18 - Taj Mahal

Agra, Uttar Pradesh, India, 10.07.2016

De volgende ochtend stond de wekker om 4.45 omdat we om 6.00 met de trein van Haridwar via Delhi naar Agra in Uttar Pradesh gingen. Zelf had ik nog nooit van Uttar Pradesh gehoord (het is een staat, net als Karnataka), maar het is de meest dichtbevolkte staat in de wereld, er wonen 166 miljoen mensen.
Op het treinstation en het plein ervoor lagen allemaal mensen te slapen, op de grond of in hun autorickshaw. Dat zag er grimmig uit. De trein stond al klaar en we zochten onze bedden op – dit keer in een wagon met glas en airco. Er lag een kussen en kleedje klaar. Ik ben meteen gaan liggen op ’t bovenste bed, en viel in slaap. M’n voeten staken wel 20cm uit het bed, maar ik denk niet dat iemand z’n

hoofd eraan stootte omdat de Indiërs niet zo groot zijn. Om 12 uur namen we kort afscheid van Juliette, Lucinda, Anu en Pavan omdat zij in een station van Delhi uitstapten en Lobke, Vianne en ik verder gingen in dezelfde trein naar Agra. Daar kwamen we om 15.30 aan. Het was gelukkig net gestopt met regenen toen we de trein uitstapten, maar het scheen een uur flink gestortregent te hebben.

Op zoek naar de ingang
In de mensenjungle zochten we naar een ‘auto’ – terwijl de aanbiedingen van opdringerige Indiërs al begonnen “Taj tour for 2000 rupees, sir”. We vonden een chauffeur en vroegen of hij ons bij de East Gate wilde afzetten. Meteen begon hij te protesteren, de West Gate entree zou veel beter zijn. Wij stonden erop (want hadden dat als tip van Anu meegekregen), en gingen mee. De straten stonden blank (dat hadden we vanuit de trein al gezien), dus zei de chauffeur dat hij een andere route nam – prima wat ons betreft. Maar tot zijn ongeluk stond daar de straat ook onder water. Hij reed er doorheen met z’n rickshaw, maar z’n voorwiel kwam in een ‘puthole’ terecht en daardoor viel z’n motor uit. We stonden midden op de weg. Na twee keer een mislukte startpoging, duwde hij z’n voertuig maar zelf uit de plas. Op een droog stuk wilde de motor nog niet starten. Hij pakte z’n telefoon en zei dat hij een andere chauffeur ging bellen. Daarna vroeg hij twee passanten om hem aan te duwen, en toen startte de motor weer – en reden we verder. Hij belde de chauffeur niet af...
Plotseling reed hij een kruising op waar al het verkeer vast stond en zei hij dat de weg naar ‘East Gate’ nog veel erger was, maar we dicht bij ‘West Gate’ waren. We zeiden dat we toch naar East Gate wilden. In een kleine straat stopte hij en wees hij dat de West Gate rechtdoor was, en de opgebroken weg naar rechts naar de East Gate ging en dat hij ons daar niet naartoe kon brengen. De rickshaw werd geparkeerd en hij bood ons nog een keer aan dat we voor Rs. 400 ook nog met hem naar Agra Fort konden en dat hij dan op ons wachtte, of ons anders naar het busstation kon brengen voor toeristen, als we vanavond terug naar Delhi wilden. We vroegen aan de politieagent of de rij bij West Gate lang was, zij zei dat het meeviel, dus besloten we toch maar voor deze ingang te staan. De irritante chauffeur zei dat hij bij het hek op ons bleef wachten – wij zeiden dat dat echt niet nodig was.
Op de onherbergzame weg naar de West Gate werden we plotseling geflankeerd door een man in een nette blauwe blouse die deed of hij druk aan het telefoneren was (maar hij praatte niet). Bij de ingang deed hij plotseling een aanbod als tourguide voor Rs. 2000, incl. Tickets. Het ticketoffice hadden we al gevonden 20 meter verderop, dus dat vonden we niet nodig. Hij kon ons voor Rs. 500 wel helpen

om vooraan de rij te staan. Ook dat sloegen we af. We kochten zelf tickets voor 1000 rupees, haalden schoenenhoesjes op en een ‘gratis’ flesje water en liepen naar de rij. Daar zagen we dat er een aparte rij voor ‘High Valuable ticketholders’ was (dat waren wij, want de Indiër betaalt hier 40 rupee), en zo stonden we binnen 10 seconden bij de tassencontrole. Onze tassen bleken te groot, dus moesten we die eerst in de lockerroom achter laten, 200 meter achter het ticketoffice. We moesten via de bewaker van de uitgang maar weer terugkomen – want onze kaartjes waren al geknipt en gestempeld. Lockerroom was een groot woord. Alle tassen werden op de grond gezet en er waren ongeveer 30 kluisjes, waarvan we er een gebruikten. De sleutel bleef bij de bewaker, en ik kreeg een briefje als bewijs mee.

We kropen onder het hek van de uitgang langs, de bewaker liet ons door, en met alleen een flesje water en onze camera stonden we dan eindelijk binnen! Een heel fijn gevoel.

Eindelijk binnen!
Direct begon het grote fotografie festijn. Met digitale camera’s en GoPro in de aanslag liepen we de toegangspoort tot de Taj Mahal tuinen door, waar we nog één stempel op ons ticket kregen en toen eindelijk de toeristische foto’s en selfies met ‘de Taj’ konden maken.
Constant vroegen Indiërs of ze met ons op de foto mochten. Af en toe zeiden we ja, maar Lobke zei heel terecht “Kijk eens achter je... daar staat een wereldwonder man!”. Later gingen we alleen nog maar op de foto’s met families, want 10 rupee per foto vragen schrok ook niemand af.
We wilden het Mausoleum (het iconische gebouw) ook graag van binnen zien. Op het marmeren plateau liepen we om het gebouw, maar zagen we nergens een ingang, alleen maar Indiërs in een rij, die om het hele gebouw liep. We werden door wat toezichthouders teruggestuurd, want voor ‘High Value ticketholders’ was een route om voor te dringen en vrijwel direct in het mausoleum te komen. Hoe

het er van binnen uitziet moet je zelf maar bekijken, na een kwartier stonden we weer buiten. Moe en voldaan liepen we naar de uitgang, gaven we de Taj Mahal nog één blik, voor we souvenirs kochten en onze tassen haalden. Het was toen ongeveer 18.45 en ondanks verwoedde pogingen, lukte het ons niet de andere kant van de rivier te bereiken om 19.15 bij de zonsondergang – al was het wel half-bewolkt vandaag.
Op Google had ik een McDonalds gevonden in een winkelcentrum aan de rand van de stad. We waren allemaal enthousiast om daar te eten en vonden een rickshaw die ons daarnaartoe bracht. Tot m’n verbazing reden we op een goede weg waar ‘East Gate 0,8km’ opstond... De eerste chauffeur had ons dus met een smoes naar de West Gate gelokt, en had waarschijnlijk de ‘gids’ opgebeld toen we gestrand waren, dat wij er aan kwamen – hij bleef dan bij de hekken staan om zijn commissie van de gids te ontvangen, als wij zijn services zouden afnemen. Een slechte dag voor hem dus.

De terugreis naar Delhi
De ‘TDI Mall’ stond vrijwel leeg, maar de McDonalds was stampvol. Na een maaltijd vroeg ook onze rickshawchauffeur hoe we terug naar Delhi gingen, want hij raadde een toeristenbus aan. Het was echter

19.50 en de laatste bus ging om 20.00. We hadden geen kaartjes voor de trein en na even twijfelen lieten we ons toch maar naar dat busstation brengen. Daar loodste hij ons een kantoortje in, waar we voor 500 rupees een ticket kochten en direct in een 12-persoonsbusje werden gezet. Daar werden binnen een kwartier nog 8 Indiërs bij gezet. Door onze lengte kon er geen vierde passagier op de achterbank en werd er een plastic krukje in het gangpad gezet. Deze passagier accepteerde dat niet, en na een korte ruzie verliet deze Indiër het toneel, en hadden wij het idee dat de chauffeur iets van ‘Respecteer de buitenlander’ had gezegd.

Aan de rand van de stad zagen we een enorme mensenmassa langs de weg staan, waarvan sommigen op het dak van een bus sprongen terwijl deze langsreed, waar al 10 mensen op het bagagerek zaten. Niet echt veilig lijkt mij. Ondertussen lekte de airco op ons hoofd en begon die op een gegeven moment te roken en een brandlucht af te geven. Eerst werd ik nog beschuldigd van stiekem roken in het busje, tot de chauffeur door had dat het de airco was. De reis werd vervolgd met open ramen. We hadden eerst 1,5h in de file gestaan, en kwamen na 5 uur om 1 uur in Delhi aan, waar we aan de rand van een grote snelweg werden gedumpt. Gelukkig vonden we binnen 10 minuten een Uber-taxi, die ons naar het treinstation bracht, waar Anu op ons stond te wachten. De weg naar ons hotel was namelijk nogal ingewikkeld.
We vielen om half twee in slaap en stonden om 8 uur op om richting het vliegveld te gaan. We landden om twee uur in Goa, waar onze trein terug naar Udupi ondertussen 4,5 uur vertraging had. Na lang wikken en wegen besloten we om 7 uur ’s avonds een taxi naar Manipal te nemen, waar we om kwart over 1 ’s nachts aankwamen. Zo was het ons gelukt om zonder kleerscheuren in de ‘Urban (Tourist) Jungle’ een van de zeven Wereldwonderen te bezoeken (voor mij de tweede). Wat een avontuur!

Get started right away!

What are you waiting for? Capture your adventures in a digital diary that you can share with friends and family. You can switch between any of your devices anytime. Get started in our online web application.