nog op? Leg je avonturen vast in een digitaal dagboek dat je kan delen met vrienden en familie. Wissel op elk moment tussen verschillende apparaten. Ga aan de slag in onze online applicatie.