De eerste dagen

Ein-de-lijk kunnen we op weg. Via een tussenstop in Beijing op weg naar Bangkok. Na een prima vlucht in een bijzonder leeg vliegtuig naar Beijing komen we met een kapotte biologische klok rond het Chinese middaguur aan in Beijing. Alle horrorverhalen ten spijt, het 72-uurs toeristenvisum zit binnen 10 minuten na landen in het paspoort en we kunnen op weg naar de taxi. Kleine tegenvaller; de taxi chauffeur spreekt geen enkel woord Engels en zelfs de woorden 'Forbidden City' zijn te machtig. Dus dan maar aanwijzen op de kaart en we hebben resultaat. Na 45 minuten in de taxi stappen we onder toeziend oog van Mao Zedong uit op het Plein van de Hemelse Vrede. Het blijft een vreemde gewaarwording; een paar uurtjes slapen in een

vliegtuig en je stapt uit in een totaal andere wereld. Na een goede anderhalf uur in de kou (6 graden) rond te hebben gelopen, foto's te hebben gemaakt en aangegaapt te worden (heel bijzonder, twee lange blanke mensen) schuiven we aan voor Marja haar favourite, Peking Eend.

Gedurfd als we zijn pakken we (met verrassend gemak) de metro terug naar Terminal 3 van het vliegveld in Beijing en met nog vijf uur vliegen zijn we in Bangkok.

Het hostel dat we geboekt hebben is een dikke tegenvaller; koude douches, een bed harder dan een gemiddelde stoep en service met de Thaise slag. O' Nidra House is dus geen aanrader. Bangkok is echt een ENORME stad, maar wel met een bijzonder vriendelijke en gastvrije bevolking. Je wordt niet lastig gevallen op straat, er zijn geen opdringerige verkopers en iedereen lacht en zwaait. Khao San

Road, wat het backpackers walhalla schijnt te zijn, is eigenlijk maar een lullig straatje met een paar goedkope barretjes. Misschien waren we er te vroeg op de dag, maar de kapotte bio-klok liet het niet toe om er rond ladderzat o'clock nog een kijkje te nemen.

Dag twee wordt voor een groot deel ingenomen door de Co van Kessel fietstocht, een begrip onder mensen uit 'Holland-la' (elke zin in het Thais eindigt op 'la'). Wekker om 6 uur 's ochtends, en een jetlag die je tot 3 uur 's nachts wakker houdt...hmmm. Maar de fietstocht is zelfs met een half oog dicht erg de moeite waard. Op tuk-tuk afstand van het hotel startten we met een vijf uur durende tocht, welke ons met de fiets en met de fiets-in-longboat vijftien kilometer van Bangkok laat zien. Van Chinatown tot aan het groene en vruchtbare westen, en daartussen een stuk of vijftig tempels van overweldigend tot enorm overweldigend. Met een overvloed aan goud en kleuren is het contrast met sommige woningen van de locals wel erg groot.

Het idee was om met de nachttrein van Bangkok naar Chiang Mai te reizen, maar die was volledig uitverkocht voor zowel woensdag 14 januari als donderdag 15 januari en hetzelfde gold voor de bus. Dankzij Lion Thai Air voor een schamele €30 p.p. dus toch maar lekker met het vliegtuig. Vijf kwartier in het vliegtuig of twaalf uur in de nachttrein voor hetzelfde geld... Makkelijk keuze eigenlijk. Dus dikke doei aan Bangkok en erg benieuwd wat Chiang Mai ons allemaal te bieden heeft.