Great Ocean Road 23 - 28 maart

Pennyroyal, Port Fairy, 28.03.2019

Na wat strubbelingen om de stad uit te komen (we stonden weer bij het verkeerde filiaal van Europcar (city filiaal op de voucher betekent dus niet hetzelfde als het filiaal city, grrrr)), gaan we op weg naar de Great Ocean Road. We hebben de grootste SUV tot nu toe, helaas zonder piepjes, gelukkig verlaten we de grote stad en op het platteland zal parkeren niet zo'n probleem zijn.

De Great Ocean Road begint officieel bij Torquay, een paradijs voor surfers. We hebben mazzel met het weer. Na een regenachtige ochtend in Melbourne is de lucht helemaal opengetrokken en schijnt de zon mooi op de ruige kustlijn, waar de roodkleurige rotswand in het water glijdt. Dit is bij Point Addis, vlak na Anglesea, vanaf waar de weg langs de kust loopt. We stoppen nog even bij Aireys Inlet en

zien mensen genieten van de zee en het strand in een mooie baai, met op de achtergrond een van de historische vuurtorens die langs deze kust staan. De volgende plaats is Lorne en hier doen we boodschappen, omdat onze accommodatie zich zo'n 20 km verderop in het gehucht Pennyroyal in het binnenland bevindt. Daar is geen winkel te bekennen.

Onze host Christine wacht ons met haar auto op bij de entree van hun landgoed (farm). We moeten haar ongeveer 1 km volgen. Het is kruip door en sluip door door de weilanden. We komen uiteindelijk aan bij een liefelijk klein huisje met uitzicht over de vallei. Christine en haar man Brett zijn 20 jaar geleden uit de grote stad hier naartoe verhuisd en hebben alles zelf gebouwd en aangelegd. Om te beginnen 80000 bomen en struiken. Toen heel klein en nu volwassen. Erg indrukwekkend. Dit heeft geleid tot een grote toename van de vogeldiversiteit. Koala's zijn hier misschien ook te zien. Het stel heeft een voorliefde voor Japan. Dit vind je terug in het huisje (Japans dompelbad) en op het terrein (Japanse theehuisjes). We worden ook meteen uitgenodigd om de volgende dag het jaarlijkse festival van Deans Marsh (het plaatsje vlakbij Pennyroyal) te bezoeken.

De volgende dag gaan we eerst een kijkje nemen in het plaatsje Forrest. De uitgang van het landgoed vinden blijkt ingewikkelder dan

gedacht, maar uiteindelijk toch gevonden. Forrest is het mountainbike knooppunt van Victoria en daar is handig op ingespeeld met een koffietent en een brouwerij. Je kunt ook een historische route door het plaatsje lopen, waar plaquettes iets over de geschiedenis van Forrest vertellen. We bekijken er een paar, maar het is moeilijk bedrijvigheid voor te stellen in een plaatsje waar nu totaal niets gebeurt.

We besluiten snel door te gaan naar het festival in Deans Marsh. Met een donatie van een goudkleurige munt (1 of 2 dollar coin) kom je binnen. Meteen een gezellig praatje en onze eigen postcode in Rotterdam opgegeven om mee te dingen met de prijzen, wat later o.a. een trip naar Bali blijkt te zijn, helaas niets gewonnen. Het festival is een beetje te vergelijken met onze dorpse Koningsdag. Er worden lokale producten verkocht, er zijn eettentjes, kinderen kunnen een rondje op een pony rijden en meedoen aan een hardloopwedstrijdje. Gezellige en gemoedelijke sfeer van ons kent ons. Voor ons is het ook 'mensen kijken'. Farmpeople, waarbij met name de jongeren er wat smoezelig uitzien. Er is ook een podium waar bands optreden. De eerste band heet Mountain Grey.

Ze spelen een soort mix van blues, swamp-rock (voor de kenners: Tony Joe White) en country zonder steelguitar en banjo. De stem van de zanger lijkt op die van Lou Reed. Niet slecht dus. Hierna komt een bekende Aboriginal zanger, dus we gaan er eens goed voor zitten. Kennelijk moet je lokaal ingevoerd zijn, want het valt nogal tegen. Veel onsamenhangend gepraat en de zang is ook niet best. We besluiten dit optreden niet uit te zitten en gaan richting ons huisje. De wind begint aan te trekken, er is slecht weer voorspeld, ook al is het nog stralend blauw.

In de loop van de avond begint het steeds harder te waaien en voordat de zon onder gaat is het al helemaal dichtgetrokken en kondigt het onweer zich aan. Nog nooit zo'n lichtshow aan de hemel gezien. We verbazen ons erover hoe snel het soms gaat. Het ene moment is het droog en het andere moment stortregent het gigantisch. 's Nachts stormt het enorm, het huisje trilt op zijn grondvesten. In de loop van de ochtend neemt de wind iets af. Het is ook meer dan 10 graden kouder dan de dag ervoor. Buien en zon wisselen elkaar af en we gebruiken de dag om de rest van de trip langs de Great Ocean Road voor te bereiden.

Omdat we veel zullen stoppen onderweg vanwege de vele uitzichtpunten en vanwege de afstand vertrekken we al om half 8. Het deel van de Great Ocean Road tussen Lorne en Apollo Bay is volgens de Lonely Planet het mooiste, maar daar kan je van mening over verschillen. Ja de uitzichten zijn mooi en ja de golven zijn hoog, maar het is ook een beetje hetzelfde. De stop in Kennett River moet zicht op koala's opleveren maar die slapen blijkbaar nog. Na Apollo Bay meandert de weg via een rain forrest het binnenland in om bij Glenaire weer langs de Pacific Ocean te gaan. Deze is behoorlijk woest want het waait na de storm van gisteren nog behoorlijk.

Het wat voor ons het mooiste gedeelte van de Great Ocean Road blijkt te zijn begint met de Gibson Steps naar het strand, waar het eerste zicht op de 12 Apostelen daar is. Plus een woeste zee, dus tijdens het fotograferen loopt het water letterlijk in onze schoenen.
Die 12 Apostelen zijn er overigens lang geen 12, ook nooit geweest.

Daarbij is het aantal dalende, omdat erosie van de losstaande rotsen door de zee en de wind af en toe leidt tot het instorten van zo'n rots en dan is er dus een Apostel minder. Maar als je ziet met welk geweld er op de bestaande kusten (vergelijkbaar met de kliffen in Engeland) wordt gebeukt, dan is het een kwestie van tijd voordat er weer een nieuwe bijkomt. De naam '12 Apostelen' is trouwens in de jaren 60 verzonnen door een slimme Aussie, die dacht dat die naam voor een paar rotsen in zee wel toeristen zou trekken. Nou gezien de bussen vol Chinezen is dat goed gelukt.

Na de 12 Apostelen volgen nog fraaie stops bij o.a. The Arch en The Grotto. Echt spectaculair om dat allemaal te mogen zien. Daarna wordt het rustiger en kwa landschap ook een stuk saaier, dus we zijn blij als we in Port Fairy aankomen. De zee hoeven we niet te missen, want we zitten met onze kamer pal aan het strand.

Woensdag lijkt het wat beter weer te worden. De wind is gaan liggen en de zon breekt door. Omdat morgen echt mooi (strand)weer wordt voorspeld gaan we er vandaag toch even op uit. Naar Tower Hill Reserve, een natuurpark in de buurt. Je kan er een paar kleine wandelingen doen, niet te zwaar.

Zonder al te hoge verwachtingen stappen we uit en zien een paar mensen met en zonder hun fototoestel wijzen naar de kruin van een boom. En wat zit daar? Een koala!! Volkomen onverwacht zien we er dus 1! Hij zit behoorlijk verstopt dus de foto is niks. Maar toch 1 gezien dus. Koala's komen alleen in Australië voor en zijn inmiddels ook een bedreigde diersoort. Hun leefgebied is met de komst van de Europeanen drastisch afgenomen en ook nu gaat dat maar door met de uitdijende steden en dito landbouwgebieden.

Van de mogelijke loopjes gaan we de vulcano hike doen, dan loop je op de kruin van de caldera. Mooi uitzicht, en beetje klimmen en door de natuur. Die caldera is na de laatste eruptie van zo'n 7000 jaar geleden inmiddels behoorlijk begroeid. Ook met bomen dus. En dan..... we zien beiden tegelijk een soort bobbel in een boom en dat blijkt dan ook een koala te zijn. En deze zit stil, lijkt net wakker geworden te zijn, is goed zichtbaar en laat zich prima op de foto zetten. We zijn er stil van. Wat een verrassing. Het is meteen het hoogtepunt van de dag.

Donderdag is voorlopig de laatste zonnige warme dag.
Dus dat wordt uit de wind een plekje in de zon vinden. Op het strand blijkt het (te) hard te waaien en er ligt een dode babyzeehond, dus het wordt op het platje bij ons huis met uitzicht op zee. Ook lekker. Koffie, chocola en een boekie erbij. Ook een mooie gelegenheid om ons in te lezen in de komende stops. Niet alleen om te kijken wat er allemaal te doen is, maar ook hoe we er heen zullen rijden. De rit morgen naar de Grampians (bergen) is relatief kort, daarna komen de grote afstanden (400-500 km) naar Barossa (wijn) en Flinders Ranges (outback) voordat we uiteindelijk van Adelaide naar Sydney vliegen. Het belooft erg koud te worden in de Grampians, dus de fleecespullen komen weer bovenop in de koffers.

We boeken een eendaagse cursus fotografie voor (enigszins) gevorderden in juli, als opmaat voor wellicht een langere opleiding vanaf september. Fotograferen is leuk en het kan vast beter!

Get started right away!

What are you waiting for? Capture your adventures in a digital diary that you can share with friends and family. You can switch between any of your devices anytime. Get started in our online web application.