Spring Break

Byron Bay/Surfers Paradise/Brisbane, 02.10.2017

Het is hier maandagochtend, 9 uur later dan bij jullie. Gisteren is in Sydney de klok een uur vooruit gezet, juist op het moment dat we allemaal onze slaap het allerbeste konden gebruiken: we zijn namelijk net terug van een heerlijke, maar doodvermoeiende week vakantie! Negen dagen lang zon en leuke dingen, die zo achteraf misschien wat moeilijk na te vertellen zijn. Toch ga ik mijn best doen, dus bereid jullie voor: dit wordt een lang verhaal!

Op vrijdagavond vertrokken we met de Greyhound bus richting het hippiedorp Byron Bay, wat volgens het reisschema zo’n 9 uur zou duren. Dat viel helaas nogal tegen, en na een heleboel tussenstops en pauzes kwamen we na 12 uur aan hobbelende wegen, snurkende medereizigers en 2 uur slaap voor mij aan op onze bestemming. Dat onze reis zo lang duurde en nogal slopend was, maakte ons nu niks meer uit: we dropten onze spullen bij het hostel en gingen rechtstreeks door naar onze eindbestemming voor de rest van de dag: het strand! Dat viel alleen nogal tegen. Er was aardig wat wind voorspeld, maar we konden ons niet voorstellen dat dat ons strand-plan zou schaden. Dus wel. De wind was zo ontzettend sterk dat we binnen een kwartier allemaal omgetoverd waren tot zandmannetjes en onze handdoeken niet meer te vinden waren onder de lagen zand. Als één van de enigen besloot ik vooral niet te klagen en lekker te blijven liggen tot de zon onder zou gaan, maar na een klein uurtje zaten niet alleen mijn bikini, handdoek en strandtas vol met zand, maar ook mijn oren, neus, ogen en elk mogelijk plekje in mijn mond. Tot zover onze stranddag, besloten we, dus gingen we terug naar ons hostel (dat gelukkig maar 5 minuutjes van het strand vandaan lag), en maakten we ons klaar voor een avondje uit. We gingen uit eten bij The Rails: een typisch Australische tent met dansende locals en live muziek. Het was er ontzettend druk, en dat bleek niet zonder reden: niet alleen was de sfeer erg gezellig, ook het eten mocht er wel wezen. Tonnetjerond gingen we vervolgens naar een feest wat blijkbaar één keer per maand plaatsvindt in Byron Bay. Het was een soort techno/hippie feestje; een wat aparte combinatie, die wel tot een erg leuke avond leidde!

De dag erna, zondag, hadden we wederom het plan om naar het strand te gaan. Wederom viel dit plan echter in duigen door de sterke wind, maar deze keer besloten we ons minder snel uit het veld te laten slaan. Bij ons hostel konden we bodyboards (een soort kleine surfplanken) huren, waarmee we de zee in gingen. De hoge golven en het koude water maakten dat we als een stel kleine kinderen stonden te springen, spetteren en gillen. Het bodyboarden zelf bleek niet eens zo makkelijk te zijn, maar met een beetje creativiteit lukt het ons om ons zelf op de planken te gooien en ons door de zee weer aan de kant te laten sleuren. Ik heb me prima vermaakt! Helaas werd de wind op een gegeven moment toch echt te sterk en de golven daardoor dan ook wel erg hoog, en dus besloten we onze stranddag tot een strandochtend te beperken, en gingen we ’s middags het stadje Byron Bay in. Ontzettend leuke winkeltjes en een heel relaxt sfeertje zorgden ervoor dat we iets te lang shopten, maar daarna stond er een coastal walk naar het befaamde Byron Bay lighthouse op de planning. Ook hier zorgde de wind voor nogal wat hilariteit en ontzettend mooie foto’s met vliegende kleren en waaiende haren, maar de uitzichten waren adembenemend. Net als zo’n beetje elk stukje kustlijn in Australië, is ook de kust van Byron Bay geweldig. Op de route naar het lighthouse lag het meest oostelijke puntje van Australië. Hier kun je dus ’s ochtends vroeg als eerste van heel Australië de zon zien opgaan! Helaas is ons dat niet gelukt (lees: 5 uur ’s ochtends opstaan), maar een klein beetje bijzonder was dit plekje wel. Ook het lighthouse bleek niet voor niets zo bekend te zijn: niet alleen is het een heel schattig en typisch vuurtorentje, maar ook heb je vanaf hier uitzicht op zowel het oosten als het westen van Byron Bay, met in het oosten de kustlijn en het westen een gigantisch national park. Dit was voor ons een prima plek om de zon onder te zien gaan! Terug in Byron Bay gingen we uit eten bij The Balcony, met uitzicht over het stadje. Echt stappen zat er voor ons deze avond niet in, maar in plaats daarvan besloten we optimaal gebruik te maken van de achtertuin van ons hostel en hier de hele avond spelletjes te doen.

Op maandag besloten we dat we niet wéér een poging op het strand wilden wagen, dus boekten we een bustour naar Nimbin: een mini dorpje zo’n 1,5 uur van Byron Bay vandaan, wat bekend staat om de hippies en de relaxte sfeer (denk: alleen maar stonede mensen die niet de moeite nemen om zich ook maar ergens druk om te maken). Hier gingen we heen in een klein hippiebusje dat bestuurd werd door onze chauffeur Zac, die ons aardig wat over de omgeving te vertellen wist. De bus zat vol met graffiti en stickers, en elke heuvel maakte dat we ons lichtelijk zorgen maakten over of we wel op onze bestemming aan zouden komen, aangezien het klonk alsof alle schroeven er op elk moment uit zouden kunnen vallen. Na een korte tussenstop bij een waterval in een klein regenwoud, gingen we met Bob Marley op de achtergrond door naar Nimbin, onderweg prachtige uitzichten van het Australische landschap passerend. Nimbin zelf viel nogal tegen. Het waren slechts twee straten met mensen die knetterstoned waren, en helaas niet van het gezellige soort, maar meer de chagrijnige en achterdochtige hippies die je nauwelijks gedag durfden te zeggen uit angst dat je een undercover politieagent was die wilde achterhalen waar ze hun wiet gekocht hadden. Jammer. Gelukkig hoorde er een barbecue bij ons arrangement, en onze Zac heeft ons goed verwend met een heerlijke hamburger. ’s Avonds besloten we wat geld uit te sparen door zelf te koken (wat heel wat jaloerse gezichten van onze mede-hostelbewoners opleverde: “Wow! Those Dutchies can cook!”), en gingen we naar een silent disco. Voor mij mijn eerste silent disco. Ik vond het het eerste halfuur dan ook behoorlijk ongemakkelijk en lachwekkend om iedereen met een koptelefoon op een totaal ander ritme te zien dansen en kneitervals te horen meezingen, maar het duurde niet lang voordat ik hier zelf ook bij aansloot. Al met al een erg leuke avond!

Dinsdag mochten we weer onze geliefde Greyhound-bus in, op weg naar de volgende bestemming: Surfers Paradise aan de Gold Coast. Na 2,5 uur hobbelen kwamen we op onze bestemming aan en gingen we meteen door naar ons appartement. Al hadden we slechts twee dagen uit onze backpacks geleefd, nu al voelden we ons helemaal gelukkig met een plekje voor ons zelf, inclusief eigen badkamers en kledingkasten om onze spullen even écht uit te kunnen pakken. Het appartement had uitzicht aan twee kanten: vanaf het balkon keek je uit op de hoogbouw van Surfers Paradise, met daarachter de zee, en door de ramen aan de achterkant van ons appartement zagen we de rivier en de andere kant van de stad. Niet verkeerd! Surfers Paradise is totaal anders dan het Australië dat we tot op dat moment gezien hadden. Het deed me eerder denken aan Lloret de Mar in het gigantisch, en dan met enorm hoge gebouwen. Het is er behoorlijk toeristisch met boulevards vol mannen die je lichtgevende vliegtuigjes en armbandjes willen aansmeren, en proppers die je hun club in wilden krijgen. Toch vond ik dit ook wel weer even leuk: dit voelde een stuk meer als de vakanties die ik gewend was! Het weer was ook hier helaas weer niet wat we verwacht hadden, dus besteedden we slechts een uurtje aan het strand, waarna we gingen uit eten, wat rondstruinden door de drukke straatjes en eindigden met een spelletjesavond in ons appartement.

Tot op dat moment hadden we wel een beetje geklaagd over het feit dat we nog geen echte stranddag gehad hadden vanwege het weer, maar eigenlijk mochten we helemaal niet klagen, want naast de wind was de zon wel permanent aanwezig. Op woensdag was dit echter niet meer het geval, en behalve een flinke bewolking, kregen we op deze dag ook te maken met wat regendruppeltjes. ’s Ochtends had ik het zwembad bij ons appartement ontdekt en besloot ik om wat baantjes te gaan trekken, wat ik vanaf toen elke ochtend vóór het ontbijt deed. ’s Middags wilden we als echte Hollanders onze Denen, Duitsers en Belgen wel even leren hoe je een stad het best kon verkennen: we huurden de meest gammele fietsen ooit en crossten 4 uur lang rond langs de kust als een stel debielen op kinderfietsjes. Aangezien Australië niet erg fietsvriendelijk is, moesten we goed opletten, maar na een tijdje kwamen we aan bij een National Park waar we maar liefst 20 minuten konden besteden, voordat we met een gigantische snelheid terug moesten om onze fietsen net vóór sluitingstijd weer in te leveren. Ondanks de korte tijd in het park, hadden we wel even een erg mooi uitzicht over de zee met Surfers Paradise op de achtergrond, en spotten we vanaf het lookout point nog een aantal walvissen. ’s Avonds maakten we flink gebruik van ons appartement en ik kan dan ook wel stellen dat we Open Huis hadden. Via via werden er een heleboel mensen uitgenodigd en samen aten we tapas, deden we spelletjes en maakten we nét iets te veel lawaai voordat we gingen stappen. Er werd ons een geweldige club aangeraden waarvoor we veel te lang in de rij stonden en veel te veel entree betaalden, maar gelukkig bleken de DJ’s zo geweldig te zijn dat ze elk liedje maar liefst 5 seconden draaiden, en bleken de mensen van het Sunny Beach-soort te zijn dat al lam was voordat ze naar binnen gingen. Niet helemaal ons idee van een leuke club, dus. Zelfs al beseften we na twee minuten al dat we totaal overdressed waren tussen alle jongens in tijger-onesies en minijurkjes en barvrouwen die slechts in nietsverhullende bh’s rondliepen, wisten we het hier een hele avond vol te houden en hadden we het nog naar onze zin ook!

De dag erna besloten we dat het nodig was om een uitbrak-dagje te houden. Een deel van ons clubje ging naar een national park, maar daar had ik minder veel zin in. Eindelijk kon ik dus mijn stranddagje inlassen! Ook ’s avonds hadden we nog maar weinig zin om actief te zijn, en we besloten een televisie avondje met zelfgemaakte avocado-gezichtsmaskertjes (geen aanrader) te houden. Onze enige jongen van het groepje had die dag zijn terugkeer naar Sydney gemaakt, en met voor hem in de plaats een nieuwe meid in ons clubje besloten we er een typische meidenavond van te maken. Gezellig!

Op donderdagochtend stonden we héél vroeg op om nog één keer van het zwembad te kunnen genieten voordat we ons hachje moesten pakken en naar Brisbane gingen! Bij aankomst bleek het hier maar liefst 36 graden te zijn, wat toch behoorlijk warm is in een stad die niet aan de kust ligt. Het enige strand dat in Brisbane te vinden is, is Street Beach: een klein strand in het midden van de stad. Hier wilden we natuurlijk wel even gebruik van maken! Street Beach bleek een toeristisch en klein boeltje te zijn, maar wel de ideale gelegenheid om even af te koelen. In Brisbane was gedurende heel september het Brisbane Festival, waarbij er langs de rivier hele avonden lang live muziek werd gespeeld en waar je kon genieten van lekker eten en héél veel lampjes in de bomen. Een ontzettend gezellig sfeertje hing hier, en met een ijsje in onze hand brachten we hier onze eerste avond in Brizzy door, voordat we vroeg naar bed gingen.

Vrijdag gingen we namelijk naar Stradbroke Island! Tijdens deze vakantie hebben we één ding geleerd: het is een must om dingen vooraf te organiseren. Het plan was namelijk in eerste instantie om naar Moreton Island te gaan, wat met de ferry ongeveer een uurtje van Brisbane vandaan ligt. Dit bleek echter alleen te kunnen met een geboekte tour, en laat die nou net allemaal vol zijn geboekt de dag vóórdat we erheen wilden gaan. Uiteindelijk bleek Stradbroke een mooi alternatief, waar we wel op eigen houtje heen konden. Onze organisatie bleek deze vakantie echter ook nogal een dingetje te zijn, en na maar liefst 4 uur reizen door niet aansluitende treinen en bussen en ferry’s die net voor onze neus vertrokken, kwamen we aan op het eiland. Het plan was om hier te gaan snorkelen, dus gingen we naar het Noorder punt van het eiland waar een prachtig lookout point was. Optimistisch als ik was ging ik als eerste het water in, maar daar ben ik wel even van terug gekomen toen ik door de Lifeguard op een speedbootje de zee uit werd gered. Embarrassing. Voor wie nog niet van een rip current gehoord heeft: het is een sterke stroming in de zee waardoor je weggesleurd wordt van de kant en er niet meer uit komt. En dat is dus precies waar ik middenin zit. Behoorlijke paniek maakte zich van me meester toen ik de rotsen steeds dichterbij zag komen en ik niet meer in staat was om boven water te blijven. Voor mijn gevoel uren later aan ‘help’ schreeuwen en zwaaien, kwam en surfer me ‘redden’, maar samen was het nóg moeilijker om eruit te komen. Het lukte me niet om op zijn surfplank te klimmen door de sterke stroming en alle snorkel spullen die ik nog vast had. Zelfs met redder nummer twee werd het geen succes, en uiteindelijk waren mijn vriendinnen gelukkig zo slim om de lifeguards in te schakelen, die me op niet al te charmante wijze (denk: spartelend op een boot proberen te klimmen, voorover erin kukelen, op de rand proberen te zitten en vervolgens er achterover weer vanaf donderen) het water uit takelden. Ik ben nog nooit zo blij geweest om weer veilig aan wal te liggen! De zee ben ik die dag dan ook niet meer in geweest, maar gelukkig heb ik wel nog even van het zonnetje en de prachtige uitzichten kunnen genieten voordat we weer terug gingen naar Brisbane. Oh ja, en eindelijk heb ik mijn kangoeroe-in-het-wild gespot!!



Het verstandige deel in mij heeft de hele vakantie mijn financiën bijgehouden. Het gestresste deel in mij kreeg daardoor echter nogal wat paniek en op de laatste dag besloot ik dan ook om mijn geld niet meer uit te gaan geven aan dingen waar ik zelf niet 100% achter stond. Een deel van ons groepje wilde gaan kajakken, maar dat sloeg ik over en met de andere helft van de club besloten we nog even Brisbane te gaan verkennen, aangezien we dat voor ons gevoel nog niet echt gedaan hadden. Het was de laatste dag van onze vakantie en mijn bankrekening begon het nogal benauwd te krijgen, dus was ik dan ook erg blij toen ik zag dat we met een (gratis!) ferry de rivier over

konden varen om vanuit hier een stukje Brisbane te zien. Dit stelde echter niet veel voor en ik kan dan ook niet zeggen dat ik veel wijzer ben geworden, maar het was wel fijn om even lekker niets te doen en slechts van het uitzicht te genieten. ’s Middags besloot het weer dat aangezien we toch naar huis zouden vliegen, het net zo goed mocht gaan regenen, en dat maakte onze laatste uren in Brisbane helaas net wat minder leuk dan wat we gehoopt hadden. Na wat rondgezworven te hebben over een marktje, lekker geluncht te hebben en nog wat winkels in en uit te zijn gelopen, was het toch echt tijd om de stad gedag te zeggen, naar het vliegveld te vertrekken en een einde te maken aan onze vakantie.


Uitgeput ben ik gisteravond mijn bed in gedoken en heb ik voor het eerst in lange tijd weer eens uitgeslapen vanochtend. Het was al met al ook wel een vermoeiende week met veel activiteiten, en de mensen waarmee je reist blijven natuurlijk mensen die je slechts twee maanden kent. Toch kan ik zeker zeggen dat ik heb genoten en weer een beetje opgeladen ben voor de laatste paar weken op de uni! Nu ik zie wat ik allemaal getypt heb, voel ik wel even de behoefte om me nogmaals te verontschuldigen: sorry voor dit lange verhaal, de volgende keer zal het zeker korter worden. Dat is dan ook niet moeilijk, aangezien mijn planning vanaf nu weer alleen maar uit de bieb en de uni bestaat. De komende vijf weken worden weken vol stress, assignments en presentaties, maar dan zit het semester er ook alweer op. Dan nog een aantal tentamens, maar over twee maanden moet ik alweer gedag zeggen tegen USYD en is het tijd om verder te reizen. Nu kan ik terugkijken op een heerlijk weekje vakantie, en met 6 weken reizen als eerstvolgende vakantie in het vooruitzicht, heb ik weer wat nieuwe motivatie gevonden om knallend het laatste deel van het semester in te gaan. Wel ga ik nu ook zeker weer tijd vrij houden voor leuke dingen tussen het studeren door, en dat moet vast ook wel lukken, want ook al heb ik net een prachtig stukje van de oostkust van Australië gezien, toch is het fijn om weer ‘thuis’ te zijn in Sydney. Home sweet home, op naar een nieuwe week!

Get started right away!

What are you waiting for? Capture your adventures in a digital diary that you can share with friends and family. You can switch between any of your devices anytime. Get started in our online web application.